Energie Management Actieplan 2015

Vergelijkbare documenten
Energie Management Actieplan 2015

Energie Management Actieplan

Verantwoording CO 2 reductiedoelstellingen tot en met juni 2017

Algemeen Energie Management Plan 2016

Verantwoording CO2 reductiedoelstellingen tot en met juni 2016

CO2 Emissies & voortgang van doelstellingen Nieuwsbrief 2 van 2017

Energie Management Actieplan

Carbon footprint 2013

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Verantwoording CO2 reductiedoelstellingen 2018

Carbon footprint 2011

~ K _DEKKER. Algemeen Energie Management Plan ;!~, '24/6 I /6. < ZG Postbus 17

Energie Management Actieplan

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Verantwoording CO2 reductiedoelstellingen 2016

Verantwoording CO2 reductiedoelstellingen 2017

Review CO2 reductiedoelstellingen

CO2-reductieplan 2015

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

Energiemanagement actieplan. 24 september 2015

CO₂ Reductieplan. CO₂ Reductieplan. Datum Versie 1.1. Rapportnr 3B.RED-PLAN Opgesteld door. A. van de Wetering & H.

Carbon Footprint 2014

14 april 2013 (JF) Energie Management Actieplan

Onderdeel B: Reductie Energiemanagement actieplan Versie 2018, basisjaar 2015

Energiemanagement actieplan

Ons energiebeleid. Energieverbruik Scope 1 en 2 doelstellingen AGEL adviseurs

CO2-reductieplan Kuurman

Algemeen Energie Management Plan

Energiemanagement actieplan 2016

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie :

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

Milieu jaarverslag 2013-Q4

CO 2 Reductie doelstellingen. De Waterwolf dienstverlening buitenruimte BV. Hoofddorp 13 april M. Korbee, Afdeling KAM.

Energiemanagement actieplan

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

5.B.1 CO2-reductieplan

Scope 1 en 2 doelstellingen KZ Aanneming en Groenvoorziening

Energiemanagement actieplan 2016

Energie beoordelingsverslag februari 2017

Footprint 1 ste helft 2018

Energie Management Actieplan

Energiemanagement actieplan. 20 januari 2016

Energie Management Actieplan Megaborn Traffic Development bv

Energiemanagement actieplan 2017

De CO2-footprint is weer bekend!

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Energie Audit verslag 2019 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021

[3.B.1.3- CO2 reductiedoelstellingen]

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Energie Management Actieplan

Energie Audit verslag 2017 Energie Management Actieplan 2016 t/m 2021

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Footprint Totaal scope 1 en 2. Scope 1 en 2 emissies Pilkes 2016 (totaal = 518,44 ton CO 2 )

Energie Management ACTIE Plan

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

CO2 footprint rapportage e half jaar

Energie management actieplan

Meijerink Wegenbouw bv, Gezichtslaan 276, 3723 MA Bilthoven Versie: juni Energiemanagement actieplan Datum:...

ENERGIE ACTIEPLAN

W & M de Kuiper Holding

Energie beoordelingsverslag

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

Energiemanagement actieplan februari 2017

Energiebeoordelingsverslag 2016

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

[3.B.1.3- CO2 reductiedoelstellingen]

VOORTGANGSRAPPORTAGE REDUCTIE DOELSTELLILNGEN 2017

Energie Beoordeling Co2 reductie

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage 2013 Swietelsky Rail Benelux B.V.

ENERGIEMANAGEMENTACTIEPLAN mateco b.v. Pittsburghstraat BL Rotterdam

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2016

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

Energie beoordelingsverslag 2016

Footprint Vanaf 2015 zijn de diensten van Pilkes bovendien 100% CO2-neutraal.

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2017 Genap B.V.

