RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 december 2000 (11.01) (OR. en) 14893/00. Interinstitutioneel dossier: 2000/0158 (COD) 2000/0159 (COD) LIMITE

Vergelijkbare documenten
Monitoringsverslag Openbare versie

WEEE categorieën. Weelec B.V. Windmolen PN Maastricht +31 (0)

Bijlagenrapport behorende bij: Onderzoek naar complementaire afvalstromen voor e-waste in Nederland. Witteveen+Bos. Willemstraat 28.

Vereniging NVMP en Stichting ICT~Milieu. Bijlagenrapport behorende bij de versie 2.0 rapportage inzake complementaire. Witteveen+Bos.

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPEES PARLEMENT C5-0636/2001. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2000/0158(COD) 10/12/2001

EUROPEES PARLEMENT C5-0637/2001. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2000/0159(COD) 10/12/2001

Welke apparaten vallen onder de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur?

Publicatieblad van de Europese Unie

2002L0096 NL

Vragen en antwoorden over het beleid van de EU inzake elektrisch en elektronisch afval

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

Monitoringsverslag Openbare versie

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

(Tekst geldend op: ) De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Rapportage over 2015 (1 e herziening)

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Rapportage over 2016

Welke apparaten vallen onder het Besluit/Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur?

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 januari 2006 (24.01) (OR. en) 5455/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 33 ENT 16 CODEC 51

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Monitoringsverslag 2005 Samenvatting

Rapportage over 2017

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 december 2004 (07.01) (OR. en) 16303/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 712 ENT 165 CODEC 1373

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

Verplichtingen richtlijn 2002/95/EG versie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Apparaat of component?

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

Vereniging NVMP/04-058n/EWC/GME Versie 7 3 mei 2005 BEA INDICATOR

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0229/96. Amendement

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

7906/11 ADD 1 yen/lep/fb 1 DG I 1A

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Publicatieblad van de Europese Unie L 150/93 RICHTLIJNEN

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Individueel afvalpreventie- en beheerplan voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/699 VAN DE COMMISSIE

sectorplan 8 Afval van verlichting

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

RICHTLIJN 2012/19/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

(Voor de EER relevante tekst)

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

Nieuwe Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

Publicatieblad van de Europese Unie L 339/45

sectorplan 15 Wit- en bruingoed

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton)

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 augustus 2005 (31.08) (OR. fr) 11799/05 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 378 ENT 108 CODEC 678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 december 2009 (02.02) (OR. en) 17433/09 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0240 (COD)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening (EG) Nr. /2004 van de Raad betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13097/11 E V 626 E T 170

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

Sectorplan 8 Afval van verlichting

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 februari 2002 (01.03) (OR.en) 6445/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0236 (COD) 2000/0237 (COD)

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D017728/01

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit

MOTIVERING VAN DE RAAD

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 december 2000 (11.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2000/0158 (COD) 2000/0159 (COD) 14893/00 LIMITE ENV 494 CODEC 1071 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad aan: de delegaties nr. vorig doc.: 14302/00 ENV 455 CODEC 978 nr. Comv.: 10802/00 ENV 268 CODEC 602 - COM(2000) 347 def. Betreft: Voorstellen voor richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad betreffende: a) afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) b) beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (BGS) Hierbij gaan voor de delegaties de teksten die het resultaat zijn van de Raadzittingen op 18 en 19 december 2000. De aandacht van de delegaties wordt erop gevestigd dat de termijnen genoemd in artikel 4, leden 1 en 4, artikel 6, lid 2 en de artikelen 7 en 8, tussen vierkante haken zijn geplaatst omdat die en een eventuele verlengingsclausule nog een punt van discussie zijn. Aangezien het aantredende voorzitterschap tot een nieuw compromis zal pogen te komen, rekening houdend met het standpunt dat de delegaties in de Raad hebben ingenomen, is ter wille van de consistentie (de Raad besloot namelijk de voetnoten 11, 14 en 16 te schrappen) ook voetnoot 8 uit de vorige versie geschrapt. 14893/00 gys/dl/fb 1 DG I NL

BIJLAGE A Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 1 Artikel 1 2 Doelstellingen Deze richtlijn is in de eerste plaats gericht op de preventie van afval van afgedankte elektrische en elektronische apparaten, hierna te noemen "AEEA", en daarnaast op hergebruik, recycling en andere vormen van nuttige toepassing van dergelijke afvalstoffen, teneinde de hoeveelheid te verwijderen afval te verminderen. Voorts beoogt deze richtlijn een verbetering van de milieuprestaties van alle marktdeelnemers die betrokken zijn bij de levenscyclus van elektrische en elektronische apparatuur, bv. producenten, distributeurs en consumenten en in het bijzonder de marktdeelnemers die rechtstreeks betrokken zijn bij de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Deze richtlijn is van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur die onder de in bijlage I A genoemde categorieën valt, voorzover die apparatuur geen deel is van andere apparatuur die niet onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt. Bijlage I B bevat een lijst van producten en functies die onder de in bijlage I A genoemde categorieën vallen. 1 2 DK/UK: voorbehoud voor bespreking door het parlement. Er wordt voorgesteld om na de eerste lezing door het EP te beslissen over de eventuele samenvoeging van de AEEA- en BGS-teksten. UK vraagt om de volgende toevoeging aan de eerste zin van artikel 1: "... waardoor wordt gezorgd voor een hoog niveau van milieubescherming en wordt bijgedragen tot de doelmatige werking van de interne markt". 14893/00 gys/dl/fb 2 BIJLAGE A DG I NL

