Federale Overheidsdienst Justitie JAARVERSLAG 2005

Vergelijkbare documenten
Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

Directoraat-generaal Wetgeving

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

F e e r d v e irc ale e Overheidsdienst ubsli t c i t f i é e déral Justice Jaarverslag 2006

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 23 februari 2006; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 juni 2006;

1. INTERNATIONALE MENSENRECHTENBEPALINGEN. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 12 1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Internationale kinderontvoeringen

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

Federale Overheidsdienst Justitie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gerechtelijk Wetboek

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

MEMORIE VAN TOELICHTING

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Interlandelijke adoptie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens

1. Voor de onderneming:

Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie van 26 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005;

1. Het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters van een niet-ontvoogde minderjarige:

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

2. Algemene beginselen: europese teksten 15

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

De familie- en jeugdrechtbank

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

Uw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/ /358/06 model-document Contactpersoon : Tel.: Fax: Frank VERDUYN Call Center

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

De directeur-generaal Belastingdienst in Nederland en de Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen in België,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Interlandelijke adoptie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Jaarverslag Federale Overheidsdienst Justitie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

VR DOC.0797/1

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017

In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. KAMER

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

Omzendbrief van 24 augustus 2005 betreffende de tenuitvoerlegging van de hervorming van de adoptie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A )

ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

De familierechtbank: rechtspraak op maat van de burger

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28

Transcriptie:

Federale Overheidsdienst Justitie JAARVERSLAG 2005

Inhoud 4 8 16 28 36 42 50 60 68 74 80 88 96 102 110 FOD Justitie : organisatie en opdrachten DG Rechterlijke Organisatie DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden DG Uitvoering van Straffen en Maatregelen SD Budget en Beheerscontrole SD Personeel en Organisatie SD Informatie- en Communicatie-technologie Diensten van de Voorzitter Belgisch Staatsblad Veiligheid van de Staat Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Geweldplegingen Kansspelcommissie Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties 2

Woord van de Voorzitter Beste lezer, Aangezien ik aan het tweede deel van mijn mandaat begin, is het tijd om een balans op te maken van de eerste drie jaar aan het hoofd van de Federale Overheidsdienst Justitie. De Federale Overheidsdienst Justitie stond in 2002 voor een dubbele uitdaging. De in de Copernicushervorming bepaalde doelstellingen inzake modernisering van de federale overheid moesten worden bereikt en bovenal moesten de juiste voorwaarden worden geschapen om tegemoet te komen aan de hoge verwachtingen van de burger in verband met een meer toegankelijke, efficiënte en begrijpelijke justitie. Deze door Justitie aan te gane uitdaging is opgebouwd rond vier essentiële elementen: het geïntegreerd management- en operationeel plan, de BPR (Business Process Reenginering), de projectgroepmethode om de hervormingen ten uitvoer te leggen en de creatie van een managementmodel. Die vier managementinstrumenten zijn de fundamentele beginselen van de modernisering van de FOD Justitie. Correct werken op zich is evenwel niet voldoende. Het is ook belangrijk om te weten hoe dat concreet aan te pakken zodat wie informatie nodig heeft van de FOD Justitie zo goed mogelijk wordt geïnformeerd. Met het oog op transparantie wensen wij aan te tonen welke inspanningen de FOD Justitie levert om deze rechtvaardige, toegankelijke en efficiënte justitie voor de burger te organiseren. Daarom hebben wij ervoor gekozen dit tweede jaarverslag toe te spitsen op de grote verwezenlijkingen van onze directoraten-generaal, onze stafdiensten en onafhankelijke commissies in 2005. Veel leesgenot! Alain Bourlet Voorzitter van het Directiecomité 3

FOD Justitie : Organisatie en opdrachten Opdrachten Door zijn bevoegdheden speelt de FOD Justitie een essentiële en dynamische rol in de samenleving. De FOD Justitie draagt bij tot : een optimale en begrijpelijke wetgeving ; een toegankelijk en efficiënt gerechtelijk apparaat ; een evenwichtige uitvoering van de gerechtelijke beslissingen ; dat alles, in een steeds internationaler wordende context. Op korte termijn wil de FOD Justitie een centre of excellence worden in de ondersteuning van de wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Zo brengen we een rechtvaardigere samenleving en een harmonieuzere relatie tussen de burgers en Justitie tot stand. 4

Veiligheid van de Staat N.I.C.C. Minister Commissies Strafrechterlijk Beleid Commissie Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en Occasionele Redders Auditcomité Beleidsraad Kansspelcommissie Interne audit Voorzitter van het Directiecomité Cel Beleidsvoorbereiding Informatie- en Adviescentrum inzake Schadelijke Sektarische Organisaties Stafdienst Budget en Beheerscontrole (B&B) Diensten van de Voorzitter Stafdienst Personeel en Organisatie (P&O) Belgisch Staatsblad Stafdienst ITC Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie Directoraat-generaal Wetgeving Fundamentele Rechten en Vrijheden Directoraat-generaal Uitvoering Straffen en Maatregelen Directoraat-generaal Justtiehuizen (vanaf januari 2007) De directoraten-generaal worden verticale diensten genoemd : zij zijn belast met specifieke werkzaamheden die zij in de FOD Justitie op exclusieve wijze uitoefenen. De stafdiensten worden horizontale diensten genoemd : zij bepalen het beleid in hun respectieve vakgebied en staan de andere diensten en directoraten bij in de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren (logistiek, personeel, budgettaire ondersteuning, computerondersteuning, juridische ondersteuning...). 5

De voorzitter Het directiecomité Het Ministerie van Justitie heeft sinds juli 2002 Federale Overheidsdienst Justitie en wordt geleid door een voorzitter met een mandaat van zes jaar. Behalve de voorzitter bestaat het directiecomité uit de directeurs-generaal van elk directoraat-generaal en de directeurs van de stafdiensten. De Voorzitter van het Directiecomité, de heer Alain Bourlet, stelt het managementplan op. Dat plan bevat de strategische en operationale doelstellingen die de organisatie moet verwezenlijken om haar opdrachten te kunnen uitvoeren. Overeenkomstig het managementplan zorgt het directiecomité voor het dagelijks beheer van de Federale Overheidsdienst. Het coördineert tevens de werkzaamheden van de verschillende diensten van de FOD. De FOD Justitie streeft er immers naar een rechtvaardige, toegankelijke en efficiënte justitie voor de burgers te organiseren. Dit geïntegreerde en operationele managementplan kan u raadplegen op de website van de FOD Justitie (www.just.fgov.be). Dat houdt concreet in dat het directiecomité : voorstellen formuleert om de werking van de FOD te verbeteren ; voor elke dienst de begroting opstelt en de uitvoering ervan controleert ; het personeelsplan opstelt en toeziet op de implementatie ervan. 6

Jaarverslag Activiteiten 2005 7

DG Rechterlijke Organisatie Opdrachten Het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie verstrekt de hoven en rechtbanken de nodige logistieke en materiële middelen met het oog op de goede werking van de diensten van de Rechterlijke Orde. Het directoraat-generaal zorgt eveneens voor het personeelsbeheer van de magistratuur, griffies en parketsecretariaten. Het legt de opleidingsprogramma s voor magistraten ten uitvoer en organiseert de opleiding en taalexamens voor het personeel van de Rechterlijke Orde. Daarnaast ziet dit directoraat-generaal toe op de controle en betaling van de gerechtskosten in strafzaken, zorgt het voor logistieke ondersteuning en coördinatie van de initiatieven van de FOD Justitie inzake slachtofferhulp en het beheer van het centraal strafregister, en werkt het mee aan de uitwerking van de wet- en regelgeving met betrekking tot de rechterlijke organisatie. 8

Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie Coördinatie en Steundienst Directie P&O RO Directie LOG & ICT RO Directie Specifieke Expertisecentra Dienst Personeel RO Afdeling RO I Afdeling RO II Dienst Gebouwen Afdeling Veiligheid Steundienst Slachtoffers en Rechtshulp Dienst Opleiding RO Dienst Materieel Dienst Strafregister Juridische Dienst Dienst Budget RO Dienst Gerechtskosten Dienst ICT 9

Activiteiten 1. Dienst Personeel Rechterlijke Orde Oprichting van de Nationale Tuchtraad De Nationale Tuchtraad voor de magistratuur werd uiteindelijk in 2005 opgericht. Hij telt veertien effectieve leden, verdeeld over een Nederlandstalige en een Franstalige kamer. De Nationale Tuchtraad treedt op wanneer de tuchtoverheid van een magistraat, referendaris, parketjurist, griffier, secretaris of van het personeel van parketsecretariaten van oordeel is dat een zware tuchtstraf moet worden opgelegd. Na onderzoek van het tuchtdossier en eventueel aanvullend onderzoek door een lid van de raad brengt de bevoegde Nederlandstalige of Franstalige kamer een advies uit aan de tuchtoverheid over welke tuchtsanctie moet worden opgelegd. Aan Nederlandstalige kant werden in 2005 drie tuchtdossiers geopend. De Franstalige kamer behandelde in 2005 vier zaken. Op 6 januari 2006 bracht de Nationale Tuchtraad zijn eerste advies uit in een tuchtzaak tegen een magistraat. De modernisering van het personeel van de Rechterlijke Orde Het DG Rechterlijke Organisatie zette de modernisering van het beleid ten behoeve van het gerechtelijk personeel voort. Met dit moderniseringsproces werd gestart in het verlengde van de vernieuwingen in de federale overheid (Copernicus-hervorming). Reeds in 23 oktober 2003 sloten de toenmalige ministers van Justitie en Ambtenarenzaken en een vertegenwoordiger van de minister van Begroting een akkoord met de vakbonden om het statuut en de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de griffies en parketsecretariaten grondig te hervormen. Een eerste onderhandelingsronde met betrekking tot het personeel van de niveaus B, C en D resulteerde op 1 april 2003 in protocol 249. Afgelopen jaar werd er onderhandeld over de loopbanen van de secretarissen en het personeel van niveau A. Tussen januari en oktober 2005 vergaderden de overheid en vakbonden maandelijks en werden de respectieve voorstellen en tegenvoorstellen nauwgezet bestudeerd. De besprekingen werden op 17 oktober 2005 afgerond met de ondertekening van een akkoord (protocol 293). Met het oog op samenhang werden tevens de richtlijnen geschetst voor de nieuwe loopbanen van de griffiers, referendarissen en parketjuristen. Het directoraat-generaal werkte ook verder aan verschillende uitvoeringsmaatregelen van de loopbaanhervorming. Zo voorzag de wet van 10 augustus 2005 voor de griffiers, secretarissen en personeelsleden van niveau A in de bestendiging van de loonsverhoging met 1% en de uitbetaling van het nieuwe vakantiegeld. De wet van 26 april 2005 creëerde een wettelijke grondslag voor de organisatie van een taalexamen op 2 niveaus. Voor het personeel van de parketten werd een geheel nieuwe regeling uitgewerkt voor de compensatie van wachtprestaties (MB 2 december 2005 / BS 7 december 2005). Uitbreiding van personeelsformatie te Gent en te Luik De minister van Justitie sloot twee protocolakkoorden af met het hof van beroep te Gent en dat te Luik om de prestaties van de betrokken rechtscolleges te verhogen. Er wordt gestreefd naar een kortere termijn voor het bepalen van de rechtsdag om zo de gerechtelijke achterstand weg te werken. De Regering verleent prioriteit aan het wegwerken ervan. 10

