Beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure Burgemeester en wethouders hebben op 22 november 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Van den Hoogenbouw b.v. voor het project: het oprichten van 4 halfvrijstaande woningen. De aanvraag gaat over De Doorgang 5,7, 22 en 24 te Mill (gemeente Mill en Sint Hubert, sectie F, nummer 4205 en 4421). De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z-HZ_WABO-2011-0614. Het project bestaat uit de volgende activiteiten als bedoeld in de Wabo: Bouwen; Planologisch gebruik. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voor de activiteit Bouwen aan artikel 2.10 en voor de activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening aan artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voorts is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning (Wabo) te verlenen voor het aangevraagde project. De omgevingsvergunning voor het project wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. activiteit Bouwen; 2. activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening. Tevens verbinden wij aan deze vergunning voorschriften. Dit zijn de voorwaarden waar u aan moet voldoen bij de uitvoering van uw project. Deze staan elders in dit besluit vermeld. Overwegingen De onderliggende overwegingen vindt u per onderdeel verder op in dit besluit. Documenten De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd: aanvraagformulier met bijbehorende tekeningen en bijlagen; ruimtelijke onderbouwing.
Ter inzage legging Vanaf 20 april 2012 tot en met 31 mei 2012 heeft een ontwerp van deze beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is wel gebruik gemaakt. Op 30 mei 2012 is, ingeboekt onder nummer 2012/2134 en gedateerd 28 mei 2012, een zienswijze ingekomen van de Familie Van der Ven, wonende aan de Kampweg 21 te Mill. De zienswijze is op 30 mei 2012 binnengekomen. Deze zienswijze is binnen de hiervoor gestelde termijn ingediend. De zienswijze is derhalve ontvankelijk. Daarnaast is van de provincie en het waterschap de reactie ontvangen dat zij geen opmerkingen hebben. Samengevat betreft het de volgende zienswijze(n); - Indiener geeft aan dat hij voor de 3 e keer geconfronteerd wordt met een verhoging van het aantal woningen binnen het bestemmingsplan doordat in plaats van twee vrijstaande woningen het plan nu voorziet in vier halfvrijstaande woningen; - Er zijn bij brief d.d. 24 november 2011 door de heer Van der Ven diverse opmerkingen gemaakt inzake diverse afwijkingen van het bestemmingsplan; - Het onderhavige bouwplan wijkt op diverse punten af van de regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan; - De heer Van der Ven spreekt de zorg uit over de twee nog te realiseren vrijstaande woningen. Hij is bang dat deze ook worden omgezet naar halfvrijstaande woningen waardoor voor de 4 e maal een verhoging van het aantal woningen plaatsvindt; - De heer Van der Ven spreekt zijn zorgen uit over de bouwcontrole op het gehele plan, omdat nu bij de in aanbouw zijnde huurwoningen al de nodige afwijkingen worden geconstateerd. Over deze zienswijzen merken wij het volgende op: - Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Binnengebied Genieweg- Parkietstraat Mill op 29 april 2010, is de woningmarkt en daarmee de woningbehoefte sterk veranderd. Door de economische verandering is er voor vrijstaande woningen in het plan bijna geen belangstelling, terwijl voor halfvrijstaande woningen het tegendeel een feit is. Gelet op de onverkoopbaarheid van de vrijstaande woningen en de courantheid van de halfvrijstaande woningen is besloten om de in het bestemmingsplan Binnengebied Genieweg-Parkietstraat Mill opgenomen vrijstaande woningen aan de Doorgang 5 en 22 om te zetten naar vier halfvrijstaande woningen. - De brief van 24 november 2011 van de heer Van der Ven is beantwoord door ons bij brief van 14 december 2011. Deze zaken hebben geen betrekking op de onderhavige omgevingsvergunning; - Het bouwplan wijkt volgens de heer Van der Ven af van de regels van het vastgestelde bestemmingsplan op de volgende punten. o Afwijkende hoogtes: De nu aangevraagde hoogtes vallen binnen de 10% afwijkingsbevoegdheid die het huidige bestemmingsplan in de regels biedt en die ook op de oorspronkelijke vrijstaande woningen van toepassing is. Beoordeeld is dat de aangevraagde hoogte stedebouwkundig aanvaardbaar is. o Kaprichting haaks op de weg ipv evenwijdig met de weg, zoals opgenomen in het plan.
