Inspectierapport. Het Middenhonk B.V. (BSO) Onderlangs 36M 1097 ZK AMSTERDAM Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport Het Middenhonk B.V. (BSO) Onderlangs 36M 1097 ZK AMSTERDAM Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Oost Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 17 juni 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, te weten de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, personeel en groepen. Beschouwing Organisatie Het Kinderhonk heeft zes locaties verspreid over Amsterdam. De locaties zijn verdeeld over de stadsdelen Oost (vier vestigingen), Zuid (één vestiging) en West (één vestiging). Deze locaties vallen onder verschillende besloten vennootschappen. De inspectie heeft plaatsgevonden bij de buitenschoolse opvang Het Kinderdorp (Onderlangs); deze locatie valt onder Het Middenhonk B.V. De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in haar kindercentrum en onderhoudt de contacten met de ouders en de beroepskrachten. Ten tijde van het inspectiebezoek is de beleidsmedewerker die onder andere fungeerde als aandachtsfunctionaris kindermishandeling en vertrouwenspersoon niet meer voor de organisatie werkzaam. Het is nog niet bekend wie deze functie nu zal gaan bekleden. Locatie De locatie biedt dagelijks opvang aan maximaal veertig kinderen en is gevestigd tegenover een grote speelweide met speeltuin. De binnenruimte van de buitenschoolse opvang bestaat onder andere uit drie groepsruimtes en een bioscoop. Ook is er een keuken waar de kinderen kookles krijgen. De buitenschoolse opvang kenmerkt zich, doordat deze dagelijks geopend is tot uur en er een avondmaaltijd aan de kinderen wordt aangeboden. De locatiemanager heeft de leiding over drie buitenschoolse-opvanglocaties van het Kinderhonk en is daarom bij Het Kinderdorp maximaal twee dagen aanwezig. Klachtencoördinator Er is een klachtencoördinator voor zowel het personeel als de ouders aangesteld; deze registreert en coördineert de klachten en de afhandeling daarvan. Medewerkers die klachten hebben, kunnen zich wenden tot de klachtencoördinator of ze kunnen hun klacht neerleggen bij hun locatiemanager. Oudercommissie Op 20 juni 2014 heeft een gesprek plaatsgevonden met een lid van de oudercommissie. Deze is zeer tevreden over de kwaliteit van de buitenschoolse opvang. Er is bijvoorbeeld sprake van een vast team dat bestaat uit voldoende gekwalificeerd personeel. Zij letten erg goed op de kinderen en bieden dagelijks activiteiten aan. Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De pedagogische praktijk is geobserveerd tijdens het ophalen van een aantal kinderen door één beroepskracht, het vrij spelen van één groep en tijdens de kookles die door één beroepskracht werd gegeven. Pedagogische praktijk Er wordt voldoende zorg gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de wijze waarop de beroepskrachten communiceren met de kinderen. Zo begroet de beroepskracht alle kinderen als zij bij de afgesproken plek op het schoolplein aankomen. Zij noemt ze bij de naam en vraagt hoe hun dag is geweest. Ook op weg naar de locatie praat de beroepskracht met de kinderen die in de bakfiets zitten. Zij vraagt bijvoorbeeld welke activiteit de kinderen willen doen en lacht om de grapjes die de kinderen maken. De emotionele veiligheid van de kinderen wordt ook gewaarborgd doordat de beroepskrachten aandacht hebben voor de individuele behoeften van de kinderen. Zo wordt aan een kind dat er verhit uitziet gevraagd of het kind het misschien niet te warm heeft. Een kind dat is gevallen wordt getroost en een beroepskracht helpt bijvoorbeeld een kind waarbij het niet lukt om een kleurplaat uit een map te pakken. De ontwikkeling van de persoonlijke competentie van de kinderen wordt gestimuleerd, doordat zij hun eigen mogelijkheden kunnen benutten. De oudere kinderen mogen bijvoorbeeld op hun eigen fiets van de school naar de locatie fietsen. Ook wordt er kookles gegeven waarbij de kinderen zelf een hamburger kneden en bakken. Tijdens het fietsen en koken geven de beroepskrachten regelmatig aanwijzingen en de kinderen krijgen complimenten als zij het goed doen. De kinderen krijgen de mogelijkheid tot ontwikkeling van de sociale competentie, doordat samenspel tussen kinderen door de beroepskrachten wordt gestimuleerd. Zo legt een beroepskracht spelletjes uit aan groepjes kinderen en zegt zij vervolgens dat de kinderen het nu samen kunnen spelen. Hierbij probeert de beroepskracht conflicten te voorkomen door de bepalen wie er mag beginnen het spel. De ontwikkeling van de sociale competentie wordt ook gestimuleerd, doordat kinderen leren om rekening te houden met elkaars wensen. Zo kunnen de kinderen kiezen tussen vrij spelen, kookles of muziekles, maar als deze activiteit al door andere kinderen is gekozen moeten zij iets anders kiezen. De beroepskrachten dragen normen en waarden over, doordat er regels zijn die worden benoemd en uitgelegd. De beroepskracht vertelt bijvoorbeeld dat de kinderen niet hun handen uit de bakfiets mogen steken, omdat zij dan mogelijk iets raken en hun handen verwonden. Tegen de kinderen die zelf fietsen zegt de beroepskracht dat zij hun handen moeten uitsteken als zij afslaan. De beroepskracht geeft hierin consequent het goede voorbeeld. Wanneer een kind hoest geeft een beroepskracht aan dat het de hand voor de mond moet houden. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

