PV-omvormer SUNNY BOY 3300 / 3800

PV-omvormer SUNNY BOY 3300 / 3800 Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 IMNL-SB3800 Versie 4.0 NL

SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij deze handleiding..................... 6 1.1 Geldigheidsbereik.................................... 6 1.2 Doelgroep.......................................... 6 1.3 Gedetailleerde informatie.............................. 6 1.4 Gebruikte pictogrammen.............................. 7 2 Veiligheid....................................... 8 2.1 Reglementair gebruik................................. 8 2.2 Veiligheidsaanwijzingen.............................. 10 2.3 Toelichting bij de pictogrammen........................ 11 2.3.1 Pictogrammen op de omvormer.................................. 11 2.3.2 Pictogrammen op het typeplaatje................................. 11 3 Uitpakken...................................... 13 3.1 Levering........................................... 13 3.2 Omvormer identificeren.............................. 14 4 Montage....................................... 15 4.1 Veiligheid......................................... 15 4.2 Montageplaats kiezen............................... 15 4.3 Omvormer met wandsteun monteren.................... 17 5 Elektrische aansluiting............................ 20 5.1 Veiligheid......................................... 20 5.2 Overzicht van het aansluitbereik....................... 20 5.2.1 Buitenaanzicht................................................ 20 5.2.2 Binnenaanzicht............................................... 21 5.3 Aansluiting op het openbare net (AC)................... 22 5.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting............................. 22 5.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet (AC) aansluiten................ 25 Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 3

Inhoudsopgave SMA Solar Technology AG 5.4 Instelling van de displaytaal........................... 28 5.5 Aansluiting van de PV-generator (DC)................... 29 5.5.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting............................. 29 5.5.2 DC-connectors aanbrengen..................................... 30 5.5.3 DC-connector openen.......................................... 32 5.5.4 PV-Generator (DC) aansluiten.................................... 33 5.6 Communication..................................... 36 5.7 Netparameters en landparameters instellen............... 36 5.7.1 Installatieland instellen......................................... 36 5.7.2 Bedrijf via stand-alone netwerk instellen............................ 37 6 Inbedrijfstelling.................................. 38 7 Openen en sluiten............................... 39 7.1 Veiligheid......................................... 39 7.2 Omvormer openen.................................. 39 7.3 Omvormer sluiten................................... 41 8 Onderhoud en reiniging.......................... 43 8.1 Controle van de warmte-afvoer........................ 43 8.1.1 Ventilator reinigen............................................. 43 8.1.2 Controleren van de ventilator.................................... 44 8.1.3 Ventilatorroosters reinigen....................................... 46 8.2 Electronic Solar Switch op slijtage controleren............. 47 9 Zoeken naar fouten.............................. 48 9.1 Knippercodes...................................... 48 9.2 Foutmeldingen..................................... 49 9.3 Rode LED brandt continu............................. 55 9.3.1 PV-generator op aardlek controleren.............................. 55 9.3.2 Werking van de varistoren controleren............................. 57 4 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave 10 Buitenbedrijfstelling.............................. 59 10.1 Omvormer demonteren............................... 59 10.2 Omvormer verpakken................................ 61 10.3 Omvormer opslaan.................................. 61 10.4 Omvormer afvoeren................................. 61 11 Technische gegevens............................. 62 11.1 Sunny Boy 3300................................... 62 11.2 Sunny Boy 3800................................... 65 12 Toebehoren..................................... 68 13 Contact........................................ 69 Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 5

Toelichting bij deze handleiding SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij deze handleiding 1.1 Geldigheidsbereik Deze handleiding beschrijft de montage, de installatie, de inbedrijfstelling en het onderhoud van de onderstaande SMA-omvormers: Sunny Boy 3300 (SB 3300) vanaf firmwareversie GRX33_2.94/2.94, Sunny Boy 3800 (SB 3800) vanaf firmwareversie GRX38_2.94/2.94. De firmwareversie verschijnt op het display zodra de omvormer in bedrijf gesteld wordt. Deze handleiding dient te allen tijde toegankelijk te zijn. 1.2 Doelgroep Deze handleiding is voor geschoolde elektromonteurs. De in deze handleiding beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor opgeleide elektromonteurs worden uitgevoerd. 1.3 Gedetailleerde informatie Gedetailleerde informatie over speciale onderwerpen, bijv. over de configuratie van een leidingbeveiligingsschakelaar of de beschrijving van de bedrijfsparameters, kunt u downloaden van www.sma-benelux.com. Gedetailleerde aanwijzingen bij de bediening van de omvormer vindt u in de meegeleverde gebruiksaanwijzing. 6 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Toelichting bij deze handleiding 1.4 Gebruikte pictogrammen In dit document worden de onderstaande veiligheidsaanwijzingen alsmede algemene aanwijzingen gebruikt: GEVAAR! "GEVAAR" markeert een veiligheidsaanwijzing, waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of zwaar lichamelijk letsel leidt! WAARSCHUWING! "WAARSCHUWING" markeert een veiligheidsaanwijzing, waarvan het niet in acht nemen tot de dood of zwaar lichamelijk letsel kan leiden! VOORZICHTIG! "VOORZICHTIG" markeert een veiligheidsaanwijzing, waarvan het niet in acht nemen tot licht of middelzwaar lichamelijk letsel kan leiden! OPGELET! "OPGELET" markeert een veiligheidsaanwijzing, waarvan het niet in acht nemen tot materiële schade kan leiden! Aanwijzing Een aanwijzing duidt op informatie die belangrijk is voor de optimale werking van het product. Dit symbool kenmerkt het resultaat van een handeling. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 7

Veiligheid SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid 2.1 Reglementair gebruik De Sunny Boy is een PV-omvormer die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in wisselstroom en deze stroom aan het openbare elektriciteitsnet levert. Principe van een PV-installatie met deze Sunny Boy De Sunny Boy mag uitsluitend in combinatie met PV-generatoren (modules en bekabeling) met beschermingsklasse II worden gebruikt. Geen andere energiebronnen behalve PV-panelen op de Sunny Boy aansluiten. Bij de configuratie van de PV-installatie dient u ervoor te zorgen dat het toegestane bedrijfsbereik van alle componenten te allen tijde aangehouden wordt. Het gratis configuratieprogramma "Sunny Design" (www.sma-benelux.com/sunnydesign) helpt u hierbij. De fabrikant van de PV-panelen dient de panelen voor het bedrijf met deze Sunny Boy vrijgegeven te hebben. Bovendien dienen alle door de fabrikant van de panelen aanbevolen maatregelen voor het permanente behoud van de paneeleigenschappen in acht te worden genomen (zie hiervoor ook de technische informatie "Modultechnik" in de downloadsectie van www.sma-benelux.com). De Sunny Boy mag uitsluitend voor de hier beschreven doeleinden worden gebruikt. Bij afwijkende toepassingen, wijzigingen aan de Sunny Boy alsmede door de montage van onderdelen die niet uitdrukkelijk door SMA Solar Technology AG aanbevolen of verkocht worden, vervallen de garantie en de geldigheid van de typegoedkeuring. 8 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Veiligheid Toegelaten landen De Sunny Boy 3300 / 3800 voldoet in combinatie met de overeenkomstige instellingen aan de eisen van de volgende normen en richtlijnen (stand: 02-2010): VDE 0126-1-1 (02-2006) RD 1663/2000 (2000) G83/1 (09-2003) CER/06/190 (10-2006) E 2750 (11-2004) PPC (06-2006) EN 50438 (12-2007) C10/C11 (08-2003) DK 5940 Ed.2.2 (02-2006) (geldt alleen voor SB 3300-IT / 3800-IT) AS4777 (2005) IEC-utility Meeting 216 SMA Solar Technology AG kan op aanvraag, gebaseerd op klantengegevens, af fabriek netparameters voor andere landen en installatielocaties instellen, nadat deze door SMA Solar Technology AG zijn gecontroleerd. U kunt achteraf ook zelf aanpassingen uitvoeren door met behulp van de desbetreffende communicatieproducten (bijv. Sunny Data Control of Sunny Explorer) de softwareparameters te wijzigen (zie hoofdstuk 5.7 Netparameters en landparameters instellen (Pagina 36)). Om netparameters aan te passen, heeft u een persoonlijke toegangscode nodig, de zogenaamde SMA Grid Guard Code. Het aanvraagformulier voor de persoonlijke toegangscode vindt u in de downloadsectie op www.sma-benelux.com in de categorie "Datenblatt" van de betreffende omvormer. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 9

Veiligheid SMA Solar Technology AG 2.2 Veiligheidsaanwijzingen GEVAAR! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer! Alle werkzaamheden aan de omvormer mogen uitsluitend door een opgeleide elektricien worden uitgevoerd. VOORZICHTIG! Gevaar voor verbranding door hete onderdelen van de behuizing! De behuizing van de omvormer tijdens bedrijf niet aanraken. OPGELET! Beschadiging van de omvormer door binnendringend stof of water! Als de Electronic Solar Switch losgekoppeld is, voldoet de omvormer alleen aan beschermingsgraad IP21. Hierdoor is de omvormer niet meer beschermd tegen het binnendringen van stof en water. Om beschermingsgraad IP65 ook tijdens een tijdelijke buitenbedrijfstelling te waarborgen, dient u als volgt te werk te gaan: Alle DC-connectors loskoppelen en uittrekken. Alle DC-connectors openen en kabels verwijderen. Alle DC-ingangen met de bijbehorende DC-connectors en de meegeleverde afdichtingspluggen afsluiten. De Electronic Solar Switch weer aansluiten. Aarding van de PV-generator De ter plekke geldende voorschriften voor de aarding van de panelen en de PV-generator dienen in acht te worden genomen. SMA Solar Technology AG adviseert om het frame van de generator en andere elektrisch geleidende oppervlakken geleidend met elkaar te verbinden en te aarden om een zo groot mogelijke bescherming van installaties en personen te garanderen. 10 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Veiligheid 2.3 Toelichting bij de pictogrammen In dit hoofdstuk worden alle pictogrammen die zich op de omvormer en het typeplaatje bevinden toegelicht. 2.3.1 Pictogrammen op de omvormer Pictogram Toelichting Controle-LED's Toont de bedrijfstoestand van de omvormer. Aardlek of varistor defect Lees het hoofdstuk 9.3 Rode LED brandt continu (Pagina 55). Fout of storing Lees het hoofdstuk 9 Zoeken naar fouten (Pagina 48). Klop op de behuizing om de achtergrondverlichting in te schakelen of door meldingen op het display te bladeren. DC-lastscheider Electronic Solar Switch (ESS) Als de Electronic Solar Switch vast zit, is de DC-stroomkring gesloten. Om de DC-stroomkring te onderbreken en de omvormer onder belasting veilig los te koppelen, dient u eerst de Electronic Solar Switch en daarna alle DC-connectors los te koppelen, zoals in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) wordt beschreven. 2.3.2 Pictogrammen op het typeplaatje Pictogram Toelichting Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning De omvormer werkt met hoge spanningen. Alle werkzaamheden aan de omvormer mogen uitsluitend door een opgeleide elektricien worden uitgevoerd. Waarschuwing voor hete oppervlakken De omvormer kan heet worden wanneer deze in werking is. Raak de omvormer niet aan wanneer deze in werking is. Neem alle bij de omvormer meegeleverde documenten door. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 11

Veiligheid SMA Solar Technology AG Pictogram Toelichting De omvormer mag niet met het huisvuil afgevoerd worden. Meer informatie over het afvoeren van de omvormer vindt u in hoofdstuk 10.4 Omvormer afvoeren (Pagina 61). CE-markering De omvormer voldoet aan de bepalingen in de van toepassing zijnde EG-richtlijnen. De omvormer heeft een transformator. Gelijkstroom (DC) Wisselstroom (AC) Beschermingsgraad IP65. De omvormer is rondom beschermd tegen het binnendringen van stof en waterstralen. RAL-keurmerk Solar De omvormer voldoet aan de eisen van het Deutsches Institut für Gütesicherung und Kennzeichnung (Duits instituut voor kwaliteitsgarantie en -certificatie). 12 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Uitpakken 3 Uitpakken 3.1 Levering Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen, bijv. scheuren in de behuizing of in het display. Mocht er iets ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw handelaar. Onderdeel Aantal Beschrijving A 1 Sunny Boy B 1 Wandsteun (achterwand) C 2 Ventilatorrooster (1 x rechts / 1 x links) D 1 Electronic Solar Switch (ESS) E 5 Afdichtingspluggen voor wandsteun F 2 Cilinderschroeven en M6-sluitringen G 1 Jumper voor de communicatie / controle van de ventilator H 1 AC-aansluitdoos: aansluitbus, beschermkap voor aansluitbus, schroefmof, afdichtring, stelschroef I 6 Afdichtingspluggen voor DC-connectors K 6 DC-connectors (3 x plus, 3 x min) L 1 Installatiehandleiding M 1 Gebruiksaanwijzing N 1 Documentatie O 1 Bijlage met de fabrieksinstellingen van de omvormer Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 13