o De gewenste kapvorm staat weergegeven op het stedenbouwkundig plan dat onderdeel uitmaakt van het beeldkwaliteitsplan. Deze gaat uit van een kapvorm evenwijdig aan de weg. Het plan voorziet in een kapvorm haaks op de weg. Het beeldkwaliteitsplan is opgenomen in het bestemmingsplan. Daarin wordt gesproken over een kapvorm evenwijdig aan de weg. Het beeldkwaliteitsplan is niet vastgesteld door de raad als toetsingskader voor de welstandszorg en maakt derhalve geen onderdeel uit van de welstandsnota. De welstandscommissie heeft het plan goedgekeurd. Het plan voldoet hiermee aan de redelijke eisen van welstand. De bouwblokken van de halfvrijstaande woningen zijn op het stuk grond van 770 m2 midden op het perceel gesitueerd i.p.v. het huidige bouwblok voor een vrijstaande woning dat overwegend rechts is gesitueerd, gezien van uit De Doorgang. Het betreft een nieuw plan dat niet identiek hoeft te zijn aan het vastgestelde bestemmingsplan. De situering zoals die nu voorligt, is vanuit stedenbouwkundig en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. Overigens is bij de situering van de halfvrijstaande woningen aangesloten op het bouwblok, zoals dat is toegekend in het reeds vastgestelde bestemmingsplan. - De heer Van der Ven spreekt de zorg uit over de twee nog te realiseren vrijstaande woningen. Hij is bang dat deze ook worden omgezet naar halfvrijstaande woningen waardoor voor de 4 e maal een verhoging van het aantal woningen plaatsvindt; Dit maakt geen onderdeel uit van deze aanvraag. Indien hiervoor een verzoek zal worden ingediend dan zal dit op zijn eigen merites worden beoordeeld. - De heer Van der Ven spreekt zijn zorgen uit over de bouwcontrole op het gehele plan, omdat nu bij de in aanbouw zijnde huurwoningen al de nodige afwijkingen worden geconstateerd. De huurwoningen maken geen onderdeel uit van deze aanvraag. Conclusie Op 26 juni 2012 hebben wij besloten dat de zienswijze geen aanleiding vormt tot aanpassing van de ruimtelijke onderbouwing. De gevraagde omgevingsvergunning kan worden verleend. Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: 1. Activiteit Bouwen: Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: het bouwplan naar het oordeel van de adviescommissie welstand voldoet aan redelijke eisen van welstand en waaraan burgemeester en wethouders zich conformeren; het bouwplan voldoet aan de Bouwverordening; het bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit. 2. Activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat:
Wettelijke voorschriften Bestemmingsplan Binnengebied Genieweg-Parkietstraat Het perceel aan De Doorgang 5, 7, 22 en 24 te Mill valt onder de werkingssfeer van het bestemmingsplan Binnengebied Genieweg-Parkietstraat. Het perceel heeft de bestemming Wonen. Het plan is hiermee in strijd, omdat er in plaats van twee vrijstaande woningen vier halfvrijstaande woningen worden gerealiseerd. Tevens wordt met 10 % afgeweken van de voorgeschreven goot- en nokhoogte. Om mee te kunnen werken aan het bouwplan zal vergunning moeten worden verleend ex artikel 2.12, lid 1 onder a, sub 3 Wabo. Op grond van artikel 2.12, lid 1 onder a, sub 3 Wabo kunnen wij medewerking verlenen aan dit bouwplan, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Gelet op de bijgaande ruimtelijke onderbouwing zijn wij van oordeel dat dit plan hieraan voldoet. Verklaring van geen bedenkingen Bij het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij de activiteit afwijken van het bestemmingsplan is betrokken en welke alleen verleend kan worden op grond van artikel 2.12, lid 1 onder a, sub 3 Wabo, dient voorafgaand aan de vergunningverlening de gemeenteraad in beginsel een verklaring van geen bedenkingen te verstrekken (artikel 2.27 van de Wabo, juncto artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Hiervan kan worden afgezien indien het gaat om een door de gemeenteraad aangewezen categorie van gevallen. De gemeenteraad heeft in de vergadering van 17 februari 2011 bepaald dat voor het gehele werkingsbereik van vorenstaand artikel geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Gelet hierop is voor het onderhavige bouwplan geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad vereist. Overleg In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advisering aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Ministerie van Defensie provincie Noord-Brabant Waterschap Aa en Maas De ontwerp-omgevingsvergunning heeft niet geleid tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Anterieure overeenkomst Op grond van de Wet ruimtelijke ordening dient bij nieuwe ontwikkelingen tegelijk met de omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 3 Wabo van het bestemmingsplan wordt afgeweken een exploitatieplan te worden vastgesteld, tenzij de kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd zijn. De grond is in eigendom van initiatiefnemer en de gemeente heeft met initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. Zodoende is het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd. Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Het (ver)bouwen van een bouwwerk. Verwezen wordt naar de bijlage met voorschriften activiteit Bouwen.
Leges Bouwkosten:. 659.925,73 Leges Bouwactiviteiten. 20.304,09 Leges binnenplanse afwijking art.2.12 1 e lid sub a onder 3 4.000,00 Leges advies Welstandszorg. 720,00 +/+ TOTAAL. 21.024,09 Beroepclausule De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a van de Awb ter inzage is gelegd. Het beroep schorst niet de werking van het besluit. Tegelijkertijd met of na het indienen van een beroepschrift kan aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank, Postbus 90125, 5200 MA s-hertogenbosch worden gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Nadere informatie Voor eventuele vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met mevrouw K. Jilesen van de afdeling Samenleving en Ontwikkeling, telefoonnummer 0485 460374. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, namens dezen, hoofd afdeling Samenleving en Ontwikkeling, R.L. Bussenius. Mill, Verzenddatum: