- 1 - Esther. 6 Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt.

Vergelijkbare documenten
Welke vraag stelde de koning aan Haman en welke gedachte had Haman bij deze vraag?

Op welke wijze kwam Esther te weten wat haar volk binnenkort te wachten stond?

- 1 - Esther. Voorts staat nog de bemoediging in vers 7 dat wij al maar dan ook al onze bekommernissen op Hem mogen werpen, omdat Hij voor ons zorgt!

Hoe groot was het rijk van koning Ahasveros?

ESTHER. Koningin Vasthi door Ahasveros verstoten

Liturgie voor de avonddienst van 8 februari 2015

God is erbij! Liturgie van de themazondagdienst kerk en school op zondag 28 januari 2018 in de Oude Kerk.

Voorganger: ds. L. Lammers Muziek: Ro Romijn (orgel) en muziekgroep. Kerk-School-Gezin 2017

Bijbelstudie Esther

Esther en Mordechai. Verschillende waarden en normen binnen de samenlevingsvorm(en) in de maatschappij waarin jij geboren bent.

Welkom in Het Centrum. Zondag 17 februari, 18:30 uur. Voorganger: ds. Bertine van de Weg Ouderling van dienst: Ria den Boer Organist: Ineke ten Brug

Bijbelstudies Gezinskampen Dit boekje is van:

Bijbelstudies Gezinskampen Dit boekje is van:

Vrouwen in de Bijbel. Ester

Vg : Laten wij de Heer om ontferming aan roepen om de nood van deze wereld en zijn naam prijzen want zijn barmhartigheid kent geen einde.

Bijbelstudie Esther. Samen Bijbellezen Esther 1: Verwerking Trek een lijn langs het groene gedeelte.

De grote maaltijd van God. Openbaring 19: Sietse J.A. Schaafsma

Ester. Ester wordt koningin. Bijbel in Gewone Taal

HET VERHAAL VAN POERIEM. Hoofdstuk 1

Portretten van onze Heer Jezus Christus

DE KNAPPE KONINGIN ESTHER

In gesprek over: ESTER

Een kind steekt de kaarsen aan, terwijl wij zingen. Openingslied: Psalm 100: 1, 2 - Juich Gode toe, bazuin en zing

DE KNAPPE KONINGIN ESTER

Bijbel voor Kinderen presenteert DE KNAPPE KONINGIN ESTER

In gesprek over: ESTER

4 Oktober. Esther 5:1-14. Esther 6:1-14

Ester. & koning Ahasveros

Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit?

Zondag 10 februari Voorganger: Ds. B. Breunesse Organist: Mans Kuipers

Wat zag David op een avond?

Poerim. Esther 3:7 Purim, the great Masquerade!

Liturgie scholenzondag 29 januari Wat is Gods plan?

Hoe reageerde de mensen in Israël op de overwinning op de Filistijnen?

Advent 2017 God komt naar ons toe

ORDE VAN DIENST zondag 24 februari 2019 in de Dorpskerk te Schoonebeek THEMA: WAT KUN JE DOEN?

wegen beschikt, Hem hebt gij niet verheerlijkt. Jozef, deel 1 Zijn naam betekent: (Jahwé) voege er bij.

Naam: En jij..? Esther durft! Kinderdienst 3 februari 2019 CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK NIEUWE PEKELA

Daniël in de leeuwenkuil. 1 juni 2014

Wie had een wijngaard naast het paleis van koning Achab?

Gebedsdienst dinsdag 27 oktober 1987 Thema: Maria, zij die voor ons ten beste spreekt. Woord ter inleiding

APOCRIEFEN ESTHER (Grieks) van de KING JAMES Bijbel 1611 ESTHER

Welke les wilde God aan Jozef leren?

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

Wat vroeg Balak nogmaals aan Bileam?

Hoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat?

Op welke wijze kreeg Mozes een les in geloof dat hij door God is aangewezen Gods volk te leiden?

Wat was de koning van Syrië van plan? tegen Israël en pleegde overleg met zijn dienaren en zei: Mijn legerkamp moet op die en die plaats zijn.

Thema: Johannes 3:16 gedecodeerd

Bijbel voor Kinderen. presenteert DANIËL DE GEVANGENE

Bemoedigen met - woorden - daden - je leven

Liturgie voor de ochtenddienst op zondag 17 februari 2019, in de Hervormde gemeente te Den Ham, aanvang uur.

11 februari uur R Kelder orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Biny Blijdorp

Orde van dienst op zondag 10 februari 2019 in De Kern te Spijkenisse. We lezen Esther uit.

Welke opdracht kreeg Mozes van God?

Zondag 17 februari Voorganger: Ds. W. Hordijk van der Zwaag Organist: Erik Nijzink

Protestantse Gemeente Nunspeet (Driestwegkerk) 18 april uur

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

Welke geruchten waren meer en meer te horen over David en Batseba?

Juist met het oog op een tijd als deze... Esther 4:14, Johannes 17:1-10 en Efeziërs 2:10

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten

Zingen: Op Toonhoogte 343. Zingen: Op Toonhoogte 94. Zingen: Op Toonhoogte 234. Zingen: Op Toonhoogte 112. Zingen: Op Toonhoogte 236

ongelijk span (2 Kor. 6:11-7:1 HSV)

Orde van dienst voor de Vesperviering Van zondag 27 januari 2019 In de Maartenskerk te Kollum Aanvang: uur

Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Protestants Kralingen. Vergeving. Zondag 14 september 2014, Hoflaankerk

Wat zei Elia tegen koning Achab en wat ging Elia vervolgens doen?

Aanbidding het eind en het begin

- Lied voor de dienst, uit het Nieuwe Liedboek, 578: 1,4,5,6 O kostbaar kruis

Wat overkwam koning Hizkia en welk antwoord moest de profeet Jesaja brengen?

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Wat was de reden dat Gods volk in de woestijn zaten te mopperen?

Aan wie wilde David zijn goedheid tonen?

LES 9 DE BELOFTEWEG WIJKT AF DOOR EGYPTE. Genesis 37-50

Bijbelstudie Door het geloof I

Welke opdracht kreeg Ezra van de koning van Perzië, Arthahsasta?

Wat we al weten. De Droom van Jakob

Liturgie zondag 3 februari 2019

WANDELINGEN BLOK 2 GESPREK 1-3

Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen?

Bijbel voor Kinderen presenteert DE GROTE MUUR VAN NEHEMIA

Welk persoon uit het geslacht van Elimelech komt in beeld?

Paasviering. Sing-in 2017

Waarom is het belangrijk om bij elke Bijbelstudie te bidden?

Welke 4 beloften had God aan Israël gegeven?

Hoe werd de verzorging van koning David in de laatste jaren van zijn leven ingevuld?

Liturgie Kom-in-de-kerk-dienst/ aangepaste dienst Emmen, 7 oktober 2018 thema: hoe een jonge vrouw een heel volk redt (Israëlzondag)

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

Filippenzen 3: 20 NBG 20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, Efeziërs

De zevende maand, de maand Tisri was een feestmaand. Dient de Heere met blijdschap

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Dienst op zondag 24 februari 2019 in de Doopsgezinde kerk in Almelo. Ester Oog om oog?

Lucas 23: Gods is, de uitverkorene! 36 Ook de soldaten kwamen naderbij om Hem te bespotten en brachten Hem zure wijn,

Wie kreeg van God de opdracht om te pleiten voor de profeet Jeremia?