2. Deze richtlijn geldt onverminderd de Gemeenschapswetgeving inzake veiligheids- en gezondheidseisen en de specifieke Gemeenschapswetgeving inzake afvalstoffenbeheer. 3. Apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal zijn van deze richtlijn uitgesloten. Zulks geldt evenwel niet voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd. 3 Artikel 3 Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder: a) "elektrische en elektronische apparatuur": apparaten die elektrische stromen of elektromagnetische velden nodig hebben om te kunnen werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de in bijlage I A genoemde categorieën vallen en bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom 4 ; b) "afgedankte elektrische en elektronische apparatuur" of "AEEA": elektrische of elektronische apparaten die afvalstoffen vormen in de zin van artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt; 3 4 UK verzoekt om toevoeging van het volgende lid: "4. De lidstaten kunnen fabrikanten van elektrische en elektronische apparatuur die zelfstandig ondernemer zijn met minder dan 50 werknemers, een jaarlijkse omzet hebben van minder dan 7 miljoen euro, en geen deel uitmaken van een grotere organisatie, vrijstellen van de in de artikelen 7 en 8 van deze richtlijn opgenomen vereisten inzake verantwoordelijkheid van de producent." M.b.t. dit verzoek: Cie vrij sceptisch: studievoorbehoud. DK: studievoorbehoud bij de verwijzing naar het voltage - ook grote apparatuur opnemen. 14893/00 gys/dl/fb 3 BIJLAGE A DG I NL

c) "preventie": maatregelen ter vermindering van de hoeveelheid en de milieuschadelijkheid van AEEA en de daarin aanwezige materialen en stoffen; d) "hergebruik": handelingen waardoor AEEA of de onderdelen daarvan opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor zij oorspronkelijk zijn ontworpen, daaronder begrepen hernieuwd gebruik van AEEA of de onderdelen daarvan die bij inzamelpunten, distributeurs, recyclingbedrijven of fabrikanten worden ingeleverd; e) "recycling": terugwinning in een productieproces van afvalmaterialen voor het oorspronkelijke doel of voor andere doeleinden, doch met uitzondering van energieterugwinning, waaronder verstaan wordt het gebruik van brandbare afvalstoffen voor de opwekking van energie door rechtstreekse verbranding met of zonder andere afvalstoffen, met terugwinning van de warmte; f) ["terugwinning van energie": overgebracht naar e)]; g) "nuttige toepassing": de in bijlage II B bij Richtlijn 75/442/EEG bedoelde toepasselijke handelingen; h) "verwijdering": de in bijlage II A bij Richtlijn 75/442/EEG bedoelde toepasselijke handelingen; i) "verwerking": activiteiten na de afgifte van AEEA aan een inrichting voor verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen, demontage, shredding, nuttige toepassing of verwijdering, en andere handelingen voor de nuttige toepassing en/of verwijdering van AEEA; 14893/00 gys/dl/fb 4 BIJLAGE A DG I NL

j) "producent": eenieder die, ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van verkoop op afstand in overeenstemming met de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (97/7/EG) * : i) elektrische en elektronische apparatuur onder zijn eigen merk vervaardigt en verkoopt; ii) onder zijn eigen merk apparatuur verkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd; iii) beroepsmatig die apparatuur invoert in, respectievelijk uitvoert uit een lidstaat; k) "distributeur": eenieder die op commerciële basis elektrische of elektronische apparatuur levert aan degene die deze apparatuur zal gebruiken; l) "AEEA van particuliere huishoudens": AEEA die afkomstig is van particuliere huishoudens en van commerciële, industriële, institutionele en andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is; m) "gevaarlijke stoffen of preparaten": stoffen of preparaten die op grond van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad ** of Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad *** als gevaarlijk moeten worden beschouwd. * ** *** PB L 144 van 4.6.1997. PB L 196 van 16.8.1967, blz. 1. PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1. 14893/00 gys/dl/fb 5 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 4 Gescheiden inzameling 1. Wat AEEA van particuliere huishoudens betreft, dragen de lidstaten er zorg voor dat [18] maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn: a) er systemen worden ingevoerd zodat de laatste houders en de distributeurs dergelijke zulke afvalstoffen ten minste kosteloos kunnen inleveren. De lidstaten dragen zorg voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de noodzakelijke inzamelingsinrichtingen, rekening houdend met de bevolkingsdichtheid; b) de distributeurs bij de levering van een nieuw product de verantwoordelijkheid hebben ervoor te zorgen dat ten minste kosteloos een gelijke hoeveelheid AEEA van particuliere huishoudens wordt teruggenomen, mits die apparatuur van een vergelijkbaar type is en dezelfde functies heeft als de geleverde apparatuur; kleine handelaren kunnen daartoe hetzij het afval op de plaats van verkoop of levering aannemen, hetzij dergelijke regelingen treffen met derden die in hun naam handelen. Onverminderd de bepalingen van a) en b) kunnen de lidstaten de producenten toestaan om individuele en/of collectieve terugnamesystemen voor hun AEEA in te voeren en te exploiteren. De lidstaten kunnen specifieke regelingen voor de inlevering van AEEA als bedoeld onder a) en b) vaststellen indien essentiële onderdelen van de apparatuur ontbreken of indien de apparatuur afvalstoffen bevat of tijdens het gebruik verontreinigd is geraakt (vooral met radioactieve en biologische verontreinigingen); Aan overweging 12 in de preambule de volgende zin toevoegen: "De bepalingen van deze richtlijn beperken niet de bronnen voor het financieren van dergelijke inzamelingssystemen, die bijvoorbeeld uit bijdragen van de distributeurs zouden kunnen bestaan.". 14893/00 gys/dl/fb 6 BIJLAGE A DG I NL

