colade Wereld Choco- lat Arschoot Elien Arschoot Elien Internationale economie Internationale economie 4 de jaar ASO 4 de jaar ASO D hauwers Fien D hauwers Fien Leerlingenhandleiding Lootens Jolien 1 Lootens Jolien
Inhoud DE BENODIGDHEDEN 3 Aantal spelers 3 DE UITLEG VAN HET SPEL 3 DE UITLEG VAN HET INSTRUCTIEBOEKJE VOOR DE LEERLINGEN 3 DE VOORBEREIDING 3 WIE MAG BEGINNEN? 4 HET VEROVEREN 4 SOORTEN ACTIES (ZIE OVERZICHT P. 8) 4 NA DE ACTIE 5 EINDE VAN HET SPEL 5 OVERZICHT VAN DE MOGELIJKE ACTIES 3 2
De benodigdheden - 1 spelbord - 5 sets ( verschillende kleuren) van 12 fabriekskaarten - 5 sets (verschillende kleuren) van 3 hoofdzetelkaarten - 45 spelkaarten - 48 muntkaarten Aantal spelers Per spelbord minimaal twee en maximaal vijf spelers. Het aantal gebruikte spelborden hangt af van de grootte van de klas. De uitleg van het spel De uitleg van het instructieboekje voor de leerlingen De voorbereiding 1. Leg het spelbord op tafel. 2. Schud de kaarten en leg de stapel naast het speelbord. 3. Trek daarna vijf kaarten en leg deze open boven het spelbord. De stapel kaarten zelf telt als zesde kaart en behoort bij het kader 0 munten. 4. Iedere leerling krijgt 12 fabriekskaarten en 3 hoofdzetelkaart in zelfde kleur. 5. Zet daarna 3 van je fabriekskaarten in het startgebied en 1 hoofdzetel in een gebied naar keuze. 6. Iedere speler krijgt volgens volgend verdeling een aantal munten. Aantal spelers Aantal munten 5 8 4 9 3 11 2 14 7. De andere munten gaan als voorraad naast het spelbord. 3
Wie mag beginnen? - De leerlingen bieden om startspeler te worden. - Iedere leerling neemt in het geheim een aantal munten in een gesloten vuist. o Het minimum bod is 1 munt. - Alle leerlingen tonen tegelijk hun bod. - De leerling met het hoogste bod betaalt dit aan de voorraad. - De andere leerlingen houden hun geld. - Bij een gelijke stand wint de jongste leerling de veiling. Het veroveren - Er wordt met wijzerzin mee gespeeld. - De startspeler kiest een kaart uit de rij boven het spelbord. - Afhankelijk van de positie in de rij moet hij daar 0,1,2 of 3 munten voor betalen. o Voor de kaarten van de stapel betaal je geen munten, maar je neemt wel een risico aangezien je de kaarten niet kan zien. - Iedere kaart toont een grondstof en een actie. - De speler voert de actie op de kaart direct uit. Soorten acties (zie overzicht p. 8) Zet nieuwe fabrieken in de wereld. o Het aantal fabrieken op de kaart geeft aan hoeveel fabrieken de leerlingen mag neerzetten. o Er mogen enkel fabrieken in het startgebied geplaatst worden OF in een gebied met een eigen hoofdzetel. o Tijdens deze stap mogen fabriek in verschillende gebieden geplaatst worden volgens de regel hierboven. Verplaatsen van fabrieken over land. o Het aantal fabrieken op de kaart geeft aan hoeveel verplaatsingen de speler mag doen. o Het verzetten van een fabriek naar een aangrenzend gebied geldt als één verplaatsing. Verplaatsen van fabriek over land en/of over zee. o Deze actie is gelijk aan de voorgaande maar de leerling mag nu ook fabrieken over stippellijnen tussen twee gebieden verplaatsen. Bouwen van een hoofdzetel. o De leerlingen zet een hoofdzetel op een gebied naar keuze waar hij ten minste als één fabriek heeft. o Een gebied mag een onbeperkt aantal hoofdzetels bevatten. Vernietig een fabriek o De leerling mag een fabriek van locatie naar keuze in de wereld verwijderen. o De fabriek wordt terug gegeven aan de eigenaar. En/of acties o Toont een kaart twee acties met een / ertussen. Dan voert de leerling één van de twee acties uit. o Toont een kaart twee acties met een + ertussen Dan voert de leerling beide acties in een volgorde naar keuze uit. 4
Na de actie - Na het afhandelen van de actie, schuift de leerling de rij kaarten boven het spelbord naar rechts. De stapelkaarten blijft liggen. - Zo komt er een plaats vrij. - Op de vrijgekomen ruimte wordt een nieuwe kaart gelegd. - De volgende speler is aan de beurt. Einde van het spel - Het spel is afgelopen als alle leerlingen een bepaald aantal kaarten bezit Aantal spelers Aantal kaarten 2 14 3 12 4 10 - Nu worden de overwinningschocoladerepen geteld o Chocoladereep voor gebieden Een leerling krijgt één overwinningsreep voor elk gebied dat hij domineert. Een gebied wordt gedomineerd als de leerling meer fabrieken heeft dan elke andere leerling apart. Extra: een hoofdzetel telt als twee fabrieken. Als er twee of meer leerlingen de meeste fabrieken heeft, domineert niemand. o Chocoladereep voor continenten Een leerling krijgt één overwinningsreep voor elk continent dat hij domineert. Een continent wordt gedomineerd als hij meer gebieden domineert dan iedere andere leerling apart. Als er twee of meer leerlingen de meeste gebieden in een continent domineert, domineert niemand. o Chocoladereep voor goederen Een leerling krijgt overwinningsrepen voor sets met goederen van een soort. In het midden van elke kaart kan hij aflezen hoeveel kaarten van het betreffende product hij nodig heeft om het aangegeven aantal overwinningsrepen te ontvangen. De leerling met de meeste overwinningschocoladerepen wint het spel. - Bij een gelijke stand wint van hen de speler met de meeste munten in voorraad. o Is dit dan nog gelijk, dan wint van hen de leerling met de meeste fabrieken op het spelbord. Brengt dit nog geen beslissing, dan wint van hen de speler die de meeste gebieden domineert. 5
Overzicht van de mogelijke acties Soorten acties Voorbeeld Bouwen van nieuwe fabriek in de wereld. Verplaatsen van fabriek(en) over land. Verplaatsen van fabriek(en) over land en/of zee. Bouwen van hoofdzetel. Vernietigen van een fabriek. En / of acties. 3
4