zwangerschap Met paroxetine is ruime ervaring tijdens de zwangerschap (meer dan 7000 zwangerschappen).

Vergelijkbare documenten
zwangerschap Met sertraline is ruime ervaring tijdens de zwangerschap (meer dan 7000 zwangerschappen).

borstvoeding Uit enkele case-reports is bekend dat trazodon in kleine hoeveelheden overgaat in de moedermelk.

SSRI. Protocol NVOG/NVK 2012 VSV Geert Jan Blok

SSRI-gebruik tijdens zwangerschap, bevalling en kraambed

De Multidisciplinaire Richtlijn SSRI s tijdens zwangerschap, kraambed en lactatie. Tom Schneider, gynaecoloog Mede namens de Richtlijncommissie

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: liothyronine t/m 4676

Zwangerschap bij de psychiatrische patient. Cijfers telefoondienst TIS. TIS kenniscentrum. vragen/exposities SSRI s

borstvoeding Levothyroxine komt slechts in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht.

Psychiatrie rond zwangerschap. Corné van Lieshout, psychiater

Titel protocol ziektebeeld SSRI/SNRI gebruik in zwangerschap Transmuraal verloskundig samenwerkingverband

Werkafspraak SSRI in de zwangerschap oktober 2014

Medisch protocol te gebruiken door verloskundigen, Obstetrieverpleegkundigen en kinderverpleegkundigen, kinderartsen en gynaecologen.

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: insuline aspart (protamine)

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Gebruik van SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed.

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Gebruik van antidepressiva (SSRI) voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol.

IBD = Inflammatoire Darmziekten; IM = intramusculair; TGA = Therapeutic Goods Administration; TIS = Teratologie Informatie Service;

Gebruik van antidepressiva voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: enoxaparine t/m 2811

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800

Gebruik van SSRI-medicijnen

SSRI-medicijnen. Gynaecologie / Verloskunde. Gebruik rondom de zwangerschap. Inhoud. 1. Achtergrond. 2. Als u zwanger wilt worden

SSRI-medicatie en zwangerschap BEHANDELING

Protocol SSRI/SNRI gebruik in de zwangerschap en de behandeling van de

Chapter 10. Samenvatting

M/P ratio = Melk/Plasma ratio; TGA = Therapeutic Goods Administration; TIS = Teratologie Informatie Service

Neonatale onttrekkingsverschijnselen kunnen zijn: De bevalling Het kraambed

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Gebruik van antidepressiva voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

Gebruik van SSRI-medicatie tijdens zwangerschap en borstvoeding. Maatschap Gynaecologie & Kindergeneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Gebruik van SSRI-medicatie Voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed. Poli Gynaecologie

NVOG Voorlichtingsbrochure GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED

SSRI-gebruik. in zwangerschap en kraamperiode

De periode na de bevalling is een periode waarin vrouwen extra gevoelig zijn voor psychische stoornissen.

Gebruik van SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

SSRI-gebruik tijdens de zwangerschap

zwangerschap Cumarinederivaten (vitamine-k-antagonisten) passeren de placenta.

CZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie


Gebruik van SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

Zwangerschap bij een chronische darmziekte

Nederlandse samenvatting

CZS = Centraal Zenuwstelsel; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration; VTE = veneuze trombo-embolie

SCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP

Antidepressiva tijdens zwangerschap en borstvoeding

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet SSRI gebruik in de zwangerschap

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS.

Antidepressiva en Zwangerschap: een kwetsbare combinatie

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS.

PSYCHOFARMACA. Gert- Jan Hendriks, psychiater Directeur Centrum voor Angststoornissen Overwaal Hoofd Zorgprogramma Angststoornissen Pro Persona

Risicominimalisatie materiaal voor voorschrijvers betreffende mycofenolaatbevattende

zwangerschap Over de groep difenylbutylpiperidinederivaten is nog onvoldoende bekend om een uitspraak te kunnen doen over de eventuele risico s.

Benzodiazepine Bij zwangerschap en in het kraambed. Poli Gynaecologie

Zwangerschap met lithium

Gebruik van SSRI-medicatie

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij Zwangerschap en

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij Zwangerschap en

Schildklier en zwangerschap

Schildklierafwijkingen en zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS.

