Beleidsnota nr. 19 Toerusting van de parochies Pastoor, parochievicaris, diaken, parochieassistent(e), plaatselijke contactpersoon, parochieteam De laatste jaren stellen we een snelle evolutie vast in de toerusting van onze parochies. In een verscheidenheid van roepingen en zendingen worden onze plaatselijke gemeenschappen gaandeweg op een nieuwe wijze toegerust. Deze groei kan voor de parochies nieuwe mogelijkheden scheppen als dit kan gebeuren in een goede efficiënte samenwerking. Opdat deze gezamenlijke verantwoordelijkheid vruchtbaar zou functioneren is het belangrijk dat wij het statuut en de taak van de verschillende pastorale verantwoordelijken goed omschrijven. We willen tevens aandacht hebben voor de concrete vormen van onderlinge samenwerking. Tenslotte is er ook de zorg voor de eventuele bezoldiging in deze pastorale taken. Deze nota wil handelen over de deeltijds of voltijds vrijgestelden en over het parochieteam. Het betreft hier dus alle medewerkers, die op een of andere wijze mee de zorg dragen voor het parochiebeleid. Vanzelfsprekend hebben we ook de meeste waardering voor de vele vrijwilligers, die de parochiegemeenschap mee opbouwen. De pastoor Op grond van zijn priesterwijding ontvangt hij van de bisschop de benoeming tot pastoor van een bepaalde parochie. In de komende jaren zullen de meeste pastoors deze verantwoordelijkheid ook dragen over meerdere parochies. Ze zullen dit evenwel doen in een breder dekenaal geheel zodat ze onderling kunnen werken aan een verantwoorde taakomschrijving (zie nota over het dekenaal benoemingsbeleid). Als plaatselijke vertegenwoordiger van de bisschop is de pastoor de eindverantwoordelijke voor het pastoraal werk in de parochie(s). In en samen met het team draagt hij de zorg voor het geheel van de gemeenschap. De bezieling en de motivering van zijn team is dan ook een belangrijke taak. Hij zal ook nauw samenwerken met de andere pastorale verantwoordelijken en met de vrijwillige medewerk(st)ers en zo aan verschillenden een hoofdverantwoordelijkheid toevertrouwen. Bepaalde taken blijven hem meer uitdrukkelijk toegewezen. Zo zal hij in de gemeenschapsopbouw zorg dragen voor de onderlinge eenheid en voor de evangelische geest waarin het pastoraal werk dient te gebeuren. Zonder zelf nog concreet hiermee bezig te zijn, zal de pastoor, samen met het team, toch toezicht houden op het beheer van de materiële en financiële infrastructuur van de parochie. In de diaconie zal hij, samen met de medewerkers, oog blijven hebben voor de allergrootste noden. De aandacht voor een goede geloofsoverdracht en voor de vorming van de verantwoordelijken is een van zijn belangrijke aandachtspunten. In de sacramentele vieringen zal hij doorgaans de voorganger zijn. Op sommige plaatsen zal hij ook kunnen rekenen op de diaken of een rustend priester. De pastoor zal daarom ook sterk betrokken zijn in de voorbereiding van de sacramentele liturgie. Voor de andere vormen van gebed zal hij van nabij de liturgische verantwoordelijken begeleiden en bezielen. Zo zal hij, door een rationalisatie naar deze specifiek eigen taken, komen tot een pastorale inzet, die draagt op het essentiële in zijn opdracht.
De pastoor zal de zorg voor de parochie behartigen in samenwerking met vele medeverantwoordelijken. Samen met hen en met zijn parochieteam zal hij regelmatig bespreken hoe deze onderlinge taakverdeling op de meest vruchtbare wijze kan gebeuren. Hij zal de pastorale verantwoordelijken dragen en bevestigen in hun taak. Langs zijn kant zal hij in dezelfde dialogale houding werken aan zijn eigen prioriteiten. De pastoor ontvangt zijn weddetoelage van het ministerie van justitie. Als hij meerdere parochies heeft, zal hij overwegen of en in welke mate deze bijkomende inkomsten met andere pastorale verantwoordelijken kunnen gedeeld worden. Het casueel is de andere bron van vergoeding. Ook hier stellen we vast dat er in verschillende dekenaten een solidaire verdeling gebeurt in de groep van de collega's. Op sommige plaatsen wordt daarbij rekening gehouden met andere bronnen van inkomsten of met zware persoonlijke uitgaven. De parochievicaris Tot priester gewijd kan iemand tot parochievicaris benoemd worden om als medewerker van de pastoor en in samenwerking met het team mee de pastorale zorg te dragen. Hij kan benoemd worden in één of meerdere parochies. Hij is van rechtswege lid van het parochieteam. Hij kan gevraagd worden voor het geheel van de pastorale bedieningen (liturgie, verkondiging, diaconie) ofwel voor één bepaalde bediening in verschillende parochies. Hij kan ook verantwoordelijk zijn voor een bepaalde groep in deze gemeenschappen of een ruimere dekenale dienst op zich nemen. Hij zal nauw samenwerken met de pastoor en het parochieteam en streven naar een goede pastorale relatie met de andere pastorale verantwoordelijken. Hij krijgt zijn weddetoelage van het ministerie van justitie. Hij deelt in het casueel van de parochie. Hij zal zich eventueel mee inschakelen in een bredere dekenale solidariteit. De diaken Tot diaken gewijd, kan iemand daarna door de bisschop benoemd worden tot diaken in een bepaalde parochie. Hij kan deze taak ook uitoefenen in verschillende parochiegemeenschappen of eveneens een dekenale dienst op zich nemen. Van rechtswege maakt hij deel uit van het parochieteam. De diaken wil in zijn opdracht vooral aan de dienende aanwezigheid in de pastoraal gestalte geven. Dit zal op de eerste plaats tot uiting komen in de diaconie van de caritas. Het welzijnswerk zal dus altijd op een of andere manier in zijn takenpakket voorzien zijn. Hij heeft evenwel ook een wezenlijk aandeel in de dienst van de verkondiging en de liturgie (zie "Diakens in een dienende kerk. Permanent diaconaat Bisdom Antwerpen", blz. 15 en 27). Voor elke diaken zal onderzocht worden hoe hij, volgens zijn eigen gaven, deze diensttaak op zich kan nemen. Wanneer hij werkzaam is in een parochie zonder ter plaatse wonend pastoor kan met hem besproken worden of hij ook de diensttaak van plaatselijke contactpersoon op zich kan nemen zonder dat zijn andere diaconale functies daardoor in het gedrang komen (zie "Diakens in een dienende kerk.", blz. 27 en beleidsnota over de plaatselijke contactpersoon n 4, 1d). Volgens de pastorale noden zal de diaken bereid zijn tot een grotere mobiliteit om zo ook interparochiaal of dekenaal taken op zich te nemen.