Uitpakken SMA Solar Technology AG 3.2 Omvormer identificeren De omvormer kan aan de hand van het typeplaatje worden geïdentificeerd. Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterkant van de behuizing. Op het typeplaatje vindt u onder andere het type (Type / Model) en het serienummer (Serial No.) van de omvormer alsmede apparaatspecifieke gegevens. 14 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Montage 4 Montage 4.1 Veiligheid GEVAAR! Levensgevaar door vuur of ontploffing! Ondanks de zorgvuldige constructie kan bij elektrische apparaten brand ontstaan. De omvormer niet op brandbare materialen monteren. De omvormer niet in ruimtes monteren waar licht ontvlambare stoffen worden opgeslagen. De omvormer niet in ruimtes monteren waar zich explosies kunnen voordoen. VOORZICHTIG! Gevaar voor verbranding door hete onderdelen van de behuizing! De omvormer dient zodanig gemonteerd te worden dat deze niet per ongeluk aangeraakt kan worden wanneer deze in bedrijf is. VOORZICHTIG! Gevaar voor verwondingen door het hoge gewicht van de omvormer! Houd tijdens het monteren rekening met het gewicht (ca. 38 kg) van de omvormer. 4.2 Montageplaats kiezen Neem de volgende voorwaarden in acht bij het kiezen van de montagelocatie: De montagelocatie en de montagewijze dienen geschikt te zijn voor het gewicht en de afmetingen van de omvormer (zie hoofdstuk 11 Technische gegevens (Pagina 62)). De montage dient op een vaste ondergrond uitgevoerd te worden. De montagelocatie dient altijd gemakkelijk en veilig, zonder hulpmiddelen als steigers of schaarliften, bereikbaar te zijn. Anders kunnen eventuele onderhoudsbeurten maar beperkt uitgevoerd worden. Verticale montage of maximaal 45 naar achteren gekanteld. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 15

Montage SMA Solar Technology AG Het aansluitpaneel moet naar onderen gericht zijn. Niet monteren met een voorwaartse hellingshoek. Niet liggend monteren. Montage op ooghoogte om de bedrijfstoestanden op ieder gewenst moment af te kunnen lezen. De omvormer dient eenvoudig uit de montageruimte verwijderd te kunnen worden. Voor een optimale werking dient de omgevingstemperatuur minder dan 40 C te bedragen. De omvormer niet aan direct zonlicht blootstellen om te voorkomen dat er vanwege een te sterke opwarming van de omvormer vermogensverlies optreedt. Bij de montage in een woonvertrek mag het apparaat niet op gipskartonplaten e.d. gemonteerd worden om hoorbare trillingen te voorkomen. Wanneer de omvormer in werking is, kan deze geluid produceren dat in een woonvertrek als storend ervaren kan worden. De in de tekening vermelde minimale afstanden ten opzichte van wanden, andere omvormers of voorwerpen dienen in acht te worden genomen om een toereikende warmteafvoer te waarborgen en om over voldoende ruimte voor het loskoppelen van de Electronic Solar Switch te beschikken. Meerdere geïnstalleerde omvormers in ruimtes waar hoge omgevingstemperaturen heersen Indien nodig de afstanden tussen de afzonderlijke omvormers vergroten en voor een toereikende toevoer van verse lucht zorgen zodat de omvormers voldoende gekoeld worden. 16 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Montage 4.3 Omvormer met wandsteun monteren VOORZICHTIG! Gevaar voor verwondingen door het hoge gewicht van de omvormer! Houd rekening met het gewicht (ca. 38 kg) van de omvormer. 1. De wandsteun als boormal gebruiken en de posities van de boorgaten markeren. Bevestigingsmateriaal Bij de montage van de wandsteun dient voor de ondergrond geschikt bevestigingsmateriaal gebruikt te worden. 2. Sluit de gaten in de wandsteun die niet gebruikt worden af met de afdichtingspluggen. Steek de afdichtingspluggen van de buitenkant (de kant die later tegen de muur aan zit) in de wandsteun. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 17

Montage SMA Solar Technology AG 3. Wandsteun met geschikte schroeven en onderlegringen aan de wand bevestigen. 4. De omvormer zodanig met de bovenste bevestigingssleuven in de wandsteun hangen dat de twee lipjes aan de bovenste rand van de wandsteun door de uitsparingen van de omvormer worden gestoken. 5. Visuele controle: de omvormer hangt pas correct als de twee lipjes van de wandsteun uit de uitsparingen van de omvormer steken. 6. Omvormer met behulp van de meegeleverde M6-schroeven zodanig aan de onderkant van de behuizing borgen dat deze er niet uitgelicht kan worden. Gebruik de meegeleverde onderlegring. De vertanding van de onderlegring dient hierbij in de richting van de behuizing te wijzen. De schroef met een aandraaimoment van ca. 5 Nm vastdraaien. 18 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Montage 7. Controleer of de omvormer goed vastzit. De wandsteun is op een bepaalde manier vormgegeven, waardoor de omvormer op een loodrechte muur licht naar achteren gekanteld is. 8. Breng het meegeleverde ventilatorrooster aan op de omvormer. De ventilatorroosters zijn ter oriëntatie aan de binnenkant gekenmerkt met "links/left" of "rechts/right". De omvormer is gemonteerd. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 19

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5 Elektrische aansluiting 5.1 Veiligheid OPGELET! Beschadiging van de omvormer door elektrostatische ontlading! Onderdelen in de omvormer kunnen door statische ontlading onherstelbaar beschadigd raken. Zorg ervoor dat u geaard bent, wanneer u een onderdeel in de omvormer aanraakt. Dit kunt u doen door een geaard voorwerp vast te houden. 5.2 Overzicht van het aansluitbereik 5.2.1 Buitenaanzicht De volgende afbeelding toont de plaats van de afzonderlijke aansluitpunten aan de onderkant van de omvormer. Onderdeel A B C D Beschrijving Kabeldoorgangen voor communicatie (met afsluitpluggen) DC-connectors voor de aansluiting van de PV-strings Bus voor de aansluiting van de DC-lastscheider Electronic Solar Switch (ESS) AC-bus voor netaansluiting 20 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 5.2.2 Binnenaanzicht De volgende afbeelding toont de afzonderlijke onderdelen en aansluitpunten van de geopende omvormer. Onderdeel A B C D E F G H I K L Beschrijving Poort voor de communicatie Display Poort voor de jumper voor de controle van de ventilator LED's voor de indicatie van de bedrijfstoestand Platte stekker voor de aarding van de kabelafscherming bij kabelgebonden communicatie AC-bus voor de netaansluiting DC-connectors voor de aansluiting van de PV-strings Bus voor de Electronic Solar Switch (ESS) Kabeldoorgang met de afdichtingspluggen voor communicatie Varistoren Communicatieaansluiting Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 21

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Onderdeel M Beschrijving Poort voor de jumper voor de communicatie 5.3 Aansluiting op het openbare net (AC) 5.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting Aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant De aansluitvoorwaarden van uw netwerkexploitant dienen in acht te worden genomen! Kabelschema Voor de optimale werking van de omvormer mag de netimpedantie van de AC-kabel niet boven de 1 ohm uitkomen. Dat is onder andere noodzakelijk voor een foutloze werking van de omvormer. De kabeldoorsnede dient met behulp van het configuratieprogramma "Sunny Design" (www.sma-benelux.com/sunnydesign) zodanig geconfigureerd te worden dat de kabelverliezen bij een nominaal vermogen niet meer dan 1 % bedragen. De maximale kabellengten worden in de onderstaande tabel weergegeven. De maximale kabellengte dient niet overschreden te worden. Kabeldoorsnede Maximale kabellengte SB 3300 SB 3800 4 mm² 18,5 m 16 m De kabeldoorsnede is in elk afzonderlijk geval afhankelijk van: omgevingstemperatuur, wijze van leggen, UV-bestendigheid, kabelverliezen, van kracht zijnde installatierichtlijnen van het betreffende land (installatielocatie). 22 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting Eisen die aan de kabel worden gesteld Positie Aanduiding Waarde A Buitendiameter 6 mm... 14 mm B Kabeldoorsnede 4 mm² C Striplengte 8 mm Lastscheidingseenheid Elke omvormer dient met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar te worden beveiligd om de omvormer onder belasting veilig los te kunnen koppelen. De maximaal toegestane zekering vindt u in hoofdstuk 11 Technische gegevens (Pagina 62). Gedetailleerde informatie en voorbeelden over het aanbrengen van een leidingbeveiligingsschakelaar vindt u in de technische informatie "Leitungsschutzschalter" die van de downloadsectie op www.sma-benelux.com gedownload kan worden. GEVAAR! Levensgevaar door vuur! Indien meerdere omvormers parallel op dezelfde leidingbeveiligingsschakelaar worden aangesloten, kan de beschermende functie van de leidingbeveiligingsschakelaar niet worden gegarandeerd. Dit kan tot kabelbrand of beschadiging van de omvormer leiden. Nooit meerdere omvormers op één leidingbeveiligingsschakelaar aansluiten. Bij de keuze van de leidingbeveiligingsschakelaar de maximaal toegestane zekering van de omvormer aanhouden. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 23

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG GEVAAR! Levensgevaar door vuur! Bij de aansluiting van een energieopwekkende installatie (omvormer) en een verbruiker op dezelfde leidingbeveiligingsschakelaar kan de beschermende functie van de leidingbeveiligingsschakelaar niet worden gegarandeerd. De stroom van de omvormer en de stroom van het elektriciteitsnet kunnen samen overstroom veroorzaken die de leidingbeveiligingsschakelaar niet herkent. Verbruikers nooit zonder zekering tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar schakelen. De verbruikers altijd afzonderlijk van een zekering voorzien. OPGELET! Beschadiging van de omvormer door toepassing van schroefborgingselementen als lastscheidingseenheid! Een schroefborgingselement zoals bijv. het D-systeem (Diazed) of D0-systeem (Neozed) is geen lastscheider en mag niet als lastscheidingseenheid worden toegepast. Een schroefborgingselement dient uitsluitend als kabelbeveiliging. De omvormer kan bij het scheiden onder last met een schroefborgingselement beschadigd raken. Uitsluitend een lastscheidingsschakelaar of een leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid gebruiken. 24 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 5.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet (AC) aansluiten Overzicht AC-koppelingsbus Onderdeel A B C D E Beschrijving Beschermkap voor aansluitbus Aansluitbus Schroefmof met afdichtring voor een kabel met een diameter van 10 mm tot 14 mm Afdichtring voor een kabel met een diameter van 6 mm tot 10 mm Stelschroef Handelwijze 1. De netspanning controleren en vergelijken met de gegevens die op het typeplaatje onder "V AC nom " vermeld worden. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd. Het betreffende document vindt u in downloadsectie op www.sma-benelux.com onder de categorie "Technische Beschreibung" van de betreffende omvormer. 2. De leidingbeveiligingsschakelaar uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen. 3. Afdichtring van de schroefmof waar nodig omruilen met de meegeleverde afdichtring. Afdichtring uit de schroefmof trekken. Kleinere afdichtring inzetten. 4. De stelschroef (E) over de AC-kabel brengen. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 25

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5. Schroefmof (C) met afdichtring over de AC-kabel brengen. 6. AC-kabel buigen. De buigradius moet minstens het viervoudige van de diameter van de kabel bedragen. 7. Kabel inkorten. 8. Fase L en nulleider N 4 tot 5 mm inkorten. 9. De aardkabel PE (groen-geel) in de schroefklem met het aardingsteken op de aansluitbus steken en de schroef vastdraaien. De aardkabel PE dient langer te zijn dan de aansluitaders van N en L. 10. De nulleider N (blauw) op de schroefklem N van de aansluitbus aansluiten en de schroef vastdraaien. 11. Fase L (bruin of zwart) in de schroefklem L bij de aansluitbus steken en de schroef vastdraaien. 12. Controleren of de aansluitaders goed vastzitten. 13. Schroefmof (C) op de aansluitbus (B) drukken tot deze hoorbaar vastklikt. 26 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 14. De stelschroef (E) op de schroefmof (C) vastdraaien. De stelschroef zorgt voor de afdichting en de trekontlasting. De AC-aansluitdoos is in elkaar geschroefd. 15. De aansluitbus met de meegeleverde beschermkap afsluiten als deze niet onmiddellijk op de omvormer wordt aangesloten. 16. De AC-aansluitdoos in de AC-bus op de omvormer steken. Eventueel eerst de beschermkap van de AC-bus verwijderen. A De AC-kabel is op de omvormer aangesloten. GEVAAR! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer! De leidingbeveiligingsschakelaar pas inschakelen als de omvormer goed gesloten en de PV-generator aangesloten is. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 27

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5.4 Instelling van de displaytaal U kunt de taal van het display met de schakelaars aan de onderkant van de displaymodule binnen in de omvormer instellen. Handelwijze 1. Open de omvormer zoals in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) wordt beschreven. 2. De schakelaar op de gewenste taal instellen zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Taal Schakelaar S2 Schakelaar S1 Duits B B Engels B A Frans A B Spaans A A 3. De omvormer sluiten zoals beschreven in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39). De taal op het display is ingesteld. 28 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 5.5 Aansluiting van de PV-generator (DC) 5.5.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting Gebruik van verlooppluggen Verlooppluggen (Y-pluggen) mogen in de directe nabijheid van de omvormer niet zichtbaar of vrij toegankelijk zijn. DC-stroomkring mag niet via verlooppluggen onderbroken worden. Handelwijze voor het vrijschakelen van de omvormer in acht nemen, zoals beschreven in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39). Eisen aan de PV-panelen van de aangesloten strings: identiek type identiek aantal identieke positie identieke hellingshoek De aansluitkabels van de PV-panelen moeten eveneens van connectors zijn voorzien. De DC-connectors die voor de DC-aansluiting noodzakelijk zijn worden meegeleverd. De volgende grenswaarden aan de DC-ingang van de omvormer mogen niet worden overschreden: Maximale ingangsspanning Maximale ingangsstroom 500 V (DC) 20 A (DC) GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok of vuur! De maximale ingangsstroom per string is door de gebruikte connectors beperkt. Bij een overbelasting van de connectors kan dit tot een vlamboog leiden en bestaat er brandgevaar. U dient er op te letten dat de ingangsstroom per string niet hoger is dan de maximale doorgangsstroom van de gebruikte connectors. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 29

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5.5.2 DC-connectors aanbrengen Om de aansluitkabels voor de PV-panelen op de omvormer aan te sluiten, moeten ze allemaal van de meegeleverde DC-connectors zijn voorzien. Breng de DC-connectors als volgt aan. Let daarbij op de polariteit. De DC-connectors zijn gekenmerkt met "+" en "-". Eisen die aan de kabel worden gesteld Gebruik een PV1-F-kabel. Handelwijze 1. Steek de gestripte kabel zover mogelijk in de stekker. 2. Druk de klembeugel naar onder tot deze hoorbaar vastklikt. 3. Controleren of de kabel goed vastzit. Resultaat Als de geleiders in de kamer van de klembeugel te zien zijn, is de kabel correct aangebracht. Maatregel Bij punt 4 verder gaan. 30 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting Resultaat Als de geleiders niet in de kamer van de klembeugel te zien zijn, is de kabel fout aangebracht. Maatregel Draai de klembeugel los met een schroevendraaier. Haal de kabel los en begin opnieuw bij punt 1. 4. Schroefverbinding in de richting van het schroefdraad schuiven en dichtdraaien. De DC-connectors zijn goed aangesloten en kunnen nu op de omvormer aangesloten worden zoals in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) wordt beschreven. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 31

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5.5.3 DC-connector openen 1. Draai de schroeven los. 2. De stekker loskoppelen: steek een schroevendraaier in de uitsparing aan de zijkant en beweeg de schroevendraaier omhoog. 3. De DC-connectors voorzichtig uit elkaar trekken. 4. Draai de klembeugel los met een schroevendraaier. 5. Kabel verwijderen. De kabel is uit de DC-connector verwijderd. 32 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 5.5.4 PV-Generator (DC) aansluiten GEVAAR! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer! Vóór de aansluiting van de PV-generator dient gecontroleerd te worden of de leidingbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is. OPGELET! Onherstelbare beschadiging van het meettoestel door te hoge spanningen! Uitsluitend meettoestellen met een DC-ingangsspanningsbereik tot minimaal 600 V gebruiken. 1. De leidingbeveiligingsschakelaar uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen. 2. De Electronic Solar Switch naar beneden en in de richting van de wand trekken en verwijderen. 3. De aansluitkabels van de PV-panelen op correcte polariteit controleren en controleren of de maximale ingangsspanning van de omvormer wordt aangehouden. Bij een omgevingstemperatuur van meer dan 10 C mag de nullastspanning van de PV-panelen niet meer dan 90 % van de maximale ingangsspanning van de omvormer bedragen. Controleer anders de configuratie van de installatie of de verbinding met de PV-panelen. Bij een lage omgevingstemperatuur mag de maximale ingansspanning van de omvormer overschreden worden. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 33

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG OPGELET! Onherstelbare beschadiging van de omvormer door overschrijding van de maximale ingangsspanning! Als de spanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt, kan deze door overspanning beschadigd raken. De aanspraak op garantie komt hierdoor te vervallen. Geen strings aansluiten met een hogere nullastspanning dan de maximale ingangsspanning van de omvormer. Configuratie van de installatie controleren. 4. Strings op een eventueel aardlek controleren zoals beschreven in hoofdstuk 9.3.1 PVgenerator op aardlek controleren (Pagina 55). OPGELET! Beschadiging van de omvormer door te hoge stroom. De maximaal mogelijke stroom per DC-stekker mag een waarde van 16 A niet overschrijden. GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok! Geen strings met aardlek aansluiten. Eerst de aardlek in elke string verhelpen. 5. De DC-connector op juiste polariteit controleren en aansluiten. Zie hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) voor meer informatie over het loskoppelen van de DC-connectors. 34 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 6. Om ervoor te zorgen dat de behuizing van de omvormer volledig dicht is, dienen alle DCingangen die niet gebruikt worden als volgt afgesloten te worden: Steek de meegeleverde afdichtingspluggen in de DC-connectors die niet gebruikt worden. Steek de afdichtingspluggen niet in de DCingangen op de omvormer. Steek de DC-connectors met de afdichtingspluggen vervolgens in de juiste DCingangen op de omvormer. 7. De Electronic Solar Switch op slijtage controleren zoals beschreven in hoofdstuk 8.2 Electronic Solar Switch op slijtage controleren (Pagina 47) en goed vastklikken. OPGELET! Beschadiging van de Electronic Solar Switch door verkeerde aansluiting! De Electronic Solar Switch kan, als deze niet correct is aangesloten, beschadigd raken als gevolg van hoge spanningen. De schroef in de handgreep niet vastdraaien. De handgreep van de Electronic Solar Switch stevig in de bus aan de onderkant van de behuizing steken tot deze hoorbaar vastklikt. Controleren of de handgreep van de Electronic Solar Switch goed vast zit. De PV-generator is aangesloten. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 35

Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 5.6 Communication De omvormer is uitgerust met een poort voor communicatie-interfaces om met speciale toestellen voor dataregistratie (bijv. Sunny WebBox) of met een pc met de juiste software (bijv. Sunny Data Control of Sunny Explorer) te communiceren. Een gedetailleerd aansluitschema en een beschrijving van de inbouw van de interface vindt u in de handleiding van de desbetreffende communicatie-interface. 5.7 Netparameters en landparameters instellen Aanpassen van net- en landparameters Om netparameters aan te passen, heeft u een persoonlijke toegangscode nodig, de zogenaamde SMA Grid Guard Code. Het aanvraagformulier voor de persoonlijke toegangscode vindt u in de downloadsectie op www.sma-benelux.com in de categorie "Datenblatt" van de betreffende omvormer. Bespreek de aanpassingen aan deze parameters altijd met de exploitant van het netwerk. Een gedetailleerd overzicht van de bedrijfsparameters vindt u in de downloadsectie op www.sma-benelux.com onder de categorie "Technische Beschreibung" van de betreffende omvormer. 5.7.1 Installatieland instellen Met de parameter "Default" kunt u via een communicatieapparaat (bijv. Sunny WebBox) of een pc met geschikte software (bijv. Sunny Data Control of Sunny Explorer) het installatieland of de voor het betreffende land geldige netaansluitingsnorm instellen. Dit is echter alleen nodig als de omvormer oorspronkelijk voor een ander land is besteld. Op het typeplaatje en in de meegeleverde bijlage met de fabrieksinstellingen staat volgens welke norm de omvormer bij levering is ingesteld. 36 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Elektrische aansluiting 5.7.2 Bedrijf via stand-alone netwerk instellen Om de omvormer op een stand-alone netwerk te gebruiken, dient u de omvormer via de parameter "Default" op stand-alone netwerk ("OFF-Grid") in te stellen. Er zijn meer mogelijkheden om de omvormer op bedrijf via stand-alone netwerk in te stellen: Instellen via Sunny WebBox of Instellen via Sunny Data Control of Sunny Explorer. GEVAAR! Levensgevaar door hoge spanningen bij uitval van het openbare stroomnet. Als u de omvormer op bedrijf via stand-alone netwerk instelt, voldoet deze niet aan de specifieke normen en richtlijnen van het land. Wanneer het openbare stroomnet uitvalt, bestaat het gevaar op teruglevering van stroom. Sluit de omvormer die op bedrijf via stand-alone netwerk is ingesteld nooit direct aan op het openbare stroomnet. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 37

Inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG 6 Inbedrijfstelling 1. Vóór de inbedrijfstelling dient gecontroleerd te worden of aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De omvormer zit goed vast Correct aangesloten AC-kabel (net) Volledig aangesloten DC-kabels (PV-strings) De DC-ingangen die niet gebruikt worden, zijn met de bijbehorende DC-connectors en de afdichtingspluggen afgesloten Het deksel van de behuizing is vastgeschroefd Stevig aangesloten Electronic Solar Switch (ESS) Correct geconfigureerde leidingbeveiligingsschakelaar 2. De leidingbeveiligingsschakelaar inschakelen. Groene LED gaat aan: de omvormer is succesvol in bedrijf gesteld. of Groene LED knippert als er nog niet genoeg instraling is: er is nog niet voldaan aan de voorwaarden om op het net aangesloten te worden. Wacht tot de hoeveelheid instraling toereikend is. of Gele of rode LED brandt of knippert: er is een storing opgetreden. Bij punt 3 verder gaan. A Groene LED Bedrijf B Rode LED aardlek of varistor defect C Gele LED Storing 3. Lees hoofdstuk 9 Zoeken naar fouten (Pagina 48) en los indien nodig fouten en storingen op. 38 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Openen en sluiten 7 Openen en sluiten 7.1 Veiligheid GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok! Let bij het openen van de omvormer op het volgende: Zorg ervoor dat er op de AC-zijde geen spanning staat. Zorg ervoor dat er op de DC-zijde geen stroom of spanning staat. OPGELET! Beschadiging van de omvormer door statische ontlading! Onderdelen in de omvormer kunnen door elektrostatische ontlading onherstelbaar beschadigd raken. U dient zich te aarden alvorens een onderdeel aan te raken. 7.2 Omvormer openen 1. De leidingbeveiligingsschakelaar uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen. 2. De Electronic Solar Switch naar beneden en in de richting van de wand trekken en verwijderen. 3. Controleer met een stroomtang of de DC-kabels niet meer onder stroom staan. De installatie controleren als er een meetbare stroom aanwezig is! Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 39

Openen en sluiten SMA Solar Technology AG 4. Koppel alle DC-connectors los met een schroevendraaier: Steek de schroevendraaier tussen een van de sleuven aan de zijkant (1). Beweeg de schroevendraaier naar boven (2) en koppel de connectors los (3). GEVAAR! Levensgevaar door onveilig loskoppelen van de PV-generator! De PV-generator kan pas veilig worden losgekoppeld als de Electronic Solar Switch en alle DC-connectors zijn losgekoppeld. Alle DC-connectors loskoppelen om de PV-generator volledig van de omvormer los te koppelen. 5. Controleer of de DC-stekkers niet meer onder spanning staan. De installatie controleren als er een meetbare spanning aanwezig is! 6. De AC-stekker loskoppelen. 7. Controleren of alle LED's en het display niet meer branden. 40 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Openen en sluiten GEVAAR! Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer! De condensatoren in de omvormer hebben vijftien minuten nodig om te ontladen. Wacht vijftien minuten voordat u de omvormer opent. 8. Draai de schroeven in de deksel van de behuizing los. 9. De deksel gelijkmatig naar voren trekken en verwijderen. De omvormer is geopend en staat niet onder spanning. 7.3 Omvormer sluiten 1. De deksel met behulp van de vier schroeven aan de behuizing bevestigen. De vertanding van de onderlegschijven dient in de richting van de deksel te wijzen. De schroeven met een aandraaimoment van ca. 6 Nm vastdraaien om de dichtheid van de behuizing en de aarding van het deksel te waarborgen. GEVAAR! Levensgevaar door deksel die onder spanning staat Met de getande onderlegringen wordt de aarding van de deksel gewaarborgd. Bij alle schroeven dient u de onderlegringen met vertanding in de richting van het deksel aan te brengen. 2. De DC-connectors op juiste polariteit controleren en aansluiten. Zie hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) voor meer informatie over het ontkoppelen van de DC-connector. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 41

Openen en sluiten SMA Solar Technology AG 3. Sluit alle DC-ingangen die niet gebruikt worden, zoals in hoofdstuk 5.5.4 PV-Generator (DC) aansluiten (Pagina 33) beschreven, om ervoor te zorgen dat de behuizing van de omvormer volledig dicht is. 4. De AC-stekker aansluiten. 5. De Electronic Solar Switch op slijtage controleren zoals beschreven in hoofdstuk 8.2 Electronic Solar Switch op slijtage controleren (Pagina 47) en goed vastklikken. OPGELET! Beschadiging van de Electronic Solar Switch door verkeerde aansluiting! De schroef in de handgreep niet vastdraaien. De handgreep van de Electronic Solar Switch stevig in de bus aan de onderkant van de behuizing steken. Controleren of de handgreep van de Electronic Solar Switch goed vast zit. 6. De leidingbeveiligingsschakelaar inschakelen. 7. Controleren of het display en de LED-weergave van de omvormer een normale bedrijfstoestand signaleren (zie hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling (Pagina 38)). De omvormer is gesloten en in werking. 42 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Onderhoud en reiniging 8 Onderhoud en reiniging De correcte werking van de omvormer dient regelmatig gecontroleerd te worden. Verontreinigingen, zoals stof of stuifmeel, kunnen een vertraging bij de warmte-overdracht veroorzaken die tot opbrengstverliezen kan leiden. De buitenkant van de omvormer en de kabels op zichtbare beschadigingen controleren. Indien nodig, reparatiewerkzaamheden uitvoeren. 8.1 Controle van de warmte-afvoer De warmte-afvoer hoeft uitsluitend gecontroleerd te worden als bij een visuele controle een duidelijke verontreiniging van het ventilatorrooster zichtbaar is of als de omvormer zich regelmatig in de bedrijfstoestand "Derating" bevindt. Of de omvormer omschakelt naar de bedrijfstoestand "Derating", is afhankelijk van de omgevingstemperatuur alsmede van de effectiviteit van de koeling. 8.1.1 Ventilator reinigen Als het ventilatorrooster slechts met een dunne stoflaag verontreinigd is, kan deze met behulp van een stofzuiger worden gereinigd. Als met de stofzuiger niet het gewenste resultaat wordt behaald, kunt u de ventilator demonteren om deze te reinigen. Ga als volgt te werk: 1. De omvormer DC- en AC-zijdig loskoppelen zoals beschreven in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39). 2. Wachten tot de ventilator niet meer draait. Ventilatorroosters reinigen 3. Het ventilatorrooster demonteren: De twee haakjes aan de rechterkant van het ventilatorrooster met behulp van een schroevendraaier naar rechts drukken en van de houder verwijderen. Verwijder het ventilatorrooster voorzichtig. 4. Het ventilatorrooster met een zachte borstel, een kwast, een doek of met perslucht reinigen. Ventilator reinigen 5. De twee bovenste haakjes naar achter en de onderste haakjes naar voren drukken. 6. De ventilator langzaam en gelijkmatig naar beneden verwijderen. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 43

Onderhoud en reiniging SMA Solar Technology AG 7. De stekker van de ventilator in de omvormer loskoppelen en uittrekken. De kabels van de ventilator zijn zo lang, dat u de ventilator in toereikende mate uit de omvormer kunt trekken om de stekkers in de omvormer los te koppelen. 8. De ventilator uitnemen 9. De ventilator met een zachte borstel, een kwast of een vochtige doek reinigen. OPGELET! Beschadiging van de ventilator door reiniging met perslucht! Voor de reiniging van de ventilator mag geen perslucht worden gebruikt. De ventilator kan hierdoor beschadigd raken. 10. Alle onderdelen na de reiniging overeenkomstig de demontage in omgekeerde volgorde monteren. 11. De werking van de ventilator controleren zoals beschreven in het volgende hoofdstuk. 8.1.2 Controleren van de ventilator De werking van de ventilator kan op twee manieren worden gecontroleerd: De parameter "Fan-Test" in de installateursmodus op "1" zetten met behulp van Sunny Data Control, Sunny Explorer of Sunny WebBox. of De meegeleverde jumper op de besturingsprintplaat plaatsen. Parameters instellen 1. Het installateurswachtwoord kan bij de SMA Serviceline worden aangevraagd (voor contactgegevens, zie bladzijde 69). 2. De parameter "Fan-Test" in de installateursmodus op "1" zetten. 3. Luchtstroom van de ventilator controleren. De omvormer zuigt de lucht aan de onderkant aan en blaast de lucht aan de linkerbovenkant weer naar buiten. Tijdens de controle dient u op abnormale geluiden te letten. Deze geluiden kunnen duiden op een foutieve montage of op een defect aan de ventilator. 4. De parameter "Fan-Test" na de controle van de ventilator weer op "0" zetten. De controle van de ventilator is voltooid. 44 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Onderhoud en reiniging Jumper verbinden De omvormer herkent de jumper pas na een herstart van het apparaat. Dit betekent dat alle LED's vóór de herstart uitgeschakeld dienen te zijn. 1. Open de omvormer zoals in hoofdstuk 7.2 Omvormer openen (Pagina 39) wordt beschreven. 2. De meegeleverde jumper op de hieronder weergegeven insteekplaats op de besturingsprintplaat plaatsen. 3. De omvormer sluiten zoals in hoofdstuk 7.3 Omvormer sluiten (Pagina 41) wordt beschreven. 4. De omvormer weer in bedrijf stellen. 5. Luchtstroom van de ventilator controleren. De omvormer zuigt de lucht aan de onderkant aan en blaast de lucht aan de linkerbovenkant weer naar buiten. Tijdens de controle dient u op abnormale geluiden te letten. Deze geluiden kunnen duiden op een foutieve montage of op een defect aan de ventilator. 6. De jumper weer verwijderen. De omvormer daarbij openen en sluiten zoals in hoofdstuk 7 Openen en sluiten (Pagina 39) wordt beschreven. De controle van de ventilator is voltooid. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 45

