Cedrah reglement Raad van Toezicht

Overig document Algemeen beleid Cedrah reglement Raad van Toezicht Stichting Zorgcentra uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten in Zeeland en Zuid-Holland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in de regio Rotterdam (Cedrah) Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 1 van 13

Inhoud Inhoud 2 Toelichting op het reglement voor de Raad van Toezicht van Cedrah 3 Reglement voor de Raad van Toezicht van Cedrah 4 1. Positionering Raad van Toezicht in de Stichting 4 2. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht 4 3. Informatievoorziening 5 4. Samenstelling Raad van Toezicht 6 5. Intern en extern overleg en optreden van de Raad van Toezicht 8 6. Benoeming leden Raad van Toezicht 9 7. Einde lidmaatschap 10 8. Werkwijze 11 9. Evaluatie 12 10. Honorering en/ of onkostenvergoeding 12 11. Verantwoording 12 12. Wijziging reglement 13 Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 2 van 13

Toelichting op het reglement voor de Raad van Toezicht van Cedrah In dit reglement worden de functies, taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht nog eens uitdrukkelijk benoemd. Daarnaast zijn regels toegevoegd met betrekking tot de toezichthoudende taken op de identiteit van Cedrah. Ten opzichte van de statuten en ook in algemene zin lijkt dit overbodig. De specifieke meerwaarde om dit toch te doen, is dat voor elk nieuw lid van de Raad van Toezicht - en dus voor de raad als college - duidelijk is waar de Raad van Toezicht wel en niet voor staat. Informatievoorziening is eigenlijk de 'Ievensader' voor de Raad van Toezicht. Zonder tijdige en adequate informatie kan de raad niet functioneren. Met te weinig of te vage informatie kan de Raad van Toezicht zijn functie niet uitoefenen en het creëert mogelijk wantrouwen. Anderzijds past teveel of te detaillistische informatie ook niet bij de functie van de Raad van Toezicht. Er zal dus een goede balans moeten worden gevonden, waarbij duidelijke en realiseerbare eisen aan verantwoording (informatievoorziening) door de Raad van Bestuur gesteld mogen worden. Dit is niet alleen in het belang van de instelling, maar ook in het belang van de Raad van Bestuur zelf. Naarmate de kwaliteit van de informatie van de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht hoger is, zal de noodzaak (en behoefte) van de toezichthouder om zich via andere kanalen te (laten) informeren minder zijn. Bovendien zijn er door de eisen aan de informatievoorziening betere afspraken mogelijk over de meetcriteria van het toezicht op het beleid en het functioneren van de Raad van Bestuur. De toepassing van het Reglement van de Raad van Toezicht vindt complementair plaats met het Reglement van de Raad van Bestuur en het Reglement voor de Commissie van Advies zonder dat zulks expliciet is vermeld in de onderhavige Reglementen. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 3 van 13

Reglement voor de Raad van Toezicht van Cedrah De Raad van Toezicht van Cedrah, gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel, zich voegend naar de Zorgbrede Governancecode 2010 (januari 2010); besluit, met inachtneming van de statuten van de Stichting zoals gewijzigd bij akte d.d. 1 juli 2013, het navolgende reglement voor de Raad van Toezicht vast te stellen: 1. Positionering Raad van Toezicht in de Stichting 1.1 De statuten van Cedrah voorzien in de Raad van Bestuur / Raad van Toezicht-structuur. De Raad van Bestuur bestuurt Cedrah en de Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Cedrah. Hierbij is de identitaire grondslag van Cedrah, zoals verwoord in artikel 2, lid 2 van de statuten, een belangrijk aandachtspunt. 1.2 De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met advies terzijde. 1.3 De Raad van Toezicht is de werkgever van de Raad van Bestuur. 2. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht 2.1 De Raad van Toezicht rekent de volgende taken en bevoegdheden in ieder geval tot zijn verantwoordelijkheid: - het zorgdragen voor een goed functionerende Raad van Bestuur (door benoeming, beoordeling en ontslag van de Raad van Bestuur); - het zorgdragen voor een goed functionerend intern toezicht (door benoeming, beoordeling en ontslag van (leden van) de Raad van Toezicht); - het functioneren als adviseur van en als klankbord voor de Raad van Bestuur; - het houden van integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur, op de identiteit van Cedrah en op de algemene gang van zaken in de instelling; het goedkeuren van voorgenomen besluiten van de Raad van Bestuur, zoals bedoeld in artikel 6 van de statuten; - het toezicht op de regeling inzake waarneming en mandaat, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement Raad van Bestuur. - het goedkeuren van jaardocument (jaarverslag en jaarrekening), alsmede (strategische) beleidsplannen en begroting. 2.2. De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken: - oog houdt op het belang van Cedrah in relatie tot de maatschappelijke functie van Cedrah; - handelt in overeenstemming met de identiteit van Cedrah; en - een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij Cedrah betrokken zijn. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 4 van 13

2.3 De Raad van Toezicht ziet er in het bijzonder op toe dat de uitvoering van het beleid van de Raad van Bestuur strookt met de vastgestelde en goedgekeurde beleidsplannen en beleidsuitgangspunten. De Raad van Toezicht en Raad van Bestuur maken daarbij afspraken over de onderwerpen en ijkpunten, waarover periodiek aan de Raad van Toezicht wordt gerapporteerd. 3. Informatievoorziening 3.1 De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor een adequaat functioneren benodigde informatie. In de regel zal dit geschieden als voorbereiding op de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien daarvoor aanleiding is zal de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht tussentijds van relevante informatie voorzien. 3.2 Informatievoorziening geschiedt schriftelijk. Mondelinge informatievoorziening dan wel mondelinge rapportages ter vergadering dienen hoge uitzondering te zijn. 3.3 In ieder geval verwacht de Raad van Toezicht dat de Raad van Bestuur hem periodiek op de hoogte houdt ten aanzien van: - de realisering van het statutaire doel van Cedrah, de maatschappelijke functie, de positionering en de strategie inclusief de daaraan verbonden risico's en mechanismen tot beheersing ervan, de kwaliteit van de zorg en de wijze waarop met identiteitsgebonden vraagstukken wordt omgegaan; - alle ontwikkelingen op het gebied van de positionering en de strategie van Cedrah, alsmede met betrekking tot de identitaire en overige van belang zijnde aspecten die hierbij van betekenis zijn; - de ontwikkeling van aangelegenheden, waarvoor in de formele besluitvorming op korte dan wel langere termijn de goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig is; - voorgenomen investeringen; - zijn beoordeling van de realisering van het financieel-economisch beleid, mede in relatie tot de financiële positie van Cedrah, zoals vastgelegd in de door Cedrah gehanteerde bestuurlijke informatievoorziening. De hoofdzaken van deze rapportage en de bespreking ervan worden opgenomen in het jaarverslag - financiële ontwikkelingen c.q. vermoedelijke financiële uitkomsten in relatie tot de goedgekeurde begroting; - problemen en conflicten van enige betekenis in de organisatie; - problemen en conflicten van enige betekenis in de relatie met derden, zoals onder meer de overheid, zorgverzekeraars en samenwerkingspartners; - calamiteiten, die gemeld zijn bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg dan wel andere Inspecties dan wel bij Justitie; - gerechtelijke procedures; - kwesties van andere aard, waarvan op voorhand kan worden verwacht dat deze tot negatieve publiciteit kunnen dan wel zullen leiden. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 5 van 13

