7e jaargang nummer 4 december 2006 Wandelen met God Henoch
Verenigingsblad voor jongeren van 12 tot 16 jaar Verschijnt zeven keer per jaar Jaargang 7 Nummer 4 ISSN: 1568-8844 Redactie: Hennie Groenendijk André Heijboer (voorzitter) Jacob Hoekman Niek Overbeeke (eindredactie) Daniël Rosbergen Marieke Simons De Putter Wilma Veldhoen Jacomine van Weelden Weet je het verschil tussen wandelen en lopen? In deze Treffer wordt er op ingegaan. Henoch wandelde met God. Wat een wonder, God Die de zonde haat, wandelde met een zondaar. Dat kon nu alleen door het werk van de Zoon, Die in Genesis 3 door de Heere is beloofd en op Zijn tijd naar de aarde is gekomen. En daarom kan dat wandelen met de Heere nu nog. Ook voor jou. Maar dan moet er niets tussen de Heere en jou inliggen. En dat ligt er van nature wel. De zonde maakt scheiding tussen de Heere en de mens. Het werk van Koning Jezus, hersteld wat gebroken is. Op de voorkant zie je een weg die overloopt in de horizon. Zo was het met Henoch. Hij wandelde met God en was niet meer. Opgenomen door de Heere in de hemel. Om voor eeuwig zijn Zaligmaker groot te maken. Abonnementen: Particulieren: B 11,50 Leidinggevenden van aangesloten verenigingen gratis. Abonnementen kunnen alleen aan het einde van een jaargang worden beëindigd. Het bericht moet dan voor 1 augustus binnen zijn. Vormgeving en druk: Crezée Meerkerk b.v. J E U G D B O N D G E R E F O R M E E R D E G E M E E N T E N Niek Overbeeke Inhoud Henoch 3 De tijd van Henoch 4 Wandelen met God 6 De dood niet gezien 8 Bijbelstudie Henochs prediking 10 Sudoku 12 Houttuinlaan 7-3447 GM Woerden Postbus 79-3440 AB Woerden T (0348) - 48 99 48 F (0348) - 48 34 66 E info@jbgg.nl I www.jbgg.nl 2
Henoch In Genesis 5 lezen we een rij met namen van mensen die voor de zondvloed geleefd hebben. Het zijn allemaal personen uit het geslacht van Noach die staan in de zogenaamde heilige linie. Hiermee wordt bedoeld de lijn van geslachten, waarin de Heere wilde werken met Zijn Geest. In Genesis 6: 2 worden ze Gods zonen genoemd, mensen die de Heere willen dienen. Eén van de mensen die in deze rij genoemd wordt, is Henoch. Van hem staat iets opvallends. In de lange rij namen, die opgesomd wordt, van Adam, Seth, Enos, Kenan, Mahalaleël en al die andere mannen staat beschreven hoe oud ze waren toen ze een zoon ontvingen. Ook wordt aangegeven hoe lang ze hebben geleefd en wanneer ze zijn gestorven. Maar van Henoch staat iets anders: Henoch dan wandelde met God, en hij was niet meer; want God nam hem weg. (Genesis 5: 24) Al die mensen voor de zondvloed hebben lang geleefd, erg lang. Ze zijn allemaal rond de 900 jaar geworden. Van Henoch daarentegen lezen we niet zo n hoge leeftijd. Hij is slechts 365 jaar oud geworden. In Hebreeën 11 kunnen we lezen dat hij de dood niet heeft gezien. Over deze Henoch gaat het in deze Treffer. OPDRACHT Om Henoch beter te kunnen begrijpen is het handig als je zijn tijd en zijn tijdgenoten kent. Maak aan de hand van Genesis 5 een tijdbalk, waarin je aangeeft welke nakomelingen van Adam (in de lijn van Seth) geleefd hebben. Geef iedere keer aan wanneer iemand is geboren en wanneer hij is gestorven. VRAAG Als Methusalem in onze tijd gestorven zou zijn, wat zou hij dan allemaal meegemaakt hebben? 3
De tijd van Henoch Een tijd vol goddeloosheid In het boek Judas wordt Henoch de zevende van Adam genoemd. Op de tijdbalk kun je zien wat dat betekent. In Genesis 4 lezen we van een andere man, ook de zevende van Adam, maar dan wel één uit het geslacht van Kaïn. Lamech heet deze man. Hij neemt twee vrouwen: Ada en Zilla. Drie zonen krijgt hij, die alle drie een goed zakelijk inzicht hebben. Jabal is degene die er een grote veestapel op na houdt. Jubal, zijn broer, maakt muziekinstrumenten. En Tubal-Kaïn, een halfbroer, is smid, hij bewerkt koper en ijzer. Ongetwijfeld heeft hij ook wapens gemaakt. De techniek ontwikkelt zich in deze tijd dus heel snel. Lamech, trots op zijn voorspoed en op zijn macht, roept op een dag zijn beide vrouwen bij zich en begint voor hen een lied te brallen: Ik heb een man doodgeslagen om een wond en een jongen om een buil! Wie hem een voet dwars zet, zal zijn wraak voelen! Hij kent geen medelijden, alleen bloeddorst en wraak kenmerken zijn leven. Tegen deze achtergrond moeten we ook Genesis 6: 4 lezen. En in die dagen waren er reuzen op de aarde, ( ) dezen zijn de geweldigen, die vanouds geweest zijn, mannen van naam. Wie krijgen het voor het zeggen in de tijd van Henoch? Mannen van naam, de geweldigen, de mensen met de sterkste vuisten en de grootste mond. De samenleving krijgt iets hards, een enorme meedogenloosheid kenmerkt de mensheid. De aarde is vervuld met wrevel. (Genesis 6: 11b) Kerk en wereld Toch zijn er van deze tijd ook goede dingen te zeggen. Seth, de derde zoon van Adam, krijgt ook een zoon. Enos wordt hij genoemd. Toen begon men de Naam des Heeren aan te roepen. (Genesis 4: 26) Er leven in deze tijd twee geslachten naast elkaar. Het geslacht van Kaïn, dat zich uitleeft in goddeloosheid. En het geslacht van Seth, dat de Heere wil dienen. Deze mensen beleggen met elkaar diensten om de Heere te vereren en aan te roepen. Lange tijd trekken deze families gescheiden op. Ze wonen wel dicht bij elkaar, maar ze bemoeien zich niet met elkaar. In wezen zijn ze oneindig ver bij elkaar vandaan. Er is een grote kloof tussen hen. Deze kloof wordt veroorzaakt door het wel of niet dienen van de Heere. Maar dan lezen we in Genesis 6: 2: Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden. Gods zonen, dus de jongens uit het geslacht van Seth, krijgen verkering met meisjes uit het geslacht van Kaïn. Jongens uit de kerk gingen contact zoeken met meisjes uit de wereld, omdat zij knap en aantrekkelijk waren. De grens tussen kerk en wereld vervaagt, maar de jongens nemen de meisjes niet mee naar de kerk, de meisjes trekken juist de jongens mee naar de wereld. Geldt dat voor onze tijd ook vaak niet zo? Het is dus niet om het even waar je een vriend of je vriendin zoekt! 4
Een vreselijk oordeel Nu de grens tussen de beide geslachten nagenoeg verdwenen is en er nog maar heel weinig mensen over zijn gebleven die de Heere dienen, komt God met een verschrikkelijk vonnis. Toen zeide de Heere: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewijl hij ook vlees is. (Genesis 6: 3) Als Gods Geest twist, betekent dat dat de Heere nog werkt, er worden nog mensen bekeerd! Het betekent, dat je geen rust hebt, omdat je geweten nog spreekt. De Heere waarschuwt nog, je kunt niet doen en laten wat je wilt. Maar als die Geest niet meer twist, dan klopt de Heere niet meer op de deur van je hart. Dan krijg je van de Heere de vrije teugel om je in de zonden uit te leven, zonder dat je geweten nog spreekt. Eigenlijk bekort je zelf je eigen genadetijd! Jouw tijd De tijd van Henoch is lang geleden, zo n 4500 jaar. Toch is die tijd niet zoveel anders dan de onze. In Mattheüs 24: 12 lezen we over de tijd voor de wederkomst. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. De ongerechtigheid, dus de zonde, zal enorm toenemen. De liefde van velen zal verkouden. Men zal elkaar niet meer liefhebben, maar er zal veel haat en nijd zijn. Het leven van de naaste is niet meer belangrijk. Het gaat alleen nog maar om jezelf. IK! Als ik het maar goed heb, als ik mijn zin maar krijg, als ik In wezen niet anders dan Lamech! VRAGEN 1. In Mattheüs 24: 37 39 lees je hoe het zal zijn in de dagen voor de wederkomst op de aarde. a. Welke goddeloze dingen worden er genoemd? b. In Lukas 17: 28-29 lees je van de dagen van Lot. Welke zonden worden er genoemd? c. Om welke zonde zijn deze mensen verdorven? d. Wat is onze hoofdzonde, waarvoor wij, als wij ons niet bekeren, zullen verloren gaan? 2. Mag je verkering hebben met een jongen of meisje van buiten de kerk? Bedenk argumenten voor en tegen. 3. Is het belangrijk dat mensen aan je uiterlijk kunnen zien dat je tot de kerk behoort? Waarom wel of niet? 4. Wat betekent de uitdrukking Zonde is geen zonde meer? 5
Wandelen met God Hoe het begon: En Henoch leefde vijfenzestig jaar en hij gewon Methusalach. En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had driehonderd jaar, en hij gewon zonen en dochters. (Genesis 5: 21-22) Dit is het korte getuigenis dat de Bijbel geeft van Henoch. Hij wandelde met God. Henoch heeft dat niet altijd gedaan. Vijfenzestig jaar lang heeft hij zonder de Heere geleefd. En toen is het veranderd. Toen is de Heere in zijn leven gekomen. De Heere heeft daar de geboorte van Henochs zoon voor gebruikt. Er staat dat hij wandelde met God, nadat hij Methusalem gewonnen had. Wandelen met God Henoch wandelde met God. Wat is dat? Er is verschil tussen wandelen en lopen. Lopen doe je om ergens te komen, je hebt een bepaald doel voor ogen. Wandelen doe niet om ergens te komen, wandelen doe je voor je plezier. Je gaat een eindje om. En als je samen bent, kan wandelen nog veel prettiger zijn. Vaak vertel je onder een wandeling dingen aan die ander die je normaal niet zo snel vertelt. Het contact met elkaar maakt een wandeling plezieriger. Wandelen doe je dus niet met iedereen, maar alleen met iemand die je goed kent en die je graag mag. In de Bijbel wordt het woord wandelen vaak gebruikt voor iets dat aangenaam is. De omgang met God wordt daarmee dikwijls aangeduid. Hoe zalig is het volk dat naar Uw 6
klanken hoort, zij wandelen Heer in het licht van het Goddelijk aanschijn voort. (Psalm 89 berijmd) In het paradijs konden Adam en Eva met God wandelen. Zij hadden een vertrouwelijke, liefdevolle omgang met God. Zij kenden de stem van God aan de wind. Hoe anders was dat geworden na de zondeval. Toen waren Adam en Eva niet meer blij toen de Heere kwam, maar ze verborgen zich. En nu lezen we in Genesis 5 opeens van een man die wel met de Heere wandelt. Dat kan alleen omdat er Eén geweest is, Die voor Henoch heeft geleden. Christus heeft zijn zonden op Zich genomen en nu is God niet meer toornig op Henoch. Zijn zonden staan niet meer tussen God en hem in. Integendeel, hij mag zich verblijden in het vriendelijk aangezicht van God. Gods vriendschap Een klein kind speelt stil en tevreden als het bij zijn moeder in de kamer is. Ook al is zijn moeder druk bezig en schenkt het niet direct aandacht aan het kind, het kind is toch tevreden en blij, omdat het zijn moeder dichtbij zich weet. Het kind hoeft zijn moeder zelfs niet altijd te zien, terwijl het toch bemerkt onder het spelen dat moeder weggaat. Zo is het ook bij een christen die dicht bij de Heere leeft. Zo is het ook bij Henoch geweest. Als hij s avonds ging slapen, zocht hij Gods vriendelijk aangezicht. Als hij s morgens wakker werd, had hij de Heere nodig. Als hij zijn werk deed, kon hij niet zonder de Heere. Hij zorgde voor zijn gezin, hij sprak met zijn buren, maar bij dit alles wist hij zich zo aan Zijn God verbonden, dat hij Hem niet missen kon. Alles deed hij met de Heere. In Hebreeën 11: 5 staat dat hij God behaagde! Dat betekent dat hij Gods vriendelijk aangezicht op hem voelde rusten. Iedere dag opnieuw heeft hij Gods gunst bemerkt, driehonderd jaar lang. Nog mogelijk? Je leest alleen van Henoch en Noach dat zij wandelden met God. Verder staat dit getuigenis van niemand in de Bijbel. Wellicht denk je dat dat nu niet meer mogelijk is. Onze tijd is daar niet geschikt voor. Wat is echter het geheim van het wandelen met God? Allereerst is wedergeboorte noodzakelijk. Dat wil zeggen van dood, levend gemaakt te