RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 augustus 2005 (31.08) (OR. fr) 11799/05 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 378 ENT 108 CODEC 678

Vergelijkbare documenten
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1829 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 januari 2006 (24.01) (OR. en) 5455/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 33 ENT 16 CODEC 51

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

6325/03 md 1 DG C II

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

7906/11 ADD 1 yen/lep/fb 1 DG I 1A

13395/2/01 REV 2 ADD 1 gys/hb/dm 1 DG I

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

5130/3/15 REV 3 ADD 1 sm 1 DPG

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

MOTIVERING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 december 2004 (07.01) (OR. en) 16303/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 712 ENT 165 CODEC 1373

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 juli 2005 (OR. en) 5694/5/05 REV 5. Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 31 ENT 11 CODEC 43 OC 74

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

11558/02 jv 1 DG G I

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

15537/02 jg 1 DG B I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp.

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

Nieuwe Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

5865/17 gar/van/fb 1 DG G 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

P6_TA(2005)0495 Batterijen en accu's ***II

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2003 (29.09) (OR. fr) 13004/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0185 (COD)

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 december 2004 (16.12) (OR. en) 15995/04 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 augustus 2001 (31.08) (OR. fr) 11082/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0066 (COD) LIMITE CODEC 766 MAR 64

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 augustus 2005 (31.08) (OR. fr) 11799/05 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 378 ENT 108 CODEC 678 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 24 augustus 2005 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu s, alsook afgedankte batterijen en accu s Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 378 definitief Bijlage: COM(2005) 378 definitief 11799/05 ls DG I NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.8.2005 COM(2005) 378 definitief 2003/0282 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu s, alsook afgedankte batterijen en accu s NL NL

2003/0282 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu s, alsook afgedankte batterijen en accu s 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Indiening van het voorstel van de Commissie bij het EP en de Raad (document COM (2003) 723 definitief 2003/0282 (COD)): 24 november 2003 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 28 april 2004 Advies van het Comité van de regio s: 22 mei 2004 Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 20 april 2004 Aanneming van het gemeenschappelijk standpunt: 18 juli 2005 2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE Het voorstel van de Commissie voor een nieuwe richtlijn inzake batterijen en accu s beoogt een tweevoudig doel, namelijk: de totstandbrenging van een kringloopsysteem ( gesloten-lussysteem ) voor alle batterijen en accu s, teneinde te vermijden dat deze, wanneer zij afval zijn geworden, worden verbrand of gestort. Het gesloten-lussysteem moet er in principe voor zorgen dat alle batterijen worden ingezameld en gerecycleerd en dat de daarin aanwezige metalen worden teruggeleid in de economische kringloop; de vaststelling van minimumregels voor de werking van de nationale inzamelings- en recyclingsystemen, teneinde het correct functioneren van de interne markt te bevorderen en ervoor te zorgen dat voor alle operatoren die bij een of andere fase van de levenscyclus van batterijen en accu s zijn betrokken, gelijke concurrentievoorwaarden gelden. NL 2 NL