Samenvatting en Discussie

VSV: Verloskundige kringen van: de Kempen-Eindhoven- Strabrecht, en Máxima Medisch Centrum, Veldhoven

, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis

Onttrekkingsverschijnselen bij pasgeborenen na het gebruik van SSRI-medicatie door de moeder

Fysiologische veranderingen tijdens en na de zwangerschap: de invloed op psychofarmaca

Disclosure belangen spreker

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 5. ETHYMAL 125 mg, capsules, zacht ETHYMAL 250 mg, capsules, zacht Ethosuximide

Benzodiazepinegebruik tijdens zwangerschap en lactatie

Factsheet SSRI gebruik in de zwangerschap-

Protocol Psychofarmaca tijdens graviditeit en lactatie

Zwangerschap en bipolaire stoornis avontuur voor patient en behandelaar. Anja Stevens

NeDerLANDse samenvatting

Alcoholgebruik voor, tijdens en na de zwangerschap

Patiëntenvoorlichting Gynaecologie. Schildklierafwijkingen en Zwangerschap

MYCOFENOLAATHOUDENDE GENEESMIDDELEN Informatiegids voor de patiënten. Informatie over de risico's voor de foetus

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter

drugs abc antidepressiva

NVOG Voorlichtingsbrochure BENZODIAZEPINEN BIJ DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED

schildklierafwijkingen en zwangerschap

6 a 8 controles afhankelijk van professionele noodzaak en/of behoefte vrouw. -Er is aandacht gegeven aan medische en psychosociale.

Zwangerschap en IBD. ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-, darm- en leverziekten. Beter voor elkaar

Chlooramfenicol Teva 10 mg/g, oogzalf chlooramfenicol

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

Behandeling met antidepressiva

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS.

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

BIJLAGE VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL TE IMPLEMENTEREN DOOR DE LIDSTATEN

Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap.

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum

Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij

Transcriptie:

Kinderwens, en : paroxetine 2382 t/m 2385 MAO-remmer = monoamineoxidaseremmer; OR = Odds Ratio; PPHN = persisterende pulmonale hypertensie bij de neonaat; RVOTO = right ventricular outflow tract obstructive defects; SSRI = serotonineheropnameremmer; TCA = tricyclisch antidepressivum; TGA = Therapeutic Goods Administration; TIS = Terotologie Informatie Centrum Bron Effect Opmerkingen ref. 1 Lareb TIS. Geneesmiddelen bij Zwangerschap en Borstvoeding. http://www.lareb.nl/ter atologie/naslagwerk- GZB.aspx. Geraadpleegd 13-02- 2013. Met paroxetine is ruime ervaring tijdens de (meer dan 7000 pen). Er zijn veel studies verschenen over het gebruik van SSRI s tijdens de. De uitkomsten van de verschillende publicaties zijn niet eenduidig. Het merendeel van der studies ziet geen duidelijke effecten; als een SSRI geassocieerd wordt met een afwijking is het absolute risico klein. In een klein aantal studies is een hoger risico op hartafwijkingen of een specifieke groep hartafwijkingen gevonden, zoals RVOTO-defecten bij paroxetine. Daarnaast zijn er in studies ook incidenteel hartafwijkingen, met name septumdefecten bij fluoxetine, sertraline en citalopram gevonden. Incidenteel is er melding gemaakt van andere afwijkingen. Er zijn geen aanwijzingen dat SSRI s (inclusief paroxetine) bij gebruik in de een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen in het algemeen of specifieke afwijkingen geven. Een licht verhoogd risico op specifieke hartafwijkingen bij paroxetine of specifieke afwijkingen bij SSRI s is niet helemaal uit te sluiten. Als er al een associatie bestaat zijn de absolute risico s gering, omdat de prevalentie van de afwijkingen laag is. Bij langdurig gebruik van SSRI s tot aan de partus kunnen ontwenningsverschijnselen bij de neonaat optreden (o.a. prikkelbaarheid, tremoren, hypertonie, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen). Deze treden meestal op in de eerste dagen na de geboorte, zijn van voorbijgaande aard en dosisafhankelijk. In een aantal publicaties is het optreden van PPHN geassocieerd met het gebruik van SSRI s aan het einde van de. Andere studies hebben dit effect niet bevestigd. Een uitspraak over een causaal verband is op dit moment niet mogelijk. Er bestaat, voor zover bekend, geen verschil in risico tussen de verschillende SSRI s. In enkele case-reports zijn neonatale bloedingen of hematomen na het gebruik van SSRI s door de moeder gemeld. kinderwens (vrouw) Indien voor de een SSRI gebruikt wordt, moet een afweging gemaakt worden of de medicatie gecontinueerd moet worden. Van belang is de indicatie en ernst van de klachten, respons op huidige medicatie en de eventuele wens om te geven. Indien medicatie noodzakelijk is, kan de bestaande therapie voortgezet worden of kan overwogen worden om de medicatie om te zetten naar een middel waarmee meer ervaring is opgedaan tijdens de. Omzetten op een ander antidepressivum dient voor de conceptie plaats te vinden. Op grond van bestaande ervaring gaat de voorkeur uit naar een TCA of een SSRI. Als tijdens de een SSRI gestart dient te worden, gaat de voorkeur uit naar middelen met de meeste ervaring: fluoxetine, sertraline en citalopram. Paroxetine kan overwogen worden indien gestart wordt na het 1 e trimester. Eerdere positieve ervaring met een SSRI of de wens om te geven, kan de keuze mede bepalen. Abrupt stoppen of omzetten tijdens de wordt afgeraden in verband met het risico op terugkeer van de depressie. : Paroxetine handhaven tijdens de. Gebruik van antidepressiva hoeft geen reden te zijn om het geven van te stoppen. Er zijn voldoende middelen die kunnen 1