Enerzijds zal de diaken volwaardig de verantwoordelijkheid moeten krijgen om zijn diaconale opdrachten met eigen verantwoordelijkheidszin te kunnen uitoefenen. Anderzijds zal hij deze diensttaak vervullen in nauwe samenwerking met de pastoor, het parochieteam en de andere pastorale medewerk(st)ers. De diaken behoudt meestal volledig of gedeeltelijk zijn profaan beroep. Hij kan ook volledig of gedeeltelijk een weddetoelage trekken van het ministerie van justitie. Wanneer hij bepaalde liturgische diensten verricht, zal de parochie aandacht hebben voor zijn rechtmatig aandeel in het casueel. In het kader van een bredere dekenale solidariteit zal onderzocht worden hoe hij, rekening houdend met het inkomen uit zijn profaan beroep enerzijds en de concrete gezinslast anderzijds, daarin kan betrokken worden. De parochieassistent(e) Na de opleiding wordt men in een viering erkend als pastorale werk(st)er van het bisdom Antwerpen. Daarna kan deze persoon door de Bisschop benoemd worden in de parochiepastoraal. Wanneer hij de opdracht opneemt in de parochie zal hij aanstonds parochieassistent(e) genoemd worden, onafhankelijk van de wijze waarop een eventuele bezoldiging zal gebeuren. De benoeming in de parochie kan deeltijds of voltijds zijn. Er kan ook een combinatie zijn met een ruimere opdracht van animatie (jeugdpastoraal, dekenaal of interparochiaal vormingswerk). Van rechtswege maakt de parochieassistent(e) deel uit van het parochieteam. Zoals de diakens kunnen de parochieassistenten werkzaam zijn in alle basisfuncties van de pastoraal. In al deze domeinen zullen zij als leek speciaal oog kunnen hebben voor de belangrijke brugfunctie tussen een pluralistische leefwereld enerzijds en de kerkgemeenschap anderzijds (zie Statuut pastorale werksters en werkers, blz. 12-13). Aangezien zij ook deelnemen aan de bestuurstaak van de kerk, zullen zij met de pastoor en het parochieteam medeverantwoordelijkheid dragen voor het geheel en hoofdverantwoordelijkheid dragen in bepaalde deelsectoren (zie Statuut, blz. 3). In de parochies zonder ter plaatse wonend pastoor kunnen de parochieassistenten, volgens de regelgeving van de beleidsnota over de plaatselijke contactpersoon, eventueel ook deze taak op zich nemen (zie beleidsnota onder n 4, 1d). In het kader van een dekenaal benoemingsbeleid zullen zij ook een grotere mobiliteit moeten hebben zodat ze eventueel interparochiaal en dekenaal taken kunnen opnemen. In het domein waar hoofdverantwoordelijkheid wordt opgenomen zullen de parochieassistenten de ruimte krijgen om, collegiaal met alle medewerk(st)ers, deze taak te kunnen opnemen. In de gezamenlijke zorg voor het geheel van de parochiepastoraal zullen zij, in samenwerking met de pastoor en het parochieteam, oog hebben voor een samen gedragen verantwoordelijkheid en voor de eigen verantwoordelijkheid van eenieder. De parochieassistenten kunnen in aanmerking komen voor bezoldiging. Ze moeten daarvoor langs de erkende wegen de nodige inhoudelijke opleiding gevolgd hebben en bovendien de nodige pastorale stage doorlopen hebben. Deze bezoldiging is meestal deeltijds en komt vooral van de plaatselijke gemeenschap. Ze wordt geregeld met inbegrip van alle sociale wetten. Er wordt eveneens gezorgd voor een onkostenvergoeding. Ook bij eventuele bezoldiging door het ministerie van justitie komt enkel de parochieassistent(e) hiervoor in aanmerking. De parochieassistent(e) zal, rekening houdend met een eventueel inkomen uit een profaan beroep enerzijds en een mogelijke concrete gezinslast anderzijds, betrokken worden in de dekenale financiële solidariteit. De plaatselijk