Energie beoordelingsverslag januari 2016 (definitief)

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H1

Energie beoordelingsverslag januari 2016 (definitief)

footprint rapportage over 2018, 1 e half jaar In lijn met haar visie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen conform:

Energie Management Actieplan

CO 2 Reductie doelstellingen

Pagina: 1. CO2-projectplan H4A. BV

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Q Voortgang maatregelen gestelde reductiedoelstellingen scope 3. CO 2 -Prestatieladder VOORTGANGSRAPPORTAGE

Kwantitatieve reductiedoelstelling

Energie Audit verslag 2014 Energie Management Actieplan 2015

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Carbon footprint Tussenrapportage Q1/Q2 2014

Energie beoordelingsverslag

ENERGIE ACTIEPLAN Datum: CO2 -Prestatieladder ENERGIE ACTIEPLAN. Conform NEN 50001

Transcriptie:

Energie Management Actieplan 2015 Onderdeel van het Algemeen Energie Management Plan 2015 K_Dekker bouw & infra b.v. Oudevaart 91 1749 ZG 0226 39 16 29 Postbus 17 info@kdbv.nl www.kdbv.nl

1. Inventarisatie reductiemogelijkheden Scope 1 Voor Scope 1 zijn binnen K. Dekker de navolgende specifieke acties ingezet ter vermindering van de CO 2-uitstoot: aanschafbeleid personenauto s (alleen A- en B-label) en bedrijfswagens (alleen Euro 5 of hoger) doorgezet. Dit betekent dat alleen nieuwe auto s aangeschaft worden als zij beschikken over minimaal een A, B of Euro 5 label. De gegevens uit onderstaande tabel zijn gebaseerd op het bestand Bijlage 7: F Wagenpark gegevens. Er is overlap tussen de wagens met Euro 5 en de A/B/C labels. Sommige wagens hebben bijvoorbeeld een Euro 5 en een A-label. In totaal zijn 26 wagens aangeschaft in 2015. Daarnaast zijn er 23 wagens verkocht/ingeleverd of afgeschreven. 2013 2014 2015 Personenauto s met A- danwel B-label 23 29 47 Personenauto s met C label of lager 31 23 23 Bedrijfswagens met Euro 5 label 32 40 63 Bedrijfswagens met Euro 6 label 0 3 3 Vrachtwagens met Euro 5 label 1 1 1 De uitstoot volgens de RDW gegevens is met 18 gr/km is afgenomen, maar de werkelijke gr/km uitstoot met 4 gram is toegenomen. Deze getallen worden verder onderbouwd in paragraaf 6.2. De verschillen hebben te maken met de aanschaf en het gebruik van (plug-in) hybride auto s. De RDW gegevens die verstrekt zijn, zijn getest onder ideale omstandigheden, oftewel het weergeeft een utopie. In werkelijkheid rijden de wagens veel minder KM s elektrisch omdat zij te veel kilometers afleggen om optimaal gebruik te kunnen maken van de oplaadfunctie voor elektrische aandrijving van de wagen. Enkele voorbeelden van zulke wagens zijn hieronder weergeven. Deze gegevens komen nog altijd uit het bestand Bijlage 7: F Wagenpark gegevens. Kenteken Auto RDW Uitstoot Werkelijke Toename in % uitstoot 4-TRK-28 Mitsubishi 44 167 279,5% Outlander 74-XSV-3 Opel Ampera 27 67 148,5% HD-372-P Toyota Auris 82 161 96,4% GN-543-B Volkswagen Golf GTE 37 85 129,7% Ter vergelijking zijn de uitstoten van bovenstaande kentekens ook nog eens afgezet ten opzichte van landelijke gemiddelden. Deze waarden zijn opgehaald van http://www.werkelijkverbruik.nl. Kenteken Auto Landelijk gemiddelde Werkelijke uitstoot % meer of minder 4-TRK-28 Mitsubishi 182 167-8,3% Outlander 74-XSV-3 Opel Ampera 71 67-5,6% HD-372-P Toyota Auris 127 161 26,8% GN-543-B Volkswagen Golf GTE 142 85-40,1%