5 Personeel en groepen In een week zijn er verschillende basisgroepen. Op maandag is er één basisgroep met maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar en één basisgroep met maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar. Op dinsdag en donderdag zijn er drie basisgroepen, namelijk één groep met maximaal 17 kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar, één groep met maximaal 19 kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar, één groep met maximaal 4 kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar. Op woensdag en vrijdag is er één basisgroep die bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten in dienst. Bij ziekte, vakantie of verlof valt de locatiemanager in. Als deze niet beschikbaar is worden vaste beroepskrachten die als invalkracht werkzaam zijn bij Het Kinderhonk of beroepskrachten van een uitzendbureau ingezet. De beroepskrachten werken op woensdag (op schooldagen) van tot uur en op de overige dagen van tot uur. Op schoolvrije dagen werken zij van 8.15 tot uur, van 8.45 tot uur, van 9.00 tot uur en van 9.30 tot uur. Zij pauzeren dan elk een uur tussen en uur. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder al het personeel dat in dienst is. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. Deze steekproef is gehouden onder al het personeel dat in dienst is. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op maandag in iedere groep maximaal twintig kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op dinsdag en donderdag worden er in groep 1 maximaal zeventien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten, in groep 2 maximaal negentien kinderen door twee beroepskrachten en in groep 3 maximaal vier kinderen door één beroepskracht. Op woensdag en vrijdag worden in de groep maximaal twintig kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op schooldagen wordt er niet afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gedurende schoolvrije dagen worden er ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Dit betreft de tijd voor 9.00 uur, na uur en tussen en uur. Er wordt dan minstens de helft van het voor de beroepskracht-kind-ratio vereiste aantal beroepskrachten, ingezet. Op schoolvrije dagen kan het voorkomen dat een beroepskracht conform de beroepskracht-kind-ratio alleen aanwezig is in het kindercentrum. De locatiemanager en de locatiemanager van het nabijgelegen kinderdagverbijf Zuivelplein zijn dan de achterwacht in geval van een calamiteit. De beroepskrachten zijn hiervan op de hoogte. Opvang in groepen Elk kind behoort tot één basisgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze basisgroepen. Het komt niet voor dat er meer dan twintig kinderen van 4 tot 13 jaar of meer dan dertig kinderen vanaf 8 jaar in één groep worden opgevangen. Het komt ook niet voor dat een kind in een andere basisgroep wordt opgevangen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Presentielijsten (mei en juni 2014) - Werkroosters personeel (mei en juni 2014) Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

6 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

7 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het Middenhonk B.V. Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 40 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Het Middenhonk BV Adres houder : Herengracht 576 Postcde en plaats : 1017 CJ AMSTERDAM KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. G.M. van Duijvenbode MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Stadsdeel Oost Postadres : Postbus Postcode en plaats : 1090 GV AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8

8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek /8