AANTEKENEN Stichting NTR T.a.v. het bestuur Postbus 29000 1202 MA HILVERSUM Datum Onderwerp 7 november 2013 Nevenactiviteit - toestemming cluster 2 Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 1310011 616109/617012 Geacht bestuur, Bij e-mail van 1 oktober 2013 heeft de NTR, mede namens de NPO, om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Licentieverlening aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen en het vervaardigen van Top 2000 merchandise. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt u toestemming verleend voor de nevenactiviteit Licentieverlening zonder inhoudelijke bemoeienis (cluster 2). Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) vormt cluster 2 een uitzondering op de systematiek van de cluster vervolgmelding. Dit betekent dat er een separate toetsing plaatsvindt. A. De activiteit 1. De nevenactiviteit bestaat uit het in licentie geven van het (beeld)merk van de NTR, de NPO en Top 2000 alsmede onderdelen uit het programma en decor van Top 2000 ten behoeve van het door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (hierna: Beeld en Geluid) organiseren van arrangementen en het door Beeld en Geluid vervaardigen en verkopen van merchandise. De licenties worden verleend van 1 november 2013 tot en met 31 januari 2014. 2. De Top 2000 is een project van de landelijke publieke media-instellingen gezamenlijk op Radio 2 die jaarlijks het programma Top 2000 produceren en uitzenden. Daarnaast produceren en zenden zij uit de Top 2000 Sing Along concert en de televisieprogramma s Top 2000 a gogo, Top 2000 Popquiz en Top 2000 Sing Along concert. De NTR is rechthebbende op het format voor de televisie-uitzendingen rondom Top 2000 en de NPO is rechthebbende op het format voor het radioprogramma. De nevenactiviteit heeft tot doel de betrokkenheid van de kijkers en luisteraars bij de Top 2000 programma s via radio en televisie te vergroten.
3. De arrangementen bestaan uit door Beeld en Geluid in zijn bedrijfspand georganiseerde publieksmanifestaties en bijeenkomsten in het decor en met de beleving van het radio- en televisieformat Top 2000. De merchandise zal uitsluitend bestaan uit posters, T-shirts, petjes, tassen, bekers en glazen met daarop het (beeld)merk van Top 2000, en dient ter ondersteuning van de arrangementen. 4. Er is sprake van licentieverleningen zonder inhoudelijke bemoeienis. Conform de clusterindeling zoals vermeld in de brief van 23 december 2008 (kenmerk SBO-007582- yw) valt deze nevenactiviteit in cluster 2. B. Relevante bepalingen 5. Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. 6. Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009). C. Status 7. Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. 8. Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten. 9. De licentieverlening aan Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen en het vervaardigen van merchandise houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke mediaopdracht van uw publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit. 10. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. - 2 -
D. Toetsing 11. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. Relatietoets Arrangementen 12. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub c van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat ten dienste van de publieke media opdracht indien de betrokkenheid van gebruikers bij het media-aanbod of de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt vergroot. 13. De onderhavige nevenactiviteit betreft onder andere een licentieverlening ten behoeve van een dienst, namelijk de organisatie van arrangementen, en voldoet aan deze voorwaarde nu de nevenactiviteit er toe kan leiden dat bezoekers van de arrangementen gebruik gaan maken van het media-aanbod of zich meer dan daarvoor betrokken voelen bij de publieke media-instelling. De arrangementen worden uitgevoerd geheel in sfeer van de Top 2000, waardoor toeschouwers mogelijk geprikkeld worden de uitzending van de Top 2000 op de radio te beluisteren of televisieprogramma s te bekijken die gerelateerd zijn aan de Top 2000. 14. In dit geval dient de activiteit op grond van artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, tevens aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling. De arrangementen sluiten aan bij de Top 2000 die ieder jaar in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar door de NPO op de radio en door de NTR op televisie wordt uitgezonden. Merchandise 15. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media opdracht indien er sprake is van het gebruik of in licentie geven van een naam of (beeld)merk van de publieke media-instelling ten behoeve van een product bij het media-aanbod. 16. De onderhavige nevenactiviteit betreft het in licentie geven van het (beeld)merk van de NTR, de NPO en het (beeld)merk Top 2000 ten behoeve van merchandise. Daar de onderhavige merchandise tastbare goederen zijn die op voorraad kunnen worden geproduceerd zijn deze te karakteriseren als product. Het gaat hierbij enkel om producten die niet meer bevatten dan het logo van het programma, de NTR en de NPO. Nu er sprake is van licentieverlening ten behoeve van een product bij het media-aanbod wordt aan de voorwaarde van artikel 3, eerste lid, onder b van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 voldaan. - 3 -
17. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 18. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 worden, bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de verkoopprijs en de hoogte van de licentievergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke mediainstelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs en licentievergoeding te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke mediainstelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. 19. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. Licentievergoeding voor (beeld)merk NTR, NPO en Top 2000 20. In het onderhavige geval gaat het om het in licentie geven van het (beeld)merk van de NTR, de NPO en Top 2000 alsmede het programma en decor van Top 2000. Het Commissariaat ziet, mede in het licht van eerder bij het Commissariaat aangemelde vergelijkbare nevenactiviteiten, voorshands geen reden om aan te nemen dat de overeengekomen licentievergoedingen niet marktconform zouden zijn. Verkoopprijzen arrangementen en merchandise 21. Met betrekking tot de verkoopprijzen van de arrangementen hebben partijen aangegeven dat de verschillende arrangementen door Beeld en Geluid zijn onderverdeeld in drie prijscategorieën. Deze prijzen zijn door het Commissariaat vergeleken met prijzen van vergelijkbare diensten van vijf andere aanbieders en vallen binnen de range van deze vijf. Het Commissariaat ziet voorshands geen reden om aan te nemen dat de door Beeld en Geluid gehanteerde verkoopprijzen niet marktconform zouden zijn. 22. Verder zijn de verkoopprijzen van de diverse merchandiseproducten vergeleken met de prijzen van vergelijkbare producten van andere aanbieders en deze vallen binnen de range van deze prijzen. Het Commissariaat heeft vooralsnog geen reden om aan te nemen dat deze verkoopprijzen niet marktconform zijn. 23. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. - 4 -
Kostendekkendheid 24. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 25. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 26. Door de NTR is ter toelichting aangegeven dat de nevenactiviteiten tot stand komen voor eigen rekening en risico van Beeld en Geluid. De NTR en de NPO lopen derhalve geen enkel financieel risico. 27. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 28. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening. E. Besluit 29. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit Licentieverlening aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen en het vervaardigen van Top 2000 merchandise toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. F. Register 30. De nevenactiviteit is als Licentieverlening aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen en het vervaardigen van Top 2000 merchandise opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). - 5 -
G. Publicatie 31. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van de NTR en de NPO. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de NTR en de NPO door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld. Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO. Hilversum, 5 november 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. - 6 -