ref. 2 Schaefer C et al. Drugs during pregnancy and lactation. Treatment options and risk assessment. Londen: Academic Press; 2007. p. 291-6, 708-9, 716-8. De relatieve kinddosis is laag (<3%) voor paroxetine. In het serum van de zuigeling is het in zeer lage concentraties aanwezig of niet aantoonbaar. Maximale paroxetineconcentraties in de melk zijn na 4 tot 6 uur gevonden. Het toedientijdstip zou op deze gegevens kunnen worden aangepast. Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld na gebruik van paroxetine door de moeder. Antidepressiva gaan over het algemeen in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Bestaande ervaring laat meestal een relatieve kinddosis beneden 10% zien. Er is geen langetermijn-ervaring met het gebruik van antidepressiva in combinatie met. Bij zwangere vrouwen is mogelijk een hogere dosis paroxetine nodig. Er zijn gegevens van enkele duizenden pen met blootstelling aan paroxetine. Bij de meeste studies is geen toename gezien van belangrijke aangeboren afwijkingen na blootstelling in het eerste trimester. Eén studie veroorzaakte bezorgdheid vanwege de suggestie dat er een associatie bestond tussen paroxetine blootstelling in het eerste trimester en cardiovasculaire afwijkingen. Aanvullende onderzoeken zijn echter nodig om deze associatie te bevestigen. SSRI s passeren de placenta, maar er treedt geen cumulatie bij de foetus op. In één studie kwam bij SSRI-gebruik in het eerste trimester vaker navelbreuk voor. Dit effect was het sterkst bij paroxetine. Ook leek craniosynostose (gesloten fontanel) bij de foetus vaker op te treden. Er is mogelijk een verhoogd risico op een spontane abortus bij gebruik van antidepressiva door de moeder. Ook komt in sommige onderzoeken vroeggeboorte (en daardoor lager geboortegewicht) vaker voor bij gebruik van SSRI s tijdens de (laatste helft van de). Wellicht draagt ook de onderliggende depressie bij aan het optreden van spontane abortus en vroeggeboorte. Er is toenemend bewijs dat blootstelling aan SSRI s in de geassocieerd is met neonatale onttrekkingsverschijnselen. Deze zijn het meest gemeld voor paroxetine. Gegevens van een case-control studie laten een verband zien tussen gebruik van SSRI s laat in de en het optreden van PPHN. Er is mogelijk een verband tussen SSRI-gebruik en problemen bij de bloedstolling van de pasgeborene en tussen SSRI-gebruik en een lichte vertraging in motorische ontwikkeling. worden gebruikt. Indien een antidepressivum moet worden voorgeschreven aan een vrouw die geeft, hebben in de laagst effectieve dosering - tricyclische antidepressiva (met uitzondering van doxepine) en de SSRI s paroxetine en sertraline de voorkeur. Sertraline en citalopram lijken gemiddeld veiliger dan fluoxetine en paroxetine. Adequate behandeling van de depressie moet een belangrijk punt van overweging zijn, bij de afweging van de voordelen van behandeling voor de moeder tegen de nadelen voor de baby. Bij een zwangere die stabiel is op een 2 e keus antidepressivum moet de medicatie niet veranderd worden, wel wordt een gedetailleerde echografie aanbevolen en controle op scomplicaties zoals vertraagde groei en voortijdige weeën. Als SSRI s gebruikt zijn tot geboorte, neonaat minimaal 2 dagen observeren op ontwenningsverschijnselen en toegenomen kans op bloedingen. Om ontwenningsverschijnselen te voorkomen, kan het verminderen of stoppen van de medicatie enige dagen voor de geboorte overwogen worden; direct na geboorte herstarten met passende medicatie om terugval te voorkomen. Indien therapie met een SSRI nodig is, hebben de volgende middelen de voorkeur: sertraline, paroxetine, citalopram en fluvoxamine. Hierbij dient monotherapie nagestreefd te worden. Een SSRI innemen na de laatste s avonds. Als het kind bijwerkingen ondervindt, mogelijk als gevolg van SSRItherapie, dient contact te worden opgenomen met de kinderarts of een teratologie informatie centrum omtrent het meten van 2