Er zijn onderzoeken gedaan naar dit verschijnsel en dit levert verschillende oorzaken op waarom de werkelijke CO 2-uitstoot tegenwoordig meer verschilt van de uitstoot tijdens de keuring van een wagen. De belangrijkste oorzaken zijn (ICCT, 2013) (TNO, 2014): - Het gewicht van de auto is in de praktijk hoger dan tijdens de test; - Tijdens de test wordt weinig met hoge snelheden gereden, er vindt weinig variatie in snelheden plaats en er wordt in een zeer rustig tempo opgetrokken en afgeremd; - Autofabrikanten passen energiebesparende technologie toe die tijdens de test leidt tot een grotere besparing dan in de praktijk; - Steeds meer auto s zijn uitgerust met navigatie en airco, die in de praktijk het brandstofverbruik verhogen en in de test uitgeschakeld zijn; - Autofabrikanten maken steeds meer gebruik van de marges die in de Europese testprocedure beschreven staan om hun testwaarden zoveel mogelijk terug te dringen. Momenteel wordt in internationaal verband gewerkt aan een wereldwijd geharmoniseerde testprocedure die beter moet aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Deze nieuwe testprocedure zou vanaf 2017 moeten worden toegepast en zou het verschil tussen test en praktijk met een kwart moeten terugbrengen (IenM, 2013). Scope 2 Om CO 2-uitstoot te reduceren binnen het energieverbruik, oftewel Scope 2, is getracht naar het vergroenen van energieverbruik. Er wordt geprobeerd om alle nieuwe tijdelijke stroomaansluitingen van projecten waar mogelijk te voorzien van groene stroomvoorziening. In Hoofdstuk 4.2 is te zien dat er in 2015 31 ton CO 2-uitstoot heeft plaatsgevonden door grijs elektraverbruik op projecten. Dit betekent dat op dit gebied nog maatregelen getroffen kunnen worden. In Bijlage 8: A Stroomverbruik Projecten is tevens terug te vinden hoeveel kwh s er zijn verbruikt per project, gesplitst in groen en grijs. Scope 3 Voor de scope 3 doelstelling is een Ketenanalyse opgesteld aan de hand van kwantificering van de meest ingekochte materialen. De kwantificering is voor 2015 bepaald en is te vinden in Bijlage 5: kwantificering Scope 3 emissies 2015. De ketenanalyse is weergeven in Bijlage 2: B Ketenanalyse Bouwunit en Machinebrandstof K Dekker en betreft een analyse op basis van de materiaalsoort: Beton. Hier staan tevens reductiemogelijkheden in verwerkt. De reductiemogelijkheden zijn als volgt bepaald: Het gebruik van zuinigere vervoersmiddelen leidt tot CO 2-reductie. Deze reductiemaatregel is niet doorgerekend omdat niet bekend is hoeveel zuiniger de transportmiddelen kunnen worden. Hiervoor zal verder onderzoek gedaan moeten worden in samenwerking met de ketenpartners. K. Dekker zal in overleg treden met de ketenpartners en hiervan een verslag maken.; Voor steeds meer projecten wordt ook de verantwoordelijkheid voor (een gedeelte van) het ontwerp bij de aannemer neergelegd. K. Dekker werkt nauw samen met een ontwerpende partij en kan vanuit deze samenwerking de ontwerpen sturen. Vanuit deze rol is het mogelijk om CO 2 te reduceren in de ontwerpfase. Door slimmer te ontwerpen is het mogelijk om een geringe reductie te bewerkstelligen in alle fasen van de keten. Deze maatregel valt niet te kwantificeren omdat het inschatten van de ontwerpruimte in toekomstige projecten onmogelijk is. K. Dekker zal van alle projecten waarin ze ook verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de betonconstructies documenteren wat de mogelijkheden zijn en deze waar het kan toepassen.

