Programma van en Brandmeldinstallatie Zorgcentrum Maria Oord Hansweert Documentnummer 133.2.2134 PvE BMI
A.3 Model PvE A.3.1 Gegevens De gegevens moeten worden ingevuld door de opsteller van het PvE. Documentnummer: 133.2.2134 -PvE BMI Datum opmaak: 20-02-2013 Opsteller van het PvE Naam: Alfred Meekhof Bedrijfsnaam: Wolter en Dros Erkenningsnummer NCP 0478 N.v.t. Certificaat vereist: JA Indien JA Risicocategorie: Midden volgens het bouwbesluit moet er een inspectiecertificaat worden afgegeven NEE Bouwwerk: Doel installatie: Gebruiksfunctie: Zorgclusterwoning voor 24-uurs zorg in een woongebouw Naam object: Zorgcentrum Maria Oord Adres: Maarten Broersweg 42 4417 BL Hansweert Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandbeveiligingsinstallatie Bescherming milieu Continuïteit bedrijfsvoering Anders, Bouwvergunning: Nummer: 313119 Gebruiksvergunning: Nummer: Niet bekend Eigenaar/gebruiker: ende partij(en): Bedrijfsnaam: Stichting Ter Weel Adres: Joannaplantsoen 1 4462 AV Goes Telefoon: 0113 21 68 78 Contactpersoon: Mevrouw J. Delnoij Naam Beheerder brandmeldinstallatie: (Nog niet bekend) Deze persoon wel bekend zijn als de installatie is opgeleverd Bevoegde autoriteit (Brandweer) Verzekeraar Eigenaar / Gebruiker Bijlagen: Tekeningen Brandmeldinstallatie bouwlaag: 133.2.2134 HG-EB01 d.d. 29-01-2013 133.2.2134 HG-EB02 d.d. 29-01-2013 133.2.2134 HG-EB11 d.d. 29-01-2013 133.2.2134 HG-EB12 d.d. 29-01-2013 133.2.2134 HG-EB21 d.d. 29-01-2013 133.2.2134 HG-EB22 d.d. 29-01-2013
Indeling detectiezones: 133.2.2134 BMI01 d.d. 08-02-2013 133.2.2134 BMI11 d.d. 08-02-2013 133.2.2134 BMI21 d.d. 08-02-2013 Blokschema BMI: 133.2.2134 B01 d.d. 21-11-2012
A.3.2 en De eisen moeten worden ingevuld door de opsteller van het PvE. Paragraaf van NEN 2535:2009 10.2 Omvang van de brandmeldinstallatie Geëist door: B V E G Volledige bewaking Gedeeltelijke bewaking Ruimtebewaking Niet-automatische bewaking Ruimtebewaking Objectbewaking (toelichten) B =bevoegde autoriteit (brandweer) V = verzekeraar E = eigenaar G = gebruiker De brandweer eist volgens het bouwbesluit 2012 welke in gegaan is op 1april 2012 gedeeltelijke bewaking met doormelding naar het RAC (regionale alarm centrale) en de zusterpost voor Zorgclusterwoning voor 24-uurs zorg in een woongebouw. De eigenaar eist voor het gebouw volledige bewaking met doormelding naar het RAC. Ruimten die uitgesloten van detectie zijn: - Kruipruimten - E- en W-schachten niet voorzien van de ontstekingsbronnen, en niet toegankelijke voor personen. - Hoogspanningsruimte / ruimte NUTS-bedrijven - Gasmeterkast - Ventilatieruimte
Paragraaf van NEN 2535:2009 4.2 Brandgrootte Ruimte(n) : Nummer brandgrootte: 1. Polyurethaan matten Overige ruimten 1 of 2 2. Beukenhouten blokjes (spoel)keukens 7 5. PVC-draad volgens BS 6266 7. Brandspiritus 8. Andere overeengekomen brandgrootte (omschrijven/ vastleggen bij toelichting) Toelichting proefbranden: Indien er sprake is van niet standaard ruimten dienen er proefbranden te worden uitgevoerd. De (Spoel) Keukens/pantry s mogen voorzien van thermische melders, maar het verdient de aanbeveling om deze in eerste instantie te voorzien van multicriteria melders. Mochten deze toch teveel ongewenste of onechte meldingen veroorzaken mogen deze vervangen worden door thermische melders. 