De Bron Protestantse Gemeente Watergraafsmeer Kerst 2016 Viering op de Kerstmorgen 'In mensen een welbehagen?!'
Aanvangslied 'Bethlehem, o uitverkoren stad' 1. Betlehem, o uitverkoren 2. In het ondoordringbaar duister, stad in 't veld van Efrata, in onzekerheid en pijn, in u is een vorst geboren in het land van licht noch luister als een nieuwe Jozua, zal Hij onze redder zijn. Zoon van God, halleluja. Zoon van God, halleluja. 3.Hef uw hoofden,kleine mensen, 4. Trouw en goedheid zullen wonen als uw nieuwe koning komt. in het land dat Hij bemint. Hij doorbreekt de oude grenzen, Vorsten, heersers, machten, tronen Hij maakt recht wat is gekromd. zullen buigen voor dit kind. Zoon van God, halleluja. Zoon van God, halleluja. Welkom- Bemoediging - Groet Aansteken van de kaarsen / Kinderlied 2
Lied: 'Wij staan aan een kribbe' 1 Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron, de oorsprong der schepping, de rijzende zon, dit leven zal stralen, door God zelf bemind. Wij groeten de toekomst, gevat in dit kind. 2 Wij lezen Gods wezen in t kind dat hier ligt. De nacht geeft zijn liefde een helder gezicht: dit kind, dat ontvlamt als een aarzelend vuur, wordt licht en geleide in ons donkerste uur. 3 Hier tussen de schapen is voor Hem uit het hout van bomen uit Eden een kribbe gebouwd. Die is deze herder tot eerste tehuis, en nog draagt dit hout Hem als Lam aan het kruis. 4 Hoe diep ook het duister waarin Hij verschijnt, zijn ster aan de hemel heeft alles omlijnd. Hij is ons tot lichtbron in donkere nacht. Het zonlicht van Pasen wint hier al aan kracht. Uitbeelding van het kerstverhaal door de kinderen Lied 'Een koning is geboren' Gebed op de Kerstmorgen Instrumentaal intermezzo o.a. Midden in de winternacht Midden in de winternacht, ging de hemel open. Die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen. refrein: Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! Kerstevangelie: Lucas 2: 1-20 2 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig 3
schrokken. 10 De engel zei tegen hen: Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt. 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft. 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt. 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Lied 'De herdertjes lagen bij nachte' De herdertjes lagen bij nachte Zij lagen bij nacht in het veld Zij hielden vol trouwe de wachte Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij engelen zingen Hun liederen vloeiend en klaar De herders naar Bethlehem gingen 't liep tegen het nieuwe jaar Toen zij er te Bethlehem kwamen Daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen Een straal uit het kribje benee Toen vlamd' er een straal uit hun ogen En viel op het kindeke teer Zij stonden tot schreiens bewogen En knielden bij Jezus neer. Verkondiging (thema): 'In mensen een welbehagen?!' Lied: 'Hoor de eng'len zingen d'eer' Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Mengt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, mensentong en eng'lenstem, zingt het kind van Bethlehem! Hij, die heerst op 's hemels troon, Christus, d' eeuw'ge, 's Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd, die God behaagt. 4
Vleesgeworden woord van God, mens geworden om ons lot, U, der mensen een, o Heer, U, Immanuël, zij eer! Heil de Vorst der eeuwigheid, Zonne der gerechtigheid! Van zijn vleug'len dalen neer licht en leven altijd weer. Lof U, die uw glorie deed schuilen in het aardekleed, opdat wij, van zonde rein nieuwgeboren zouden zijn, Dankgebed voorbeden stil gebed Onze Vader Inzameling van de gaven Slotlied : 'Ere zij God' Ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, in de mensen een Amen welbehagen. Heenzending en Zegen 5