worden. Maar dat wil nog niet zeggen dat ieder kind van God ook wandelt met God. Het kan ook zijn dat een kind van God slordig leeft, ver bij de Heere vandaan. Daarom zijn ook de volgende punten van belang. Ten tweede is een leven nodig voor het aangezicht van God. Dat betekent dat je niets voor de Heere wil verbergen. Al je zonden belijdt je aan Hem. Zonder Christus vergeving kun je niet leven. Ten derde is een voorzichtige levenswandel nodig, wat blijkt uit het haten van de zonde en het wandelen in Gods wegen. Ten vierde is nodig een voortdurend gebruik van de middelen die God gegeven heeft: - het persoonlijk gebed, het zoeken van Gods aangezicht; - het lezen van Gods Woord; - het overdenken van Gods Woord; - het gaan naar Zijn huis om Gods Woord te horen. VRAGEN 1. Welke dingen kunnen het wandelen met God in de weg staan? 2. Noem eens personen uit de Bijbel die net zoals Henoch en Noach wandelden met God. Hoe weet je dat? Ken je ook mensen uit de kerkgeschiedenis of uit je eigen omgeving? 7
De dood niet gezien En God nam hem weg Genesis 5 laat zien dat de mensen voor de zondvloed erg oud werden. De meesten werden meer dan 900 jaar oud. Toch kwam er aan ieder leven een eind. Telkens lezen we het refrein: En hij stierf. Adam moest sterven 930 jaar oud, Seth stierf 912 jaar oud, Enos stierf 905 jaar oud Het loon op de zonde staat er zo nadrukkelijk bij. Bij één persoon in deze rij staat dat telkens weerkerend refrein niet: Henoch. Henoch dan wandelde met God, en hij was niet meer; want God nam hem weg. (Genesis 5: 24) Als iemand gestorven is, hoor je nogal eens zeggen: Hij is niet meer. Hij leeft niet meer, wordt dan bedoeld. God heeft hem weggenomen. Bij Henoch betekenen deze woorden niet dat hij gestorven is, maar God nam hem op in Zijn heerlijkheid, met lichaam en ziel. Tijdens een wandeling, terwijl hij zijn hart uitstortte voor de Heere, nam God hem weg. Daarom zijn er twee mensen met lichaam en ziel in de hemel: Henoch en Elia. Straks, op de jongste dag, als de Heere komt op de wolken van de hemel, zal God met Zijn kinderen die dan nog leven op de aarde hetzelfde doen, als wat Hij met Henoch deed. Hoor jij daar ook bij? Dan zal je in een ogenblik, in een punt des tijds, veranderd worden. Je sterfelijk lichaam zal dan onsterfelijk worden, een verheerlijkt, een hemels lichaam zul je ontvangen. En tenslotte zul je opgenomen worden in de wolken de Heere tegemoet. Kun je begrijpen dat Guido de Bres schrijft aan het eind van zijn geloofsbelijdenis: Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere. Daar zullen ze altijd met de Heere wandelen en nooit zal die gemeenschap met de Heere meer verstoord worden door hun zonden. Daar zullen ze Hem altijd groot maken. Weggenomen voor het kwaad en hij werd niet gevonden. (Hebreeën 11:5b) De mensen hebben hem gezocht. De goddelozen hebben hem waarschijnlijk niet gemist. Ze zijn blij geweest dat hij weg was, dan kon hij hen ook niet meer waarschuwen voor de zonde. Ze hebben hem gehaat om zijn eerlijke prediking tegen de goddeloosheid van zijn tijd. Ze hebben hem dan ook niet gezocht. Gods kinderen hebben hem wel gemist. Als mensen in een gemeente wegvallen die een teer leven 8
hebben gehad, dan is dat een groot gemis. Er is dan een bidder minder in de gemeente en een bidder minder voor de gemeente. Henoch is weggenomen. Dat alleen was al een oordeel voor de wereld. Henoch was de man die hen waarschuwde voor hun zonden. Nu zweeg die stem voorgoed. Henoch is ook weggenomen voor de dag van het kwaad. Hij behoefde het oordeel niet mee te maken, de Heere nam hem weg voor dat Hij kwam met zijn straffen. Wanneer je de tijdlijn bekijkt, zie je dat Methusalem en Lamech ook weggenomen zijn voor de dag van het kwaad. Lamech is vijf jaar voor de zondvloed gestorven en Methusalem is in het jaar van de zondvloed gestorven, niet door de zondvloed, maar net ervoor. We kunnen dit afleiden uit de naam die Henoch aan zijn zoon heeft gegeven. Methusalem (of Methusalach) betekent: na hem komt het oordeel. Henoch heeft zijn zoon in zijn armen gehad, kort na zijn geboorte. En diep in hem was het besef dat het oordeel komen zou over de zonden van de wereld. Die straf was verdiend. Het kon niet langer zo doorgaan, de zonden waren te tergend. Dat oordeel zou zijn jongen echter niet meer mee hoeven te maken: Methusalem, na hem komt het oordeel. En zo is het ook gegaan. Methusalem is in het jaar van de zondvloed gestorven. God heeft hem bewaard voor het kwaad. VRAGEN 1. Waarom zouden veel van Gods kinderen in onze tijd niet meer uitkijken naar de dag van de wederkomst? 2. Wat betekent: Een teer leven, geeft dikwijls een ruim sterven. 3. Lees Jesaja 57: 1. a. Noem andere mensen uit de Bijbel die door de Heere weggenomen zijn voor het kwaad. b. Waarom is het voor een gemeente zo erg als kinderen van God, die net zoals Henoch wandelen met God, weggenomen worden? 9 Bron: www.scheppingofevolutie.nl
Bijbelstudie Henochs prediking Lezen Judas: 14-15 In de dagen van Judas (waarschijnlijk een zoon van Maria de moeder van de Heere Jezus) waren er in de gemeente van God allerlei dwaalleraren gekomen. Ze zeiden dat de christenen gerust in de zonden konden leven en ze gingen de gemeente daarin ook voor. Allerlei grove zonden werden openlijk uitgeleefd. Zonden tegen het vijfde, zevende en negende gebod worden genoemd in vers 8. Scherp wijst Judas de gemeente op het vreselijk einde van de mensen die in deze zonden door blijven gaan. 10
14. En van 1 dezen heeft ook Henoch, 2 de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, 4 de Heere is gekomen 6 met Zijn vele duizenden heiligen, 15. 7 om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, 10 vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en 10 vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (Judas: 14-15) In de tekst staan nummers, deze horen bij de vraag met hetzelfde nummer. 1. Wie bedoelt Judas met dit woord? Welke namen gebruikt hij in vers 12-13 voor deze mensen? 2. Leg uit waarom er staat dat Henoch de zevende van Adam is. 3. Judas haalt in vers 14 en 15 de profetie van Henoch aan. Zeg eens in je eigen woorden wat Henoch gezegd heeft tegen de mensen van zijn tijd? 4. Henoch zegt dat de Heere al gekomen is (vers 14). Maar de Heere was nog niet teruggekomen om te oordelen. Waarom zou hij het dan toch zo zeggen? Kijk eens in Mattheüs 26: 64. Hoe zegt de Heere Jezus het Zelf? 5. Lees Mattheüs 24: 1-14. Welke tekenen zullen vooraf gaan aan de wederkomst van Christus? 6. Judas schrijft in vers 14 dat de Heere komt met Zijn vele duizenden heiligen. Wie zijn dat? Wat zal hun taak zijn op de oordeelsdag? (Zie: Mattheüs 13: 36-43) 7. Wat is het doel van Christus komst op de wolken van de hemel? (Lees ook: 2 Korinthe 5: 10) 8. Lees vers 15. a. Welk woord keert telkens terug in dit vers? b. Wat is het verschil tussen een goddeloze die zondigt en een kind van God dat zondigt? 9. Om welke dingen worden de goddelozen gestraft in het oordeel? (Zie ook: 2 Korinthe 5: 10 en Psalm 139: 2-4) 10. Hoe kun jij ontkomen als Christus wederkomt ten oordeel? Lees eens: Jesaja 45: 22 en Ezechiel 18: 23. 11
UDOKU SUDOKU 1 3 4 6 1 6 2 9 1 6 3 7 4 5 4 5 2 8 9 2 4 1 6 2 1 7 9 6 9 2 5 SUDOKU 2 6 8 2 3 4 5 7 6 3 1 8 2 4 3 9 7 4 8 1 8 9 8 3 5 8 4 9 2 1 1 = E 2 = U 3 = L 4 = S 5 = C 6 = M 7 = H 8 = A 9 = T Oplossing: Los de sudoku op. Zet de cijfers in de gekleurde vakjes om in letters met behulp van de tabel hierboven. Zet vervolgens die letters in goede volgorde, zodat er een naam van een persoon uitkomt. De naam van de persoon is iemand uit de tijd van Henoch. Oplossing 1 : (10 letters) Oplossing 2 : (10 letters) 12