4.3 Prestatie-eis voor ongewenste en onechte brandmeldingen Gebruiksfunctie: Risicoklasse extern A Risicoklasse intern D B E C B Het maximale aantal ongewenste en onechte meldingen moet bij inbedrijfstelling of oplevering in het logboek worden vastgelegd. Ongewenste brandmeldingen intern max. 2,1 meldingen per 100 melders per jaar en extern max. 1,05 meldingen per 100 melders per jaar. Onechte brandmeldingen intern max. 0,9 meldingen per 100 melders per jaar en extern max. 0,45 meldingen per 100 melders per jaar. 10.11.3 Bijzondere omgevingsinvloeden voor het voorkomen van ongewenste en onechte meldingen Ruimte Omstandigheden 4.4 Prestatie-eisen voor de systeembeschikbaarheid De prestatie-eisen voor de systeembeschikbaarheid is 99,7% Toelichting bijzondere situaties:
Paragraaf van NEN 2535:2009 10.3 Indeling detectiezones Bijlage :Indeling detectiezones Begane Grond Bijlage :Indeling detectiezones 1 e verdieping Bijlage :Indeling detectiezones 2 e verdieping
Indeling detectiezones Begane Grond:
Indeling detectiezones 1e verdieping:
Indeling detectiezones 2e verdieping
Paragraaf van NEN 2535:2009 8.6 Sturingen automatische brandbeveilings installaties (C of G in figuur 1) Installatie: Ontruimingsinstallatie Kleefmagneten Algemeen Detectiezone AM HM Vluchtdeuren Overdrukinstallatie noodtrappenhuizen Liften Flitslicht Brandweeringang. Brandweeringang Luchtbehandelingsinstallatie Brandpomp PZI installatie. Ontruimingsalarmering: De eisen gesteld aan de ontruimingsalarminstallatie zijn opgenomen in een separaat Programma van en met documentnummer 1301.07804m, d.d. 25-01-2013 dit is een integraal onderdeel van dit Programma van en. Kleefmagneten: Bij een brandmelding moeten de kleefmagneten worden vrijgegeven zodat de bijbehorende deuren worden gesloten om de brandcompartimentering te waarborgen. Vluchtdeuren: Ontgrendelen vluchtdeuren betreft alle elektrische deuren en deuren die zijn voorzien van een elektrische sluitplaat en/of elektrisch slot die zich in de vluchtweg bevinden. Bij een brandmelding moeten deze worden ontgrendeld en/of vrijgegeven en handmatig kunnen worden geopend. Luchtbehandelingsinstallatie: Bij een brandmelding moeten de toevoer en de afvoer naar 100% worden geschakeld. Recirculatie moet worden uitgeschakeld. Tevens moet bij het brandweer paneel 2 stuks 3- standenschakelaars worden opgenomen voor de bediening van de luchtbehandelingsinstallatie door de brandweer. Liften: Bij een brandmelding moeten de lift naar de hoofdstopplaats (begane grond) worden gestuurd en daar met geopende deuren blijven staan. De bediening van de lift moet worden geblokkeerd. Brandweeringang: Dit betreft de elektrische entreedeuren bij de hoofdentree. Bij een brandmelding moeten deze worden vrijgegeven en handmatig kunnen worden geopend.. Brandpomp: Bij een brandmelding wordt de brandpomp ingeschakeld PZI Installatie: Deze PZI installatie is er voor dat er een melding komt in de zusterpost en voor het inschakelen van de BHV organisatie van het gebouw bij een brandmelding (Conform NEN2535 en Handboek brandbeveiligingsinstallaties NVBR/NIBRA)