Paroxetine gaat over in de moedermelk. Bij 110 zuigelingen van paroxetine gebruikende moeders werden vrijwel geen schadelijke effecten waargenomen; er was één geval van lethargie en in een ander onderzoek werd bij één baby lethargie, lage gewichtstoename en hypotonie waargenomen, maar dit werd waarschijnlijk beide veroorzaakt door blootstelling aan paroxetine voor de geboorte. bloedspiegels bij de baby, deels of geheel overstappen op flesvoeding of veranderen van de medicatie. Zoals bij alle psychofarmaca is er onvoldoende ervaring met voortdurende behandeling van moeders met borstgevoede baby s met het oog op langetermijneffecten. ref. 3 TGA. Prescribing medicines in pregnancy. An Australian categorisation of risk of drug use in pregnancy. http://www.tga.gov.au/ docs/html/medpreg.ht m. Geraadpleegd 13-02-2013. ref. 4 Commentaren Medicatiebewaking 2012/2013. Houten: Health Base; 2012. p. 824. ref. 5 NVOG. SSRI-gebruik in de en tijdens de lactatie. 2012. Bij SSRI s is de concentratie in de het hoogst tot 8 uur na inname door de moeder. Langetermijneffecten van antidepressiva gebruikt tijdens zijn nauwelijks bestudeerd. Gebruik van SSRI s in het derde trimester kan onttrekkingsverschijnselen veroorzaken bij de pasgeborene. kinderwens (man) Recent is beschreven dat SSRI s DNA-schade kunnen veroorzaken in zaadcellen en oligozoöspermie. De schade blijkt reversibel na het staken van de medicatie. Indirect kunnen antidepressiva de vruchtbaarheid verminderen door erectiele en ejaculatoire disfunctie en afname van libido. Van de afzonderlijke SSRI s zijn er enige aanwijzingen voor een verhoogd risico op spontane miskramen bij gebruik van paroxetine (OR = 1,75). Het effect was sterker bij een dagdosis hoger dan 20 mg. Het onderzoek is echter laag van kwaliteit en er werd geen correctie toegepast voor bekende confounders, zoals roken, alcoholgebruik en obesitas. Er zijn aanwijzingen dat paroxetine een verhoogd risico geeft op de volgende aangeboren afwijkingen: klompvoeten (OR = 6), neuraalbuisdefecten (anencefalie, OR = 3-5), omphalocèle (OR = 5-8) en gastroschisis (OR = 3). Er zijn aanwijzingen dat paroxetine een verhoogd risico geeft op RVOTO (OR = 2,5-3,5) en op atriumseptumdefecten. Het risico op algemene en cardiovaculaire afwijkingen bij gebruik van paroxetine is mogelijk dosisafhankelijk, met hogere risico s bij een dosis vanaf 25 mg. Er zijn geen aanwijzingen voor een verband tussen SSRI-gebruik en het optreden van spontane miskramen, vaginale kunstverlossingen, sectio caesarea en fluxus postpartum. De absolute risico s op ernstig aangeboren afwijkingen bij gebruik van SSRI s is zeer laag. Ernstige of complexe hartafwijkingen lijken niet Categorie D: Geneesmiddelen waarvan bekend is of waarvan vermoed wordt dat zij een verhoogde incidentie van foetale misvormingen of andere blijvende schade bij de mens veroorzaken. kinderwens (vrouw) Er bestaat er geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde SSRI. Indien de patiënt goed ingesteld is op een bepaalde SSRI, dan deze handhaven. Doel is om de SSRI in een zo laag mogelijk effectieve dosis te geven. Indien voor paroxetine wordt gekozen, zo mogelijk, niet hoger doseren dan 20 mg/dag. Er zijn geen redenen om tijdens de op basis het risico op aangeboren afwijkingen het gebruik van SSRI s te staken of alsnog van middel te veranderen. Als er een keuzemogelijkheid bestaat, bij voorkeur geen paroxetine tijdens kinderwens of in het eerste trimester. Ook hebben escitalopram en fluvoxamine geen voorkeur, vanwege de relatieve onbekendheid van de effecten. Vanwege het risico op PPHN wordt aangeraden poliklinisch te bevallen en de pasgeborene nog 12 uur 3