3. COMMENTAAR OPHET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 3.1. Algemene opmerkingen De meeste amendementen die het Europees Parlement in eerste lezing heeft voorgesteld, waren voor de Commissie aanvaardbaar. Die amendementen behelzen nuttige technische verduidelijkingen van, of toevoegingen aan, de definities in het voorstel van de Commissie. De Commissie heeft de meeste amendementen die betrekking hebben op een verbod van bepaalde substanties verworpen omdat uit een uitgebreide effectbeoordeling naar voren is gekomen dat het voorgestelde gesloten-lussysteem resulteert in een gelijkwaardig niveau van milieubescherming tegen geringere kosten. In het bijzonder heeft de Commissie: de amendementen 4, 5, 11, 12, 14, 21, 24, 46, 47, 50, 51, 52, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 64, 78, 79, 80, 81, 103 en 112 volledig aanvaard (26 amendementen in totaal); 16 amendementen gedeeltelijk of in beginsel aanvaard. De amendementen 10, 29 en 35 zijn voor de Commissie in beginsel aanvaardbaar mits zij anders worden geformuleerd en/of worden verduidelijkt. De amendementen 16, 20, 22, 23, 27, 28, 40, 43, 44, 48, 53, 99 en 109 zijn gedeeltelijk aanvaard; de amendementen 1, 2, 6, 7, 8, 9, 18, 19, 25, 26, 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 39, 41, 45, 49, 54, 55, 63, 65, 66, 67, 68, 69, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 85, 92, 95, 82, 100, 101, 108 en 120 verworpen (44 amendementen in totaal). De Raad heeft in ruime mate rekening gehouden met de amendementen van het Europees Parlement en heeft enkele nieuwe wijzigingen aangebracht. De Raad was van mening dat het voorgestelde gesloten-lussysteem in de praktijk moeilijk realiseerbaar zou zijn en dat daaraan voor de lidstaten hoge kosten en extra administratieve lasten zouden zijn verbonden. Daarom heeft de Raad aan een gedeeltelijk verbod op het gebruik van cadmium in draagbare batterijen de voorkeur gegeven boven de vaststelling van een extra inzamelingsdoelstelling voor draagbare cadmiumbatterijen, die de bewaking van de afvalstroom noodzakelijk zou hebben gemaakt. De Commissie blijft bij haar uitgebreide effectbeoordeling (zie ook de verklaring van de Commissie die is opgenomen in punt 4) maar zij aanvaardt dat er inmiddels nieuwe informatie beschikbaar is gekomen waaruit blijkt dat aan het voorgestelde geslotenlussysteem wellicht hogere kosten en administratieve lasten zijn verbonden dan aanvankelijk was geraamd, wat het systeem voor de lidstaten duurder zou maken. Daarom kan de Commissie akkoord gaan met andere beleidsmaatregelen dan die welke in haar oorspronkelijk voorstel waren vervat, op voorwaarde dat het daarbij nagestreefde milieuresultaat - in het bijzonder wat de inzamelings- en recyclingdoelstellingen betreft - ten minste even ambitieus is als dat van het voorstel van de Commissie. Wat de inzamelingspercentages betreft, verheugt de Commissie zich over de verhoging van de langetermijn-inzamelingsdoelstelling. De termijn voor het bereiken van een inzamelingsniveau van 45 % (nl. 8 jaar na het verstrijken van de termijn voor omzetting van de richtlijn) is wellicht aan de ruime kant. Op basis van bovenstaande overwegingen kan de Commissie haar steun toezeggen aan het gemeenschappelijk standpunt als geheel. NL 3 NL