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

14 oktober R Kelder orgel: Harry Kroeske schriftlezing: Nora Rodenhuis. GK ps99:1, 2, 3, 4. Tien Woorden. GK ps99:6, 8

Transcriptie:

- 1 - Esther Ieder jaar wordt in Israël uitbundig het Purimfeest gevierd. Dan is het de bedoeling dat in de synagogen en in de huizen het boek Esther in zijn geheel gelezen wordt. Ook wij zullen veel lezen tijdens deze bijbelstudie uit het boek Esther om de grote daden en beschikkingen van de machtige God van Israël, die ook onze God en Vader is, te kunnen volgen. Purim komt van het woordje "Pur" en dat betekent: lot. Er staat namelijk in Esther 9:24/26 het volgende: 24 Haman, de zoon van Hammedatha, de Agagiet, de tegenstander van alle Joden, had immers tegen de Joden het plan bedacht hen om te brengen, en hij had het pur, dat is het lot, geworpen om hen in verwarring te brengen en hen om te brengen. 25 Maar toen zij, Esther, voor de koning was gekomen, beval hij door middel van die brieven dat het boze plan van Haman dat hij tegen de Joden bedacht had, op zijn eigen hoofd zou neerkomen, en men heeft hem en zijn zonen aan de galg gehangen. 26 Daarom noemt men die dagen Purim, vanwege de naam van het pur. Purim is de meervoudsvorm van het woordje Pur, en dat betekent: lot. De volgende waarheid komt in het boek Esther tot uiting. Het staat in 1 Petrus 5:5/7: 5b Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 6 Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. 7 Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. God wederstaat een ieder, die zichzelf verhoogt en Hij geeft altijd aan de nederigen genade. Ook zegt vers 6 dat er een krachtige hand Gods is over ons leven en dat wij ons onder Die hand zullen vernederen. Voorts staat nog de bemoediging in vers 7 dat wij al maar dan ook al onze zorgen op Hem mogen werpen, omdat Hij voor ons zorgt! De auteur van het boek Esther is onbekend, maar deze heeft ongetwijfeld gebruik gemaakt van het geschrift van Mordechaï zoals in 9:20 staat: Mordechaï beschreef deze gebeurtenissen. God sprak tot de satan in Gen. 3:15: En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht. Dat zal u de kop vermorzelen en u zult Het de hiel vermorzelen. Terecht staat in de Herziene Staten Vertaling het Nageslacht (van de vrouw) met een hoofdletter, want haar Nageslacht heeft betrekking op de Heere Jezus, Die de kop van de slang vermorzeld heeft. We zagen al direct na de zondeval, dat de satan het gemunt had op het nageslacht van de vrouw, toen Kaïn Abel, de beminde van God, dood sloeg. Satan probeerde daarmee het plan van God te verstoren.

- 2 - Ook hier in het boek Esther zien wij, hoe een handlanger van satan, de Jodenhater Haman, probeert het volk Israël uit te roeien, maar dat is hem niet gelukt. God ziet de dingen van te voren aankomen en dat kwam al tot uiting in de verstoting van koningin Vasthi en de kroning van het Joodse meisje Esther tot haar opvolgster als koningin. Ook hier: God keert Zich tegen de hoogmoedigen maar de nederigen geeft Hij genade. Tijdens een feestelijk samenzijn van de koning met zijn hoogwaardigheid bekleders weigert koningin Vasthi aan een tot haar gericht bevel te voldoen. Dit feit leidde tot haar verstoting. Dat lezen we in Esther 1:10 en verder: 10 Op de zevende dag, toen het hart van de koning vrolijk was door de wijn, zei hij tegen Mehuman, Biztha, Charbona, Bigtha en Abagtha, Zethar en Charchas, de zeven hovelingen die dienden in de tegenwoordigheid van koning Ahasveros. 11 Dat zij koningin Vasthi bij de koning moesten brengen, met de koninklijke diadeem getooid, om aan de volken en de vorsten haar schoonheid te tonen. Zij was namelijk knap om te zien. 12 Maar koningin Vasthi weigerde te komen op het woord van de koning, dat was overgebracht door middel van de hovelingen. Toen werd de koning verschrikkelijk kwaad en hij ontstak in woede. Ook in deze gebeurtenis is de Heere al bezig om Zijn raad te volbrengen, namelijk om Esther tot koningin te kronen. We lezen in Esther 2:17: 17 En de koning had Esther meer lief dan alle andere vrouwen en zij verwierf bij hem meer genade en gunst dan alle andere meisjes en hij zette de koninklijke diadeem op haar hoofd en maakte haar koningin in de plaats van Vasthi. Daarna gebeurt er iets en dit is ook onder Gods voorzienigheid dat beschreven staat in Esther 2:21/23 als volgt: 21 In die dagen, toen Mordechai in de poort van de koning zat, waren Bigthan en Teres, twee hovelingen van de koning, uit de kring van de deurwachters, erg kwaad en zij wilden de hand aan koning Ahasveros slaan. 22 En deze zaak werd bekend bij Mordechai en hij vertelde dit aan Esther, de koningin, en Esther zei het tegen de koning namens Mordechai. 23 Toen de zaak onderzocht werd, en juist bevonden, werden zij beiden aan een galg gehangen. En in de tegenwoordigheid van de koning werd dit in de kronieken opgetekend. En dan lezen we verder in Esther 3:1 1 Na deze gebeurtenissen maakte koning Ahasveros Haman, de zoon van Hammedatha, de Agagiet, groot en hij verhoogde hem. En hij plaatste zijn zetel boven al de vorsten die bij hem waren. 2 En alle dienaren van de koning die in de poort van de koning waren, knielden en bogen zich voor Haman neer, want zo had de koning dat bevolen ten aanzien van hem. Mordechai echter knielde niet en boog zich niet neer.