In toekomstige projecten zal onderzoek gedaan worden naar de volgende thema s die kunnen leiden tot CO 2-reductie in de keten: o Gebruik van CEMIII; o Toevoegingen van gerecycled materiaal; o Gebruik van fijner cement; o Het toepassen van Hoog Sterkte Beton (HSB); o Verhouding prefab in het werk gestort beton; o Keuze voor betonleverancier met certificaat Bewust Beton. Het doel wat K. Dekker gesteld heeft is om in 2020 5% CO 2-uitstoot te reduceren t.o.v. 2014 per toegepaste m³ betonmortel. Dit doel en bovenstaande reductiemaatregelen zijn geciteerd uit de ketenanalyse zoals opgenomen in Bijlage 2 (Vos, 2014). Om de doelen te behalen zijn en worden maatregelen getroffen. In Bijlage 4: A Maatregelinventarisatie, zijn alle getroffen maatregelen geïnventariseerd, evenals potentiële maatregelen en maatregelen die reeds zijn ingebracht door medewerkers. De potentiële maatregelen komen deels uit Bijlage 4: B Maatregellijst SKAO. Potentiële maatregelen die genomen kunnen worden in de toekomst zijn hieronder opgesomd. Deze maatregelen komen uit Bijlage 4: A Maatregelinventarisatie. Staal meer thermisch verzinken i.p.v. natlakken ECO-drive programma toepassen Gebruik van CEM III/C hoogovenslak cement (klinkerarme cementen) Toevoegen gerecycled materiaal aan cement Toepassen Hoog Sterkte Beton Keuze voor betonleverancier met certificaat Bewust Beton Gebruik van spoorwegballast/granulaten als vervanging voor grind/klinker Gebruik maken van een andere centrale op basis van afstand tussen de centrale en de projectlocatie Staalconstructie plaatsen binnen in glazen behuizing Point Clouds 1 gebruiken voor metingen op afstand; reductie op reizen Liftbouwer zoeken die gehele liftschacht bouwt en in 1x transporteert naar bouwplaats Selectie onderaannemers op geringe afstand van project Hergebruiken grondstoffen, onderdelen Meer groen in ontwerp project opnemen (CO 2-compensatie) Voor verschillende scopes zijn eigen doelstellingen bepaald. Hier wordt verder op in gegaan in Hoofdstuk 7: Energie Management Actieplan. 1 Een Point Cloud is een dynamische 3D afdruk van de desbetreffende omgeving. Het wordt opgenomen door laserapparatuur en het maakt het mogelijk om op afstand digitale metingen te verrichten met maximaal 5 millimeter afwijking.

2. Energie Management Actieplan Dit hoofdstuk beschrijft de beleidsdoelstelling en de doelstellingen van K. Dekker in het kader van CO 2-reductie. Het energiebeleid binnen K. Dekker richt zich op drie perspectieven: Het terugdringen van energieverbruik; Het gebruik maken van alternatieve energiebronnen incl. duurzame eigen opwekking van elektriciteit; Het gebruiken van duurzaam opgewekte elektriciteit. K. Dekker heeft een duidelijke overkoepelende beleidsdoelstelling bepaald, namelijk: Reduceren van de CO 2-uitstoot met 30% in 2020 t.o.v. 2010 Deze doelstelling heeft betrekking op de scope 1 en 2 emissies van K. Dekker. De SMARTgeformuleerde doelstelling is als volgt: De beleidsdoelstelling is dat maatregelen ter verduurzaming/vergroening van energiestromen en verhoging van de energie-efficiency, wat uiterlijk in 2020 gerealiseerd is, leidt tot een doorberekende totale CO 2-uitstoot in 2020 welke 30% lager is dan de totale uitstoot zoals weergeven op de footprint die samengesteld is op basis van de CO 2-uitstoot in 2010. (Blank, 2015) 2.1. Doelstellingen Op basis van de beleidsdoelstelling zijn voor de middellange termijn de navolgende doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn tevens onderschreven door de directie en zijn opgenomen in het Jaarplan van K. Dekker, zoals weergeven in Bijlage 3: Ondernemingsplan DHK 2015. Scope 1 emissiestroom benzine wagenpark en diesel wagenpark Referentiejaar: 2013 Te bereiken per: 2018 Voor deze doelstelling is onderstaande prestatie-indicator gesteld: CO 2-uitstoot per gereden kilometer op basis van kentekenregistratie RDW van 148 gr/km naar 133 gr/km. Scope 2 emissiestroom elektriciteit kantoren en projecten Referentiejaar: 2010 Te bereiken per: 2020 Voor deze doelstelling is onderstaande prestatie-indicator gesteld: Het verlagen van de gemiddelde CO 2-uistoot per verbruikte kwh van 445 gr/kwh (=gemiddelde 2010) naar 66 gr/kwh. Scope 3 emissiestroom per toegepaste m³ betonmortel Referentiejaar: 2014 Te bereiken per: 2019 Voor deze doelstelling is onderstaande prestatie-indicator gesteld: Het verlagen van de gemiddelde CO 2-uitstoot per toegepaste m³ betonmortel van 170 kg/m³ (= gemiddelde 2014) naar 161,5 kg/m³.