geassocieerd te zijn met SSRI-gebruik. Een verband met het optreden van septumdefecten werd beschreven bij vrijwel alle SSRI s (OR = 2-3,5), wel vaker bij sertraline en citalopram, minder vaak bij paroxetine (alleen atriumseptumdefecten) en vooralsnog niet bij fluoxetine en fluvoxamine. Het onderzoek is echter beperkt. Gebruik van SSRI s tijdens de is geassocieerd met dysmaturiteit, PPHN en symptomen van matige neonatale adaptatie. Adaptatiestoornissen komen bij 25-30% van de kinderen voor. Symptomen zijn ademhalingsproblemen, tremoren, hypotonie, gastro-intestinale stoornissen, hoog huilen en slaapstoornissen. De stoornissen ontwikkelen zich meestal binnen de eerste 2 dagen na de geboorte en zijn meestal binnen 14 dagen postpartum zonder specifieke interventies verdwenen. Bij gebruik van SSRI s in het derde trimester bestaat er een 1,6 tot 4 maal hogere kans op opname van de pasgeborene op een NICU vanwege adaptatiestoornissen. In de grootste studie naar PPHN is een verhoogd risico van 2,1 maal gevonden. Bij gebruik van SSRI s tijdens de zijn de effecten bij de pasgeborene op lange termijn onvoldoende onderzocht. Bij kinderen ouder dan 2 jaar is geen verschil aangetoond in het risico op gedragsproblematiek of cognitieve ontwikkelingsstoornissen (IQ) tussen kinderen die prenataal blootgesteld zijn aan SSRI s en kinderen die niet aan SSRI s zijn blootgesteld. : De relatieve dosis van paroxetine is 0,5-3%. Paroxetine is niet detecteerbaar in het serum van de zuigeling. onder klinisch toezicht te houden, indien in het derde trimester een SSRI is gebruikt. Op basis van gemeten serumconcentraties bij het kind en het metabolisme van de middelen verdienen paroxetine en sertraline de voorkeur. Fluoxetine en citalopram verdienen geen voorkeur om mee te beginnen tijdens de lactatie. Indien de behandeling met fluoxetine of citalopram reeds tijdens of voor de gestart is en effectief is, kan deze gecontinueerd worden, omdat tot op heden geen ernstige negatieve effecten bij de pasgeborene gevonden zijn. Er zijn onvoldoende gegevens om escitalopram of fluvoxamine tijdens lactatie aan te bevelen of te ontraden. Bij de beslissing over behandeling met een SSRI tijdens de lactatie dienen ziekte van het kind, prematuriteit, laag geboortegewicht en welke SSRI in welke dosering te worden meegewogen. ref. 6 Ter Horst PGJ et al. Antidepressiva tijdens en. Tijdschr psychiatr 2009;5:307- SSRI s worden in uitgescheiden. Vanwege de lipofiliteit van SSRI s bevat achtermelk hogere concentraties aan SSRI s dan voormelk. Er is zeer weinig onderzoek verricht naar de directe effecten op de pasgeborene. Tot op heden zijn geen ernstige negatieve effecten aangetoond. In 3 studies (n= 53) werden geen nadelige effecten gevonden. In casereports werden de meeste effecten gezien bij gebruik van fluoxetine en citalopram: kolieken, voedingsproblemen, slaapproblemen, veel huilen en prikkelbaarheid. Er zijn geen gegevens bekend over de lange termijn effecten (leeftijd kind >2 jaar) van SSRIbevattende op de motorische ontwikkeling, cognitie, gedrag en sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Het gebruik van antidepressiva tijdens de dient in zo laag mogelijk effectieve dosering te geschieden met liefst zo min mogelijk comedicatie. Onder bepaalde omstandigheden kan het nodig Over het algemeen gelden TCA s en SSRI s als middelen van eerste keus. Binnen de SSRI s verdient fluoxetine de voorkeur, gevolgd door sertraline. 4