contactpersoon (zie ook beleidsnota nr. 16: de plaatselijke contactpersoon) Het is niet verbonden met een wijding tot het ambt of met een erkenning tot pastorale werk(st)er. Ook andere parochianen kunnen deze taak op zich nemen. In parochies zonder ter plaatse wonend pastoor gaat het hier om een persoon die door de pastoor en het parochieteam wordt voorgesteld om, op basis van een gelovige inzet en een moreel gezag, met de nodige pastorale eigenschappen ter plaatse contactpersoon te zijn. De parochie heeft nood aan een concreet gelaat van iemand met wie men kan gaan spreken. In parochies waar een diaken of een parochieassistent(e) aanwezig is, zal deze taak meestal door hen worden opgenomen. Kan dit niet, dan zal de pastoor zelf zo goed mogelijk zijn pastorale aandacht over de twee parochies verdelen, zoals trouwens altijd van hem verwacht wordt. Nog een andere persoon als plaatselijk contactpersoon aanduiden maakt in dit geval de situatie te ingewikkeld. Maar vooral in de vele parochies, die weldra ter plaatse geen priester, diaken of parochieassistent(e) zullen hebben, is zulke leek als plaatselijke contactpersoon toch wel erg belangrijk. Bij de aanwerving van de plaatselijke contactpersoon zal de deken en het dekenaal team mee oordelen, samen met de pastoor en het parochieteam, over de geschiktheid van de kandidaat. Zodra de bisschop, na voordracht door de deken, deze persoon aanvaard heeft, wordt hij gewoon door de pastoor voor deze bepaalde taak aan de parochie voorgesteld. Het gaat hier om een tijdelijke opdracht, die maximaal drie perioden van vijf jaar kan duren. Deze contactpersoon kan maar functioneren als er reeds een parochieteam is. Hij is van rechtswege lid van dit team. Hij werkt in nauwe verbondenheid met de pastoor en het parochieteam. Hij heeft alleen maar een uitvoeringsbevoegdheid, die gedragen wordt door de beleidsbevoegdheid van het parochieteam. Hij zal zorg dragen voor het contact tussen pastoor en PT enerzijds en tussen het PT en de parochiegemeenschap anderzijds. In het dagelijks leven zal hij, in naam van het team zorg dragen voor de organisatie van de permanentie. Hij zal noden en vragen opvangen. Hij zal vooral de vaardigheid moeten bezitten om, in samenspraak met het team en de pastoor, concreet uit te maken hoe en door wie bepaalde vragen en problemen kunnen opgelost worden. De invulling van deze taak zal verschillen van parochie tot parochie. Het werk zal bepaald worden door de vraag van de mensen, door de vaardigheid van het team, door de graad van aanwezigheid van de pastoor en vooral door de persoonlijke kwaliteiten van de contactpersoon zelf. Hier dient alleen maar gezegd te worden dat deze persoon geen afzonderlijk beleid mag voeren. Hij moet vooral de eigenschap hebben om in een dienstbare houding met de andere pastorale verantwoordelijken samen te werken. Het gaat om de inzet van het "dienstbaar contact". Er is geen bezoldiging voorzien, wel vergoeding van de onkosten (eventueel woonst). Als deze persoon op een bepaald moment bereid is om de opleiding voor PWW of diaken te volgen kan hij later wel in aanmerking komen voor bezoldiging als diaken of parochieassistent(e). Het is daarom belangrijk om bij de aanwerving oog te hebben voor de persoonlijke kwalificatie van deze persoon. Het parochieteam (zie ook beleidsnota nr. 11: statuut van het parochieteam) Het parochieteam draagt, samen met de pastoor en onder zijn eindverantwoordelijkheid, de zorg voor het pastoraal beleid
in de parochie. Daarom wordt het team ook verkozen langs een bepaalde procedure waarbij de parochiegemeenschap zelf ook betrokken is. Na een inrijperiode kan het ook door de Bisschop erkend worden en door de deken aangesteld worden. De pastoor, de parochievicaris, de diaken, de parochieassistent(e) en de plaatselijke contactpersoon maken van rechtswege deel uit van het team. Het team zal vooreerst het dagelijks beleid van de parochie op zich nemen. Verder zal het ook op lange termijn een pastorale planning maken. Naar de gemeenschap toe zal het mee verantwoordelijk zijn voor de toerusting van de verschillende parochiale werkgroepen. Meer fundamenteel zal het nadenken over de basisopdrachten van de parochie en daarin bepaalde keuzes doen en de nodige prioriteiten uitwerken. Tenslotte is de onderlinge eenheid in de gemeenschap en de diepere evangelische orientatie in de groei van de parochie een permanente zorg van het team. In de komende jaren zal het team met deze taak nog meer op de voorgrond treden, vooral in de parochies