Paragraaf van NEN 2535:2009 10.7 Plaats brandweeringang N.v.t Hoofdingang gelegen aan Maarten Broersweg Anders, namelijk: De Brandweeringang moet worden voorzien van een sleutelbuis Flitslicht brandweeringang JA Nee Kleur ROOD De Flitslichten moeten worden uitgevoerd met een rode kap en vanaf de aanrij route van de brandweer goed zichtbaar worden gemonteerd, in de directe nabijheid van de brandweeringangen Brandweerpaneel vereist JA NEE (alleen als er geen doormelding is vereist) Paragraaf van NEN 2535:2009 Locatie brandweerpaneel N.v.t Anders, namelijk: bij Hoofdingang
Paragraaf van NEN 2535:2009 6.5 Uitvoering brandweerpaneel N.v.t. Geen specifieke eisen (tekstpaneel of alfanumeriek paneel) Tekstpaneel of alfanumeriek paneel (BMC) met tekening Geografisch paneel Bij de brandmeldcentrale moet een verduurzaamde plattegrond op A3-formaat worden opgehangen Herstelmogelijkheid voor de brandweer op brandweerpaneel N.v.t. Niet noodzakelijk Noodzakelijk Brandweerpaneel ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit (brandweer) N.v.t. Ja Nee De verduurzaamde plattegrond moet ter goedkeuring aan de brandweer worden voorgelegd 6.2.2 Opties brandmeldcentrale Verificatie van meldingen Vertraging van de uitgangssignalen naar C en/of G Vertraging van de uitgangssignalen naar E (aparte toestemming van de brandweer vereist) handmelders melden rechtstreeks door naar de meldkamer van de brandweer. Indien de Brandweer vertragingstijden toestaat, moet de schriftelijke verklaring van de Brandweer bij het PvE en in het logboek aanwezig zijn Tevens dient de functionaliteit, bediening en werking van de doormeld vertraging aan de aansluitvoorwaarden van de brandweer en/of regionale alarmcentrale (R.A.C.) te voldoen 8.2 Doormelding van storing naar 24 uur bezet ontvangststation voor storingsmeldingen Intern Extern PAC locatie:.. Andere locatie: RAC
De accucapaciteit van de brandmeldcentrale moet voldoende zijn en er moet een onderhoudscontract aanwezig zijn op de installatie waarin binnen 24 uur actie wordt ondernomen Doormeldingen naar zal gebeuren naar RAC. 3. Storing 8.4 Doormelding van het brandalarm Categorie Geen doormelding vereist Type 1 Type 2 In Zeeland is ten tijde van het opmaken van dit PVE een DM1-verbinding technisch niet realiseerbaar. Daarom mag tijdelijk worden volstaan met een DM2-verbinding tot het moment dat een DM1-verbinding mogelijk is, de beoordeling van het tijdstip dat een DM1-verbinding moet worden gerealiseerd berust bij de gemeentelijke Brandweer. Doormelding zal gebeuren naar de Regionale alarmcentrale (RAC) van de Brandweer Zeeland te Middelburg. Automatische- en handmeldingen moet apart worden doorgemeld naar het (RAC) de regionale meldkamer van de brandweer Zeeland en wel volgens de volgende criteria. 1. Automatische meldingen 2. Handmeldingen Paragraaf van NEN 2535:2009 10.6.2 Signalering interne organisatie Brandmeldcentrale Bedienings- en signaleringspaneel Akoestische signaalgevers Locatie: Locatie: Stil ontruimingsalarminstallatie (NEN 2575) Luid ontruimingsalarminstallatie (NEN 2575) Het gebouw dient te worden uitgevoerd als een type B- installatie (Slowwhoop)