- 3-3 De dienaren van de koning die in de poort van de koning waren, zeiden tegen Mordechai: Waarom overtreedt u het gebod van de koning? Het antwoord van Mordechaï wordt hier niet genoemd maar wel staat er in het einde van vers 4 dat hij hen te kennen had gegeven dat hij een Jood was. En een ware Jood knielt niet voor mensen maar alleen voor Jahwé, zoals ook de vrienden van Daniël destijds weigerden te knielen voor het beeld van Nebukadnezar. 4 Het gebeurde nu, toen zij dit van dag tot dag tegen hem zeiden en hij niet naar hen luisterde, dat zij het aan Haman vertelden om te zien of de woorden van Mordechai stand zouden houden, want hij had hun verteld dat hij een Jood was. 5 Toen Haman zag dat Mordechai niet knielde en zich niet voor hem neerboog, werd Haman met woede vervuld. 6a Maar het was in zijn ogen verachtelijk om alleen aan Mordechai de hand te slaan, want zij hadden hem verteld tot welk volk Mordechai behoorde. 6b En Haman zocht een manier om alle Joden, die in heel het koninkrijk van Ahasveros waren, het volk van Mordechai, weg te vagen. Hier zien wij duidelijk dat achter dit boze plan van Haman de satan stond die het hele volk Israël wilde verdelgen. Want God had immers tegen hem gezegd dat het Zaad der vrouw hem de kop zou vermorzelen. Dit probeerde hij te verhinderen door het volk Israël uit te roeien. 7 In de eerste maand, dat is de maand Nisan, in het twaalfde jaar van koning Ahasveros, wierp men het pur, dat is het lot, in de tegenwoordigheid van Haman, van dag tot dag en van maand tot maand, tot de twaalfde maand, dat is de maand Adar. Haman legde zijn plan voor aan de koning en dat boze plan van Haman werd door de koning goedgekeurd en dat plan lezen we in vers 13: 13 De brieven werden door ijlboden verzonden naar alle gewesten van de koning, met het bevel alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, met de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag, de dertiende van de twaalfde maand, dat is de maand Adar, en hun bezit te plunderen. Het lot bepaalde, op welke dag de Joden zouden worden omgebracht. Interessant detail is, dat het lot de dertiende van de maand aanwijst als de dag voor de uitroeiing van het Joodse volk. Dit is één van de redenen, waarom sindsdien de dertiende van een maand op een bijgelovige manier wordt bekeken. Toen Mordechaï van het boze plan van Haman hoorde, hulde hij zich in zak en as en richtte zich uiteindelijk tot Esther met de volgende heldere boodschap (4:13b en verder): 13b Mordechai zei dat ze Esther moesten antwoorden: Beeld je niet in dat jij als enige van alle Joden zult ontkomen, omdat je in het huis van de koning bent. 14 Want als je je in deze tijd in diep stilzwijgen hult, dan zal er vanuit een andere plaats verlichting en verlossing voor de Joden komen, maar jij en het huis van je vader zullen omkomen. En wie weet of jij niet juist voor een tijd als deze tot

- 4 - deze koninklijke waardigheid gekomen bent. 15 Toen zei Esther, dat men Mordekai moest antwoorden: 16a Ga, verzamel alle Joden die zich in Susan bevinden, en vast voor mij: eet niet en drink niet, drie dagen lang, nacht en dag. 16b Ook ikzelf zal zo vasten, samen met mijn dienaressen, en dan zal ik naar de koning gaan, wat niet overeenkomstig de wet is. Als ik dan omkom, dan kom ik om. En zo gebeurde het. Na drie dagen en nachten van vasten met gebed gaat de koningin ongevraagd naar de koning toe, die haar de gouden scepter reikt. Wanneer de koning vraagt wat haar wensen zijn, nodigt Esther de koning en Haman uit voor de maaltijd. De koning zal begrepen hebben, dat er iets zeer ernstig aan de hand is, anders zou Esther haar leven niet in de waag gesteld hebben. Als de koning na de maaltijd Esther opnieuw vraagt wat haar verzoek is, voert Esther de grote interesse voor deze zaak bij de koning nog verder op, door hem en Haman opnieuw voor de maaltijd uit te nodigen, maar ze zegt er dan wel bij, dat ze dan haar wens te kennen zal geven. Vervolgens lezen we in 4:9 en verder: 9 Haman vertrok die dag, blij en welgemoed. Maar toen Haman Mordechai bij de poort van de koning zag dat hij niet opstond en niet voor hem beefde, werd Haman vervuld van woede over Mordechai. 10 Maar Haman bedwong zich, en toen hij in zijn huis aankwam, stuurde hij er een bode op uit om zijn vrienden en Zeres, zijn vrouw, te laten komen. 11 Haman vertelde hun over de luister van zijn rijkdom, zijn vele zonen en over alles waarmee de koning hem had grootgemaakt en waarmee hij hem had verheven boven de vorsten en dienaren van de koning. 12 Verder zei Haman: Ook heeft koningin Esther niemand met de koning naar de maaltijd laten komen die zij heeft aangericht, dan mij. En ook morgen ben ik bij haar uitgenodigd samen met de koning. 13 Maar dit alles geeft mij geen voldoening zolang ik de Jood Mordechai zie zitten in de poort van de koning. 14 Toen zei Zeres, zijn vrouw, tegen hem, samen met al zijn vrienden: Laat men een galg maken, vijftig el hoog, en zeg morgen tegen de koning dat men Mordechai daaraan moet hangen. Een galg van vijftig el hoog is circa 23 meter hoog. Ga dus blij met de koning naar de maaltijd. Deze raad was goed in de ogen van Haman en hij liet de galg maken. De Almachtige en wijze God, die deze gebeurtenissen toelaat en onder controle heeft, beschikte toen, dat de koning niet in slaap kon komen. Waarschijnlijk hield hem de zaak omtrent het gedrag van koningin Esther hem teveel bezig. We lezen in hoofdstuk 5:1 en verder:

- 5-1 In die nacht was de slaap van de koning geweken. Hij zei dat men het gedenkboek, de kronieken, moest brengen, en die werden in de tegenwoordigheid van de koning gelezen. 2 Men vond daarin beschreven dat Mordechai over Bigthana en Teres, twee hovelingen van de koning, uit de kring van de deurwachters, verteld had dat ze de hand aan koning Ahasveros wilden slaan. 3 Toen zei de koning: Welk eerbewijs en welke onderscheiding is hiervoor aan Mordechai verleend? En de hovelingen van de koning die hem dienden, zeiden: Er is niets aan hem verleend. 4 Toen zei de koning: Wie is er in de voorhof? Nu was Haman de buitenste voorhof van het huis van de koning binnengekomen om de koning te zeggen, dat men Mordechai zou hangen op de galg die hij voor hem had laten oprichten. 5 En de hovelingen van de koning zeiden tegen hem: Zie, Haman staat in de voorhof. Toen zei de koning: Laat hem binnenkomen. 6 Toen Haman binnengekomen was, zei de koning tot hem: Wat moet worden gedaan voor de man aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen? Toen dacht Haman bij zichzelf: aan wie behaagt het de koning meer eer te bewijzen dan aan mij? 7 Daarom zei Haman tegen de koning: Voor de man, aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen, moet men het koninklijke gewaad barengen dat de koning gewoon is zelf te dragen. En het paard waarop de koning gewoon is zelf te rijden, en laat een koninklijke diadeem op zijn hoofd gezet worden. 9 En dan moet men dat gewaad en dat paard in handen geven van iemand uit de vorsten van de koning, de edelen. En dan moet men hem aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen, hiermee kleden en hem op dat paard doen rijden over het plein van de stad, en voor hem uitroepen: Zo wordt gedaan met de man aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen! 10 Toen zei de koning tegen Haman: Haast u, neem het gewaad en het paard zoals u gesproken hebt, en doe zo met de Jood Morcehai, die in de poort van de koning zit. Laat geen woord vallen van alles wat u hebt gezegd. 11 Toen nam Haman het gewaad en het paard, kleedde Mordechai met het gewaad, deed hem rijden over het plein van de stad en riep voor hem uit: Zo wordt gedaan met de man aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen! 12 Daarna keerde Mordekai terug naar de poort van de koning, maar Haman haastte zich naar zijn huis, treurend, en met het hoofd bedekt. 13 En Haman vertelde aan zijn vrouw Zeres en aan al zijn vrienden alles wat hem overkomen was. Toen zeiden zijn wijzen en zijn vrouw Zeres tegen hem: Als Mordekai, voor wie u begonnen bent te vallen, uit het geslacht van de Joden is, zult u tegen hem niets

- 6 - kunnen uitrichten, integendeel, u zult zeker voor hem ten val komen. 14 Terwijl zij nog met hem spraken, kwamen de hovelingen van de koning er aan en zij haastten zich om Haman naar de maaltijd te brengen die Esther had aangericht. Wat een beschikkingen van God. Het gaat precies zo, als in 1 Petrus 5:5b staat namelijk: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Ziet u het bijna komische tafereel voor uw ogen gebeuren: Mordechaï op het koninklijke paard met het koninklijke gewaad om en Haman lopend - met de teugels van het paard in zijn hand - al roepend: Zo wordt gedaan met de man aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen. We gaan verder met dit buitengewoon interessante en waar gebeurde verhaal in hoofdstuk 7: 7:1 Toen de koning met Haman gekomen was om met koningin Esther te drinken, 2 Zei de koning ook op de tweede dag bij het drinken van de wijn tegen Esther: Wat is uw vraag, koningin Esther? Het zal u gegeven worden. En wat is uw verzoek? Het zal ingewilligd worden, al was het ook de helft van het koninkrijk. 3 Toen antwoordde koningin Esther en zei: Als ik genade in uw ogen heb gevonden, koning, en als het de koning goeddunkt, dat men mij dan op mijn vraag mijn leven zal geven, en op mijn verzoek het leven van mijn volk. 4 Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, om te worden weggevaagd, gedood en omgebracht. Zouden wij als slaven en als slavinnen verkocht zijn, dan zou ik hebben gezwegen, hoewel ook dan de tegenstander de schade voor de koning zeker niet zou kunnen vergoeden. 5 Toen sprak koning Ahasveros en zei tegen koningin Esther: Wie is hij en waar is hij die zijn hart vervuld heeft om zo te handelen? 6 Esther zei: De man, de tegenstander en vijand, is deze slechte Haman. Toen werd Haman door angst overvallen in de tegenwoordigheid van de koning en de koningin. 7 Woedend stond de koning op van het drinken van de wijn en ging naar de tuin van het paleis. Haman bleef staan om bij koningin Esther voor zijn leven te smeken, want hij zag dat bij de koning het onheil over hem ten volle besloten was. 8 Toen de koning uit de tuin van het paleis terugkwam in de zaal waar men de wijn gedronken had, was Haman neergevallen op het rustbed waarop Esther lag. En de koning zei: Zou hij ook nog de koningin in huis aanranden in mijn bijzijn? Toen dit woord uit de mond van de koning was gekomen, bedekte men het gezicht van Haman. 9 Charbona, een van de hovelingen die in dienst stond van de koning, zei: Zie, ook de galg die Haman heeft gemaakt voor Mordechai, die goed voor de koning gesproken heeft, staat bij het huis van

- 7 - Haman, vijftig el hoog. Toen zei de koning: Hang hem daaraan. 10 Toen hingen zij Haman aan de galg die hij voor Mordechai had laten oprichten. Toen bedaarde de woede van de koning. We gaan verder met het lezen van deze waar gebeurde geschiedenis in hoofdstuk 8. 1 Op diezelfde dag gaf koning Ahasveros aan koningin Esther het huis van Haman, de tegenstander van de Joden, en Mordechai kwam bij de koning, want Esther had verteld wat hij voor haar was. 2 Vervolgens deed de koning zijn zegelring af, die hij van Haman afgenomen had, en gaf die aan Mordechai. Esther stelde Mordechai aan over het huis van Haman. De wet, die de koning had uitgeschreven op verzoek van Haman, om het Joodse volk te verdelgen, kon niet herroepen worden. De zgn. wet van de Meden en Perzen. Als Esther vervolgens de hulp van de koning in roept, om die wet te herroepen, doet de koning dat niet maar vaardigt een andere wet uit en dat lezen we in hoofdstuk 8:10 t/m 12 als volgt: 10 Men schreef in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Men verzond de brieven door middel van ijlboden te paard, die op de snelle koninklijke paarden reden, gefokt met merries. 11 In de brieven stond dat de koning de Joden in elke stad toestond zich te verzamelen, op te komen voor hun leven, en iedere macht die hen in het nauw zou willen brengen, uit welk volk of gewest ook, weg te vagen, te doden en om te brengen, met kleine kinderen en vrouwen, en hun bezit te plunderen. 12 Dit gold voor één dag in alle gewesten van koning Ahasveros, voor de dertiende dag van de twaalfde maand, dat is de maand Adar. En in vers 15 staat nog over Mordechaï: 15 Mordechai ging bij de koning weg in een blauwpurperen en wit koninklijk gewaad, met een grote gouden kroon en een mantel van fijn linnen en roodpurper. En de stad Susan juichte en was blij. Tenslotte lezen we nog in hoofdstuk 10 3a De Jood Mordechai immers kwam op de tweede plaats, na koning Ahasveros. 3b Hij stond in hoog aanzien bij de Joden en de menigte van zijn broeders was hem goedgezind, want hij zocht het beste voor zijn volk en sprak tot welzijn van heel zijn nageslacht. In 1930 ontdekten archeologen nabij Persepolis (de hoofdstad van het Perzische rijk) een kleitablet, waarop de naam "Marducha" stond. De eerste minister in het verhaal is Mordechai, dus kunnen we er wel vanuit gaan, dat dit één en dezelfde persoon is. Tot slot nog onze kernteksten uit 1 Petrus 5b t/m 7: 5b God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 6 Vernedert u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt.

7 Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. - 8 -