Roel Coutinho. is niet bang voor dieren. Abortusgolf in een geitenstal is vergelijkbaar met biologische oorlogsvoering

Vergelijkbare documenten
Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Notitie Landelijke en regionale OneHealth netwerken in de praktijk

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

Intensieve veehouderij en gezondheid

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Huisartsen & Dierenartsen Samen Werken aan Zoönosen & Antibioticareductie. Theo Verheij, huisarts David Speksnijder, dierenarts

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Resultaten Q-koorts onderzoek (Q-VIVE) melkgeitensector

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan

Onderwerp: Adviesaanvragen Q-koorts. Geachte mevrouw Burger, geachte heer Huijts,

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost

Toelichting voor de Staatscourant

inhoud: nieuwsbrief februari 2012

ONDERZOEK NAAR BRMO EN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

MRSA positief: wat betekent dat?

OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO)

Screening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis

Bijlage: overzicht van ESBL gerelateerd onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in opdracht van de rijksoverheid.

Brabants Kennisnetwerk Zoönosen (BKZ) 29 maart 2013

Expertise en ondersteuning infectiepreventie

Informatie voor veehouders en medewerkers van bedrijven waar Q-koorts is vastgesteld

Bijzonder Resistent Micro-Organisme

*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

REGIONALE ZORGNETWERKEN ANTIBIOTICARESISTENTIE NOORD-HOLLAND & FLEVOLAND

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

MRSA Maatregelen tegen verspreiding

Q-koorts en werk, de geitenhouderij

Gezondheid vwo 5-6. In samenwerking met de Maag Lever Darm Stichting.

Informatie over Clostridium difficile

Aan de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mw. drs. A. Berg Postbus E] DEN HAAG

BRMO preventie: ervaringen van bewoners van verpleeg-en verzorgingshuizen Een RIVM regio project GGD Gelderland-Zuid

Gezondheid havo 5. In samenwerking met de Maag Lever Darm Stichting.

De Q koorts epidemie in Nederland

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant

Controle op Bijzonder Resistente Micro- Organismen

Bijzonder Resistent Micro-Organisme

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Onze missie. Wij beschermen de dier- en volksgezondheid door veterinair onderzoek op topniveau. For quality of life

MRSA positief: wat betekent dat?

Puntprevalentieonderzoek dragerschap resistente bacteriën in verpleeghuizen. Informatie en handelingsperspectief

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza

Ik ben zwanger. Wat kan ik doen om geen infecties te krijgen?

Nieuwsbrief Brabants Kennisnetwerk Zoönosen

*PDOC01/229345* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gezondheid havo/vwo 3-4

Praktische opdracht ANW Aids

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep

Werkstuk Maatschappijleer Aids

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Kennemerland

Groep B streptokokken en zwangerschap

De ongehinderde opmars van ESBL

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Rotterdam-Rijnmond

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie

BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie

Waarom aanpak antibioticaresistentie?

MRSA positief: wat betekent dat?

Antibiotica Gebruik ze goed en alleen. als t moet!

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Drenthe

Groep B streptokokken en zwangerschap

Introductie. Doel van dit proefschrift

Doorbraak in onderzoek naar ME

Informatieblad MERS. Middle East Respiratory Syndromeconoravirus

Informatie voor veehouders en medewerkers van bedrijven waar Q-koorts is vastgesteld

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Opsporen van chronische Q-koorts. Informatie voor deelnemers

Groep B Streptokokken en Zwangerschap Gynaecologie

Wat hebben wij nodig??

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

14 NOVEMBER SYMPOSIUM ANTIBIOTICARESISTENTIE EN OUDERENZORG

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Haaglanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ziektebeleid (ter info voor ouders) versie 1

Geef resistente bacteriën geen kans.

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek?

Zoönose in aantocht! Help, wat nu?

24 jaar antibioticumonderzoek in Lelystad

15 jaar LCI-richtlijnen infectieziektebestrijding

Vragen en antwoorden over ebola

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Een resistente bacterie... wat nu? Uitleg bij polikliniekbezoek of opname

Klik om stijl te bewerken

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Hart van Brabant

Stigma rondom hiv anno 2018 nog steeds niet verdwenen

Surveillance van ABR. 17 sept 2015

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD Flevoland

Transcriptie:

Abortusgolf in een geitenstal is vergelijkbaar met biologische oorlogsvoering Roel Coutinho is niet bang voor dieren Dokters moeten alert zijn op uitbraken van zoönosen, maar hoeven niet wekelijks rond de tafel met dierenartsen, zegt Roel Coutinho, directeur van het CIb. De signaleringssystemen in de humane sector voldoen, die van de veterinaire sector moeten beter. tekst: Heleen Croonen beeld: Herman van Gestel R oel Coutinho eet nog gewoon rauwe tartaar en is niet bang voor zijn kat. De kleinkinderen rennen altijd meteen achter de poes aan als ze langskomen, dat vinden ze fantastisch. Je moet niet ineens bang worden voor dieren, dat is onzin. Dieren zijn Coutinho s dagelijks werk, zeker sinds hij in 2005 directeur werd van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. De van oorsprong medisch microbioloog werd in 2006 al geconfronteerd met MRSA bij varkens en varkenshouders. Een jaar later brak de Q-koorts uit. Ik wist toen niks van geiten. Veehouderij Coutinho vertrok na zijn studie geneeskunde voor anderhalf jaar naar Afrika, om daar te werken als tropenarts. Mensen leven daar temidden van hun eigen kippen, koeien en varkens. Het is de vraag wat kijkend naar zoönosen risicovoller is: zo leven tussen het vee of intensieve veehouderij naar het Nederlandse model, met veel antibioticagebruik. Als er een probleem is in de intensieve veehouderij, is het meteen een groot probleem, zegt Coutinho. Als duizend geiten samen in een stal staan en tegelijk een abortus krijgen, dan is de hoeveelheid Coxiella-bacteriën die vrijkomt zo gigantisch. Dat is vergelijkbaar met biologische oorlogsvoering, zeker in een dichtbevolkt gebied als Nederland. Tegelijkertijd is het mogelijk omstandigheden te scheppen in de intensieve veehouderij waardoor de kans op infecties juist afneemt. En een ander verschil is dat Afrika en Azië veel meer wilde dieren kennen; een reservoir voor zoönosen waar weinig zicht op is. De signaleringssystemen staan daar nog in de kinderschoenen. Dan kunnen wij onze signalering goed regelen, maar daar doe je niks aan. Dat is overdreven. Wij zien Afrika alleen maar als een puinhoop waar oorlog wordt gevoerd, corruptie heerst en honger is, maar er zijn natuurlijk ook 2790 23 december 2010 65 nr. 51-52

65 nr. 51-52 23 december 2010 2791

2792 23 december 2010 65 nr. 51-52

Mensen in mijn omgeving zeiden: Je bent gek geworden landen waar het wel degelijk beter gaat en waar ook signaleringssystemen ontstaan. Daarnaast is het zo dat als het elders niet goed op orde is, dat geen argument geeft om het zelf ook niet goed te regelen. U bent begonnen als tropenarts, maar u heeft later kort als huisarts en uiteindelijk lang als medisch microbioloog en epidemioloog gewerkt, voordat u bestuurlijk actief werd. Wat ziet u als uw bloedgroep? Ik heb met alle drie de specialismen enige affiniteit, maar vooral met de medische microbiologie en de epidemiologie. Besturen is leuk, maar ik word nog het meest geprikkeld door de inhoudelijke problematiek van de infectieziekten, en ik heb altijd geprobeerd daar ten minste een derde van mijn tijd aan te besteden. Toen ik in 1977 daarmee begon, zeiden mensen in mijn omgeving: je bent gek geworden, want in dat vakgebied valt niets meer te beleven, het is zo dood als een pier. Er waren antibiotica en vaccins. Precies. Maar het is totaal anders gelopen. Aids kwam op, samen met een serie andere problemen. De infectieziektebestrijding is een combinatie van technische kennis over het micro-organisme, en het gedrag van mens en dier. Dan duikt er ineens weer een zoönose op die zich verspreidt via muggen, en dan moet ik weer denken: hoe zit dat met die muggen? Allemaal ongelofelijk boeiend. Door het typeren van de bacteriën en virussen en de huidige wiskundige computermodellen is veel meer bekend over verspreiding van epidemieën. Dat zijn fantastische ontwikkelingen. iedereen verschrikkelijk, zegt Coutinho. Wat mij heeft verbaasd was dat het probleem in 2008 al heel groot was, maar dat de landelijke discussie pas een jaar later losbrak, toen het echt uit de klauwen liep. Hebben de dokters de discussie met de boeren verloren? De intensieve veehouderij in Nederland is een belangrijke motor voor de economie; voor een ingreep zijn goede argumenten nodig. Probleem is dat het kweken en typeren van Coxiella burnetii technisch lastig is, waardoor direct bewijs ontbreekt dat aantoont dat de bacterie bij de geit dezelfde is als die bij de mens. Wel waren er vanaf het begin sterke aanwijzingen dat de geiten de bron waren. In 2009 bleek uit epidemiologisch onderzoek dat mensen die dichtbij een geitenboerderij met een abortusstorm wonen, een veel grotere kans hebben om Q-koorts op te lopen. Als deskundige kun je deze feiten laten zien, maar de verantwoordelijkheid voor de te nemen maatregelen ligt bij de ministers van landbouw en volksgezondheid. Geen protocol Humane en veterinaire deskundigen moeten meer informatie delen, dat is voor Roel Coutinho een van de lessen uit het evaluatierapport over de Q-koorts van de commissie- Van Dijk. Als directeur van het CIb heeft hij zich erover verbaasd dat de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in 2005 en 2006 al mensen met Q-koorts zag op geitenbedrijven, terwijl het CIb in 2007 nog onterecht Onderschat De uitbraak van de Q-koorts leek aanvankelijk beperkt te blijven tot de regio Herpen en verholpen te kunnen worden met hygiënemaatregelen als de reiniging van stallen. Een jaar later werden honderden mensen ziek en vielen er zelfs doden. Ik heb de Q-koorts onderschat, zegt Coutinho. We dachten in 2007 allemaal dat het een eenmalige uitbraak was. Ik had me niet goed gerealiseerd dat het een veel groter probleem kon worden. De hygiënemaatregelen die in 2008 werden genomen, schoten tekort. Het eindigde in een nederlaag voor alle partijen, waarbij alle zwangere geiten op besmette bedrijven werden afgemaakt. Voor 65 nr. 51-52 23 december 2010 2793

aan een eenmalige uitbraak dacht. Coutinho: Ik denk niet dat het veel had uitgemaakt als wij ons er al eerder bewust van waren geweest, maar het geeft wel aan hoe belangrijk het is dat signalen uit de dierenwereld worden doorgegeven aan de humane wereld. Er wordt nu te veel informatie afgeschermd. Een van de aanbevelingen van de commissie-van Dijk is dat de Gezondheidsdienst voor Dieren voortaan informatie deelt met het CIb. De artsen uit het Jeroen Bosch Ziekenhuis maakten tijdens de Q-koortsuitbraak zelf een protocol, bij gebrek aan een landelijk protocol voor diagnostiek van de Q-koorts. Doordat consensus over de afkappunten ontbrak, konden patiënten theoretisch in het ene laboratorium de diagnose krijgen, en in het andere niet. Waarom heeft het CIb toen niet gezorgd voor landelijke protocollen? Wij ontwikkelen in principe geen protocollen, dat is de taak van de beroepsgroep zelf, in dit geval de microbiologen. Maar omdat het hier om een volksgezondheidsprobleem ging, hadden we sneller met de medisch microbiologen moeten kijken naar consensus over de beste diagnostiek. Bij de influenza ging dat wel goed, daar kregen we snel de laboratoria op één lijn. Het heeft ook te maken met het feit dat de diagnostiek bij Q-koorts complexer is. De huisartsen uit Herpen misten contact met de dierenartsen, daarmee hadden ze de ziekte eerder kunnen zien. Ze volgen nu samen nascholing. Het is natuurlijk heel goed bedoeld, maar de situatie is elke keer anders en een huisarts kan een uitbraak niet zelf vaststellen. Heel goed dat ze samenkomen, maar ik denk niet dat dat het probleem oplost. Wat lost het probleem dan wel op? Bij de humane kant bestaat een systeem met GGD s, microbiologisch laboratoria en specialisten, dat behalve bij de aangifteplichtige ziekten ook aanslaat bij opmerkelijke signalen. Bij de dieren is nog veel te verbeteren. De boeren melden onvoldoende, uit angst dat hun bedrijf in de problemen komt. Er komen meteen emotionele reacties van mensen die dergelijke signalen gebruiken voor eigen doeleinden, omdat ze principieel tegen intensieve veehouderij zijn. Heel vaak is er dan niets aan de hand, maar de boeren krijgen dan wel de schade aan hun bedrijf. Onderling is er veel achterdocht, en dat is jammer. Nadat bekend werd dat ESBL-producerende bacteriën in kippen niet te onderscheiden zijn van die bij mensen, waren Betere signalering De Q-koorts lijkt nu onder controle, maar humane en veterinaire deskundigen zullen vaker rond de tafel moeten, want driekwart van de uitbraken van nieuwe infectieziekten komt uit het dierenrijk. In het rapport Emerging zoonoses, kortweg Emzoorapport, dat humane en veterinaire instituten samen schreven, is een voorzet gemaakt voor betere signalering en meer overleg. Wat zal de dokter daarvan merken? Bij de mens zal er niet zo veel veranderen, clinici en laboratoria blijven signalen geven via de aangifte. Het blijft natuurlijk wel belangrijk dat dokters die iets ongewoons zien in hun praktijk, dat melden bij de GGD. Zo is ook de Q-koortsuitbraak in Herpen ontdekt, dankzij alerte huisartsen en microbiologen. Driekwart van de uitbraken van nieuwe infectieziekten komt uit het dierenrijk 2794 23 december 2010 65 nr. 51-52

er boeren die dachten dat we met opzet op dat moment de publiciteit hadden gezocht. Dat was helemaal niet zo. Die ESBL s in kip zijn niet gevonden door de signaleringssystemen, maar door een enkele dokter. Dat vind ik niet zo gek. Prima dat een nieuwsgierige microbioloog als Jan Kluytmans vlees uit de supermarkt test op deze resistentie. Je kunt tien wetten maken over melding van signalen, maar signalering van nieuwe problemen komt vaak van alerte mensen. Onvermoeibaar Toen Coutinho bij het RIVM kwam werken, was het overheidsinstituut volgens hem nogal naar binnen gericht. De epidemiologen opereerden op te grote afstand van de dagelijkse praktijk en ondertussen dreigde Nederland achterop te raken op infectieziektegebied. Dat zei Coutinho in 2003 als directeur van de Amsterdamse GGD en hoogleraar epidemiologie en preventie infectieziekten van de UvA. Hij kreeg de kans om het beter te doen als directeur van het CIb en sindsdien is het centrum agendabepalend als het om infectieziekten gaat. Het ISIS-systeem, waarin laboratoriumgegevens werden bijgehouden, ging op de schop en werd omgebouwd tot een signaleringssysteem voor toegenomen antibioticaresistentie. Coutinho geeft daarnaast onvermoeibaar uitleg in de media over uitbraken van infectieziekten en resistente bacteriën. Allemaal naar model van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention, met een laboratorium, informatie en bestrijding onder één dak. Dat was zeker wennen voor het RIVM. Zeker, maar dat het was ook de bedoeling. Tot die tijd was er geen centrale coördinatie of actieve bemoeienis met de infectieziekten. Nu betrekt het CIb ook deskundigen van buiten bij het probleem, presenteert het de feiten en geeft het advies. Het is onvermijdelijk dat er af en toe meningsverschillen zijn tussen de inhoudelijke kant en de politiekbestuurlijke kant. Ik denk dat die alleen maar oplosbaar zijn als je elkaars rol accepteert. De politiek moet accepteren dat wij dat vanuit deskundige hoek doen, maar wij moeten ons als deskundigen aan deze grens houden. Lastig. U kreeg als hiv-onderzoeker eind jaren tachtig een conflict omdat u anoniem bevolkingsonderzoek wilde doen. De politiek was tegen. Ik heb toen de grens van alleen inhoudelijke argumenten bewust overschreden. Gelukkig bleek hiv later niet breed verspreid onder de bevolking, maar dat had ook anders kunnen zijn. De politiek keek te weinig naar de ernst van de aandoening en te veel naar factoren als discriminatie. Later heb ik mij in het openbaar verzet tegen de manier waarop aidsvoorlichting werd gegeven, waarbij het leek of iedereen evenveel risico liep op besmetting. Dat werd mij niet in dank afgenomen en ik ben uit het landelijke coördinatieteam gezet. Maar in een vergelijkbare situatie zou ik dat toch weer doen. Als je werkelijk denkt dat er een grote bedreiging is voor de volksgezondheid, moet je je stem laten horen. Ook al kost het je je kop. Kun je hiv zien als een zoönose? Nee. Het virus is geïntroduceerd door dieren, maar werd van mens tot mens overdraagbaar. Het dierenreservoir speelt dan geen rol meer. Dat geldt ook voor influenza. Ten slotte: staan er met alle risico s op zoönosen nog dieren op het kerstmenu? Ja hoor. Ik eet graag tartaar en ossenworst. Maar ik heb tien jaar lang een hiv-onderzoeksproject gedaan in Ethiopië, waar veel rauw vlees werd gegeten. Daar at ik niet van mee omdat er veel toxoplasmose voorkwam. Dat ging me te ver. 65 nr. 51-52 23 december 2010 2795