Aan de hand van de vanaf 12 oktober 2005 verzonden resultaten kon een wervingsreserve van 1 049 Nederlandstaligen, 1 151 Franstaligen en 18 Duitstaligen worden aangelegd. Het protocolakkoord dat de minister op 14 maart 2005 afsloot met de eerste voorzitter en de procureur-generaal van het hof van beroep te Gent voorziet in zes extra magistraten, een versterking van het griffiepersoneel en administratief personeel (5 extra personeelsleden) en een opleidingsplan. Op 25 mei 2005 volgde het protocol met de eerste voorzitter en de procureur-generaal van het hof van beroep te Luik. Daar komen er op termijn acht magistraten bij, alsook griffiepersoneel en administratief personeel. Het akkoord voorziet tevens in een verbeterd beheer van de zittingen in beroep en de indienstneming van een hr-verantwoordelijke. Vergelijkend examen voor bedienden In september organiseerde het DG Rechterlijke Organisatie een vergelijkend examen voor de werving van griffie- en parketbedienden. Voor de eerste maal werd een meerkeuzevragenlijst gebruikt. De test, die in Paleis 3 van de Heizel plaatsvond, had veel succes: 3 428 kandidaten, i.e. 74, 3% van de ingeschrevenen, daagden op, onder wie 1 636 Nederlandstaligen, 1 774 Franstaligen en 18 Duitstaligen. Het vergelijkend examen maakt deel uit van een masterplan bepaald in protocol 249 betreffende de loopbaanhervorming bij de griffies en parketten. Met dit plan wil het DG het evenwicht tussen de statutaire en contractuele betrekkingen herstellen. Het koninklijk besluit van 31 januari 2005 schiep 497 extra statutaire betrekkingen. De vacatures voor deze betrekkingen werden in twee fases bekendgemaakt: een eerste in februari en een tweede in november 2005. Zo konden de contractuele personeelsleden die slaagden voor het examen in september solliciteren naar deze vacante betrekkingen. In maart ging het DG eveneens van start met het omzetten van betrekkingen voor bedienden in betrekkingen voor opstellers. Het masterplan voorziet immers in een herwaardering van het administratief personeel. Op advies van de lokale korpschefs werden 58 betrekkingen voor bedienden omgezet in betrekkingen voor opstellers. 11

Dienst Opleiding Rechterlijke Orde De dienst Opleiding Rechterlijke Orde beschikt voortaan over een eigen intranet (http://intranet.just.fgov.be/fojvro/). Hierdoor kan elk lid van de rechterlijke orde via intranet nagaan welke opleidingen er worden georganiseerd. Kandidaten kunnen zich bovendien via de site inschrijven. De intranet maakt een vlottere informatiedoorstroming mogelijk. In 2005 werden er 42 opleidingen georganiseerd voor magistraten en gerechtelijke stagiairs. 3 875 deelnemers volgden één of meer van deze opleidingen. 118 opleidingsdagen vonden plaats in de eigen zalen in het Résidence Palace en 76 in het gebouw op de Waterloolaan. Daarnaast waren er 67 opleidingsdagen in seminariecentra en 7 opleidingsdagen in het buitenland. De dienst Opleiding Rechterlijke Orde ziet ook toe op de organisatie van seminaries en opleidingen die enkel voor gerechtelijke stagiairs worden georganiseerd. De 9 opleidingen lokten 440 deelnemers. Verder organiseerde de dienst 13 opleidingen voor het personeel van de griffies en parketten. Daar kwamen 1 422 personeelsleden op af. Met de financiële bijdrage van de opleidingsdienst konden 3 246 magistraten en gerechtelijke stagiairs, evenals 483 personeelsleden van de griffies en parketten deelnemen aan 364 externe colloquia/opleidingen van onder andere universiteiten. 2. Directie Logistiek & ICT Rechterlijke Organisatie In Antwerpen werd het nieuwe en hypermoderne justitiepaleis in gebruik genomen. Het Vlinderpaleis centraliseert de meeste gerechtelijke diensten van Antwerpen. De Directie LOG & ICT RO zorgde voor de aankleding van het interieur, een gesmaakte mix van klassiek meubilair in de kamers en kabinetten voor de griffies en magistratuur en een gedurfder designontwerp in de gemeenschappelijke ruimtes. Het nieuwe justitiepaleis huisvest een duizendtal medewerkers op een oppervlakte van 78 000 m 2. Eind 2005 vestigden de zeven vredegerechten zich als eerste in het gebouw en begin 2006 volgen de andere rechtscolleges (parket, eerste aanleg, politierechtbank, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en jeugdrechtbank). Enkel de hoven nemen niet hun intrek in het nieuwe gerechtsgebouw. De verhuizing werd georkestreerd door de directie LOG & ICT RO en verliep haast rimpelloos. Ook in andere regio s vonden verhuizingen plaats. In Luik heeft het arbeidshof zich gevestigd in de rue Saint-Gilles 90c en de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg op het Ilot Saint-Michel (4e verdieping, rue Joffre 12 te 4000 Luik). De jeugdrechtbank bezet voortaan het volledige gebouw op de boulevard de la Sauvenière 32-34. In Bergen werd de uitbreiding van het gerechtsgebouw ingehuldigd. Het adres is rue de Nimy 28. Het parket is daar ondergebracht. In Marche-en-Famenne zijn het parket, de politierechtbank en het vredegerecht verhuisd naar de twee bijgebouwen. In Doornik werden de archieven overgebracht naar een andere plaats. 12

