Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel 2008 Interprovinciale Samenwerkingsovereenkomst, Steunpunten Sociale Planning Instituut voor Sociale en Economische Geografie, KULeuven 1
Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) Is de ruimtelijke concentratie van achterstelling toegenomen of afgenomen? Plattelandsachterstelling? 2
Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) Vooraf: We sporen aan de hand van indicatoren, mogelijke concentratie van achterstelling op het tellen van personen of huishoudens in een achtergestelde positie in verschillende gebieden Cumulatie van negatieve scores op indicatoren is belangrijk 3
Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) Vooraf: Statistische buurten als observatie-eenheid (toestand 1991) Buurten met meer dan 200 inwoners (meer dan 50 inwoners voor plattelandsachterstelling) 4
Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) In 1996: 23 variabelen drempelwaarden op 7 sleutelindicatoren In 2008: 22 gelijk(waardig)e variabelen nieuwe drempelwaarden wegens maatschappelijke evolutie 5
Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) Nieuwe drempelwaarden wegens maatschappelijke evolutie: eenzelfde aandeel van de buurten onder de drempel (+/- 15 %) gemiddelde gemiddelde drempel drempel 1991 2001 1991 2001 % éénpersoonshuishoudens 21,8 25,3 40 46 % arbeiders 35,6 30,6 45 42,75 % woningen zonder klein comfort 14,8 5,6 25 10,5 % Marokkanen en Turken 1,3 0,8 5 3,5 gemiddeld belastbaar inkomen/persoon 7.755 12.641 6.197 11.900 % werkzoekenden 8,9 6,4 15 13 % vaste telefoonaansluiting 79,8 85 70 86,5 6
Een actualisering van de atlas van 1996 (gegevens 1991) In 1996: achterstellingsconcentratie vanaf cumulatie van vier drempeloverschrijdingen probleemcumulatie = maat van achterstelling (van 4 tot 7 overschreden drempels) In 2008: idem 7
Resultaat 2008 (gegevens 2001): spreiding achtergestelde buurten naar aantal overschreden drempels 8
Achtergestelde buurten Vlaanderen en Brussel Aantal indicatoren waarvoor de nieuwe drempelwaarde overschreden is: minder dan 4 (9130) 4 (289) 5 (183) 6 (124) alle 7 (29) Grootstedelijke achterstelling Limburgse ex-mijnstreek 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 9
Resultaat 2008 (gegevens 2001): bevolking in achtergestelde buurten naar aantal overschreden drempels 160000 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 7 6 5 4 10 Bevolking Brussel Antwerpen Gent Genk Mechelen Ronse Sint-Niklaas Vilvoorde Lokeren Aalst Kortrijk Leuven Oostende Roeselare Brugge Hasselt Rest Limburg Rest West-Vlaanderen Rest Oost-Vlaanderen Rest Antwerpen Rest Vlaams-Brabant
Combinatie van indicatoren 0 (6457) 1 (495) 2 (1333) 3 (640) 4 (111) 12 (49) 13 (58) 14 (79) 23 (240) 24 (102) 34 (31) 123 (12) 134 (53) 234 (65) 1234 (30) Combinatie van achterstellingsindicatoren Resultaat 2008 Vlaanderen (gegevens en Brussel 2001): geografie van achterstellingsindicatoren Indicatoren en NIEUWE drempelwaarde 1: % alleenstaanden >=46% 2: % arbeiders >=42,75% 3: % woningen zonder klein comfort >=10,5% 4: % Turken en Marokkanen >=3,5% huisvesting arbeiders alleenstaanden 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 11
Combinatie van indicatoren 0 (6457) 1 (495) 2 (1333) 3 (640) 4 (111) 12 (49) 13 (58) 14 (79) 23 (240) 24 (102) 34 (31) 123 (12) 134 (53) 234 (65) 1234 (30) Combinatie van achterstellingsindicatoren Resultaat 2008 Vlaanderen (gegevens en Brussel 2001): geografie van achterstellingsindicatoren Indicatoren en NIEUWE drempelwaarde 1: % alleenstaanden >=46% 2: % arbeiders >=42,75% 3: % woningen zonder klein comfort >=10,5% 4: % Turken en Marokkanen >=3,5% Grootstedelijke achterstelling Limburgse ex-mijnstreek 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 12
Is de ruimtelijke concentratie van achterstelling toegenomen of afgenomen? Moeilijk te beantwoorden want: Maatschappelijke verandering => Achterstelling is van aard veranderd Drempels hebben een andere betekenis Nieuwe indicatoren voor nieuwe situatie? 13
Is de ruimtelijke concentratie van achterstelling toegenomen of afgenomen? Verandering in overschreden drempelwaarden: probleemaccumulatie of decumulatie Verandering in waarde op gemeenschappelijk synthesemaat: verdieping of verlichting van de achterstelling 14
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren 2001 TOTAAL 1991 7 6 5 4 <4 TOTAAL 7 21 5 2 0 0 28 6 25 53 30 3 11 122 5 4 17 38 38 59 156 4 2 2 14 26 164 208 < 4 1 1 3 20 0 25 53 78 87 87 234 539 89 buurten zijn gedaald 138 buurten in zelfde categorie 312 buurten zijn gestegen 15
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren 2001 TOTAAL 1991 7 6 5 4 <4 TOTAAL 7 21 5 2 0 0 28 6 25 53 30 3 11 122 5 4 17 38 38 59 156 4 2 2 14 26 164 208 < 4 1 1 3 20 0 25 53 78 87 87 234 539 Afname zwaar achtergestelde buurten Toename lichter achtergestelde buurten 16
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren toe- of afname van overschreden drempelwaarden -4-3 -2-1 0 +1 +2 +3 +4 slechts 1 cijfer bekend Evolutie in achterstelling 1991-2001 Vlaanderen en Brussel Afname in grootstedelijke centra 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Afname op platteland Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 17
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren toe- of afname van overschreden drempelwaarden -4-3 -2-1 0 +1 +2 +3 +4 slechts 1 cijfer bekend Evolutie in achterstelling 1991-2001 Vlaanderen en Brussel Toename in rand grootstedelijke centra 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Toename Limburg en Vlaanderen Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 18
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren Sociale huisvesting: Een sociale achteruitgang van het doelpubliek Scherpere toewijzingsregels en toepassing als gevolg van regionalisering 19
Toe- of afname? Evolutie in aantal overschreden indicatoren 140 De groeiende inkomenskloof in Vlaanderen (1985-2002) deciel 1 130 120 110 100 90 1985 = 100 1992 = 100 deciel 2 deciel 3 deciel 4 deciel 5 deciel 6 deciel 7 deciel 8 deciel 9 80 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 deciel 10 20
toe- of afname van overschreden drempelwaarden -4-3 -2-1 0 +1 +2 +3 +4 slechts 1 cijfer bekend Gent aantal sociale woningen 2.700 1.350 270 0 1 2 kilometers 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 21
toe- of afname van overschreden drempelwaarden -4-3 -2-1 0 +1 +2 +3 +4 slechts 1 cijfer bekend Antwerpen aantal sociale woningen 2.700 1.350 270 0 2 4 kilometers 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 22
toe- of afname van overschreden drempelwaarden -4-3 -2-1 0 +1 +2 +3 +4 slechts 1 cijfer bekend Brussel aantal sociale woningen 2.700 1.350 270 0 2 4 kilometers 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 23
Toe- of afname? Evolutie op gemeenschappelijke achterstellingsmaat Evolutie achterstelling 3 Gemiddelde scores voor 2001 2 1 0-2 - 1 0 1 2 3 4-1 -2 Regressierechte = verwachte score in 2001 op basis van score in 1991 Hoge achterstelling = toename achterstelling Meest welstellende buurten = toename welstand -3-4 Gemiddelde scores voor 1991 24
Plattelandsachterstelling? Selectie van 23 variabelen uit sociaaleconomische enquête (en inkomen) Gebruik van nieuwe subjectieve variabelen Gezondheidstoestand Staat van de woning Uitzicht van gebouwen Kwaliteit buurtvoorzieningen Kwaliteit bereikbaarheidsvoorzieningen 25
Plattelandsachterstelling? Analyse op buurten buiten de stedelijke agglomeraties Buurten met minstens 50 inwoners => 7050 buurten 26
Plattelandsachterstelling? 27
Plattelandsachterstelling? Tweeledigheid van de achterstelling Stedelijkachtige achterstelling (regionale en kleine steden, grote dorpskernen) Plattelandsachterstelling (regionale structuur) 28
Plattelandsachterstelling? ct or2 5 4 Landbouwers Slechte bereikbaarheid en voorzieningen 3 2 1 0-1 Alleenstaanden zonder auto Grote woningen gehuwden -2-3 -4 Werk in dienstensector -5-4 -3-2 -1 0 1 2 3 4 Fact or1 29
Plattelandsachterstelling? ct or2 5 Perifere gebieden 4 3 2 1 0 stedelijk suburbaan -1-2 -3-4 Vlaamse ruit -5-4 -3-2 -1 0 1 2 3 4 Fact or1 30
1e varimaxcomponent Scores op 1e varimaxcomponent 2 to 2,5 (19) 1 to 2 (801) 0 to 1 (6190) -1 to 0 (1781) -2 to -1 (643) -4,22 to -2 (321) Vlaanderen en Brussel Stedelijkachtige achterstelling iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Interface Demography VUB 31
1e varimaxcomponent Scores op 1e varimaxcomponent 2 to 2,5 (21) 1 to 2 (887) 0 to 1 (4056) -1 to 0 (2243) -2 to -1 (1150) -17,6 to -2 (1398) Vlaanderen en Brussel Stedelijkachtige achterstelling Toestand niet onrustwekkend in vergelijking met de grote steden: maximum= 4,2 <-> 17,6 2007 K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Interface Demography VUB Coördinaten: Teleatlas 32
Scores op 3e varimaxcomponent 3e varimaxcomponent Vlaanderen en Brussel Noorderkempen 2 to 4,73 (203) 1 to 2 (780) Meetjesland 0 to 1 (5335) -1 to 0 (2513) Plattelandsachterstelling -2 to -1 (843) -3,1 to -2 (81) Roeselare Tielt Noord Limburg Vlaamse Ardennen Pajottenland Westhoek Hageland Zuid-Limburg iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Bron: SEE 2001, Interface Demography VUB 33
Plattelandsachterstelling? Selectie van 1236 aandachtsbuurten Meest achtergestelde buurten op stedelijkachtige achterstelling die samen 10% van de bevolking van het Vlaamse platteland tellen En/of Meest achtergestelde buurten op plattelandsachterstelling die samen 10% van de bevolking van het Vlaamse platteland tellen 34
Bevolking in 1236 aandachtsbuurten op het platteland 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 35 O-Vl.Scheldeland W-Vl.Leiestreek Westhoek Kust Meetjesland Waasland Vlaamse Ardennen Brugse Ommeland Centrale- en Zuiderkempen Hageland Haspengouw Noorderkempen Maasland Pajottenland Klein Brabant Limburgse Kempen Tuinbouwstreek Mijnstreek Rest Vl.-Brabant Rest Antwerpen O-Vl.Leiestreek Voerstreek Bevolking
Typologie van de 1236 aandachtsbuurten op het plattelandsbuurten Gebruikte variabelen: Gehuwden Ouderen Huishoudens zonder auto Centrale verwarming Inkomen Hooggediplomeerden Slechte buurtvoorzieningen 36
Typologie van de 1236 aandachtsbuurten op het plattelandsbuurten Types: groeperingen van buurten met gelijkaardige kenmerken verschillen tussen groepen maximaal 9 types Profielen: afwijking van gemiddelden van het type op algemene gemiddelden 37
Typologie van de 1236 aandachtsbuurten op het plattelandsbuurten Clusterprofielen 4 3 2 1 0-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9-2 -3 weinig hooggediplomeerden huishoudens zonder auto klein inkomen per persoon weinig woningen met CV veel ouderen weinig gehuwden slechte voorzieningen Jongere bevolking Hoog autobezit Slechte voorzieningen Oudere bevolking Laag autobezit Betere voorzieningen 38
Typologie van de aandachtsbuurten van de 1236 op het meest platteland Vlaanderen en Brussel achtergestelde plattelandsbuurten clusters 1: Scholing, inkomens, woningen en buurtvoorzieningen 2: Scholing, inkomens, woningen 3: Scholing, inkomens 4: Buurtvoorzieningen, ouderen, scholing en woningen 5: Buurtvoorzieningen 6: Alleenstaanden, wagenbezit, inkomens, ouderen 7: Alleenstaanden, ouderen, wagenbezit 8: Alleenstaanden, ouderen, wagenbezit 9: Ouderen, alleenstaanden, wagenbezit Jongere bevolking Hoog autobezit 2007 Slechte voorzieningen K.U.Leuven iov Provinciale steunpunten Sociale Planning Oudere bevolking Laag autobezit Betere voorzieningen Bron: SEE 2001, Fin.Stat.NIS 2003/2004 Coördinaten: Teleatlas 39
Plattelandsachterstelling? Moeilijk te meten Plattelandsproblematiek gemengd met stedelijke invloeden Geisoleerde huishoudens en individu s => Regionale en lokale contexten waarin plattelandsarmoede kan gesitueerd worden Meerschaligheid Lokaal territoriaal beleid zinloos Individueel beleid, doelgroepenbeleid, kwaliteit en bereikbaarheid van sociale voorzieningen Werkloosheid en werkonzekerheid op Europees niveau 40