3.2. Specifieke opmerkingen 3.2.1. Door de Commissie aanvaarde amendementen van het Parlement die volledig, gedeeltelijk of in beginsel in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt De door het Europees Parlement in eerste lezing aangenomen amendementen 4, 10, 11, 12, 14, 16, 20, 21, 23, 24, 28, 35, 40, 43, 44, 46, 51, 52, 53, 56, 57, 59-62, 64, 78, 79-81, 99, 109 en 112 zijn door de Commissie volledig, gedeeltelijk of in beginsel aanvaard. Zij zijn tevens volledig, gedeeltelijk of in beginsel in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad verwerkt. De amendementen 4 en 52 wijzigen het woord consument in eindgebruiker. De Commissie is het hiermee volledig eens. Deze wijziging is verwerkt in de 18e overweging en in de titel van artikel 17 van het gemeenschappelijk standpunt. Het gedeelte van amendement 53 dat betrekking heeft op de eindgebruikers is door de Commissie aanvaard en is ook gedeeltelijk verwerkt in artikel 17, lid 1. Amendement 10 verduidelijkt de werkingssfeer van de richtlijn en is door de Commissie in beginsel aanvaard. Het is verwerkt in artikel 2 van het gemeenschappelijk standpunt. De amendementen 11, 12 en 14 bevatten nuttige verduidelijkingen van de definities van batterij, accu en batterijpak en zijn door de Commissie onverkort aanvaard. Zij zijn verwerkt in artikel 3, punten 1,2 en 3, van het gemeenschappelijk standpunt. De Commissie heeft amendement 16 gedeeltelijk aanvaard omdat zij het nuttig acht dat wordt verduidelijkt dat knoopcellen ook als back-up -stroomvoorziening kunnen worden gebruikt. Met een en ander is rekening gehouden in artikel 3, punt 4, van het gemeenschappelijk standpunt. Met betrekking tot de voorgestelde definitie van producent heeft de Commissie amendement 20 gedeeltelijk aanvaard. Met betrekking tot artikel 3, punt 13, onder b), stelde de Commissie de volgende formulering voor: onder zijn eigen merk batterijen en accu s verkoopt, mits het merk van de producent niet meer op de batterijen of accu s is vermeld. Voor het gedeelte van het amendement dat betrekking heeft op punt c) stelde de Commissie de volgende formulering voor: ( ) uit derde landen op de communautaire markt ( ). De door de Raad gehanteerde definitie van producent is gedeeltelijk in overeenstemming met amendement 20 doordat deze definitie ook alle batterijen en accu s in apparaten behelst. De Raad heeft de definitie verder vereenvoudigd teneinde de lidstaten in staat te stellen een verantwoordelijke producent voor hun nationaal grondgebied aan te wijzen, terwijl tegelijk mogelijke problemen met betrekking tot de interne markt worden vermeden. Amendement 21 voegt een definitie van distributeur toe, die door de Commissie volledig is aanvaard en die in artikel 3, punt 13, van het gemeenschappelijk standpunt is verwerkt. De Commissie heeft de eerste twee onderdelen van amendement 23 aanvaard, namelijk de toepasselijkheid van artikel 4 onverminderd Richtlijn 2000/53/EG en de 5 ppmdrempelwaarde voor kwikbatterijen en accu s; beide wijzigingen liggen immers in de lijn van het voorstel van de Commissie. De Raad heeft dit amendement gedeeltelijk aanvaard door in artikel 4 van het gemeenschappelijk standpunt een cadmiumverbod (met uitzonderingen) op te nemen en door in een mogelijkheid tot herziening te voorzien. NL 4 NL

