Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Bossigheid in Zantedeschia

Onkruidbestrijding in Nerine

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Screening herbiciden voor toepassing na opkomst in bloembolgewassen. Annette Bulle en Marga Dijkema

Droogrotbestrijding in gladiolen

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Onderzoek naar oorzaak van ploffers in Dahlia.

Warmwaterbehandeling lelie

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Burkholderia in gladiolen

Heetstook van Zantedeschia

Interactie Moddus en Actirob

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij

AGRO VITAL Inhoudsopgave:

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Herinplantziekte bij pioenrozen

Alternatieven voor onkruidbestrijding met paraquat in zomerbloemen

Duurzame energietechniek

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Butisan S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer 8660 N W.9 Productgroep: herbicide Formulering: vloeistof Werkzame stof:

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL

Groeiregulatie in Engels raaigras

Chemische onkruidbestrijding asperge

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Californische trips in lelie

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Onkruid vergaat niet. Onderwerpen. Onkruidproblematiek. Onkruid vergaat niet. Methoden onkruidbestrijding. Chemische onkruidbestrijding

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Groeiregulatie in Engels raaigras

Bemesting van tulp in de broeierij

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

Alternatieven voor Gramoxone en Actor in de bloembollenteelt

Geelziek in bijzondere bolgewassen

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Verbeterde warmwaterbehandeling in lelie

Screening middelen tegen geelziek (Xanthomonas campestris pv. hyacinthi)

Onkruidbestrijding in de teelt van chrysant

Gebruik kalkstikstof in witte asperge

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij en bleekselderij

Herbicidenproeven

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Screening herbiciden in rabarber

CORZAL W3. EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.

Onderzoek naar de bestrijding van de bacterieziekte Burkholderia gladioli in gladiool. Hans Kok en Hans van Aanholt

Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.

Verspreiding van zuur vanuit plantgoed en vanuit de grond

Duurzame onkruidbeheersing d.m.v. afdekmaterialen onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Bestrijding van Sclerotinia in stamslabonen en wortelen Proefjaar 2003

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Houdbaarheid Hydrangea

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004

400 g/l pendimethalin

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Toelatingsonderzoek herbiciden in knolselderij

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009

Onkruidbestrijding met Basta 200 in zomerbloemen

Bestrijding van trips in gladiool

AGRITON Inhoudsopgave:

Screening herbiciden in knolselderij

Transcriptie:

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia P.J. van Leeuwen, A.Th. J. Koster, J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen januari 2005 PPO nr.330928

2005 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Projectnummer: 330928 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen Adres : Prof. Van Slogterenweg 2, 2161 DW Lisse : Postbus 85, 2160 AB, Lisse Tel. : 0252 46 21 21 Fax : 0252 46 21 00 E-mail : infobollen.ppo@wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

Inhoudsopgave pagina SAMENVATTING...5 1 INLEIDING... 7 2 MATERIAAL EN METHODE... 9 3 RESULTATEN... 11 4 CONCLUSIE EN DISCUSSIE... 15 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

Samenvatting Na het niet meer beschikbaar zijn van de herbicide simazin is er geen goede onkruidbestrijding in knolbegonia meer mogelijk. Vanuit het verleden is bekend dat het gewas gevoelig is voor herbiciden. Omdat de zaailingen, die vanaf half mei buiten worden geplant, in eerste instantie traag wortelen is mechanische onkruidbestrijding geen optie. De planten worden bij aanraking direct van de wortel getrokken wat tot afsterven leidt. In dit onderzoek is de werking van fenmedifam (1 l/ha) alleen of in combinatie met metamitron (0,5 kg/ha) onderzocht bij drie cultivars. Uit eerder onderzoek bleek deze combinatie bij Dahlia, ook gevoelig voor herbiciden, toepasbaar te zijn. De combinatie van de twee middelen bleek behoorlijk effectief na in het begin viermaal wekelijks toegepast te zijn. Later in het seizoen ontstond er volgens de kweker toch weer onkruid en was de algehele werking volgens hem toch minder dan die van in het verleden gebruikte middelen. Wel is er gewasschade (groeiremming, verbrande bladranden) geconstateerd, één week na de laatste van de vier bespuitingen. Het gewas groeide later volgens de kweker door de schade heen. Uiteindelijk leidden de bespuitingen met de combinatie van middelen niet tot betrouwbaar minder knollen of lager totaal oogstgewicht of een lager gemiddeld knolgewicht. Slechts bij één cultivar is er een tendens dat de combinatie voor een opbrengstreductie zorgde. Dit is een eerste aanwijzing dat er mogelijkheden zijn voor het toepassen van andere herbiciden dan in het verleden. Verder onderzoek moet aangeven hoe groot de kans op schade is. Verder lijkt voor vervolgonderzoek de toepassing van enkele bodemherbiciden interessant vanwege specifieke omstandigheden direct na het planten waarbij de bodem vochtig blijft. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