waar er geen ter plaatse wonend pastoor meer is. Ze zullen daarbij ook ruimte scheppen opdat de andere pastorale verantwoordelijken (diaken, parochieassistent(e) of plaatselijke contactpersoon) hun pastorale opdracht goed zouden kunnen vervullen. Hier kunnen we verschillende aspecten onderkennen. Vooreerst is er de collegiale verhouding met de pastoor en de pastorale verantwoordelijken. Verder is er de luisterende houding naar de parochie, vooral langs de adviserende activiteit van de parochieraad. Er is de brugfunctie tussen werkgroepen en bewegingen enerzijds en de parochie anderzijds. Er is tenslotte de interparochiale en dekenale aandacht voor bredere samenwerking. Er is geen bezoldiging voorzien voor de gewone teamleden. Parochiale en dekenale toerusting In de voorafgaande richtlijnen hebben we onze aandacht vooral gericht naar de parochiale toerusting. Het is evenwel duidelijk dat dit alles in de toekomst meer en meer zal moeten gezien worden in een dekenale samenwerking tussen alle beschikbare krachten. 1. Zo zal het dekenaal team vaak ook medezeggenschap hebben in de aanwerving van pastorale krachten (b.v. plaatselijke contactpersoon), in de planning van de toerusting op korte en lange termijn, in de besprekingen rond het concreet benoemingsbeleid. 2. Dit veronderstelt dat we bereid zijn om, in de mate van onze mogelijkheden, ook interparochiale of dekenale taken op te nemen. In dit verband spraken we reeds over de grotere mobiliteit in de toerusting. 3. Op gebied van samenwerking moet er dus niet alleen parochiaal maar ook dekenaal gedacht worden. We willen elkaar dus oproepen tot eerlijke samenwerking in het maken en uitwerken van gezamenlijke afspraken. Ook op het vlak van het pastoraal vormings- en animatiewerk zullen de dekenale werkgroepen, onder leiding van de dekenale animator, mogen rekenen op onze loyale medewerking. 4. Tenslotte zal in de groei van de financiële en materiële solidariteit het dekenaat een belangrijke ondersteunende rol spelen. Toerusting, een gezamenlijke zorg Tenslotte zijn er in de pastorale toerusting van onze parochies enkele gemeenschappelijke grondhoudingen, die voor iedereen erg belangrijk zijn. 1. Herhaalde malen kwam de solidariteit ter sprake. Dit is een belangrijke parochiale en dekenale opdracht. We zijn
er ons van bewust dat het, omwille van de soms complexe gegevens, niet gemakkelijk zal zijn. Mogen we U uitnodigen om, steunend op de ervaring van andere dekenaten en geholpen door de diensten van het bisdom, hieraan gedurende de komende jaren bewust te werken. 2. Er is ook de zorg voor de samen gedragen verantwoordelijkheid waarbij men respect heeft voor ieders eigenheid en voor de typische verantwoordelijkheid van elke medewerker. Er is in de toekomst nog heel wat te doen om samen te groeien naar een collegiale samenwerking. 3. In de aanwerving van al deze pastorale verantwoordelijken gaat het ook om een gelijkwaardige waardering voor alle roepingen. Vooreerst zullen we een positieve zorg hebben voor het nodige aantal priesters. Verder is elk charisma kostbaar en zal een verscheidenheid van roepingen en zendingen dienen gewekt te worden in de parochies. Parochieteam, plaatselijke contactpersoon, parochieassistent(e), diaken en priester, ze zijn allen belangrijk voor de gemeenschap, en de gemeenschap is dan ook verantwoordelijk voor de groei van zulke taken en roepingen. 4. Dit document over de toerusting van onze parochies blijft bewust op het structurele vlak. Het is immers belangrijk dat we in dit hervormingswerk samen alles op dezelfde wijze duidelijk verstaan. Het is evenwel nodig dat dit alles in de toekomst ook gedragen wordt door een evangelische spiritualiteit in de pastorale samenwerking. Het is onze bedoeling ook hieraan bewust te gaan werken en de parochies in de volgende jaren op dat vlak te ondersteunen. Mogen we dan vragen van de structurele aanpassingen werk te maken zodat de diepere spirituele vernieuwing in een gezonde situatie vruchten zal kunnen dragen. 15 januari 1997 + Paul Van den Berghe Bisschop van Antwerpen