Inspectierapport KinderRijk Sportlaan (BSO) Sportlaan 31 1185 TB AMSTELVEEN Registratienummer: 531554855 Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: 14-07-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 30-07-2015 KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 1/8
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 2/8
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 14 juli 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en de beroepskracht-kind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Beschouwing Algemeen KinderRijk is een organisatie met 16 locaties voor kinderdagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar in Amsterdam en Amstelveen. Daarnaast heeft KinderRijk 13 buitenschoolse-opvanglocaties voor kinderen van 4 tot 12 jaar en 6 halve-dagopvanglocaties voor kinderen van 0 of 2 tot 4 jaar in Amstelveen. Elke vestiging van KinderRijk staat onder leiding van een locatie- of clustermanager die verantwoordelijk is voor de inzet van personeel en het opstellen en implementeren van locatiespecifiek beleid. De locatie- of clustermanager kan in voorkomende situaties een beroep doen op de aandachtsfunctionarissen binnen KinderRijk. De locatie KinderRijk Sportlaan is een buitenschoolse opvang die ten tijde van het inspectieonderzoek uit twee basisgroepen bestaat waarin maximaal 20 kinderen tussen de acht en de twaalf jaar kunnen worden opgevangen. In de praktijk blijkt dat er dagelijks maximaal ongeveer 30 kinderen worden opgevangen. De kinderen worden van meerdere scholen opgehaald waardoor zij op verschillende momenten binnenkomen bij de buitenschoolse opvang. Om deze reden eten de kinderen in verschillende shifts in één groep. In totaal zijn er vier vaste beroepskrachten werkzaam bij de buitenschoolse opvang. Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden in de zomervakantie. Klachtencoördinator en vertrouwenspersoon Er is zowel een klachtencoördinator als een vertrouwenspersoon aangesteld voor de hele organisatie. De functie van vertrouwenspersoon wordt bekleed door de bedrijfsmaatschappelijk werker. De functie van klachtencoördinator wordt door twee personen van de afdeling klantrelaties bekleed. Oudercommissie Ten tijde van het inspectieonderzoek is er geen oudercommissie ingesteld voor de buitenschoolse opvang. De locatiemanager verklaart bezig te zijn met het werven van ouders, maar dat het lastig is om ouders te vinden. Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 3/8
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Uit de observaties van het handelen van de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende uitvoering geven aan de vier pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Ten tijde van het inspectiebezoek is het zomervakantie en de sfeer op de groep is huiselijk en ontspannen. De meeste kinderen komen zelfstandig naar de buitenschoolse opvang en er is overdracht met ouders die bellen om te vragen of hun kind aanwezig is. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn door complimenten te geven Zo zegt een van de beroepskrachten tegen een kind dat het een mooi blauw T-shirt aanheeft en complimenteert een van de beroepskrachten een kind als zij een zelfgevlochten vlecht laat zien. De beroepskrachten maken grappen die passen bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Als een van de kinderen vraagt of de beroepskracht een vlecht voor haar wil maken, reageert de beroepskracht hierop door te zeggen: 'Ja hallo, dit kan je heel goed zelf!' Het kind moet hier om lachen en gaat door met vlechten. De beroepskrachten hebben individuele aandacht voor de kinderen en de omgang tussen de kinderen is positief en accepterend. Als een van de kinderen binnenkomt met een gekneusde pink, reageert de beroepskracht hierop door te vragen hoe en wanneer dit is gebeurd. Als troost mag het kind de mangopit afkluiven, een ritueel dat populair is bij de kinderen. Hierna praten de kinderen onderling verder over de gekneusde pink en vraagt een van de kinderen of er ook sorry is gezegd door degene die het gedaan heeft. Het is duidelijk te zien dat het kind met de gekneusde pink zich gehoord voelt en het fijn vindt hoe er gereageerd wordt. De buitenschoolse opvang profileert zich als een opvang voor kinderen tussen de acht en de twaalf jaar. Dit komt duidelijk naar voren in de werkwijze van de beroepskrachten. Zij geven de kinderen ruimte voor eigen keuzes en bieden activiteiten aan die passen bij hun niveau en interesse. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn er verschillende kinderen die een spookhuis aan het maken zijn in een van de ruimtes. Als zij vragen om schmink, mogen zij dit van de beroepskrachten pakken en als zij vragen of een van de deuren open mag zodat het spookhuis een uitgang heeft, doet een van de beroepskrachte een extra deur open. Ook helpen de beroepskrachten de kinderen met het bedenken van ideeën om het spookhuis donkerder te maken. De beroepskrachten maken de kinderen enthousiast doordat zij vragen of ze al in het spookhuis mogen en door te zeggen dat ze niet durven. Een ander voorbeeld waaruit blijkt dat de werkwijze van de beroepskrachten gericht is op kinderen tussen de acht en twaalf jaar, zijn de eetmomenten. De beroepskrachten maken fruit klaar en zetten drinken op de tafel, maar de kinderen bepalen zelf wanneer en óf zij hiervan willen eten of drinken. De kinderen op de buitenschoolse opvang zijn deel van een geheel en de beroepskrachten doen mee met de activiteiten die de kinderen uitvoeren. Als de toezichthouder weggaat zijn twee beroepskrachten met de jongens buiten aan het voetballen. De andere beroepskracht zit met de meiden op het 'terras' van de hockeyclub te vlechten waarbij de meiden het spel 'doen, durven of de waarheid' spelen. De beroepskracht verklaart dat zij de kinderen klaarmaken voor de periode na de basisschool en dat zij een slogan hanteren op de buitenschoolse opvang namelijk, 'als je niet kan 'wave-boarden', kun je niet van de opvang af'. Uit bovenstaande observaties blijkt dat de beroepskrachten zorgdragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen en de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen stimuleren. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Observaties KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 4/8
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef omvat het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de vaste invalkracht die in de periode van 29 juni 2015 tot en met 14 juli 2015 is ingezet op de buitenschoolse opvang. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef omvat het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de vaste invalkracht die in de periode van 29 juni 2015 tot en met 14 juli 2015 is ingezet op de buitenschoolse opvang. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang bestaat uit twee groepen (BSO oudste groep 1 en BSO oudste groep 2) waarin beide maximaal twintig kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud worden opgevangen. De kinderen zijn geplaatst in één van de basisgroepen. De kinderen worden van verschillende scholen opgehaald waardoor zij verspreid binnenkomen bij de buitenschoolse opvang. Er wordt om deze reden in verschillende shifts gegeten. De kinderen staan wel in twee basisgroepen ingepland. Het komt voor dat kinderen van de huidige locatie ook op een andere locatie van de houder, De Brink, worden opgevangen. Op vrijdag heeft de onderbouw van een van de basisscholen in de middag vrij en worden de kinderen eerst op de locatie De Brink opgevangen, waarna zij vanaf 15.00 uur op de locatie Sportlaan worden opgevangen. De kinderen staan op de plaatsingslijsten van beide locaties en ouders hebben schriftelijk toestemming gegeven voor deze dubbele plaatsing. Deze situatie is ten tijde van het inspectieonderzoek van toepassing bij één kind. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk tien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 29 juni 2015 tot en met 14 juli 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Tijdens schoolperiodes werken de beroepskrachten op maandag, dinsdag en donderdag van 14.15 of 14.45 uur tot 17.30 of 18.30 uur en op woensdag en vrijdag van 11.15 of 11.30 uur tot 17.30 of 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren niet. Tijdens vakantieperiodes hebben de beroepskrachten andere werktijden, namelijk: van 8.15 tot 17.30 uur en van 8.30 tot 18.30 uur. Afhankelijk van het dagprogramma in de vakantieperiodes kunnen de werktijden van de beroepskrachten per dag verschillen. De beroepskrachten pauzeren tijdens zowel school- als vakantieperiodes niet. Op deze manier wordt er niet langer dan drie uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende d.d. 16 juli 2015 - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 15 juli 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 15 juli 2015 en 16 juli 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten van de periode 29 juni 2015 tot en met 14 juli 2015, ingezien op de locatie - Presentielijsten van de periode 29 juni 2015 tot en met 14 juli 2015, ingezien op de locatie - Pedagogisch werkwijze 8 januari 2014, via de website geraadpleegd op 15 juli 2015 - Toestemmingsformulier plaatsing op twee vestigingen, ontvangen op 14 juli 2015 KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 5/8
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 6/8
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KinderRijk Sportlaan Vestigingsnummer : 000000000000 Website : http://www.kinderrijk.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : KinderRijk Buitenschoolse Opvang B.V. Adres houder : Postbus 2027 Postcde en plaats : 1180 EA Amstelveen KvK nummer : 34321115 Website : www.kinderrijk.nl Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : 020 555 55 75 Onderzoek uitgevoerd door : Mw. W. van Gurp, MSc. Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amstelveen Postadres : Laan Nieuwer-Amstel 1 Postcode en plaats : 1182 JR AMSTELVEEN Planning Datum inspectiebezoek : 14-07-2015 Opstellen concept inspectierapport : 17-07-2015 Zienswijze houder : 30-07-2015 Vaststellen inspectierapport : 30-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : 05-08-2015 Verzenden inspectierapport naar gemeente : 05-08-2015 Openbaar maken inspectierapport : KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 7/8
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. KinderRijk Sportlaan - Jaarlijks onderzoek 14-07-2015 8/8