14. zijn om de dosering van de medicatie te verhogen, vanwege het toegenomen metabolisme van sommige antidepressiva, om eenzelfde bloedspiegel te handhaven als voor de. Binnen de SSRI groep is dit aangetoond voor citalopram en sertraline. Het (plotseling) staken van de medicatie leidt tot ernstige onttrekkingsverschijnselen of terugkeer of verergering van de depressie. ref. 7 Verduijn MM et al. Antidepressiva tijdens en. GeBuP 2007;41:59-67. Paroxetine gaat over in, echter bestaat er onzekerheid of er negatieve effecten optreden. Alle antidepressiva gaan in meer of mindere mate over in de moedermelk. Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de langetermijneffecten bij zuigelingen als gevolg van maternaal antidepressiva gebruik tijdens de lacatatieperiode. Bij 249 pen (cohort en registratieonderzoeken) werd geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gevonden. Bij 3581 zwangere vrouwen die tijdens het eerste trimester paroxetine of een ander antidepressivum hadden gebruikt, was een toename van het risico op aangeboren afwijkingen, met name ventrikelseptumdefecten, opgetreden. Uit een recent onderzoek bleek dat bij vrouwen die tijdens het eerste trimester dagelijks meer dan 25 mg paroxetine hadden gebruikt er een toegenomen risico was op ernstige aangeboren en ernstige cardiale afwijkingen, met name atrium- en ventrikelseptumdefecten. Uit verscheidene onderzoeken kan worden opgemaakt dat SSRI s als groep geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen geven, maar wel een grotere kans op spontane abortus, persisterende pulmonale hypertensie bij de pasgeborene en mogelijk cystenieren. Andere onderzoeken concluderen dat SSRI s een verhoogde kans op neonatale onttrekkingsverschijnselen geven, dat deze van korte duur en zelden ernstig zijn. Mogelijke langetermijneffecten op cognitieve en motorische ontwikkeling bij baby s die tijdens de zijn blootgesteld aan SSRI s zijn onvoldoende bekend. Paroxetine is gecontraïndiceerd vanwege het risico op cardiale afwijkingen en mogelijk aanhoudende pulmonale hypertensie bij de foetus en vanwege het relatief hoge risico op onttrekkingsverschijnselen. Bij citalopram en sertraline is het raadzaam om tijdens de frequent de bloedspiegel te controleren. Citalopram en escitalopram worden sterk afgeraden bij wegens negatieve waargenomen effecten bij de zuigeling. Binnen de SSRI s worden fluvoxamine, paroxetine, sertraline en fluoxetine het veiligst geacht tijdens de lactatieperiode. kinderwens Er wordt geadviseerd paroxetine niet voor te schrijven aan vrouwen met kinderwens. Er wordt geadviseerd paroxetine niet voor te schrijven aan zwangere vrouwen. Als een vrouw tijdens de een antidepressivum heeft gebruikt, wordt dit bij voorkeur gecontinueerd na de bevalling. Als tijdens de moet worden gestart met een SSRI, gaat de voorkeur uit naar sertraline. Bij 63 zuigelingen kon paroxetine niet in het serum worden aangetoond, andere onderzoeken melden zeer lage serumconcentraties. In totaal zijn gegevens bekend van ongeveer 130 borstvoedende moeders, van wie bij de zuigelingen slechts een klein aantal lichte reacties zijn waargenomen. Mogelijke langetermijneffecten op cognitieve en motorische ontwikkeling bij baby s die via de 5