Amendement 24 versterkt de verplichting voor de producenten om de milieuprestaties van batterijen en accu s te verbeteren en voor de lidstaten om onderzoek op dit gebied aan te moedigen. Dit amendement is door de Commissie volledig aanvaard en is gedeeltelijk verwerkt in artikel 19, lid 3, onder a) en d), van het gemeenschappelijk standpunt. Amendement 28, waardoor de eisen inzake inzamelingssystemen voor draagbare batterijen en accu s anders worden geformuleerd, is door de Commissie gedeeltelijk aanvaard. In de toevoeging dat batterijen ook tegelijk met afgedankte elektrische en elektronische apparaten kunnen worden ingezameld via de regelingen die ter uitvoering van deze richtlijn worden opgezet, ziet de Commissie een nuttige verduidelijking. Een en ander is verwerkt in artikel 7, lid 1, onder c), van het gemeenschappelijk standpunt. De Commissie kon in principe instemmen met een benadering waarbij, zoals gesuggereerd in amendement 35, in een bijlage van de richtlijn zelf een lijst zou worden opgenomen van lidstaten die van de voorgestelde recyclingstreefcijfers mogen afwijken. De Raad heeft de voorkeur gegeven aan de vaststelling van overgangsregelingen via een comitéprocedure (zie artikel 9, lid 4, onder a), van het gemeenschappelijk standpunt). De Commissie stemt vanzelfsprekend in met de verbetering, overeenkomstig amendement 40, van een typefout in de verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 259/93. De Raad heeft deze correctie, evenals de toevoeging van het woord recycling, overgenomen in artikel 12 van het gemeenschappelijk standpunt. Wat amendement 43 betreft heeft de Commissie de herformulering met betrekking tot de recycling van lood en cadmium aanvaard. De Commissie vindt ook de toevoeging van een nieuwe paragraaf waarin wordt bepaald dat de minimale recyclingpercentages in het licht van de vooruitgang van wetenschap en technologie via een comitéprocedure kunnen worden aangepast, een goede zaak. Dit amendement is verwerkt in artikel 10 van het gemeenschappelijk standpunt. De Commissie heeft bepaalde gedeelten van amendement 44 aanvaard, namelijk de vervanging van de uitdrukking een regeling treffen voor door verzorgen alsmede de toevoeging van de woorden inzameling en uit milieuoogpunt. Artikel 13 van het gemeenschappelijk standpunt komt gedeeltelijk aan dit amendement tegemoet door de toevoeging van het woord inzameling. De Commissie heeft amendement 46 aanvaard, dat bepaalt dat in het geval van batterijen die nog in andere producten zoals auto s of elektrische en elektronische apparaten zijn ingebouwd op het moment waarop die producten afval worden, de producenten van batterijen pas verantwoordelijk worden voor de verdere verwerking van de batterijen nadat deze uit die andere producten zijn verwijderd. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad beoogt overlappingen tussen de verschillende financieringsregelingen te vermijden en is bijgevolg in overeenstemming met de strekking van dit amendement (zie artikel 13, lid 2, van het gemeenschappelijk standpunt). Amendement 51 verduidelijkt dat alle economische subjecten zonder enige discriminatie aan dergelijke regelingen moeten kunnen deelnemen; de Commissie is het daarmee eens. Dit amendement is naar de geest verwerkt in artikel 7, lid 2, van het gemeenschappelijk standpunt. NL 5 NL

De Commissie heeft amendement 56 aanvaard, dat de lidstaten ertoe verplicht passende maatregelen te nemen om de eindgebruikers aan te sporen tot deelname aan de inzamelingssystemen. Hierin wordt voorzien door artikel 17, lid 1, onder b), van het gemeenschappelijk standpunt. Door de amendementen 57, 59, 60, 61, 62, 78, 79, 80 en 81 worden de uitvoerige markeringsvoorschriften overgeheveld van bijlage II naar een artikel van de richtlijn. Amendement 59 schrapt voorts de mogelijkheid voor de Commissie om de markeringsvoorschriften door middel van een comitéprocedure aan te passen aan de technische vooruitgang. Amendement 64 schept de mogelijkheid voor de Commissie om op basis van een comitéprocedure afwijkingen van de markeringsvoorschriften toe te staan. De Commissie heeft al deze amendementen aanvaard. Zij zijn verwerkt in artikel 18 en bijlage II van het gemeenschappelijk standpunt. De Commissie heeft amendement 99 ten dele aanvaard, namelijk wat betreft de schrapping van de 10%-afwijking van de recyclingverplichting en de mogelijkheid van technische aanpassingen. Een en ander is verwerkt in artikel 10, lid 1, onder b), van het gemeenschappelijk standpunt. De Commissie heeft het gedeelte van amendement 109 aanvaard dat verduidelijkt dat batterijen voor automobiele toepassingen moeten worden ingezameld bij de eindgebruiker of op een nabijgelegen, voor de eindgebruiker toegankelijke plaats. Dit is verwerkt in artikel 7, lid 4, van het gemeenschappelijk standpunt. Amendement 112 verduidelijkt dat de aparte vermelding van de kosten bij de verkoop van nieuwe producten verboden is. Dit amendement is door de Commissie aanvaard en is verwerkt in artikel 13, lid 3, van het gemeenschappelijk standpunt. 3.2.2. Door de Commissie geheel, gedeeltelijk of in beginsel aanvaarde amendementen van het Parlement die niet in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt De amendementen 5, 22, 27, 29, 47, 48, 50, 58 en 103 werden door de Commissie geheel, gedeeltelijk of in beginsel aanvaard maar zijn niet in het gemeenschappelijk standpunt opgenomen. In de amendementen 5 en 58 wordt bepaald dat de eindgebruiker moet worden geïnformeerd over de capaciteit van de batterijen en dat deze capaciteit op de batterijpakken moet worden vermeld. Deze amendementen zijn door de Commissie volledig aanvaard. De Raad heeft ze evenwel niet in zijn gemeenschappelijk standpunt verwerkt omdat hij van mening was dat een vermelding van de capaciteit om technische redenen niet aangewezen is. In amendement 22 betreffende de definitie van gesloten-lussysteem was de Commissie het eens met de redactionele verduidelijking ( third party in plaats van "third parties in de Engelse tekst dit betreft niet de Nederlandse versie). De Commissie was het voorts eens met het eerste gedeelte van amendement 27, dat verduidelijkt dat de lidstaten een geslotenlussysteem tot stand moeten brengen. De verwijzingen naar een gesloten-lussysteem zijn in het gemeenschappelijk standpunt evenwel niet gehandhaafd omdat de Raad van mening was dat een dergelijk kringloopsysteem een theoretisch concept is dat in de praktijk moeilijk realiseerbaar is. NL 6 NL