Juridische documentatie De directie LOG & ICT RO stelt alles in het werk om de middelen waarover de gerechtelijke diensten beschikken te moderniseren. Zo werd in 2005 een vernieuwend project inzake juridische documentatie tot een goed einde gebracht: de overstap van RAJB/Judit-abonnementen (papieren versie) naar Jura.be (online). Met dit systeem kunnen magistraten te allen tijde via gelijk welke pc een gegevensbank met de wetgeving, rechtsleer en rechtspraak raadplegen. De directie LOG & ICT RO heeft daarvoor onderhandeld over de toekenning van 1 Jura.be -licentie per 4 magistraten. Rwandaproces Tijdens het Rwandaproces verschafte de dienst Gebouwen en Materieel logistieke steun en coördinatie bij de opvang van de getuigen die rechtstreeks uit Rwanda kwamen voor dit proces. In samenwerking met Landsverdediging en de federale politie hielp de directie LOG & ICT RO met de huisvesting en het vervoer van de getuigen. Er werd ook meegewerkt aan de videoconferentie met Rwanda. In samenwerking met de justitiehuizen zorgde de dienst eveneens voor toezicht op de justitieassistenten die geconfronteerd werden met talrijke tijdens het proces getoonde documenten en beelden (foto s, video s) van de genocide. 3. Directie Specifiek Expertisecentrum Dienst Gerechtskosten De exponentiële stijging van de kosten voor het takelen en stallen van in beslag genomen voertuigen, alsook de vaststelling dat er sprake is van kennelijk buitensporige facturen hebben geleid tot de goedkeuring van dringende maatregelen teneinde de gerechtskosten te beperken of te verminderen en de tarieven van de ondernemingen waarop de politiediensten een beroep doen te uniformeren. Ter informatie kan worden vermeld dat de kosten zo n tien jaar geleden ongeveer 500 000 euro bedroegen, 2 437 493,22 euro in 2000, 5 385 485,27 euro in 2002 en 6 976 728,97 euro in 2004. Voor het eerste trimester van 2005 liepen zij reeds op tot 2 574 614 euro. Daarom hebben de FOD Justitie en het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring samengewerkt om richtlijnen op te stellen. Deze samenwerking resulteerde in de ondertekening door de minister van voorlopige omzendbrief nr. 049 van 22 december 2004 en vervolgens van omzendbrief nr. 062 van 20 juli 2005, waarin voorzien is in een maximumtarief voor het takelen en stallen van door gerechtelijke diensten in beslag genomen voertuigen. Als gevolg van een algemene bewustwording schijnt de situatie nu onder controle aangezien de uitgaven voor 2005 (6 623 921,77 euro) lager bleken dan die voor het voorgaande jaar. Vanaf 1 januari 2006 kunnen de gerechtelijke autoriteiten nog uitsluitend een beroep doen op de takelbedrijven die een aanvraag daartoe hebben ingediend bij het betrokken parket en die zich ertoe verbonden hebben de tarieven, voorwaarden en richtlijnen van voornoemde omzendbrieven in acht te nemen. Elk parket heeft de lijst van in zijn arrondissement erkende bedrijven toegezonden aan het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring. Deze lijsten en de vestigingsplaats van de bedrijven op de kaart van elk gerechtelijk arrondissement werden op de website van het COIV geplaatst, www.confiscaid.be - Rubriek Voertuigen Erkende takeldiensten, waar zij kunnen worden geraadpleegd. 13

Dienst Slachtofferhulp Omzetting van de Europese richtlijn betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven Op 29 april 2004 heeft de Raad van de Europese Unie richtlijn 2004/80/EG betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven aangenomen. Deze richtlijn heeft voornamelijk tot doel slachtoffers van misdrijven recht te geven op een eerlijke en passende schadeloosstelling voor de geleden schade, ongeacht waar op het grondgebied van de Europese Gemeenschap de feiten werden gepleegd. Met deze aanpassing van de wetgeving en via samenwerking tussen de betrokken autoriteiten kunnen slachtoffers zich altijd wenden tot een autoriteit van de lidstaat waar zij verblijven voor de nodige inlichtingen om een aanvraag tot schadeloosstelling in te dienen. In België wordt deze autoriteit de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders. De steundienst Slachtoffers en Rechtsbijstand werd belast met het omzetten van deze richtlijn en bijgevolg het aanpassen van het sedert 1985 bestaande Belgisch stelsel voor schadeloosstelling teneinde de (praktische en taalkundige) moeilijkheden waarmee grensoverschrijdende gevallen gepaard gaan te verhelpen. 14

Focus Centraal strafregister Het centraal strafregister heeft twee grote projecten verwezenlijkt: 1.Een koppeling tussen het centraal strafregister en het rijksregister van de natuurlijke personen Deze koppeling biedt twee grote voordelen: l elk dossier van het centraal strafregister krijgt zo een rijksnummer, waardoor vergissingen omtrent de identiteit worden voorkomen; l de identiteitsgegevens in het centraal Strafregister worden automatisch bijgewerkt via de gegevens in het rijksregister. Deze koppeling vormt een belangrijke fase voor de koppeling van de gemeentebesturen met het centraal strafregister. staat waarvoor deze bestemd zijn. Tijdens de ontwikkeling van de onderlinge koppeling heeft het Belgisch centraal strafregister erop aangedrongen dat zo veel mogelijk verzonden gegevens automatisch worden vertaald via het gebruik van gemeenschappelijke nomenclaturen in de deelnemende lidstaten. Een voor de vier landen gemeenschappelijke nomenclatuur van strafbare feiten werd opgesteld en het Belgisch centraal strafregister is thans bezig met de coördinatie van een gemeenschappelijke nomenclatuur van beslissingen. Het centraal strafregister kan bogen op deskundigheid wat dit project betreft, want zijn systeem is sedert 1992 gebaseerd op het gebruik van codes waarmee een verregaande gegevensverwerking mogelijk is. Zo kan bijvoorbeeld automatisch een uittreksel uit het strafregister worden opgesteld in een van de drie landstalen, met automatische toepassing van de regels voor uitwissing. Duitsland bijvoorbeeld de strafrechtelijke antecedenten van een in Duitsland ondervraagde Belg wil kennen, worden langs elektronische weg aan het Belgisch centraal strafregister inlichtingen gevraagd. Deze onderlinge koppeling is een concrete toepassing van het Europees Verdrag van 20 april 1959 aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken. Dit verdrag werd nooit naar behoren toegepast omdat de verzending van informatie manueel moest gebeuren en de informatie vaak werd verzonden in een voor de andere staat onbegrijpelijke taal. Alle lidstaten van de Europese Unie die willen, kunnen aan dit project meedoen mits zij voldoen aan de nodige technische en juridische voorwaarden bepaald door de vier oorspronkelijke lidstaten. 2. Een onderlinge koppeling tussen de nationale strafregisters van Frankrijk, België, Duitsland en Spanje Met deze onderlinge koppeling kunnen gegevens in verband met strafrechtelijke antecedenten elektronisch worden uitgewisseld. De gegevens worden toegezonden in een taal die begrijpelijk is voor de Er werd uitgegaan van de centralisatie van de strafrechtelijke antecedenten in de staat waarvan de veroordeelde de nationaliteit heeft. Bijgevolg worden mededelingen omtrent veroordelingen automatisch toegezonden aan de staat waarvan de veroordeelde onderdaan is. Daardoor weet een staat die de antecedenten van een persoon uit een andere staat wil kennen meteen tot wie hij zich moet wenden. Indien 15

DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Opdrachten Het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden adviseert de minister van Justitie inzake burgerlijk recht, erediensten en vrijzinnigheid, strafrecht en rechten van de mens. De voornaamste opdrachten ervan zijn: voorbereiding van nationale, internationale en Europese wetgeving: in burgerlijke zaken, daaronder begrepen burgerlijk recht, handelsrecht en gerechtelijk recht; inzake strafrecht en strafprocesrecht; inzake rechten van de mens, daaronder begrepen bio-ethiek en gegevensbescherming; inzake politierecht op gerechtelijk niveau; toepassing in de praktijk van het burgerlijk recht (o.a. verandering van naam en voornamen, nationaliteit, internationale wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken, kinderontvoeringen, voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, erkenning van buitenlandse adopties, ) en het strafrecht (o.a. uitleveringen, rogatoire commissies, overbrenging van gevonniste personen, ); multilaterale en bilaterale onderhandelingen over juridische teksten inzake burgerlijk recht, strafrecht en rechten van de mens; vertegenwoordiging van de Belgische staat bij de internationale controlemechanismen inzake de rechten van de mens, nationale autoriteit en verbindingsambtenaar voor het Europees Comité inzake de voorkoming van folteringen (CPT) en coördinatie van de verslagen over de toepassing van de verdragen inzake de rechten van de mens in België; erkenning van de erediensten, machtiging van giften en legaten aan rechtspersonen, wanneer vereist, en erkenning van stichtingen van openbaar nut en internationale verenigingen. 16

Directeur-generaal Operationele Steundienst van het Directoraat-generaal Dienst Coördinatie Europees en Internationaal Recht Dienst Informatiebeheer en Opvolging Normatieve Activiteiten Directoraat Strafrecht en Fundamentele Rechten en Vrijheden Directoraat Personenrecht Directoraat Vermogensrecht en Burgerlijk Procesrecht Dienst Strafrecht en Strafprocesrecht Dienst Bijzondere Inbreuken en Procedures Centrale Autoriteit Rechtshulp in Strafzaken Dienst Fundamentele Rechten en Vrijheden Dienst Familierecht en Burgerlijke Stand Dienst Nationaliteitsrecht Dienst Naams- en Voornaamsverandering Dienst Burgerlijk Vermogensrecht Dienst Handels- en Rechtspersonenrecht Dienst Burgerlijk Procesrecht Dienst Internationale Adoptie Dienst Voogdij voor de Niet-Begeleide Minderjarige Vreemdelingen Centrale Autoriteit Rechtshulp in Burgerlijke Zaken 17

Activiteiten DIRECTORAAT I Dienst Familierecht en Burgerlijke Stand In 2005 hadden de activiteiten van deze dienst voornamelijk betrekking op de hervorming van de adoptie. Die hervorming werd concreet in september 2005 met de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving en van het Verdrag van s-gravenhage van 29 mei 1993 inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie (wet van 24 juni 2004 houdende instemming met dit verdrag, BS 6 juni 2005). Volgende activiteiten van de dienst moeten eveneens worden vermeld: de opstelling van de nieuwe wet van 3 december 2005 tot wijziging van de artikelen 64 en 1476 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 59/1 van het Wetboek van zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke samenwoning (BS 23 december 2005), die op 1 februari 2006 in werking treedt; de voorbereiding van een voorontwerp van wet inzake de bestrijding van schijnhuwelijken; de follow-up van verschillende andere wetgevende hervormingen, waaronder die met betrekking tot de afstamming. Dienst Nationaliteitsrecht Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen verlies en toekenning van de Belgische nationaliteit. In 2005 werden door de dienst Nationaliteitsrecht 236 dossiers aangelegd inzake toekenning en verlies van de Belgische nationaliteit. Er werden 169 dossiers geopend inzake toekenning van de Belgische nationaliteit. Opmerkelijk is dat de helft van deze gevallen de toepassing betrof van artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, dat voorziet in de toekenning van de Belgische nationaliteit aan in België geboren kinderen die staatloos zouden zijn indien hen bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit wordt toegekend. In 67 dossiers werd een onderzoek gevoerd naar het al dan niet verliezen van de Belgische nationaliteit met betrekking tot Belgen die in het buitenland vrijwillig een vreemde nationaliteit verkregen hadden. De dienst Nationaliteitsrecht zorgde in 2005 voor het controleren en archiveren van 2 268 bij de Belgische diplomatieke en consulaire autoriteiten afgelegde verklaringen tot toekenning van de Belgische nationaliteit aan in het buitenland geboren kinderen van in het buitenland geboren Belgische ouders en tot behoud van de Belgische nationaliteit. 18

Dienst Naams- en Voornaamsverandering Ter herinnering: deze dienst is belast met de behandeling van particuliere aanvragen met het oog op een verandering van naam (daaronder begrepen de toevoeging van een naam) of voornaam, en met het beheer van de overeenkomstige wetgeving. 2004 Familienaam N 301 F 365 Voornaam N 314 F 277 Familienaam en voornamen N 23 F 66 Tussen 2004 en 2005 wordt een daling met minder dan 8%, die lager zal uitvallen als gevolg van de invoering in 2005 van een specifieke codering met betrekking tot algemeenheden: niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde verzoekschriften (dossiers 7/CN/GEN/05/xx), in totaal 100 dit jaar. Totaal 666 Totaal 591 Algemeen totaal in 2005 : 1 346 Totaal 89 Het totaal aantal geopende dossiers bedraagt bijgevolg 1 342, i.e. een cijfer dat bijna gelijk is aan dat voor 2004. Bij de Raad van State ingediende dossiers Aan Nederlandstalige kant zijn 7 beroepen ingediend en is geen enkel vernietigingsarrest gewezen. Aan Franstalige kant zijn in 2005 5 beroepen tot nietigverklaring ingediend en werden op 11 oktober 2005 3 vernietigingsarresten gewezen. 2005 Familienaam N 292 F 310 Totaal 602 Voornaam N 254 F 276 Totaal 530 Familienaam en voornamen N 44 F 66 Totaal 110 Algemeen totaal in 2005 : 1 242 19

Dienst Internationale Adoptie Zie Focus. Dienst Voogdij voor de Niet-begeleide Minderjarige Vreemdelingen Tijdens 2005 behandelde de dienst Voogdij 2 166 meldingen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Daarnaast werden de coördinatieactiviteiten in het kader van een duurzame oplossing in het belang van de minderjarige vreemdeling voortgezet via de organisatie van opleidingen voor voogden, follow-up en controle van lopende voogdijen, samenwerkingsvergaderingen met de autoriteiten bevoegd voor opvang, asiel en verblijf op het Belgisch grondgebied, evenals contacten met verenigingen die actief zijn in die sector. De wijzigingen van Titel XIII, Hoofdstuk 6, Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen van de programmawet van 24 december 2002 en van het koninklijk uitvoeringsbesluit dat inzonderheid betrekking heeft op de medefinanciering van voogden die voor organisaties werken, zijn in werking getreden in januari 2005. Door samen te werken met de partnerorganen konden twaalf bezoldigde voogden worden geworven en erkend, die voor minimaal 25 minderjarigen tegelijk zorgen. In 2005 is het aantal voogden op de lijst van voogden gestegen met 113, wat het beschikbare aantal erkende voogden op 228 brengt. Van die 228 zijn er 184 actief. Zij verdedigen de fundamentele rechten van 1 840 minderjarigen. Het aantal particuliere voogden bedraagt 216. 638 van de 1 840 voogdijen zijn toegekend in 2004 en verlengd in 2005. 1 202 zijn in 2005 toegekend. Centrale Autoriteit Rechtshulp in Burgerlijke Zaken In 2005 werden de beslissingen en nieuwe instrumenten voor een betere bestrijding van internationale kinderontvoeringen door de dienst ten uitvoer gelegd. Het gaat onder andere om de oprichting van een federaal aanspreekpunt internationale kinderontvoeringen in de FOD Justitie en de samenstelling van de verschillende werkgroepen (o.a. de gerechtelijke werkgroep en de psychosociale werkgroep), die voorstellen moeten doen op verschillende gebieden in verband met kinderontvoeringen. De FOD Justitie en de FOD Buitenlandse Zaken voeren trouwens gesprekken met Child Focus teneinde een samenwerkingsprotocol af te sluiten voor de behandeling van dossiers met betrekking tot internationale kinderontvoeringen. Statistisch gezien opende en behandelde de centrale autoriteit 138 nieuwe dossiers in 2005, waarvan 126 op grond van de verdragen van s-gravenhage en Luxemburg. Dit cijfer bevestigt de voortdurende stijging van het aantal tijdens de laatste jaren behandelde dossiers: 115 geopende dossiers in 2004, 92 in 2003, enz. 20

DIRECTORAAT II Dienst Burgerlijk Vermogensrecht Op nationaal vlak hadden de belangrijkste werkzaamheden van de dienst betrekking op de volgende projecten: het wetsontwerp inzake het erfrecht van de wettelijk samenwonende; het wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag van de Commissie voor internationaal handelsrecht van de Verenigde Naties (UNCITRAL) inzake de verjaring bij internationale koop van roerende goederen; het voorontwerp van wet tot herziening van sommige bepalingen van Boek II van het Wetboek van Koophandel met betrekking tot de vervoerovereenkomst voor goederen over zee; het voorontwerp van wet tot herziening van de bepalingen van de wet op de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats; twee ontwerpen met wijzigingsbepalingen worden voorbereid, het eerste betreft de wet op de huur- overeenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats, het tweede betreft het koninklijk besluit van 6 december 1993 betreffende het opeisingsrecht van verlaten gebouwen; de publicatie van de gedragscode voor notarissen. Op internationaal vlak verdienen twee van de behandelde dossiers bijzondere aandacht: het dossier met betrekking tot het voorstel voor de verordening Rome II (voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen); het Verdrag van de Commissie voor internationaal handelsrecht van de Verenigde Naties (UNCITRAL) betreffende langs elektronische weg gesloten contracten, aangenomen in juli 2005. Dienst Handelsrecht en Rechtspersonenrecht Met de medewerking van deze dienst werden verschillende normatieve teksten tot stand gebracht. Zo is er bijvoorbeeld de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de titels aan toonder, waarbij alle effecten aan toonder vanaf 1 januari 2008 verboden worden met een overgangsperiode die loopt, naar gelang van het geval, tot 2012 of 2015, maar ook het koninklijk besluit van 31 mei 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 op de openbaarmaking van akten en stukken van verenigingen zonder winstoogmerk en van private stichtingen en tot de vaststelling van de datum van inwerkingtreding bepaald in artikel 290 van de programmawet van 27 december 2004. Dit koninklijk besluit voorziet behalve in een aantal technische wijzigingen, ook in de overdracht van de dossiers in verband met ivzw s en stichtingen van openbaar nut aan de griffies van de rechtbanken van koophandel. Het geeft meteen ook het startschot voor de vernieuwde procedure tot erkenning van voormelde rechtsvormen, die thans beperkt is tot controle van het doel. Verder is er het ministerieel besluit van 12 september 2005 tot uitvoering van de artikelen 1, 9, 12 en 15 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en tot vaststelling van de datum bepaald in artikel 10 van het 21

koninklijk besluit van 26 juni 2003 houdende aanwijzing van de overheden, administraties en diensten die, betreffende bepaalde categorieën van ondernemingen, belast zijn met de eenmalige inzameling en het actualiseren van de gegevens bedoeld in artikel 6 van de wet van 16 januari 2003 houdende oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, modernisering van het handelsregister, oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Voormeld besluit bevat de juridische grondslagen voor de toekomstige neerlegging van elektronische vennootschapsakten afkomstig van notarissen in het elektronisch vennootschapsdossier. Hierdoor zullen in de toekomst vennootschapsakten zowel elektronisch kunnen worden ingediend als worden opgevraagd. In een latere fase komen de onderhandse vennootschapsakten aan de beurt. Er werd tevens een volledige website in verband met verenigingen en stichtingen gecreëerd. Deze bevindt zich thans op de openingspagina van www.just.fgov.be en bevat tal van antwoorden om deze rechtsvormen aan de nieuwe regeling aan te passen voor 31 december 2005. Dienst Burgerlijk Procesrecht De dienst behandelde voornamelijk de dossiers die in de loop van 2005 hebben geleid tot de goedkeuring van verschillende hierna vermelde nieuwe wetten. Het gaat meer bepaald om de volgende wetgeving: de wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling; de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix; de wet van 13 december 2005 houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldregeling in het kader van een sociale justitie; de wet van 13 december 2005 tot wijziging van de artikelen 81, 104, 569, 578, 580, 583 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek; de wet tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen met betrekking tot het strafrecht en de strafrechtspleging, teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken; de inwerkingtreding op 21 oktober 2005 van Europese Verordening nr. 805/2004 van 21 april 2004 inzake een executoriale titel. 22