ref. 8 Waldinger M.D. Seksuele bijwerkingen van antidepressiva. NTvG 1999;143:1853-7. ref. 9 Safarinejad MR. Sperm DNA damage and semen quality impairment after treatment with selective serotonin reuptake inhibitors detected using semen analysis and sperm chromatin structure assay. J Urol 2008;180:2124-8. ref. 10 SPC Seroxat 04-10- 2012. zijn blootgesteld aan SSRI s zijn onvoldoende bekend. kinderwens (vrouw/man) De SSRI s kunnen erectie- en libidostoornissen veroorzaken, maar geven vooral een vertraging van de zaadlozing bij de man en anorgasmie bij de vrouw. De seksuele bijwerkingen van SSRI s zijn dosisafhankelijk en lijken onderling wat betreft frequentie en ernst te verschillen. In een vergelijkend prospectief onderzoek met de SSRI s fluoxetine, paroxetine, fluvoxamine en sertraline waren de frequenties van anorgasmie en erectiestoornissen statistisch significant verhoogd bij de gebruikers van paroxetine (enige SSRI met anticholinerge eigenschappen) ten opzichte van de andere SSRI s. Vergelijkende placebogecontroleerde onderzoeken naar seksuele bijwerkingen waarbij equivalente doseringen zijn gebruikt, zijn vooralsnog niet voorhanden. In een placebogecontroleerd onderzoek onderzoek bij niet-depressieve mannen met ejaculatio praecox bleek dat paroxetine en fluoxetine de sterkste, sertraline een middelmatige, en fluvoxamine een minimale vertraging van de zaadlozing geven. Tot nu toe bestaan geen vergelijkende onderzoeken met SSRI s t.a.v. de seksuele bijwerkingen van citalopram. Het is echter bekend dat citalopram een vertraging van de zaadlozing en het orgasme kan geven. Hoewel priapisme een zeldzame bijwerking van SSRI s is, is het beschreven bij gebruik van fluoxetine, paroxetine en sertraline. kinderwens (man) In deze studie zijn semenparameters en het DNA ervan onderzocht van patiënten die SSRI s gebruiken. Semenmonsters van 74 vruchtbare, depressieve mannen behandeld met een SSRI, zoals citalopram, escitalopram, fluoxetine, paroxetine, of sertraline (met een behandelduur van 6 maanden of langer) en 44 gezonde, vruchtbare mannen (controlegroep) werden geanalyseerd. Patiënten die zijn behandeld met SSRI s hebben een verlaagd spermavolume, een verlaagde concentratie zaadcellen, verminderde motiliteit van de zaadcellen en meer DNA-schade van zaadcellen (allen significant), Er was geen verschil tussen de verschillende SSRI s. De kwaliteit van het sperma nam significant af met de duur van de therapie. De mate van DNA-schade nam toe met de therapieduur (niet significant). kinderwens (vrouw) Bijwerkingen die kunnen optreden zijn seksuele disfunctie (frequentie 10%), hyperprolactinemie en galactorroe (frequentie <0.1%). Sommige epidemiologische studies wijzen op een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen, in het bijzonder cardiovasculair (bijvoorbeeld ventrikelen atriumseptumdefecten) geassocieerd met het gebruik van paroxetine tijdens het eerste trimester. kinderwens (vrouw/man) Serotonerg werkende antidepressiva (sommige TCA s, MAO-remmers, SSRI s) kunnen seksuele bijwerkingen geven, Weinig tot geen seksuele bijwerkingen geven de meer noradrenerg en dopaminerg werkende antidepressiva (sommige TCA s, bupropion), en antidepressiva met een postsynaptische receptorblokkerende werking (nefazodon en mirtazapine). Ook de MAO-A-remmer moclobemide lijkt weinig seksuele bijwerkingen te geven. kinderwens (man) SSRI s kunnen oligospermie en DNA-schade in zaadcellen veroorzaken. Het is niet duidelijk of dit reversibel is na staken van de medicatie. Paroxetine alleen gebruiken als het absoluut geïndiceerd. De voorschrijvend arts zal de mogelijkheid van alternatieve behandelingen moeten afwegen bij vrouwen die zwanger zijn of zwanger willen worden. Abrupt stoppen tijdens moet worden vermeden. Neonaten observeren als moeder in 6