Opmerkingen: Brandmeldinstallatie: Volgens het nieuwe Bouwbesluit welke in gegaan is op 1 April 2012 artikel 6.20 moet de brandmeldinstallatie van een woonfunctie voor zorg, zorgclusterwoningen voor 24 uurs zorg in een woongebouw voldoen aan gedeeltelijke bewaking met een doormelding naar het RAC en naar een ZP (zusterpost) Het ontwerp, de uitvoering, de comptabiliteit en de kwaliteit van de brandmeldinstallatie dient in overeenstemming te zijn met de norm NEN2535 : 2009 en correctieblad NEN2535/C1: 2010. Ontruimingsinstallatie: Volgens het zelfde bouwbesluit artikel 6.23 als een gebruiksfunctie voorzien moet worden van een brandmeldinstallatie heeft deze ook een ontruimingsinstallatie nodig. De ontruimingsinstallatie dient te voldoen aan de norm NEN2575, 2004 en dient voor: het hele gebouw te worden uitgevoerd als een type B- installatie (Slowwhoop) De type B- installatie dienen aangestuurd te worden door het activeren van een Auto- of Handmelder in alle zones van het gebouw De eisen gesteld aan de ontruimingsalarminstallatie vallen buiten dit Programma van en, hiervoor is een PvE opgesteld voor ontruimingsinstallatie. N.B.: De ontruimingsalarminstallatie zal niet worden gecertificeerd, omdat hiervoor nog geen certificeringregeling bestaat. Bekabeling: sturingen vanuit de brandmeldcentrale dienen als functiebehoud te worden uitgevoerd. Deze moeten voldoen aan de NPR 2576, 2005 Liftschacht personenlift: De schacht van de personenlift dient te worden voorzien van een Aspiratie rookmelder. Hiervoor is geen brandproef noodzakelijk. Er is gekozen voor Aspiratie omdat de liftschacht niet meer toegankelijk is. Noodstroomvoorziening: De noodstroomvoorziening van de brandmeldinstallatie dient te voldoen aan artikel 6.4.1 van de NEN 2535 : 2009 Ongewenste en onechte brandmeldingen: Het erkend branddetectiebedrijf dient in het Rapport van Oplevering te vermelden de maximale hoeveelheid ongewenste en onechte meldingen. Dit moeten gebaseerd op de NEN2535: 2009 art 4.3. inclusief toelichting. De bijbehorende berekening maakt deel uit van het Rapport van Oplevering Certificaten: Na de oplevering dient een kopie van het rapport van oplevering als bedoelt in de Regeling Brandmeldinstallaties en een kopie van het certificaat aan de Commandant van de gemeentelijk brandweer te worden toegezonden. Voorst dient jaarlijks na onderhoud door het branddetectiebedrijf een kopie van het rapport van onderhoud en het hernieuwde certificaat aan de Commandant van de gemeentelijk brandweer. Onderhoudscontract: Door de opdrachtgever dient een onderhoudscontract te worden afgesloten voor het gehele complex De controle, het beheer en het onderhoud van de brandmeldinstallatie dient jaarlijks, overeenkomstig de Regeling Brandmeldinstallaties te worden uitgevoerd volgens de norm NEN 2654-1
A.3.3 Goedkeuring Dit deel van het PvE moet worden ingevuld door de eisende partij(en), belanghebbende(n) en de opsteller van het PvE. Partij Gegevens Handtekening Bevoegde autoriteit (Brandweer) ende partij Naam: Gemeente Reimerswaal Adres: Oude Plein 1 Plaats: 4416 AK Kruiningen Contactpersoon: Telefoon: Verzekeraar ende partij Naam: Adres: Plaats: Contactpersoon: Eigenaar/Gebruiker Telefoon: Naam: Stichting Ter Weel Adres: Joannaplantsoen 1 ende partij Belanghebbende Plaats: 4462 AV Goes Contactpersoon: Mevrouw J. Delnoij Telefoon: 0113 21 68 78 Opsteller van het PvE Naam: Wolter en Dros Adres: Rostockweg 3 Plaats: 9723 HG Groningen Contactpersoon: A. Meekhof Telefoon: 050-5471463