2. De lidstaten dragen er onverminderd artikel 8 zorg voor, dat de producenten of derden die in hun naam handelen, AEEA van andere dan particuliere huishoudens inzamelen. 3. De lidstaten dragen er zorg voor dat ingevolge de leden 1 en 2 ingezamelde AEEA getransporteerd wordt naar verwerkingsinrichtingen waaraan ingevolge artikel 5 een vergunning is verleend, tenzij de apparaten in hun geheel hergebruikt worden. De lidstaten zorgen ervoor dat het bedoelde hergebruik er niet toe leidt dat deze richtlijn, met name de artikelen 5 en 6, wordt omzeild. De inzameling en het transport van gescheiden ingezamelde AEEA geschiedt zodanig, dat hergebruik en recycling van onderdelen en volledige apparaten die hergebruikt of gerecycleerd kunnen worden, optimaal zijn. 4. De lidstaten streven ernaar uiterlijk [36 maanden] na de inwerkingtreding van deze richtlijn te bereiken dat gemiddeld ten minste vier kilogram AEEA van particuliere huishoudens per inwoner per jaar gescheiden wordt ingezameld. Zodra het mogelijk is aan de hand van de krachtens artikel 11 verstrekte gegevens een streefcijfer voor de inzameling van AEEA van particuliere huishoudens vast te stellen, bv. in de vorm van een percentage van de hoeveelheid aan particuliere huishoudens verkochte elektrische en elektronische apparatuur, stellen het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie een bindend streefcijfer vast, rekening houdend met de technische en economische ervaringen in de lidstaten. 14893/00 gys/dl/fb 7 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 5 Verwerking 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten, of derden die in hun naam handelen, overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving afzonderlijk en/of gezamenlijk systemen invoeren voor de verwerking van AEEA. Ter inachtneming van artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG, omvat deze verwerking ten minste de verwijdering van alle vloeistoffen en een selectieve behandeling overeenkomstig bijlage II, op voorwaarde dat het hergebruik en de recycling van onderdelen of gehele apparaten niet worden gehinderd. Voor milieubeschermingsdoeleinden kunnen de lidstaten minimumkwaliteitsnormen voor de verwerking van ingezamelde AEEA invoeren. De lidstaten die voor deze kwaliteitsnormen kiezen, brengen deze ter kennis van de Commissie, die deze normen bekendmaakt. 2. De lidstaten dragen er zorg voor dat inrichtingen of bedrijven waar verwerkingshandelingen worden verricht, in het bezit zijn van een vergunning van de bevoegde instantie overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 75/442/EEG. De in artikel 11, lid 1, onder b), van Richtlijn 75/442/EEG bedoelde afwijking van het vergunningsvereiste kan worden toegepast op handelingen voor de nuttige toepassing van AEEA, mits de bevoegde instanties vóór de registratie een inspectie uitvoeren teneinde te onderzoeken of aan artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG wordt voldaan. De inspectie omvat verificatie van: a) type en hoeveelheid van het te verwerken afval; b) de algemene technische voorschriften die in acht moeten worden genomen; c) de nodige voorzorgsmaatregelen. 14893/00 gys/dl/fb 8 BIJLAGE A DG I NL

Deze inspectie vindt ten minste één keer per jaar plaats en de lidstaten delen de resultaten mee aan de Commissie. 3. De lidstaten dragen er zorg voor dat inrichtingen of bedrijven waar verwerkingshandelingen worden verricht de AEEA opslaan en verwerken volgens de technische voorschriften van bijlage III. 4. De lidstaten dragen er zorg voor dat aan de in lid 2 bedoelde vergunning of registratie alle voorwaarden zijn verbonden die nodig zijn om aan de eisen van de leden 1 en 3 te voldoen en de streefcijfers voor nuttige toepassing van artikel 6 te bereiken. 5. De verwerkingshandelingen mogen ook buiten de betrokken lidstaat of de Gemeenschap plaatsvinden, mits het vervoer van de AEEA in overeenstemming is met Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad. * De lidstaten kunnen zich echter verzetten tegen transporten overeenkomstig artikel 4, lid 3, onder c), eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad, indien niet voldaan is aan de in lid 1 opgenomen minimumkwaliteitsnormen voor de verwerking. 6. De lidstaten moedigen inrichtingen of bedrijven waar verwerkingshandelingen worden verricht, aan om gecertificeerde milieubeheerssystemen in te voeren in overeenstemming met de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem. ** * ** PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1. PB... (momenteel in bemiddelingsprocedure). 14893/00 gys/dl/fb 9 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 6 Nuttige toepassing * 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten of derden die in hun naam handelen individueel of collectief systemen invoeren voor de nuttige toepassing, in overeenstemming met de Gemeenschapswetgeving, van AEEA die ingevolge artikel 4 gescheiden werd ingezameld. De lidstaten geven voorrang aan het hergebruik van volledige apparaten. Tot de in lid 4 bedoelde datum tellen deze apparaten niet mee voor de berekening van de in lid 2 vermelde streefcijfers. * Onderstaande overweging aan de preambule toevoegen: "De Raad heeft in zijn resolutie van 24 februari 1997 betreffende een communautaire strategie voor het afvalbeheer (*) met nadruk gewezen op de noodzaak de terugwinning van afvalstoffen te bevorderen teneinde de hoeveelheid afval voor verwijdering te verminderen en de natuurlijke hulpbronnen te sparen, met name door hergebruik, recycling, compostering en terugwinning van energie uit afvalstoffen en erkend dat, wat terugwinning betreft, bij de keuze van alternatieven in elk specifiek geval rekening moet worden gehouden met de economische en milieueffecten, maar is van mening dat momenteel - in afwachting dat wetenschappelijke en technologische vooruitgang wordt geboekt en de levenscyclusanalyses verder worden ontwikkeld - hergebruik en terugwinning van materiaal de voorkeur verdienen indien en voorzover zij uit milieuoogpunt het beste alternatief zijn; (*) PB C 76 van 11.3.97, blz. 1". 14893/00 gys/dl/fb 10 BIJLAGE A DG I NL

2. Wat betreft AEEA die naar de in artikel 5 genoemde verwerkingsinrichtingen wordt gestuurd, zorgen de lidstaten ervoor dat de producenten uiterlijk [36 maanden] na de inwerkingtreding van deze richtlijn de volgende streefcijfers bereiken: a) Voor AEEA van categorie 1 (grote huishoudelijke apparaten) van bijlage I A - moet het percentage nuttige toepassing tot ten minste 80% van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd worden, en - moet het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 75% van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd worden; b) Voor AEEA van de categorieën 3 en 4 van bijlage I A - moet het percentage nuttige toepassing tot ten minste 75% van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd worden, en - moet het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 65% van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd worden. c) Voor AEEA van de categorieën 2, 5, 6, 7, 9 en 10 van bijlage I A, - moet het percentage nuttige toepassing tot ten minste 70% van het gewicht van de apparaten verhoogd worden, en - moet het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 50% van het gewicht van de apparaten verhoogd worden. d) Voor afgedankte gasontladingslampen moet het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 80% van het gewicht van de lampen verhoogd worden. 14893/00 gys/dl/fb 11 BIJLAGE A DG I NL

3. De lidstaten zien erop toe dat de producenten of derden die namens de producenten handelen, met het oog op de berekening van deze streefcijfers registers bijhouden van de hoeveelheid AEEA en de onderdelen, materialen en stoffen ervan wanneer deze de verwerkingsinrichting binnenkomen (input) en verlaten (output). De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 14, lid 2, nadere bepalingen vast, waaronder zo nodig materiaalspecificaties, betreffende de controle op het door de lidstaten bereiken van de in lid 2 genoemde streefcijfers. De Commissie legt deze maatregel uiterlijk 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn voor. 4. Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn stellen het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie voor de volgende jaren streefcijfers voor nuttige toepassing en hergebruik/recycling vast, waaronder ook, in voorkomend geval, voor hergebruik van volledige apparaten en voor de producten of functies die onder categorie 8 van bijlage I A vallen. * * De volgende verklaring opnemen in de Raadsnotulen: "De Commissie verklaart dat zij snel de nodige informatie zal verzamelen over de gehele Unie om ervoor te zorgen dat categorie 8 van Bijlage I A valt onder het systeem voor nuttige toepassing als bedoeld in artikel 6, lid 2, van de AEEA-richtlijn en dit uiterlijk op het ogenblik dat zij haar voorstel voor de in artikel 6, lid 4, bedoelde streefcijfers voor nuttige toepassingen en hergebruik/recycling vaststelt.". 14893/00 gys/dl/fb 12 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 7 Financiering met betrekking tot AEEA van particuliere huishoudens 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten [18 maanden] na de inwerkingtreding van deze richtlijn ten minste voorzien in de financiering van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van AEEA van particuliere huishoudens vanaf de afgifte daarvan bij krachtens artikel 4, lid 1, gecreëerde inzamelingsinrichtingen. 2. De in lid 1 bedoelde financiering van het beheer van AEEA geschiedt door middel van collectieve en/of individuele systemen in overeenstemming met de Gemeenschapswetgeving. Er mag geen ongerechtvaardigd onderscheid bestaan tussen producenten die voor collectieve systemen kiezen en producenten die voor individuele systemen kiezen. 3. De verantwoordelijkheid voor de financiering van de kosten voor het beheer van de AEEA uit producten die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn op de markt zijn gebracht ("historische voorraad") wordt naar evenredigheid gedragen door een of meer systemen waaraan alle producenten bijdragen die op de markt aanwezig zijn wanneer de betrokken kosten ontstaan. 4. De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten die elektrische of elektronische apparatuur leveren door middel van verkoop op afstand, eveneens voldoen aan de in dit artikel genoemde voorwaarden voor de geleverde apparatuur in de lidstaat waar de koper van die apparatuur verblijft. 14893/00 gys/dl/fb 13 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 8 Financiering met betrekking tot AEEA van andere gebruikers dan particuliere huishoudens De lidstaten dragen er zorg voor dat [18 maanden] na de inwerkingtreding van deze richtlijn door de producenten wordt voorzien in de financiering van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van door andere gebruikers dan particuliere huishoudens afgedankte na de inwerkingtreding van deze richtlijn op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur. Voor AEEA van producten die op de markt zijn gebracht vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn ("historische voorraad") worden de kosten door de producenten gedragen. De lidstaten kunnen als alternatief bepalen dat andere gebruikers dan particuliere huishoudens ook geheel of gedeeltelijk deze kosten dragen. Producenten en andere gebruikers dan particuliere huishoudens kunnen onverminderd de bepalingen van deze richtlijn andere financieringsregelingen overeenkomen. Artikel 9 Informatie voor de gebruikers 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat gebruikers van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens de nodige informatie krijgen over: a) de voor hen beschikbare inleverings- en inzamelingssystemen, 14893/00 gys/dl/fb 14 BIJLAGE A DG I NL

b) hun rol in de bevordering van hergebruik, recycling en andere vormen van nuttige toepassing van AEEA, c) de betekenis van het in bijlage IV weergegeven symbool. 2. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om de consumenten ertoe aan te moedigen de inzameling, verwerking en nuttige toepassing van AEEA te vergemakkelijken en aldus deel te nemen aan dat proces. 3. De lidstaten dragen er met het oog op een hoog inzamelingspercentage zorg voor dat de producenten 24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn elektrische en elektronische apparatuur die in de vuilnisbak of een vergelijkbare vorm van gemeentelijke afvalinzameling terecht kan komen, alsmede de bijbehorende gebruiksaanwijzingen naar behoren van het in bijlage IV weergegeven symbool voorzien. Wanneer dat wegens de afmetingen of de functie van het product nodig is, wordt het symbool bij wijze van uitzondering op de verpakking, de gebruiksaanwijzing en het garantiebewijs van de elektrische en elektronische apparatuur afgedrukt. 4. De lidstaten kunnen voorschrijven dat de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde informatie ten dele of in haar geheel wordt verstrekt door de producenten en/of de distributeurs, bijvoorbeeld in de gebruiksaanwijzing of op het verkooppunt. Artikel 10 Informatie voor de verwerkingsinstallaties De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten de informatie over de verschillende onderdelen en materialen in de EEA die de verwerkingsinrichtingen nodig hebben voor de inachtneming van de voorschriften van deze richtlijn, verstrekken, alsook de plaats meedelen van de gevaarlijke stoffen en preparaten in de EEA. 14893/00 gys/dl/fb 15 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 11 Informatie en rapportage 1. De lidstaten verstrekken de Commissie voor ieder jaar gegevens, waaronder degelijke ramingen, over de hoeveelheden en categorieën elektrische en elektronische apparatuur die in de lidstaten op de markt gebracht, ingezameld en hergebruikt, gerecycleerd en nuttig gebruikt zijn, zowel naar gewicht als, zo nodig, naar aantal. De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten die elektrische en elektronische apparatuur leveren door middel van verkoop op afstand, informatie verstrekken over de naleving van de vereisten van artikel 7, lid 4, en over de hoeveelheden en categorieën elektrische en elektronische apparatuur die op de markt zijn gebracht in de lidstaten waar de koper van deze apparatuur verblijft. De lidstaten dragen er zorg voor dat de te verstrekken gegevens binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn en vervolgens om de drie jaar aan de Commissie worden toegezonden. De vorm waarin deze gegevens dienen te worden verstrekt, wordt binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn volgens de procedure van artikel 14, lid 2, vastgesteld. De lidstaten voorzien in een passende informatie-uitwisseling om aan dit lid te voldoen, meer bepaald voor de in artikel 5, lid 5, bedoelde verwerkingsbehandelingen. 14893/00 gys/dl/fb 16 BIJLAGE A DG I NL

2. Onverminderd lid 1 zenden de lidstaten de Commissie om de drie jaar een verslag toe over de uitvoering van deze richtlijn. Dit verslag wordt geredigeerd aan de hand van een vragenlijst of een schema, opgesteld door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad *, met het oog op de vorming van gegevensbanken over AEEA en de verwerking daarvan. De vragenlijst of het schema wordt zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode aan de lidstaten toegezonden. Het verslag wordt de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft. Het eerste driejaarlijkse verslag bestrijkt de periode die drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn begint. De Commissie publiceert binnen negen maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten een verslag over de uitvoering van deze richtlijn. Artikel 12 [in artikel 11 verwerkt] Artikel 13 Aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek De wijzigingen die noodzakelijk zijn om artikel 6, lid 3, alsmede de bijlagen I B, II, III en IV aan de vooruitgang van wetenschap en techniek aan te passen, worden volgens de procedure van artikel 14, lid 2, vastgesteld. * PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48. 14893/00 gys/dl/fb 17 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 14 Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG ingestelde comité. 2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden. 3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 14 bis Sancties De lidstaten stellen sancties vast voor inbreuken op de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn zijn vastgesteld. De aldus vastgestelde sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. 14893/00 gys/dl/fb 18 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 15 Omzetting 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. 2. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. 4. Mits het met deze richtlijn beoogde resultaat wordt bereikt, kunnen de lidstaten de bepalingen van artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 1, en artikel 10, omzetten door middel van convenanten tussen de bevoegde autoriteiten en de betrokken bedrijfssectoren. Die convenanten moeten voldoen aan de volgende voorschriften: a) de convenanten zijn afdwingbaar; b) de convenanten bevatten doelstellingen en termijnen daarvoor; c) de convenanten worden bekendgemaakt in het staatsblad of een voor het publiek even toegankelijk officieel stuk, en worden toegezonden aan de Commissie; d) de met een convenant bereikte resultaten worden onder de in dat convenant opgenomen voorwaarden geregeld gecontroleerd, aan de bevoegde autoriteiten en de Commissie gemeld en ter beschikking van het publiek gesteld; e) de bevoegde instanties dragen er zorg voor dat nagegaan wordt welke vooruitgang met de convenanten geboekt wordt; f) ingeval een convenant niet wordt nageleefd, moeten de lidstaten de betrokken bepalingen van de richtlijn door middel van wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen uitvoeren. 14893/00 gys/dl/fb 19 BIJLAGE A DG I NL

Artikel 16 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 17 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, voor het Europees Parlement de Voorzitster voor de Raad de Voorzitter 14893/00 gys/dl/fb 20 BIJLAGE A DG I NL

Bijlage I A bij BIJLAGE A CATEGORIEËN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR WAAROP DEZE RICHTLIJN VAN TOEPASSING IS 1. Grote huishoudelijke apparaten 2. Kleine huishoudelijke apparaten 3. IT- en telecommunicatieapparatuur 4. Consumentenapparatuur 5. Verlichtingsapparatuur 6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties) 7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur 8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten) 9. Meet- en controle-instrumenten 10. Automaten 14893/00 erg/jel/md 21 Bijlage I A bij BIJLAGE A DG I NL

Bijlage I B bij BIJLAGE A LIJST VAN PRODUCTEN EN FUNCTIES DIE ONDER DE TOEPASSING VAN DEZE RICHTLIJN EN ONDER DE CATEGORIEËN VAN BIJLAGE I A VALLEN 1. Grote huishoudelijke apparaten Grote koelapparaten Koelkasten Diepvriezers Andere grote apparaten voor koeling, bewaring en opslag van voedsel Wasmachines Wasdrogers Vaatwasmachines Kooktoestellen Elektrische fornuizen Elektrische kookplaten Magnetrons Andere grote apparaten voor de bereiding en andere behandelingen van voedsel 14893/00 gys/dl/fb 22 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

Elektrische verwarmingsapparatuur Elektrische radiatoren Andere grote toestellen voor de verwarming van kamers, bedden en zitmeubelen Elektrische ventilatoren Airconditioners Andere ventilatie-, afzuig- en airconditioningapparatuur 2. Kleine huishoudelijke apparaten Stofzuigers Rolvegers Andere schoonmaakapparaten Apparaten voor het naaien, breien en weven en andere textielbewerkingen Strijkijzers en andere apparaten voor het strijken en mangelen en andere verzorging van kleding Broodroosters Frituurpannen Koffiemolens, koffiezetmachines en apparatuur voor het openen of luchtdicht sluiten van recipiënten of verpakkingen Elektrische messen Tondeuses, haardrogers, elektrische tandenborstels, scheerapparaten, massage- en andere lichaamsverzorgingsapparaten Klokken, uurwerken en apparatuur voor het meten, aangeven of registreren van tijd Weegschalen 14893/00 gys/dl/fb 23 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

3. IT- en telecommunicatieapparatuur Gecentraliseerde gegevensverwerking: Mainframes Minicomputers Afdrukeenheden Persoonlijk computergebruik: Personal computers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord) Schootcomputers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord) Notebookcomputers Notepadcomputers Printers Kopieerapparaten Elektrische en elektronische typemachines Zak- en bureaurekenmachines en andere producten en apparatuur voor het elektronisch verzamelen, opslaan, verwerken, presenteren of communiceren van informatie Gebruikerseindstations en -systemen Faxapparaten Telexapparaten Telefoons Munt- en kaarttelefoons Draadloze telefoons Cellulaire telefoons Antwoordapparaten en andere producten of apparatuur voor het overbrengen met telecommunicatie van geluid, beelden of andere informatie 14893/00 gys/dl/fb 24 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

4. Consumentenapparatuur Radiotoestellen Televisietoestellen Videocamera s Videorecorders Hifi-recorders Geluidsversterkers Muziekinstrumenten En andere producten of apparatuur voor het opnemen of weergeven van geluid of beelden, waaronder signalen of andere technologieën voor de verspreiding van geluid en beelden dan telecommunicatie 5. Verlichtingsapparatuur Armaturen 5 Fluorescentielampen (TL-buizen) Compacte fluorescentielampen Hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen Lagedruknatriumlampen Andere verlichting of apparatuur voor het verspreiden of regelen van licht 6 5 6 D/NL: armaturen in huishoudens uitsluiten. D/UK/F/NL: gloeilampen uitsluiten. 14893/00 gys/dl/fb 25 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties) Boren Zagen Naaimachines Apparatuur voor het draaien, frezen, schuren, slijpen, zagen, snijden, afsnijden, boren, maken van gaten in, ponsen, vouwen, buigen of dergelijke bewerkingen van hout, metaal en ander materiaal Gereedschap voor het klinken, spijkeren of schroeven, of het verwijderen van klinknagels, spijkers en schroeven, of dergelijk gebruik Gereedschap voor het lassen, solderen of dergelijk gebruik Apparatuur voor het verstuiven, verspreiden, dispergeren of op andere wijze behandelen van vloeistoffen of gassen Gereedschap voor het maaien en andere tuinbezigheden 7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur Elektrische treinen en autoracebanen Handheld consoles voor videospellen Videospellen Fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke Sportapparatuur met elektrische of elektronische onderdelen 14893/00 gys/dl/fb 26 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten) Radiotherapeutische apparatuur Cardiologische apparatuur Dialyseapparatuur Beademingstoestellen Apparatuur voor nucleaire geneeskunde Laboratoriumapparatuur voor in-vitrodiagnostiek Analyseapparatuur Diepvriezers Vruchtbaarheidstests Andere apparaten voor het opsporen, voorkomen, volgen, behandelen en verlichten van ziekte, verwonding of handicap 9. Meet- en controle-instrumenten Rookmelders Verwarmingsregelaars Thermostaten Meet-, weeg- en afstelapparaten voor het huishouden of als laboratoriumapparatuur 10. Automaten Automaten voor warme dranken Automaten voor warme/koude flesjes/blikjes Automaten voor vaste voedingsproducten Geldautomaten Alle automaten voor alle soorten producten 14893/00 gys/dl/fb 27 Bijlage I B bij BIJLAGE A DG I NL

Bijlage II bij BIJLAGE A Selectieve behandeling van materialen en onderdelen van AEEA overeenkomstig artikel 5, lid 1 1. Uit gescheiden ingezamelde AEEA moeten ten minste de volgende stoffen, preparaten en onderdelen worden verwijderd 7 : polychloorbifenyl (PCB)-houdende condensatoren overeenkomstig Richtlijn 96/59/EG betreffende de verwijdering van PCB's en PCT's kwikhoudende onderdelen zoals schakelaars en lampen voor achtergrondverlichting batterijen printplaten van mobiele telefoons in het algemeen en van andere apparaten indien de oppervlakte van de printplaat meer dan 10 vierkante centimeter bedraagt 8 tonercassettes met vloeibare of pasteuze toner, en kleurentoner kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten asbestafval beeldbuizen chloorfluorkoolwaterstoffen(cfk s), chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s) of fluorkoolwaterstoffen(hfk s), koolwaterstoffen (HC's) gasontladingslampen LCD-schermen (in voorkomend geval met toebehoren) met een oppervlak van meer dan 100 cm 2 en schermen met achtergrondverlichting met behulp van gasontladingslampen 9 uitwendige elektrische kabels componenten die vuurvaste keramische vezels bevatten zoals beschreven in Richtlijn 97/69/EG componenten die radioactieve stoffen bevatten. 10 Deze stoffen, preparaten en onderdelen dienen te worden verwijderd of nuttig te worden toegepast in overeenstemming met artikel 4 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad. 7 8 9 10 DK verzoekt om toevoeging van "electrolytische condensatoren"; UK kan de toevoeging in een later stadium (bijvoorbeeld bij herziening van de richtlijn) overwegen, als dat haalbaar is; Cie: studievoorbehoud. DK: voorbehoud. D: LCD-schermen schrappen; een aantal delegaties (waaronder A): tegen schrapping; UK: voorbehoud in afwachting van meer gegevens; Cie: uit thans beschikbare informatie blijkt dat er milieugevaarlijke stoffen zijn die verwijderd moeten worden; DK: dit punt zou als volgt moeten luiden: "alle soorten brandvertragende, kunststof- en LCD-schermen met een oppervlakte van meer dan 3 cm 2". UK doet mogelijkerwijs een voorstel voor een - vanuit veiligheids- en gezondheidsoogpunt - meer bevredigende formulering. 14893/00 gys/dl/fb 28 Bijlage II bij BIJLAGE A DG I NL

2. De volgende onderdelen van gescheiden ingezamelde AEEA moeten als volgt worden behandeld: Beeldbuizen: de fluorescerende laag moet worden verwijderd. Apparatuur die CFK s, HCFK s, HFK s of HC's bevat: de CFK s en HCFK's die zich in het isolatieschuim en het koelcircuit bevinden, moeten op de juiste wijze behandeld worden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen. HFK s en HC's die zich in het isolatieschuim en het koelcircuit bevinden, moeten op de juiste wijze onttrokken en behandeld worden. Gasontladingslampen: het kwik moet worden verwijderd. 14893/00 gys/dl/fb 29 Bijlage II bij BIJLAGE A DG I NL

Bijlage III bij BIJLAGE A Technische voorschriften overeenkomstig artikel 5, lid 3 1) Locaties voor de opslag (ook tijdelijke opslag) van AEEA vóór verwerking (onverminderd de voorschriften van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad * betreffende het storten van afvalstoffen): - ondoorlatende ondergrond van geschikte terreinen met opvangvoorzieningen voor lekolie en indien nodig bezinktanks en olie- en vuilafscheiders - weerbestendige afdekking van geschikte terreinen 2) Locaties voor de verwerking van AEEA: - weegapparatuur om het gewicht van het verwerkte afval te bepalen - ondoorlatende ondergrond en waterdichte afdekking van geschikte terreinen met opvangvoorzieningen voor lekolie en indien nodig bezinktanks en olie- en vuilafscheiders - geschikte opslag voor gedemonteerde reserveonderdelen - geschikte containers voor de opslag van batterijen, PCB/PCT-houdende condensatoren en ander gevaarlijk afval, zoals radioactief afval - installaties voor de behandeling van water, overeenkomstig de gezondheids- en milieuvoorschriften * PB L 282 van 5.11.1999, blz. 16. 14893/00 gys/dl/fb 30 Bijlage III bij BIJLAGE A DG I NL

Bijlage IV bij BIJLAGE A Symbool als merkteken voor elektrische en elektronische apparatuur Het symbool voor gescheiden inzameling van elektrische en elektronische apparatuur bestaat uit een doorgekruiste verrijdbare afvalbak zoals hieronder afgebeeld. Het symbool moet zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar worden aangebracht. 14893/00 gys/dl/fb 31 Bijlage IV bij BIJLAGE A DG I NL

BIJLAGE B Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur 11 Artikel 1 Doelstellingen Deze richtlijn beoogt de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake beperkingen op het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur en beoogt bij te dragen tot een milieuhygiënisch verantwoorde nuttige toepassing en verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. 12 Artikel 2 Toepassingsgebied 1. Deze richtlijn is van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur van de categorieën, vermeld in bijlage I A bij Richtlijn... [betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur]. 2. Artikel 4 is niet van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur van de categorieën 8 en 9 van bijlage I A 13 bij Richtlijn... [betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur]. 3. Deze richtlijn geldt onverminderd de Gemeenschapswetgeving inzake veiligheids- en gezondheidseisen en de specifieke Gemeenschapswetgeving inzake afvalstoffenbeheer. 11 12 13 DK/UK: voorbehoud voor parlementaire behandeling; D: algemeen voorbehoud voor nadere bestudering. UK: zie commentaar bij artikel 1 van het AEEA-voorstel. Een aantal delegaties vraagt om motivering van de uitzonderingen: B/I/S/DK: de categorieën 8 en 9 niet in hun geheel uitsluiten (I stelt voor hoeveelheid en gevaarlijk karakter als criteria te hanteren); UK: studievoorbehoud bij de schrapping van categorie 10. 14893/00 gys/dl/fb 32 BIJLAGE B DG I NL