Het mechanisme is onbekend. De gegevens suggereren dat het risico op het krijgen van een kind met een cardiovasculair defect als gevolg van blootstelling van de moeder aan paroxetine kleiner is dan 2/100, vergeleken met een verwacht aantal van zulke defecten bij de algemene populatie van ongeveer 1/100. De volgende symptomen kunnen bij de pasgeborene optreden na gebruik door de moeder van paroxetine tijdens de latere stadia van de : ademhalingsproblemen, cyanose, apneu, insulten, temperatuurinstabiliteit, voedingsproblemen, braken, hypoglykemie, hypertonie, hypotonie, hyperreflexie, tremor, niet stil kunnen zitten, geïrriteerdheid, lethargie, voortdurend huilen, slaperigheid en slaapproblemen. Deze symptomen kunnen het gevolg zijn van de serotonerge effecten of ontwenningssymptomen. In de meeste gevallen beginnen de complicaties onmiddellijk of kort (<24 uur) na de bevalling. latere stadia van de, met name in 3 e trimester, paroxetine heeft gebruikt. Borstvoeding kan overwogen worden. Epidemiologische data suggereren dat het gebruik van SSRI s tijdens de, vooral laat in de, het risico op PPHN kan verhogen. Het waargenomen risico was ongeveer vijf gevallen per 1.000 pen. In de algemene populatie komen één tot twee gevallen van PPHN per 1.000 pen voor. Kleine hoeveelheden paroxetine worden uitgescheiden in de moedermelk. In gepubliceerde onderzoeken waren de serumconcentraties bij zuigelingen die kregen ondetecteerbaar (<2 ng/ml) of zeer laag (<4 ng/ml) en er werden geen tekenen van geneesmiddeleffecten waargenomen bij deze zuigelingen. kinderwens (man) In sommige studies bij dieren is aangetoond dat paroxetine de kwaliteit van sperma kan beïnvloeden. In vitro gegevens uit menselijk materiaal kunnen enig effect op de spermakwaliteit suggeren, maar uit meldingen bij de mens is gebleken dat bij sommige SSRI s (waaronder paroxetine) een effect op de spermakwaliteit reversibel lijkt te zijn. Tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen. Bijwerkingen die kunnen optreden zijn seksuele disfunctie (frequentie 10%), hyperprolactinemie, galactorroe (frequentie <0,1%) en priapisme (frequentie <0,01%). Opmerkingen: Een onbehandelde depressie kan de gezondheid van de vrouw en het gezonde verloop van de schaden. Vroeggeboorte of een te laag geboortegewicht kunnen optreden. (TIS) Een kan een depressie verbeteren of verergeren. In de periode na de bevalling zijn vrouwen extra gevoelig voor psychische stoornissen. Een postpartumdepressie komt bij ongeveer 10-15% van de vrouwen voor. (TIS) 7

Effect Actie Datum Beslissing KNMP Geneesmiddel Informatie Centrum 14 mei 2013 Kinderwens (vrouw)* ja ja Zwangerschap ja ja Borstvoeding ja ja Kinderwens (man)** ja ja * Kinderwens, gebruik van het middel door de vrouw **Kinderwens, gebruik van het middel door de man 8