De Commissie heeft amendement 29, dat de eindgebruikers verplicht om hun gebruikte batterijen en accu s in te leveren op de daartoe ingerichte inzamelpunten, in beginsel aanvaard. Evenzo heeft zij ingestemd met amendement 47, dat de lidstaten verplicht ervoor te zorgen dat de eindgebruikers hun batterijen inleveren bij de inzamelpunten. De Raad heeft deze amendementen niet overgenomen omdat hij de mening is toegedaan dat dergelijke voorschriften voor eindgebruikers moeilijk kunnen worden gehandhaafd. De Commissie heeft ook de gedeelten van amendement 48 aanvaard waardoor nieuwe bepalingen worden toegevoegd die de reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de producent verduidelijken en die garanderen dat de omvang van de waarborg is afgestemd op het door de batterijen veroorzaakte gevaar. Om lacunes in de financieringsregeling te vermijden heeft de Raad besloten dat het beginsel van de producentenverantwoordelijkheid zowel geldt voor de producenten van losse batterijen als voor de producenten van apparaten en auto s die batterijen in de handel brengen, doch wel zó dat een dubbele kostenaanrekening wordt vermeden (zie artikel 3, punt 12, en artikel 13 van het gemeenschappelijk standpunt). Amendement 50 en het eerste gedeelte van amendement 103 verduidelijken dat de kosten van het beheer van vroeger geproduceerde draagbare batterijen en accu s door de producenten van die batterijen en accu s moeten worden gedragen, waarbij bedoelde kosten over deze producenten dienen te worden omgeslagen in verhouding tot hun marktaandeel. De Commissie zag hierin een nuttige verduidelijking van de toepassing van het beginsel van de producentenverantwoordelijkheid in overeenstemming met artikel 8, lid 3, van de AEEArichtlijn. De Raad was evenwel van mening dat het de voorkeur verdient om de lidstaten enige speelruimte bij de ontwikkeling van hun nationale systemen te bieden en dat het bijgevolg niet nodig was, regels voor de financiering van het beheer van het in het verleden gegenereerde afval vast te stellen. 3.2.3. Amendementen van het Parlement die door de Commissie en de Raad werden verworpen en die niet in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt De amendementen 2, 6, 9, 18, 19, 25, 32, 39, 41, 45, 49, 54, 55, 63, 65, 67, 68, 77, 92 en 101 zijn door de Commissie verworpen en zijn niet verwerkt in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. 3.2.4. Door de Commissie verworpen amendementen van het Parlement die toch in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt De amendementen 1, 7, 8, 26, 30, 33, 34, 36, 37, 38, 66, 69, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 82, 85, 95, 100, 108 en 120 zijn door de Commissie verworpen maar zijn toch in het gemeenschappelijk standpunt verwerkt. 3.2.5. Andere door de Raad in het voorstel aangebrachte wijzigingen Overwegingen De wijzigingen die de Raad in de overwegingen heeft aangebracht, zijn erop gericht de tekst daarvan af te stemmen op de overeenkomstige wijzigingen in de artikelen. Dit betreft met name de volgende punten: NL 7 NL