Dienst Erediensten en Vrijzinnigheid Deze dienst heeft voornamelijk meegewerkt aan de volgende werkzaamheden: de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten; de oprichting van een onafhankelijke commissie belast met de organisatie van algemene verkiezingen voor de islamitische eredienst, teneinde de moslimgemeenschap van dit land te voorzien van legitieme en niet ter betwisting staande organen; na de verkiezingen van 20 maart 2005 werd het nieuw Executief van de Moslims van België erkend bij koninklijk besluit van 7 oktober 2005; de oprichting van een Commissie van wijzen belast met het onderzoek van het statuut van de bedienaars van de erkende erediensten bij koninklijk besluit van 10 november 2005; de belangrijkste onderwerpen die moeten worden onderzocht zijn de wedden van de bedienaars van de erkende erediensten, de cumulatie van de wedden, de uitoefening van hun functies en de pensioenleeftijd van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad; uitwerking van het koninklijk besluit van 25 oktober 2005 houdende vaststelling van het kader van de aalmoezeniers en de islamconsulenten van de erkende erediensten en van de moreel consulenten van de Centrale Vrijzinnige Raad der niet confessionele levensbeschouwing bij de Strafinrichtingen, zomede tot vaststelling van hun weddeschalen. DIRECTORAAT III Dienst Beginselen van Strafrecht en Strafprocesrecht Op internationaal vlak droeg deze dienst ruimschoots bij tot het opstellen van Europese gevangenisregels. Op nationaal vlak wordt gewezen op de uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van de volgende teksten: de wet tot bescherming van de journalistieke bronnen (7 april 2005); de wet tot wijziging van de wet van 13 maart 1973 betreffende de vergoeding voor de onwerkzame voorlopige hechtenis, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van sommige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (31 mei 2005); de wet tot invoering van bepalingen inzake de bemiddeling in de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering en in het Wetboek van strafvordering (22 juni 2005); de wet tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers en de wet tot verruiming van de strafrechtelijke bescherming van de minderjarigen (10 augustus 2005). 23

Dienst Bijzondere Inbreuken en Procedures Op nationaal vlak was de dienst vooral betrokken bij: het opstellen van de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit (BS 30 december 2005, 2e ed.); het ontwerp tot wijziging van de wet van 1965 betreffende de jeugdbescherming. Op internationaal vlak nam de dienst deel aan verschillende internationale onderhandelingen die hebben geleid tot het sluiten van nieuwe verdragen. Wat de Raad van Europa betreft, werden drie nieuwe verdragen opengesteld voor ondertekening: het Verdrag ter voorkoming van terrorisme; de Overeenkomst inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de verbeurdverklaring van opbrengsten van misdrijven en inzake de financiering van het terrorisme; het Verdrag ter bestrijding van mensenhandel. Op het niveau van de Verenigde Naties is het Verdrag voor de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijningen in september 2005 voltooid door een ad-hocwerkgroep. Bovendien heeft België met het Internationaal Strafgerechtshof en het Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië overeenkomsten ondertekend om getuigen elders te vestigen en te beschermen. Ten slotte werd België beoordeeld door de werkgroep corruptie in internationale zakelijke transacties van de OESO. Centrale Autoriteit internationale samenwerking in Strafzaken Vanuit conceptueel oogpunt zijn de belangrijkste dossiers die door deze dienst zijn behandeld: de bekrachtiging van het protocol van 1997 bij de Overeenkomst van de Raad van Europa van 1983 inzake de overbrenging van gevonniste personen en de wet van 26 mei 2005 tot wijziging van de wet 24

van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van de gevonniste personen ( ). Als gevolg daarvan worden in het Belgisch recht drie vernieuwingen opgenomen, waarmee de eerste stap wordt gezet naar een wetgeving tot regeling van de overdracht van de strafuitvoering: de overbrenging van gevonniste personen zonder hun toestemming, de uitvoering van gevangenisstraffen voor personen die gevlucht zijn naar hun land van herkomst en het toezicht op de voorwaardelijk veroordeelde of in vrijheid gestelde personen; de voorbereiding van de bekrachtiging van het Verdrag van de Raad van Europa van 1970 inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen en de toepassing van twee kaderbesluiten van de Europese Unie met betrekking tot de tenuitvoerlegging van boeten en verbeurdverklaringen; de voorbereiding van een wijziging van de wet van 20 mei 1997 betreffende de internationale samenwerking inzake de tenuitvoerlegging van inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen. Statistisch gezien behandelde de dienst met betrekking tot de nieuwe in 2005 geopende individuele dossiers: 129 uitleveringen (het betreft een duidelijke vermindering, die echter gecompenseerd werd door een vergelijkbare toename van het aantal Europese aanhoudingsbevelen (385); 2 993 rogatoire commissies; 328 afgiften van stukken in het buitenland; 324 aangiften met het oog op vervolging; 134 overbrengingen van gevonniste personen (met hun instemming); 10 214 gevallen van rechtshulp met betrekking tot snelheidsovertredingen in het buitenland; 112 dossiers van uiteenlopende aard. Dienst Rechten van de Mens In 2005 kon België dankzij het werk van de dienst Rechten van de Mens mee op 19 oktober 2005 de Universele Verklaring over Bio-ethiek en Mensenrechten aannemen tijdens de Algemene Conferentie van de Unesco, evenals Protocol nr. 14 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, betreffende wijziging van het controlesysteem van het Verdrag van 13 mei 2004 ondertekenen. De Dienst Rechten van de Mens bereidde tevens het bezoek aan België voor van het Europees Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van de Raad van Europa (van 18 tot 27 april 2005). Tijdens een dergelijk bezoek beoordeelt dit comité de wijze waarop personen die van hun vrijheid werden beroofd, worden behandeld en in voorkomend geval beveelt het verbeteringen aan teneinde hun bescherming tegen foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing te verhogen. Op het vlak van de rechten van het kind nam de dienst deel aan de uitwerking van het tweede jaarverslag van de Regering voor de Federale Kamers over de toepassing van het Verdrag inzake de rechten van het kind. Nog op dit vlak werd meegewerkt aan het nationaal actieplan voor geadopteerde kinderen. In 2005 zorgde de dienst Rechten van de Mens eveneens voor de follow-up van de behandeling van zestien nieuwe verzoekschriften ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg. 25

Inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer werkte de dienst mee aan de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix. Dit systeem heeft als doeleinden de interne en externe communicatie vereist voor de werking van de justitie, het beheer en de bewaring van de gerechtelijke dossiers, de invoering van een nationale rol, het aanleggen van een gegevensbank voor de rechtspraak, het opmaken van statistieken en het verlenen van bijstand bij het beheer en het bestuur van de gerechtelijke instellingen. Coördinatiebureau Europees en Internationaal Recht Het Coördinatiebureau Europees en Internationaal Recht werd opgericht in juli 2005. Dit horizontale directoraat omvat de vroegere dienst Europese Coördinatie van het directoraat-generaal Strafwetgeving en Rechten van de Mens en zorgt voor een nieuwe dimensie op het gebied van coördinatie op burgerrechtelijk vlak. Tijdens de eerste zes maanden ontwikkelde het bureau vooral nieuwe instrumenten voor de coördinatie van de internationale wetgevende activiteiten. Het optreden van het bureau in de internationale dossiers zelf is inzonderheid tot uiting gekomen bij de voorbereiding van het standpunt van de minister van Justitie met betrekking tot de werkzaamheden van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie en bij de coördinatie van bepaalde werkzaamheden van de Raad van Europa en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. Het bureau behandelt tevens rechtstreeks sommige nationale en internationale wetgevende dossiers. Op strafrechtelijk vlak moet op internationaal niveau vooral worden gewezen op de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken en de uitwisseling van informatie op het vlak van de gerechtelijke politie. Op nationaal niveau wordt melding gemaakt van het voorontwerp van wet met betrekking tot de politieke bepaling inzake uitlevering en het wetsontwerp met betrekking tot de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken. Op burgerrechtelijk vlak moet worden gewezen op het voorontwerp van wet houdende instemming met de wijziging van het statuut van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, waardoor de Europese Gemeenschap kan toetreden tot de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaat-recht. Managementondersteuning van het Directoraat-Generaal In 2005 werd het directoraat Managementondersteuning van het directoraat-generaal Wetgeving opgericht. Dit directoraat biedt algemene ondersteuning aan de verschillende managementfuncties in het directoraat-generaal. Er wordt verwezen naar de P&O-, Budget-, ICT- en PMO-correspondenten van het directoraat-generaal. Hierna volgen enkele verwezenlijkingen: eerste personeelsplan voor het directoraat-generaal, deelname aan verschillende selecties met het oog op de werving van nieuwe personeelsleden of de vervanging van personeelsleden met verlof, een beter beheer van de prioriteiten inzake wetgevende activiteiten, organisatie van een opleiding projectgericht werken, nieuwe elektronische agenda per directoraat voor het directoraat-generaal, eerste planning van de realisatie van de prioriteiten inzake informatica, follow-up van de BPR-projecten,... 26

Focus Dienst Internationale Adoptie De dienst Internationale Adoptie startte met zijn activiteiten op 1 september 2005, datum waarop de wet tot hervorming van de adoptie in werking is getreden. Op diezelfde datum werd het Verdrag van s-gravenhage van 29 mei 1993 inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie van toepassing in ons land. Als gevolg van de hervorming van de adoptie kon België dit verdrag bekrachtigen en het adoptierecht moderniseren om zo meer waarborgen in te bouwen, vooral met betrekking tot de adoptant (voorbereiding, beoordeling door de rechter van de geschiktheid om te adopteren, begeleiding van de adoptie, ), en kinderontvoeringen en kindersmokkel te voorkomen. Zo controleert de dienst, in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken en diplomatieke posten in het buitenland, of de documenten die worden bezorgd met het oog op erkenning volledig, authentiek, origineel of eensluidend verklaard, op geldige wijze gelegaliseerd, zijn. Hij controleert ook of er is voldaan aan de grondvereisten (leeftijd van de adoptanten en de geadopteerde, toestemming van de oorspronkelijke ouders, van het kind ouder dan twaalf jaar of van zijn vertegenwoordiger indien het jonger is dan twaalf jaar, ) en vormvereisten (procedure in overeenstemming met het buitenlands recht), of de adoptie niet strijdig is met de internationale openbare orde en of de adoptie geschiedt in het hoger belang van het kind en met inachtneming van de fundamentele rechten die het krachtens het internationaal recht zijn toegekend. De erkende adoptie wordt ingeschreven in het centraal adoptieregister met vermelding vanaf wanneer de adoptie gevolgen heeft (overeenkomstig het toepasselijk buitenlands recht). Alle inschrijvingen met betrekking tot een adoptie in het buitenland of in België worden door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand overigens toegezonden aan de dienst zodat deze volledige adoptiestatistieken kan bijhouden voor het gehele land. De eerste statistieken sinds de inwerkingtreding van de wet tonen aan dat 431 dossiers tot erkenning en registratie aan de dienst zijn bezorgd, 138 in het Nederlands en 293 in het Frans. Twee derde van die dossiers heeft betrekking op vrije adoptie. De dienst Internationale Adoptie, aangewezen als centrale federale autoriteit inzake internationale adoptie, is hoofdzakelijk belast met de erkenning en registratie van adopties in het buitenland, zowel van kinderen als van meerderjarigen. Deze dienst gaat dus na of alle grond- en vormvereisten voor een buitenlandse adoptie vervuld zijn, zodat die adoptie gevolgen kan hebben in België. De erkenning van de buitenlandse adoptie is, in voorkomend geval, een voorwaarde voor de afgifte van het visum of paspoort aan het kind dat wordt geadopteerd door Belgische onderdanen. Door de erkenning verkrijgt de geadopteerde trouwens zijn naam in overeenstemming met het Belgisch internationaal privaatrecht. De dossiers komen uit 52 verschillende landen, vooral uit China, Kazachstan, Haïti en Ethiopië. De dienst telt momenteel negen personen, onder wie vier juristen en een hoofd van dienst. 27