1 Inleiding Gedurende vele jaren is met succes het middel Simazin gebruikt tegen onkruid in de knolbegoniateelt. Nu dit middel niet meer is toegelaten ontstaat de vraag in hoeverre de combinatie van metamitron (Goltix) met fenmedifan (Herbasan) in een lage dosering succesvol gebruikt kan worden. Vanuit de praktijk is bekend dat knolbegonia zeer gevoelig is voor herbiciden, vergelijkbaar met Dahlia. De bovengenoemde combinatie (waarbij fenmedifam nog niet is toegelaten) bleek in onderzoek bij Dahlia ook bruikbaar. Dit onderzoek moet een eerste indruk geven of er mogelijkheden voor onkruidbestrijding in knolbegonia zijn zonder gewasschade. Omdat de zaailingen van knolbegonia na het planten traag wortelen is mechanische onkruidbestrijding niet mogelijk. Een licht aanraking van de planten zal de beworteling verstoren waardoor de planten afsterven. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

2 Materiaal en Methode Onderzocht is of de combinatie van metamitron met fenmedifam toegepast als lage dosering zonder schade aan het gewas mogelijk is. Naast de combinatie is ook fenmedifam alleen toegepast om de eventuele schade van dit middel alleen te bepalen. Er is beoordeeld op de stand van het onkruid en het gewas kort na het toepassen van de middelen. Daarnaast zijn na het rooien de knollen gespoeld om te ontdoen van de grond, teruggedroogd en 3 december geteld en gewogen. Knolbegonia wordt geteeld uit zaad. In de winter wordt het zaad gezaaid en na eenmaal verspeend te zijn ná half mei wanneer de kans op nachtvorst weg is, op het land uitgeplant. Zavelgronden zijn daarvoor goed geschikt, zandgronden niet. Na het uitplanten worden de zaailingen met grof jute afgedekt tegen zonnebrand en regelmatige beregend om uitval door droogte te voorkomen. Het onderzoek is uitgevoerd bij de Fa. Kolken te Dirkshorn. Cultivar : Pastel Cascade picoté wit Non Stop geel Plantdatum : 7-8 juni 2004 Behandelingen : geen Fenmedifam (Herbasan) 1 l/ha Fenmedifam 1/ha + metamitron (Goltix) 0,5 kg/ha Data bespuitingen : 15, 22, 30 juni en 7 juli 2004 Rooidatum : november 2004 Proefschema: Behandeling cultivar behandeling 1 Pastel controle (geen bespuiting) 2 Pastel fenmedifam 1 l/ha 3 Pastel fenmedifam 1 l/ha + 0,5 kg/ha metamitron 4 Cascade picoté wit controle (geen bespuiting) 5 Cascade picoté wit fenmedifam 1 l/ha 6 Cascade picoté wit fenmedifam 1 l/ha + 0,5 kg/ha metamitron 7 Non Stop geel controle (geen bespuiting) 8 Non Stop geel fenmedifam 1 l/ha 9 Non Stop geel fenmedifam 1 l/ha + 0,5 kg/ha metamitron Proefveldje (=herhaling) = 3 meter rug + 1 meter rand. Op 3 meter rug staan 55 zaailingen. Per behandeling zijn 4 herhalingen gebruikt. De uitgeplante zaailingen zijn voor het eerst één week na planten gespoten en daarna driemaal wekelijks. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