In de overwegingen 8 en 9 is een niet-uitputtende lijst van voorbeelden van batterijen in industriële en draagbare toepassingen en draadloze elektrische apparaten opgenomen teneinde de definities van artikel 3, punten 3, 6 en 16, te verduidelijken. In overweging 11 zijn bepaalde eisen van artikel 5 en artikel 17, lid 2, van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie verwerkt. Overweging 16 verduidelijkt wat wordt bedoeld met beste beschikbare technieken in artikel 10, lid 1, onder a), van het gemeenschappelijk standpunt. Wat betreft de financiële verantwoordelijkheid van de producent, legt overweging 17 uit wat wordt verstaan onder de nettokosten die in artikel 13 worden vermeld. Artikelen De belangrijkste wijziging die de Raad in de artikelen heeft aangebracht, behelst de invoering van een beperkt verbod op het gebruik van cadmium in draagbare batterijen (zie artikel 4 van het gemeenschappelijk standpunt) in plaats van de voorgestelde inzamelingsdoelstelling van 80 % voor draagbare cadmiumbatterijen, die de bewaking van de afvalstroom noodzakelijk zou hebben gemaakt (zie artikel 13 van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie). Deze regeling moest bijdragen tot de realisering van een gesloten-lussysteem als bedoeld in artikel 3, punt 14, van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Op basis van nieuwe informatie over de beschikbaarheid van vervangingsproducten voor cadmiumbatterijen en de aan de bewaking van de afvalstroom verbonden kosten was de Raad van mening dat een beperkt verbod een duurzamere beleidskeuze vormt dan het door de Commissie voorgestelde gesloten-lussysteem. In overeenstemming met deze wijzigingen heeft de Raad ook artikel 3, punt 14, en artikel 6 van het oorspronkelijke Commissievoorstel geschrapt en artikel 8 van het oorspronkelijke Commissievoorstel (thans artikel 6) anders geformuleerd. De Raad heeft voorts de eis van artikel 25, lid 2, van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie overgenomen. De verwijzing naar de milieueffecten van het vervoer is in de plaats gekomen van soortgelijke voorschriften in artikel 9, lid 2, en artikel 15, lid 1, tweede alinea, van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. De Raad gaf er net als het Europees Parlement de voorkeur aan om de inzamelingsdoelstellingen uit te drukken als percentage in plaats van als een absolute hoeveelheid (in gram per inwoner) zoals in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie (zie artikel 13 van dat oorspronkelijke voorstel). De Raad koos voor twee doelstellingen, nl. 25 % en 45 %, die respectievelijk 4 en 8 jaar na de termijn voor omzetting van de richtlijn moeten zijn gerealiseerd (zie artikel 9 van het gemeenschappelijk standpunt). Aangezien deze doelstellingen als zodanig niet gekoppeld zijn aan het nationale verbruik, hoefde niet langer te worden voorzien in een mogelijkheid tot afwijking wegens bijzonder laag batterijverbruik (zie artikel 14, lid 2, van het oorspronkelijke Commissievoorstel). In plaats daarvan heeft de Raad voorgesteld te voorzien in de mogelijkheid om een overgangsregeling vast te stellen via een comitéprocedure (zie artikel 9, lid 4, onder a), van het gemeenschappelijk standpunt). Wat de verantwoordelijkheid van de producent betreft, heeft de Raad een nieuwe definitie van producent gegeven die de lidstaten de mogelijkheid biedt om op hun nationaal grondgebied een producent aan te wijzen met het oog op de toepassing van de regeling inzake financiële verantwoordelijkheid van de producent (zie artikel 3, punt 12, van het gemeenschappelijk standpunt). Om een hiaat in de financieringsregeling met betrekking tot het beheer van afgedankte batterijen uit apparaten en auto s te vermijden, is de definitie van producent in deze richtlijn ook van toepassing gemaakt op de fabrikanten van apparaten en auto s ingeval NL 8 NL