De doelstellingen worden per jaar vertaald in taakstellingen. Deze taakstellingen zijn onderdeel van het KAM-jaarplan. De doelstellingen hebben ook betrekking op de uitstoot van CO 2 binnen projecten. Het vervoer met eigen wagens valt onder de definitie van projecten. Om de gestelde reductiedoelstelling scope 2 te behalen is het tevens noodzakelijk ook de inkoop van elektriciteit welke op de projecten wordt verbruikt te verduurzamen. De doelstelling voor scope 1 leidt ook tot een reductie van het brandstofverbruik. Dit geldt één op één als deze bereikt wordt door de inzet van zuinigere wagens danwel zuiniger rijgedrag. Indien deze reductie bereikt wordt door de toepassing van hybride-voertuigen en/of volledig elektrisch dan is niet automatisch sprake van één op één reductie van het brandstofverbruik. Dan dient namelijk ook rekening te worden gehouden me de CO 2-uitstoot van het verbruik aan elektriciteit. Dit verdient aandacht. De doelstelling voor scope 2 leidt niet per definitie tot reductie van het elektriciteitsverbruik. Binnen K. Dekker wordt aandacht besteed aan het verminderen van elektriciteitsgebruik. De effecten hiervan laten zich vooralsnog niet goed monitoren. Zaken waar op dit moment concreet aandacht aan wordt besteed zijn: Verbetering regelinstallatie t.a.v. het binnenklimaat en bouwkundige verbeteringen kantoor Warmenhuizen; Diverse aanpassingen aan units zoals isoleren, vervanging elektrische kachels door modulerende elektrische kachels, deurdranger, verlichting met bewegingsmelders. De doelstelling voor scope 3 heeft met name betrekking op projecten. Door intern onderzoek (Roodenburg, 2015) blijkt dat binnen K. Dekker in 2014 alleen CEMIII/B (veel hoogovencement/weinig portlandcement) is toegepast. Dit betekent dat het reductiepotentieel minder in het cementsoort gezocht kan worden maar meer in het toeslagmateriaal (spoorwegballast en granulaat) en transport van centrale naar project. Daarnaast is binnen K. Dekker een overzicht reductiepotentieel opgesteld. Op basis van nieuwe informatie, sector- en/of keteninitiatieven inzake CO 2-reductie wordt dit overzicht aangevuld. Reductiemogelijkheden zijn onder andere toegelicht in hoofdstuk 5 en in Bijlage 4. De toepassing van deze doelstellingen vindt in aanvang plaats in alle projecten, ongeacht of sprake is van fictief gunningsvoordeel CO 2. In het kader van de realisatie van alle projecten vinden voertuigbewegingen plaats met auto s met geel kenteken. Bij alle projecten waarvoor door K. Dekker een elektriciteitsaansluiting wordt aangevraagd zal ten aanzien van de leverantie standaard groene stroom worden aangevraagd (tenzij niet mogelijk).