3 Resultaten Omstandigheden tijdens het spuiten: Datum tijd omstandigheden 15 juni 9.30 10.30 uur Overwegend zonnig, 19 C, wind 4-5 Bft. 22 juni 9.30 10.30 uur Overwegend zonnig, 20 C, wind 1-2 Bft. 30 juni 9.30 10.30 uur Bewolkt, 18 C, wind 4 Bft. 7 juli 9.30 10.30 uur Overwegend zonnig, 20 C, wind 2-3 Bft. Algemene waarnemingen: 15 juni: 1 e bespuiting: geen schade aan gewas zichtbaar en geen onkruid 22 juni: 2 e bespuiting: geen schade aan gewas zichtbaar en geen onkruid 30 juni: 3 e bespuiting: behandeling 1 t/m 3 geen onkruid, blad een beetje gelig bij alle behandelingen. behandeling 4 t/m 6, beetje onkruid, overal evenveel. Bij alle behandelingen beetje bruine vlekken in het blad behandeling 7 t/m 9, beh 7 meer onkruid dan in 4 t/m 6 (duidt op plaatseffect), in beh 8 kleiner onkruid dan in beh 7. In beh 9 geen onkruid. Net als bij 4 t/m 6 beetje bruine vlekken in alle behandelingen. 7 juli: 4 e bespuiting: behandeling 1 en 2 beetje onkruid, beh 3 niet. Beh 3 lijkt in groei achter te blijven tov beh 1 en 2. behandeling 4 en 5 beetje onkruid, beh 6 minder. Beh 4 en 5 geen zichtbare schade, beh 6 bruine randjes aan blad behandeling 7 beetje onkruid, beh 8 minder en beh 9 geen. Bij beh 9 blijft de bloei achter tov beh 7 en 8. Verder heeft beh 9 enkele bruine bladrandjes. Op 14 juli 2004 is gewasstand en onkruidstand beoordeeld, dit is één week na de 4 e en laatste bespuiting. Onkruid Beoordeling onkruidstand: 1 = geen onkruid, 10 = heel veel onkruid Er was een verloop van de hoeveelheid onkruid op het veld. Bij behandeling 1 t/m 3 (Pastel) staat een 10 voor 1% onkruidbedekking op het veld. Bij behandeling 4 t/m 6 (Cascade picoté wit) staat een 10 voor 10% onkruidbedekking op het veld. Bij behandeling 7 t/m 9 (Non Stop geel) staat een 10 voor 20% onkruidbedekking op het veld. Waargenomen onkruiden op het perceel in de proef: brandnetel, muur, perzikkruid, straatgras, kruiskuid, melde, kamille, herderstasje, varkensgras. Tabel 1. Beoordeling van het onkruid op 14 juli 2004 (schaal zie boven). onkruidbestrijding Cultivar geen fenmedifam fenmedifam+metamitron Pastel 6.3 2.8 1.0 Cascade 10.0 6.5 1.0 Non Stop 10.0 6.3 1.0 In tabel 1 zijn de gemiddelde cijfers per behandeling weergegeven. In de statistische verwerking (Anova) kwamen twee hoofdeffecten naar voren, geen interactie. Het gebruik van alleen fenmedifam gaf minder onkruid dan de controle. De combinatie van fenmedifam + metamitron gaf nog betrouwbaar minder onkruid dan alleen fenmidifam. Er was op het moment van beoordelen nog geen onkruid zichtbaar bij de combinatie. Volgens de kweker is er in de loop van het seizoen toch wel wat onkruid opgekomen. Hij beoordeelde de combinatie als minder goed dan de werking van Simazin in het verleden. In de cultivar Pastel kwam minder onkruid voor dan in de andere twee cultivars. Dit is een plaatseffect. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

Gewasstand Beoordeling gewasstand: 1 = alle planten zijn weg, 10 = alle planten staan er perfect bij. Tabel 2. Beoordeling van de gewasstand op 14 juli 2004 (schaal zie boven). onkruidbestrijding Cultivar geen fenmedifam fenmedifam+metamitron Pastel 10.0 8.0 5.0 Cascade 9.75 9.5 7.0 Non Stop 10.0 10.0 4.75 LSD = 0.85 In tabel 2 zijn de gemiddelde cijfers per behandeling weergegeven. In de statistische verwerking (Anova) kwam een interactie naar voren. Bij Pastel gaf een bespuiting met alleen fenmedifam een slechtere stand dan de controle. Een combinatie van fenmedifam + metamitron gaf een nog slechtere gewasstand. Bij Cascade en Non Stop gaf alleen de combinatie van fenmedifam + metamitron een slechtere gewasstand dan de controle of alleen fenmedifam. Volgens de kweker waren er later in het seizoen (augustus/september) geen verschillen meer te zien in gewasstand. Het gewas groeide door de schade heen. Aantal geoogste knollen Gemiddeld over de hele proef zijn 51,6 knollen per herhaling geoogst. Dit betekend dat er 6,2% uitval heeft plaatsgevonden. In tabel 3 is het aantal geoogste knollen te zien. Er was één betrouwbaar verschil: van de cultivar Pastel zijn minder knollen geoogst dan van de andere twee cultivars. De bespuitingen waren niet van invloed op het aantal geoogste knollen. Er is echter wel een tendens (90% betrouwbaar) dat de combinatie van fenmedifam + metamitron bij Pastel tot meer uitval leidde. Totaal oogstgewicht Bij het totaal oogstgewicht is er alleen een betrouwbaar verschil tussen de cultivars. Het totaal oogstgewicht van Pastel was groter dan het totaal oogstgewicht van de andere twee cultivars. Er was geen betrouwbaar effect van de herbiciden op de gewichtsopbrengst. Gewicht per knol Bij het gewicht per knol is er alleen een betrouwbaar verschil tussen de cultivars. Het gemiddeld knolgewicht van Pastel was groter dan van de andere twee cultivars. Er was geen betrouwbaar effect van de herbiciden op het gemiddeld knolgewicht. Er is echter wel een tendens (90% betrouwbaar) dat de combinatie van fenmedifam + metamitron bij Pastel tot een lichtere knol leidde. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12

Tabel 3. Aantal geoogste knollen, totaal oogstgewicht (g) en gemiddeld gewicht per knol (g) gemiddeld per behandeling. Cultivar behandeling aantal gewicht gewicht/knol Pastel controle 50.3 2450 48.7 Pastel fenmedifam 50.3 2433 48.5 Pastel fenm+metamitron 47.3 2125 44.8 Cascade controle 53.8 1109 20.6 Cascade fenmedifam 53.3 1005 18.8 Cascade fenm+metamitron 54.0 954 17.7 Non Stop controle 51.8 890 17.2 Non Stop fenmedifam 51.0 1085 21.3 Non Stop fenm+metamitron 52.5 988 18.9 LSD (P<0,05) 2.96 250.5 4.43 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 13

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 14

4 Conclusie en discussie Viermaal een bespuiting met fenmedifam gaf minder onkruid dan de onbespoten controle. Viermaal een bespuiting met fenmedifam + metamitron gaf minder onkruid dan een bespuiting met alleen fenmedifam. Een week na de vierde en laatste bespuiting (= 5 weken na planten) was het veld door de combinatie van fenmedifam + metamitron nog steeds onkruidvrij. De kweker constateerde later in het seizoen toch onkruid en beoordeelde de bespuiting met de combinatie minder effectief dan de bespuiting met Simazin in het verleden. De combinatie van fenmedifam + metamitron gaf 5 weken na planten een slechtere gewasstand dan de controle door groeiremming (kleinere plant en tragere bloei) en bruine bladrandjes. Bij de cultivar Pastel gaf alleen de bespuiting met fenmedifam ook al een mindere gewasstand dan de controle. Later in het seizoen trokken de verschillen in gewasstand volgens de kweker weg. De bespuitingen met de herbiciden (fenmedifam alleen of in combinatie met metamitron) waren niet van invloed op het aantal geoogste knollen, totaal oogstgewicht en gemiddeld knolgewicht. Bij de cultivar Pastel is er wel een tendens dat de combinatie tot meer uitval en een gemiddeld wat lichtere knol leidde. Het gewas was dit seizoen blijkbaar in staat om over de waargenomen gewasschade heen te groeien en toch een goede knolproductie te geven. Dit is een eerste aanwijzing dat er wellicht mogelijkheden zijn voor toepassing van de combinatie van fenmedifam + metamitron in knolbegonia hoewel er bij de cultivar Pastel een neiging tot opbrengstderving blijkt te bestaan. Herhaling van het onderzoek moet duidelijkheid geven over de kans op schade. Door de specifieke teeltwijze, namelijk het land de eerste drie weken afdekken met grof jute en het land nat houden zijn er wellicht toch ook mogelijkheden voor de eenmalige inzet van een bodemherbicide aan het begin van de teelt omdat die onder dergelijke omstandigheden zeer goed werkzaam zijn. Dit verdient nadere aandacht. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 15