deze batterijen bevatten op het moment waarop zij in de handel worden gebracht. Artikel 13 van het gemeenschappelijk standpunt schrijft voor dat de lidstaten de aanrekening van dubbele kosten moeten vermijden, en verduidelijkt dat de producenten de nettokosten in samenhang met het afvalbeheer van batterijen dienen te financieren. Artikel 14 van het gemeenschappelijk standpunt (dat in de plaats is gekomen van artikel 22 van het oorspronkelijk voorstel van de Commissie) eist niet langer van de producenten dat zij een waarborg bieden wanneer zij batterijen in de handel brengen. Artikel 23 van het oorspronkelijke Commissievoorstel, dat regels vaststelde voor de financiering van het beheer van in het verleden gegenereerd afval, is geschrapt. Voorts heeft de Raad in de mogelijkheid voorzien om via een comitéprocedure een de minimis regeling inzake financiering en registratie in te voeren (zie artikel 15 van het gemeenschappelijk standpunt). Bijlagen Bijlage I van het gemeenschappelijk standpunt bevat een tabel met het oog op het toezicht op de naleving van de inzamelingsdoelstellingen, die inhoudelijk is aangepast aan de wijzigingen welke in artikel 9 van het gemeenschappelijk standpunt zijn aangebracht. De markeringsvoorschriften van bijlage II zijn overgeheveld naar artikel 18 van het gemeenschappelijk standpunt, zodat bijlage II conform de amendementen die het Europees Parlement in eerste lezing heeft aangenomen alleen nog het ter markering te gebruiken symbool (een doorgekruiste vuilnisbak op wieltjes) bevat. De uitvoerige verwerkings- en recyclingvoorschriften van artikel 15, lid 2, en artikel 19, lid 1, van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie zijn overgeheveld naar bijlage III van het gemeenschappelijk standpunt. 4. CONCLUSIE Met haar voorstel voor een batterijenrichtlijn beoogde de Commissie de verbranding en het storten van afgedankte batterijen volledig te voorkomen. Om dit doel te bereiken had zij hoge inzamelings- en recyclingdoelstellingen voor alle types batterijen voorgesteld, en met name een bijzonder hoge inzamelingsdoelstelling voor draagbare cadmiumbatterijen, teneinde een zogeheten gesloten-lussysteem tot stand te brengen. In zijn gemeenschappelijk standpunt heeft de Raad de voorkeur gegeven aan andere beleidsmaatregelen om de doelstellingen van het voorstel van de Commissie te realiseren. Omdat het gemeenschappelijk standpunt qua milieudoelstellingen ten minste even ambitieus is als het voorstel van de Commissie, kan de Commissie het maatregelenpakket als geheel ondersteunen. Verklaring van de Commissie met betrekking tot de door de Raad uitgevoerde effectbeoordeling: De Commissie acht het van belang dat effectbeoordelingen voortaan worden uitgevoerd conform de overeengekomen interinstitutionele doelstellingen inzake betere regelgeving. De drie instellingen dienen deze punten verder te onderzoeken tijdens de lopende werkzaamheden in het kader van het interinstitutioneel akkoord, zodat overeenstemming kan worden bereikt over een methode voor dergelijke effectbeoordelingen. NL 9 NL