3.4 Indien Cedrah in de publiciteit komt, anders dan voor zaken die tot het normale PR-beleid te rekenen zijn, zal de Raad van Bestuur zo mogelijk van tevoren de leden van de Raad van Toezicht daarvan in kennis stellen. Publicaties zal hij achteraf in kopie aan de Raad van Toezicht doen toekomen. 3.5 Ieder lid van de Raad van Toezicht zal alle informatie en documentatie die hij in het kader van de uitoefening van de toezichthoudende functie krijgt en die redelijkerwijs als vertrouwelijk zijn te beschouwen als vertrouwelijk behandelen en niet buiten de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden. 4. Samenstelling Raad van Toezicht 4.1 Profiel Raad van Toezicht 4.1.1 De Raad van Toezicht maakt een profielschets van de Raad van Toezicht en gaat, tenminste op het moment dat een lid van de Raad van Toezicht al dan niet volgens rooster aftredend is dan wel bij gelegenheid van het anderszins ontstaan van een vacature in de Raad van Toezicht, na of de profielschets nog voldoet. De mening van de Raad van Bestuur wordt hierbij ingewonnen. Zonodig stelt de Raad van Toezicht de profielschets bij. 4.1.2 De profielschets is openbaar en is voor een ieder opvraagbaar. 4.1.3 Het profiel voor de Raad van Toezicht dient er toe te leiden, dat de Raad van Toezicht zodanig is samengesteld dat: - er voldoende affiniteit met de gezondheidszorg in het algemeen en de doelstelling van Cedrah in het bijzonder aanwezig is; - een brede maatschappelijke binding en een functioneel netwerk wordt bereikt; - een spreiding van maatschappelijke achtergronden, deskundigheden en disciplines aanwezig is, waarbij onder meer gedacht wordt aan zorginhoudelijke, financieel-economische, juridische, bestuurskundige, identitaire, bouw- en huisvestingsdeskundigheden; - sprake is van een vertegenwoordiging op voordracht van de Centrale Cliëntenraad; - de leden van de Raad van Toezicht ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de Raad van Bestuur onafhankelijk en kritisch opereren; - adequaat wordt voorzien in de advies- en klankbordfunctie jegens de Raad van Bestuur. 4.2 Profiel lid van de Raad van Toezicht 4.2.1 De Raad van Toezicht maakt een algemene profielschets op, waarin de kwaliteiten en eigenschappen die van een lid van de Raad van Toezicht worden verwacht, zijn opgenomen en vult deze per zetel aan met een specifieke detaillering naar achtergrond, discipline en deskundigheid. 4.2.2 Van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwacht dat zij zich blijven verdiepen in de ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg in het algemeen en de zorgfunctie van Cedrah in het bijzonder en dat zij zelf op één of andere wijze maatschappelijk actief zijn. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 6 van 13

4.2.3 De profielschets wordt verstrekt aan de Raad van Bestuur, de Commissie van Advies, de Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad. 4.2.4 Op het moment dat al dan niet volgens het rooster van aftreden een vacature ontstaat, gaat de Raad van Toezicht na of de profielschets voor de desbetreffende zetel nog voldoet en past binnen de profielschets van de Raad van Toezicht. Zonodig stelt de Raad van Toezicht de profielschets bij. 4.3 De voorzitter 4.3.1 De voorzitter en de vice-voorzitter van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht bij schriftelijke stemming uit zijn midden gekozen. Conform artikel 9 lid 5 van de statuten geldt voor de voorzitter het criterium dat hij belijdend lid is van de Gereformeerde Gemeenten. De vice-voorzitter van de Raad van Toezicht vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. Over de bereidheid tot aanvaarding wordt voorafgaande aan de stemming door de leden van de Raad van Toezicht gesproken. 4.3.2 Van de voorzitter van de Raad van Toezicht worden specifieke eigenschappen en kwaliteiten verwacht. Deze zijn opgenomen in de Profielschets Raad van Toezicht. 4.3.3. De voorzitter leidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht en is voor de leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur het eerst aanspreekbare lid van de Raad van Toezicht. 4.3.4 Indien de Raad van Toezicht naar buiten treedt, geschiedt dit in de regel bij monde van de voorzitter. 4.4 Onverenigbaarheid In aanvulling op de statuten geldt: 4.4.1 Het functioneren van een lid van de Raad van Toezicht wordt gekenmerkt door integriteit, een onafhankelijke en een onpartijdige opstelling. Dit betekent ook dat hij of zij in de uitoefening van de functie op geen enkele wijze materieel of immaterieel belang heeft bij Cedrah. 4.4.2 De Raad van Toezicht stelt zo nodig ter aanvulling op het bepaalde in de statuten vast met welke betrokkenheid, achtergrond of functie het lidmaatschap van de Raad van Toezicht onverenigbaar is. 4.4.3 In ieder geval kunnen niet tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd personen, die korter dan een half jaar geleden lid zijn geweest van de Raad van Bestuur van Cedrah en personen, die ingevolge een arbeidsovereenkomst op dat moment aan Cedrah verbonden zijn of dat korter dan een half jaar geleden zijn geweest. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 7 van 13

4.4.4 Indien een lid van de Raad van Toezicht voorziet dat een (schijn van) onverenigbaarheid zou kunnen optreden of anderszins een tegenstrijdig belang met Cedrah kan ontstaan, zal het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht de voorzitter daarvan in kennis stellen. 4.4.5 Indien de voorzitter van oordeel is dat er sprake is van een incidentele dan wel tijdelijke onverenigbaarheid, waarvoor een oplossing mogelijk is, werkt het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht mee aan deze oplossing. Indien de voorzitter van oordeel is dat er sprake is van een structurele onverenigbaarheid, dan zal het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht er zelf voor zorgdragen dat de onverenigbaarheid wordt opgeheven dan wel zelfstandig besluiten af te treden. De voorzitter stelt de overige leden in alle gevallen op de hoogte. 5. Intern en extern overleg en optreden van de Raad van Toezicht 5.1 Een delegatie van de Raad van Toezicht is in principe éénmaal per jaar aanwezig bij een overlegvergadering van de Raad van Bestuur met de Ondernemingsraad en in principe éénmaal per jaar bij een vergadering van de Raad van Bestuur met de Centrale Cliëntenraad. Zulks vindt plaats bij voorkeur in de vergadering waarin de jaarrekening en het jaarverslag worden besproken. De leden van de Raad van Toezicht zullen beurtelings deel uit maken van deze delegatie. 5.2 De Raad van Toezicht en de individuele leden van de Raad van Toezicht onthouden zich van rechtstreekse contacten binnen en buiten Cedrah voor zover deze betrekking hebben op dan wel verband houden met aangelegenheden van Cedrah of personen daarin werkzaam, tenzij de Raad van Toezicht daarvan de noodzaak onderkent en daarvan vooraf aan de Raad van Bestuur melding heeft gemaakt. 5.3 Wanneer de Raad van Toezicht of individuele leden benaderd worden door externe relaties of door personen werkzaam voor Cedrah over aangelegenheden betrekking hebbend op dan wel verband houdend met Cedrah of personen daarvoor werkzaam dan verwijst het lid van de Raad van Toezicht in de regel naar de Raad van Bestuur. 5.4 Op de regel onder de artikelen 5.2 en 5.3 wordt alleen in zeer bijzondere gevallen uitzondering gemaakt en wanneer daar een gegronde reden voor is. Hierover wordt vooraf overleg gepleegd met de Raad van Bestuur of wanneer dit niet mogelijk is, wordt de Raad van Bestuur achteraf geïnformeerd. 5.5 Bij kortdurende ontstentenis van de Raad van Bestuur wordt door de Raad van Toezicht voorzien in waarneming. Zulks vindt plaats op voorstel van de Raad van Bestuur. 5.6 Bij langdurige ontstentenis van de Raad van Bestuur wordt de bestuurstaak niet waargenomen door een lid van de Raad van Toezicht, tenzij er in crisissituaties geen andere mogelijkheid is en in dat geval voor hoogstens dertig dagen. 5.7 Indien de waarneming van de bestuurstaak door een lid van de Raad van Toezicht in het belang van de Stichting langer dan 30 dagen nodig is, zal dit lid aftreden als lid van de Raad van Toezicht. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 8 van 13

6. Benoeming leden Raad van Toezicht 6.1 De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht. 6.2 De benoeming van de leden van de Raad van Toezicht vindt plaats met inachtneming van het bepaalde in het van toepassing zijnde Reglement van de Commissie van Advies met betrekking tot de betrokkenheid van de Commissie van Advies. 6.3 De Raad van Toezicht stelt vast dat er een vacature is in de Raad van Toezicht en stelt met betrekking tot deze vacature de profielschets voor de desbetreffende zetel vast, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.2 van dit Reglement. 6.4 Over een vacature, alsmede de vastgestelde profielschets, worden de Raad van Bestuur en de Commissie van Advies geïnformeerd. In het geval het de zetel betreft waarvoor de Centrale Cliëntenraad het recht van bindende voordracht toekomt, wordt de Centrale Cliëntenraad ook geïnformeerd. 6.4.1 Voor zover het niet de bindende voordracht door de Centrale Cliëntenraad betreft, werft de Raad van Toezicht een kandidaat volgens de wervingsprocedure zoals die is overeengekomen met de Commissie van Advies. 6.4.2 Over de bindende voordracht door de Centrale Cliëntenraad plegen de Raad van Bestuur en / of de voorzitter van de Raad van Toezicht desgewenst tevoren informeel overleg met de voorzitter van de Centrale Cliëntenraad. 6.4.3 In het geval het de bindende voordracht door de Centrale Cliëntenraad betreft, benoemt de Raad van Toezicht de desbetreffende persoon, tenzij deze niet past in het door de Raad van Toezicht vastgestelde profiel dan wel anderszins ernstige bezwaren tegen de benoeming van de betreffende persoon bestaan. In dat geval wordt de Centrale Cliëntenraad verzocht een bindende voordracht voor een andere persoon te doen. 6.5 Met de kandidaat die volgens de met de Commissie van Advies overeengekomen procedure is geselecteerd voor toetreding tot de Raad van Toezicht zal een afzonderlijk kennismakingsgesprek met de Raad van Bestuur worden belegd. 6.6 Na het kennismakingsgesprek met de Raad va Bestuur neemt de Raad van Toezicht in zijn eerstvolgende vergadering een besluit omtrent de benoeming. 6.7 In geval van een herbenoeming van een volgens rooster aftredend lid wordt een overeenkomstige procedure gevolgd. In deze situatie worden geen andere kandidaten geworven en wordt geen kennismakingsgesprek gevoerd. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 9 van 13

7. Einde lidmaatschap 7.1 Rooster van Aftreden 7.1.1 Het rooster van aftreden wordt zodanig ingericht dat de continuïteit in de samenstelling van de Raad van Toezicht gewaarborgd is. 7.1.2 Artikel 9 lid 7 van de statuten voorziet in een termijnenregeling. Leden van de Raad van Toezicht zijn na hun aftreden éénmaal terstond herbenoembaar. 7.1.3 Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in en is na zijn aftreden tweemaal herbenoembaar. 7.1.4 De voorzitter en de vice-voorzitter zullen niet gelijktijdig volgens het rooster aftredend zijn. 7.1.5 Bij de voordracht voor herbenoeming van de leden is artikel 9 van de statuten volledig van toepassing. 7.1.6 Een lid van de Raad van Toezicht treedt af tijdens de eerste vergadering van de Raad van Toezicht nadat hij de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt. 7.2 Aftreden Een lid van de Raad van Toezicht treedt in ieder geval af ingeval: - het bepaalde in artikel 9.8 van de statuten zich voordoet, alsmede ingeval van: - een door de Raad van Toezicht bij herhaling geconstateerd onvoldoende functioneren van het desbetreffende lid; - een structureel verschil van inzicht over een majeur - Cedrah regarderend - onderwerp tussen het desbetreffende lid en de overige leden van de Raad van Toezicht; - een door de Raad van Toezicht vastgestelde en niet oplosbare onverenigbaarheid van belangen van het desbetreffende lid en de belangen van Cedrah. - een door de Raad van Toezicht vastgestelde onverenigbaarheid van functie(s) van het desbetreffende lid en het lidmaatschap van de Raad van Toezicht; - het verliezen van de binding met één van de in artikel 2 lid 1 van de statuten genoemde kerkgenootschappen; - het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar; - Het niet langer herbenoembaar zijn volgens het Rooster van Aftreden. 7.3 Schorsing en ontslag Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 10 van 13

7.3.1 Indien de Raad van Toezicht van oordeel is dat één van de redenen als genoemd onder artikel 7.2 van dit Reglement aanwezig is en het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht niet uit eigener beweging aftreedt, neemt de Raad van Toezicht een daartoe strekkend besluit overeenkomstig het bepaalde in de statuten. 7.3.2 Alvorens de Raad van Toezicht het besluit neemt om een lid van de Raad van Toezicht te schorsen of te ontslaan, zal het betreffende lid tevoren in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de voornemens van de Raad van Toezicht en zijn zienswijze te dien aanzien kenbaar te maken. 7.3.3 Over een eventueel naar buiten treden over de schorsing of het ontslag zal tevoren door de Raad van Toezicht, het betreffende lid van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur een gedragslijn worden overeengekomen. 8. Werkwijze 8.1 Aandachtsgebieden De Raad van Toezicht kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden afspreken. De aandachtsgebieden zullen in de regel worden bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de Raad van Toezicht. Een eventuele verdeling laat echter de verantwoordelijkheid voor het integrale toezicht door de leden van de Raad van Toezicht onverlet. De portefeuille identiteit wordt binnen de Raad van Toezicht in ieder geval toegewezen aan een lid van de Raad van Toezicht dat belijdend lid is van de Gereformeerde Gemeenten. 8.2 Vergaderingen 8.2.1 De besluitvorming van de Raad van Toezicht vindt behoudens in bijzondere gevallen plaats tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 10 van de statuten. 8.2.2 De Raad van Bestuur is in de regel aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht tenzij de Raad van Toezicht aangeeft zonder Raad van Bestuur te willen vergaderen. De voorzitter zal de Raad van Bestuur alsdan na afloop van de vergadering in grote lijnen op de hoogte stellen van het besprokene. 8.2.3 De Raad van Bestuur bereidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht in overleg met de voorzitter van de Raad van Toezicht voor. Besluiten van de Raad van Bestuur die ingevolge de statuten de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven, worden schriftelijk en met redenen omkleed geagendeerd. 8.2.4 Door of vanwege de Raad van Bestuur wordt zorggedragen voor de notulering van de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien het een vergadering buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur betreft, bepaalt de voorzitter van de Raad van Toezicht voorafgaand aan de vergadering op welke wijze de notulering daarvan zal plaatsvinden. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 11 van 13

8.2.5 De Raad van Toezicht vergadert in de regel zes maal per jaar, waarvan tenminste één vergadering wordt gehouden ter bespreking van de jaarstukken in aanwezigheid van de accountant van Cedrah en één vergadering ter bespreking van het jaarplan en de daarbij behorende begroting voor het komende jaar. Met het vergaderschema zal worden aangesloten op de hoofdmomenten in de (financiële) beleidscyclus van Cedrah. 8.3 Secretariaat 8.3.1 In het secretariaat van de Raad van Toezicht wordt voorzien door of vanwege de Raad van Bestuur, die tevens zorgdraagt voor een adequate archivering van de bescheiden van de Raad van Toezicht. Het archief van de Raad van Toezicht is te allen tijde toegankelijk voor de leden van de Raad van Toezicht. 9. Evaluatie 9.1 Evaluatie functioneren Raad van Toezicht 9.1.1 Eénmaal per jaar wordt een vergadering van de Raad van Toezicht gehouden, waarin het functioneren van de Raad van Toezicht als geheel wordt geëvalueerd. In de evaluatie wordt tevens de relatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur meegenomen. 9.1.2 De Raad van Bestuur is in beginsel bij deze vergadering, althans het deel waarin de evaluatie van de Raad van Toezicht plaatsvindt, niet aanwezig. 9.1.3 De voorzitter van de Raad van Toezicht vraagt de Raad van Bestuur tevoren of er aandachtspunten zijn, zowel ten aanzien van zijn eigen functioneren als ten aanzien van het functioneren van de Raad van Toezicht, die in de evaluatie meegenomen dienen te worden. 9.2 Evaluatie functioneren Raad van Bestuur De voorzitter en bij toerbeurt een lid van de Raad van Toezicht voeren jaarlijks, zo mogelijk in de maand juni, een functioneringsgesprek met de (individuele leden van de) Raad van Bestuur en betrekken daarin tevens de uit de evaluatie van de Raad van Toezicht voortkomende aandachtspunten. 10. Honorering en/ of onkostenvergoeding 10.1 Leden van de Raad van Toezicht ontvangen maximaal een honorering volgens de Adviesregeling Honorering Raden van Toezicht van Zorginstellingen NVTZ. Zulks wordt vermeld in de jaarrekening. 10.2 Cedrah zal de door de leden van de Raad van Toezicht ten behoeve van Cedrah gemaakte kosten op declaratiebasis aan hen vergoeden. 11. Verantwoording Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 12 van 13

11.1 De Raad van Toezicht doet jaarlijks verslag van zijn werkzaamheden en draagt ervoor zorg dat dit verslag voor belanghebbenden en belangstellenden in voldoende mate kenbaar is. 12. Wijziging reglement 12.1 De Raad van Toezicht gaat in de jaarlijkse evaluatie van haar functioneren tevens na of dit reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet. De voorzitter vraagt daarover tevoren de mening van de Raad van Bestuur. 12.2 Dit reglement kan worden gewijzigd door een besluit van de Raad van Toezicht. Over een voorgenomen wijziging wordt tevoren het advies van de Raad van Bestuur ingewonnen. Aldus vastgesteld op 17 juni 2013. Cedrah, Algemeen beleid, 14346, Cedrah reglement RvT, versie 1.0, november 2013 Pagina 13 van 13