Onderhoud en reiniging SMA Solar Technology AG 8.1.3 Ventilatorroosters reinigen Aan beide zijden van de omvormer bevinden zich ventilatorroosters. De omvormer zuigt de lucht aan de onderkant via de ventilatoren aan en blaast de lucht aan de linkerbovenkant weer naar buiten via het ventilatorrooster. Voor een optimale warmte-afvoer van de omvormer hoeft u alleen de linker ventilatorrooster reinigen. Handelwijze 1. Het linker ventilatorrooster verwijderen. Steek een vinger in de ruimte tussen de bovenkant van de behuizing en het ventilatorrooster en beweeg het ventilatorrooster zijwaarts om het te verwijderen. 2. Het ventilatorrooster met een zachte borstel, een kwast of met perslucht reinigen. 3. Bevestig het ventilatorrooster weer aan de omvormer. De ventilatorroosters zijn ter oriëntatie aan de binnenkant gekenmerkt met "links/left" of "rechts/right". De ventilatorroosters zijn gereinigd. OPGELET! Beschadiging van de omvormer door binnendringende insecten! De ventilatorroosters mogen niet langdurig worden verwijderd, aangezien de bescherming tegen binnendringende insecten anders niet meer gewaarborgd kan worden. 46 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Onderhoud en reiniging 8.2 Electronic Solar Switch op slijtage controleren De Electronic Solar Switch op slijtage controleren alvorens deze aan te sluiten. Resultaat De metalen tongen binnen in de plug zijn onbeschadigd en niet verkleurd. Maatregel 1. De handgreep van de Electronic Solar Switch stevig in de bus aan de onderkant van de behuizing steken. 2. De omvormer in bedrijf stellen zoals in hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling (Pagina 38) wordt beschreven. De metalen tongen binnen in de plug zijn bruin verkleurd of doorgebrand. De Electronic Solar Switch kan de DC-zijde niet meer veilig scheiden. 1. Handgreep van de Electronic Solar Switch vervangen, alvorens deze weer te plaatsen (zie voor het bestelnummer 12 Toebehoren (Pagina 68)). 2. De omvormer in bedrijf stellen zoals in hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling (Pagina 38) wordt beschreven. Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 47

Zoeken naar fouten SMA Solar Technology AG 9 Zoeken naar fouten Als de omvormer andere knippercodes of foutmeldingen weergeeft dan die hieronder beschreven worden, dient u contact op te nemen met de SMA Serviceline. In de meegeleverde gebruiksaanwijzing vindt u toelichtingen bij de meldingen op het display tijdens het bedrijf van de omvormer, de statusmeldingen en de meetkanalen. Voer geen andere reparaties uit dan de hier beschreven reparaties. Neem in de overige gevallen contact op met de 24-uurs vervangingsservice (de omvormer wordt binnen 24 uur gereed gemaakt voor verzending en aan een transportbedrijf overhandigd) en de reparatiedienst van SMA Solar Technology AG. 9.1 Knippercodes Groen Rood Geel Status brandt continu brandt niet brandt niet OK (teruglevermodus) brandt continu brandt niet aardlek of varistor defect brandt continu OK (initialisering) knippert snel brandt niet brandt niet OK (stop) (3 x per seconde) brandt continu brandt niet aardlek of varistor defect knippert langzaam (1 x per seconde) brandt niet brandt niet OK (wachten, netwerkbewaking) gaat gedurende korte tijd uit (ca. 1 x per seconde) brandt niet brandt niet OK (derating) brandt continu brandt niet aardlek of varistor defect brandt niet brandt niet brandt niet OK (nachtuitschakeling) brandt niet Storing brandt continu brandt niet aardlek of varistor defect brandt/knippert Aardlek of varistor defect en storing 48 SB33_38-INL100540 Installatiehandleiding

SMA Solar Technology AG Zoeken naar fouten 9.2 Foutmeldingen Wanneer zich een storing voordoet, geeft de omvormer een melding die van de bedrijfsmodus en de gevonden storing afhankelijk is. Melding!PV-Overvoltage!!Disconnect DC! Beschrijving en oplossing Overspanning op de DC-ingang. De omvormer kan door overspanning beschadigd raken. Oplossing Omvormer direct van het stroomnet loskoppelen! 1. De leidingbeveiligingsschakelaar uitschakelen. 2. De Electronic Solar Switch loskoppelen. 3. Alle DC-connectors loskoppelen. 4. DC-spanning controleren: Als de DC-spanning boven de maximale ingangsspanning ligt, controleert u de configuratie van de omvormer of neemt u contact op met de installateur van de PV-generator. Als de DC-spanning onder de maximale ingangsspanning ligt, sluit u de omvormer opnieuw aan op de PV-generator zoals beschreven in hoofdstuk 5.5 Aansluiting van de PV-generator (DC) (Pagina 29). Herhaalt deze melding zich, koppel de omvormer dan opnieuw los en neem contact op met de SMA Serviceline (zie hoofdstuk 13 Contact (Pagina 69)). Installatiehandleiding SB33_38-INL100540 49