Artikel 3 Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder: a) "elektrische en elektronische apparatuur": apparaten die elektrische stromen of elektromagnetische velden nodig hebben om te kunnen werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden die onder de categorieën van bijlage I A vallen en bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 Volt bij wisselstroom en 1500 Volt bij gelijkstroom; * b) "producent": eenieder die ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van technieken voor verkoop op afstand overeenkomstig de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (97/7/EG) ** i) elektrische en elektronische apparatuur onder zijn eigen merk vervaardigt en verkoopt, ii) onder zijn eigen merk apparatuur verkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd, of iii) beroepsmatig elektrische en elektronische apparatuur in een lidstaat in- of uitvoert. * ** Zie voor opmerkingen artikel 3, onder a), van het AEEA-voorstel. PB L 144 van 4.6.1997. 14893/00 gys/dl/fb 33 BIJLAGE B DG I NL

Artikel 4 Preventie 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat na 1 januari 2008 nieuwe op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur 14 geen lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroombifenylen (PBB s) en polybroomdifenylethers (PBDE s) bevat 15. 2. Lid 1 geldt niet voor de in de bijlage genoemde toepassingen van lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom; Artikel 5 Aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek 1. De wijzigingen die nodig zijn om de bijlage voor de navolgende doeleinden aan de vooruitgang van wetenschap en techniek aan te passen, worden volgens de procedure van artikel 7, lid 2, vastgesteld: a) vaststelling, waar nodig, van maximumconcentraties tot welke de aanwezigheid van de in artikel 4, lid 1, bedoelde stoffen in bepaalde materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur wordt getolereerd; 14 15 S/DK: verzoeken om vrijstellingen voor lidstaten die al wetgeving hebben (vooral voor zware metalen); Juridische dienst van de Raad zal hierop terugkomen. M.b.t. datum: DK: 2004, S/I: 2005 (vooral als de rechtsgrondslag niet veranderd wordt). B: datum vervroegen; F: datum voor PBB's vervroegen. IRL: wenst 2010, gelet op de zevenjarige aanloopfase die nodig is voor de productie. D: studievoorbehoud. Een aantal delegaties is er voorstander van om, in afwachting van de uitkomst van de risicoanalyse, Deca en Octa uit te sluiten. 14893/00 gys/dl/fb 34 BIJLAGE B DG I NL

b) ontheffing van artikel 4, lid 1, voor materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur indien het gebruik van de in dat lid genoemde stoffen in die materialen en onderdelen om technische of wetenschappelijke redenen onvermijdelijk is of indien de nadelige gevolgen van vervanging voor het milieu en/of de gezondheid waarschijnlijk groter zijn dan de milieuvoordelen; c) schrapping van materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur uit de bijlage, indien het gebruik van de in artikel 4, lid 1, genoemde stoffen in die materialen en onderdelen kan worden vermeden, mits de nadelige gevolgen van vervanging voor het milieu en/of de gezondheid niet groter zijn dan de mogelijke milieuvoordelen. 2. Voordat de bijlage overeenkomstig lid 1 wordt gewijzigd, raadpleegt de Commissie onder andere de producenten van elektrische en elektronische apparatuur. Artikel 6 Toetsing Uiterlijk 31 december 2003 toetst de Commissie de in deze richtlijn vastgestelde maatregelen aan eventuele nieuwe wetenschappelijke gegevens. 14893/00 gys/dl/fb 35 BIJLAGE B DG I NL

Artikel 7 Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad * ingestelde comité. 2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt bepaald op drie maanden. 3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 7 bis Sancties De lidstaten stellen sancties vast voor inbreuken op de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn zijn vastgesteld. De aldus vastgestelde sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. Artikel 8 Omzetting 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. 2. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. * PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. 14893/00 gys/dl/fb 36 BIJLAGE B DG I NL

Artikel 9 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 10 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, voor het Europees Parlement de Voorzitster voor de Raad de Voorzitter 14893/00 gys/dl/fb 37 BIJLAGE B DG I NL

Bijlage bij BIJLAGE B 16 Toepassingen van lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom, die zijn vrijgesteld van de vereisten van artikel 4, lid 1 1. Kwik in compacte fluorescentielampen tot maximaal 5 mg per lamp 17 2. Kwik in TL-buizen tot maximaal 10 mg per lamp 18 3. Kwik in niet specifiek in deze bijlage genoemde lampen 4. [...] 5. [...] 6. Lood in glas van beeldbuizen, gloeilampen en TL-buizen 19 7. Lood in staallegeringen met maximaal 0,35 gewichtsprocent lood, aluminiumlegeringen met maximaal 0,4 gewichtsprocent lood en koperlegeringen met maximaal 4 gewichtsprocent lood 8. Lood in elektronische keramische onderdelen 20 9. [...] 10. Cadmium aangewend in een oppervlaktebehandeling (cadmeren), behoudens in toepassingen die verboden zijn uit hoofde van Richtlijn 91/338/EEG houdende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten 21 11. [...] 12. Zeswaardig chroom als corrosiewering in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten. 16 17 18 19 20 21 I/D/DK/UK: voorbehoud voor nadere bestudering. F: 6 mg (reden: drempel milieukeur); S/DK: 4,5 mg. F: 15 mg; S: 5 mg voor gewone lampen en 8 mg voor lampen met een lange levensduur. S: "gloeilampen" schrappen. IRL/F/A: ontheffing voor lood als verbindingselement voor elektronische subassemblages; UK: positief studievoorbehoud; D: ontheffing voor lood in soldeersel. DK: voorbehoud (Commissievoorstel behouden). 14893/00 gys/dl/fb 38 Bijlage bij BIJLAGE B DG I NL