2.2. Voortgang De voortgang is weergeven in onderstaande tabellen. De input voor de tabellen komt uit Bijlage 9: Voortgang doelstellingen en tevens uit de footprint, zoals toegelicht in Hoofdstuk 4.2. Scope 1 emissiestroom benzine wagenpark en diesel wagenpark Zoals te zien is in onderstaande tabel, is in 2015 de gemiddelde CO 2-uitstoot per km met 18 gram afgenomen van 140 naar 122 gr/km. Dit betekent dat de doelstelling van 133 gr/km al behaald is. De doelstelling blijkt wel significant, gezien het aandeel uitstoot ten opzichte van de totale uitstoot, maar minder ambitieus en zal daarom bijgesteld kunnen worden. Tonnage Gereden km Gram/km volgens label gr CO2/lkm 2014 CO2 Geel 295 1.559.958 189 140 2015 CO2 Geel 351 1.820.639 193 122 2014 CO2 Grijs 172 673.219 255 2015 CO2 Grijs 200 774.683 258 CO2 2014 Vracht 58 46.617 1.240 CO2 2015 Vracht 100 79517 1.256 Tabel 7.1: Overzicht KM s en CO 2-uitstoot. Bron: Wagenpark gegevens 2013 tm 2015 2014 Totaal 525 2.279.794 1.684 140 2015 Totaal 651 2.674.839 1.707 122 In Grafiek 7.1 is tevens de huidige voortgang grafisch weergeven, wat bevestigt dat de doelstelling niet significant en ambitieus gesteld is. 160,0 Scope 1 doelstelling: 10% CO2-reductie per gereden km volgens RDW-uitstoot 150,0 140,0 130,0 120,0 110,0 100,0 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Richtlijn Daadwerkelijke uitstoot Grafiek 7.1: Doelstelling CO 2-reductie brandstof gr CO 2/km volgens kenteken. Bron: Bijlage 9 van het AEMP: Voortgang doelstellingen.

Scope 2 emissiestroom elektriciteit kantoren en projecten Op basis van de footprint is de uitstoot per kwh bepaald. Het totaal verbruikte aantal kwh s zijn vermenigvuldigd met de bijbehorende conversiefactor zoals vermeldt in het Handboek CO 2- prestatieladder, gesplitst in groene en grijze elektriciteit. Vervolgens wordt de totale uitstoot gedeeld door het totale aantal gebruikte kwh s. In Grafiek 7.2 is de voortgang te zien met betrekking tot het behalen van deze doelstelling. Over geheel 2015 is de totale uitstoot van elektra, evenals het totaal verbruikte kwh s uit de footprint gehaald. Hierdoor ontstaat onderstaande berekening volgens de bovenstaand beschreven methode. Totale uitstoot groene + grijze elektra: 61,5 ton CO 2 Totale verbruikte kwh s groene + grijze elektra: 629.292 kwh (61,5 1.000.000) 629.292 = 97,8 gr/kwh 400 350 300 250 200 150 100 50 Scope 2 doelstelling: 85% CO2-reductie per gebruikte kwh 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Richtlijn Daadwerkelijke uitstoot Grafiek 7.2: Doelstelling CO 2-reductie Elektriciteit gr CO 2/kWh. Bron: Bijlage 9 van het AEMP: Voortgang doelstellingen. Er is in 2015 meer energie geleverd door de opdrachtgevers, waardoor dit niet op de footprint van K. Dekker terechtkomt. Al het verbruikte elektra wordt opgegeven door de desbetreffende uitvoerder in het bestand zoals opgenomen in Bijlage 8: A Stroomverbruik Projecten. Vervolgens wordt ditzelfde bestand aangehouden als controlepost bij het betalen van de factuur voor het

Verbruik in kwh's elektraverbruik. Dit is dan ook de reden dat de verbruiksgetallen gecontroleerd worden. Wij kunnen er hierdoor van uitgaan dat de opgegeven verbruikte kwh s, en de bij behorende elektrasoort (groen/grijs) voor 100% kloppen. We kunnen dus de conclusie trekken dat er bijvoorbeeld 200.000 kwh s groene stroom minder zijn gebruikt op projecten enzovoorts. In onderstaande tabel is het verschil in verbruikte kwh s weergeven per bron en verbruiksplaats. Energiestroom 2013 2014 2015 Elektra grijs vestigingen 34.965 10.400 3.831 Elektra grijs projecten 140.444 139.314 70.870 Elektra groen vestigingen 249.459 247.492 259.073 Elektra groen projecten 431.612 501.685 295.518 In onderstaande grafiek zijn bovenstaande gegevens visueel weergeven. Verbruik in kwh's per bron en verbruikslocatie 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2013 2014 2015 Elektra grijs vestigingen 34.965 10.400 3.831 Elektra grijs projecten 140.444 139.314 70.870 Elektra groen vestigingen 249.459 247.492 259.073 Elektra groen projecten 431.612 501.685 295.518 Gegevens uit de bovenstaande tabel en grafiek zijn gehaald uit de Footprints van K. Dekker van 2013, 2014 en 2015, zoals weergeven op de website.

Scope 3 emissiestroom per toegepaste m³ betonmortel De uitstoot per toegepaste m³ betonmortel is de meest recent bepaalde doelstelling. Enkel de nulmeting over kalenderjaar 2014 is hiervan bekend. Deze nulmeting is na onderzoek vastgesteld door dhr. J. Roodenburg (Roodenburg, 2015). In 2015 is de uitstoot bepaald aan de hand van het aantal verbruikte m³ betonmortel, gespecificeerd in samenstelling van grondstoffen. Vervolgens is de exacte berekening toegepast zoals die tijdens het vaststellen van de nulmeting is toegepast. De gemiddelde CO 2-uitstoot per m³ cementsoort is gehaald uit het rapport Update Prioritering handelingsperspectieven verduurzaming betonketen (Lieshout, Update Prioritering handelingsperspectieven verduurzaming betonketen, 2015). De gemiddelde CO 2-uitstoot per m³ zand is gehaald uit het rapport van CE Delft: Milieuimpact van betongebruik in de Nederlandse bouw (Lieshout, Milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw, 2013). De gemiddelde CO 2-uitstoot per m³ grind is gehaald uit het rapport van CE Delft: Milieuimpact van betongebruik in de Nederlandse bouw (Lieshout, Milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw, 2013). De gemiddelde CO 2-uitstoot per m³ water is gehaald uit het rapport van CE Delft: Milieuimpact van betongebruik in de Nederlandse bouw (Lieshout, Milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw, 2013). De aantallen toegepaste m³ betonmortel zijn bepaald na analyse van alle facturen van betoncentrales in 2015. Deze facturen zijn middels een JET-report verkregen uit het BouwVision ERPsysteem. Aan de hand van de facturen zijn de volgende factoren bepaald: Hoeveelheid m³ Totaalprijs Projectnummer Documentnummer Leverancier Soort cement Sterkteklasse Milieuklasse Consistentieklasse Korrelgrootte Chloridegehalte Postcode afleveradres Postcode betonmortelcentrale Aan de hand van bovenstaande gegevens is berekend hoeveel CO 2-uitstoot plaatsvindt tijdens de productie en transport tussen de centrale naar het werk. Door het totaal aantal CO 2-uitstoot te delen door de totaal bestelde m³ betonmortel is de gemiddelde CO 2-uitstoot per m³ betonmortel bepaald. De kerngegevens zijn weergeven in de onderstaande tabel. M3 Prijs Totaal 12425 853.269,06 Co2 uitstoot incl transport 1 68,68 2.161.177 Bron: Excelbestand: Betonmortel 2015 berekening gem. Co2 uitstoot per m3 31469

In Grafiek 7.3 is de voortgang van de scope 3 doelstelling grafisch weergeven. 180,00 Scope 3 doelstelling: 5% CO2-reductie per m³ betonmortel 175,00 170,00 165,00 160,00 155,00 150,00 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Richtlijn Daadwerkelijke uitstoot Grafiek 7.3: Doelstelling CO 2-reductie Betonmortel gr CO 2/m³. Bron: Bijlage 9 van het AEMP: Voortgang doelstellingen. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de doelstelling niet gehaald is. De gemiddelde uitstoot en het bestelde aantal m³ betonmortel zijn beide toegenomen. De vergelijking met de gegevens van 2014 zijn hieronder weergeven. De gegevens van 2014 zijn verkregen uit eerder onderzoek door J. Roodenburg (Roodenburg, 2015). Aantal m³ CO 2-uitstoot gr Gr CO 2/m³ 2014 10.300 1.747.368,6 169,3 2015 12.425 2.161.177 174 Toename 20,6% 23,8% 2,8% De gemiddelde uitstoot is toegenomen. Oorzaken hiervoor is de toename van het aantal gereden KM s per betonwagen. In onderstaande tabel is dit gekwantificeerd. De inputgegevens komen uit Bijlage 14: Betonmortel bestellingen. Totaal aantal Gem. Aantal KM enkele Aantal bestellingen vrachtwagens reis per vrachtwagen 2014 1070 14 km 207 2015 1293 27 km 337 Toename 20,8% 92.9% 62,8%

Beleidsdoelstelling - Reduceren van de CO 2-uitstoot met 30% in 2020 t.o.v. 2010 1100 1050 1000 950 900 850 800 750 700 650 Beleidsdoelstelling: 30% CO2-reductie in 2020 t.o.v. 2010 600 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Richtlijn Daadwerkelijke uitstoot Grafiek 7.4: Beleidsdoelstelling 30% CO 2-reductie in 2020 t.o.v. 2010. Bron: Bijlage 9 van het AEMP: Voortgang doelstellingen. In 2014 is de uitstoot gestegen, waarna in 2015 weer een flinke reductie teweeg is gebracht. De toename in 2014 heeft vooral als oorzaak dat er een uitzonderlijke hoeveelheid Traxx diesel voor Materieel is verbruikt. Dit komt doordat in 2014 een specifiek project hierom vroeg. In 2015 hebben zulke projecten niet plaatsgevonden en hebben er enkele wijzigingen in het wagenpark plaatsgevonden, welke gunstig uitpakken voor de CO 2-uitstoot. Jaar ton CO2 Werkelijk Richtlijn % 2010 1037 1037 100 2011 973 1006 97 2012 924 975 94 2013 722 944 91 2014 921 913 88 2015 811 882 85 2016 850 82 2017 819 79 2018 788 76 2019 757 73 2020 726 70

Ton CO2 Om een vergelijking te maken zijn de uitstoten afgezet tegen de omzet en per FTE voor 2013, 2014 en 2015. Er is te zien dat er een toename is van 17 FTE s tussen 2013 en 2015 die werkzaam zijn bij K. Dekker. Daarnaast is de Productieomzet met 9 miljoen euro toegenomen en de Gefactureerde omzet met 7 miljoen euro. Het aantal ton CO 2-uitstoot per FTE heeft in 2014 een kleine toename gehad, welke vervolgens in 2015 weer flink is afgenomen. 2013 Aantal Ton CO 2 per Aantal FTE 100 7,2 Omzet-Productie (in miljoen ) 44,4 16,3 Omzet-Gefactureerd (in miljoen ) 45,4 15,9 2014 Aantal Ton CO 2 per Aantal FTE 112 8,2 Omzet-Productie (in miljoen ) 52,9 17,4 Omzet-Gefactureerd (in miljoen ) 52,4 17,6 2015 Aantal Ton CO 2 per Aantal FTE 117 6,9 Omzet-Productie (in miljoen ) 53,4 15,2 Omzet-Gefactureerd (in miljoen ) 52,4 15,5 Hieronder zijn bovenstaande getallen tevens visueel weergeven in een grafiek. Uitstoot in ton CO2 per kengetal 20 18 16 14 12 10 2013 2014 2015 Ton CO2 per aantal FTE 7,2 8,2 6,9 Ton CO2 per Omzet-Productie (in miljoen ) Ton CO2 per Omzet- Gefactureerd (in miljoen ) 8 6 4 2 0 16,3 17,4 15,2 15,9 17,6 15,5 Gegevens uit de bovenstaande tabel en grafiek zijn gehaald uit de Footprints van K. Dekker van 2013, 2014 en 2015, zoals weergeven op de website.