Wintertellingen 2012/13 en 2013/14 voor de Vogelatlas in Noord-Holland Noord en Zuid

Vergelijkbare documenten
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Wintertelling 2012/13 voor de Vogelatlas in Noord Holland Noord en Zuid

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Nieuwsbrief PTT Januari 2018

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Nieuwsbrief PTT December 2013

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Veldformulier Wintervogels

Big Days Groot-Amsterdam

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

Broedvogeltelling 2013 voor de Vogelatlas in Noord-Holland Noord en Zuid

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

Vogellijst Soort / Datum 29.jun 30.jun 1.jul 2.jul 3.jul 4.jul 5.jul 6.jul 7.jul / TOT

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Weekendje Texel oktober 2016

BMP rapport Gat van Pinte 2013

KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland. Lutjebroekerweel

Van aalscholver tot zwarte zee-eend.

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

LAUWERSMEER 11 TOT 15 NOVEMBER 2015

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Samenvatting feedback Nationale Vogelweek 2016

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Vogelmonitoring Midden-IJsselmonde N. Godijn

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Diepholz, Duitsland Voorjaar met Kraanvogels! 9 t/m 11 maart 2018

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Datum: Zaterdag 6 januari Gebied: Oostvaardersplassen Flevoland. Deelnemers: Cees, Raymon, Isabel & Michiel. Gids: Pim

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

Broedvogeltelling voor de Vogelatlas in Noord-Holland N en Z

Wintertelling 2012/2013 van Atlasblok 39-31: wat een patrijzen, turkse tortels en grote zilverreigers!

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Augustusexcursie naar de Rieselfelder.

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

Weekendtrip naar de Nederlandse Flevopolder

Zondag 6 november 2016: Middagexcursie in de Oostvaardersplassen.

Validatie. Beste atlastellers,

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Vogelmonitoring Midden-IJsselmonde N. Godijn

SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND

Big year in de gemeente Leeuwarden 2015 Een race om zoveel mogelijk vogelsoorten binnen de gemeente Leeuwarden te zien in 2015 Door Jeroen Breidenbach

Datum: Zondag 3 maart Excursie: De Brabantse Biesbosch ochtendexcursie. Gids: Pim

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Excursieverslag Vogelweekend Texel.

Vinkenbaanverslag Richard Reijnders. Maart

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Meetnet Urbane Soorten (MUS)

Vogelexcursie Maasplassen

Inventarisatieverslag Territoriumkartering Broedvogels in Nationaal Natuurnetwerk De Hilver

Leuke, bijzondere en/of zeldzame waarnemingen in de gem. Slochteren - vanaf september 2010

Vogels in Zuid-West-Vlaanderen. Fotojaaroverzicht

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Samenvatting broedvogelinventarisatie Witte Veen 2006

(Broed-)Vogels van de Brunssummerheide

Lijst waargenomen vogel, amfibie- en zoogdiersoorten Bulgarije 30 mei - 2 juni 2009 Stichting Natuurreizen

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Natuurhistorisch Jaarverslag 2013

Excursie: De Brabantse Biesbosch Vanaf Werkendam ( )

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek

Transcriptie:

Wintertellingen 202/3 en 203/4 voor de Vogelatlas in Noord-Holland Noord en Zuid In de periode december 202 28 februari 203 en december 203 28 februari 204 zijn meer dan 00 tellers in de beide Noord-Hollandse districten druk geweest met de wintertellingen voor de vogelatlas. Inmiddels zijn veel van hen al weer begonnen met de nieuwe wintertellingen in de laatste atlaswinter. Hier volgt een beknopte rapportage over de voortgang van het project en wat leuke resultaten van de eerste twee complete wintertellingen. Voortgang wintertelling De beide Noord-Hollandse districten beslaan in totaal 36 atlasblokken. Deze zijn op vier na alle geclaimd voor wintervogeltellingen. Dat wil zeggen dat 97% van de blokken is geclaimd. Als alles aan het eind van de deze winter ook geteld is, liggen we aardig op schema. Voor de niet-geclaimde blokken zal nog een oplossing worden gezocht. Figuur Kaartbeeld van de stand van het wintervogelonderzoek in de beide Noord-Hollandse districten (0 Noord en 08 Zuid) op december 204. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z

In de beide voorgaande winters zijn 84 atlasblokken volledig geteld. Volledig geteld houdt in dat alle kilometerhokken van het gouden grid inclusief de punten ten minste twee maal zijn geteld en ingevoerd in de database van de vogelatlas. Daarnaast zijn er altijd ook aanvullende atlasbloktellingen ingevoerd. Verder zijn 5 atlasblokken onvolledig geteld: er zijn wel tellingen zijn uitgevoerd, maar er ontbreken nog een of meerdere verplichte kilometerhok- en/of punttellingen of er zijn geen of onvoldoende aanvullende atlasbloktellingen uitgevoerd. Zie voor het complete beeld figuur 2. Voor de laatste atlaswinter staan nog 33 atlasblokken op de rol. Op januari was er in het merendeel van deze blokken al geteld. Van zes atlasblokken was het op dat moment niet duidelijk of er al gestart is met het tellen. Er was in ieder geval nog niets ingevoerd. De betrokken tellers zijn gemaild met de vraag of zij al gestart waren met de tellingen. In een aantal van de 5 onvolledig onderzochte atlasblokken is een groot deel van het verplichte veldwerk wel uitgevoerd. Ik ga er van uit dat de betrokken tellers deze winter de ontbrekende tellingen en/of aanvullende bloktellingen gaan uitvoeren. In enkele gevallen zijn atlasblokken als onvolledig geteld aangemerkt omdat er bij de invoer een fout is gemaakt, bijvoorbeeld door een hoktelling onder een verkeerd hoknummer in te voeren. Helaas is daar door het systeem weinig mee te doen. Het enige wat er dan opzit is de foutieve telling te verwijderen en deze opnieuw nu onder het juiste hoknummer in te voeren. Figuur 2 Overzicht van de stand van het wintervogelonderzoek (aantal atlasblokken) in de beide Noord-Hollandse districten (0 Noord en 08 Zuid) op december 204. Voortgang validatie In totaal zijn er op december 204 84 atlasblokken volledig onderzocht. Daarvan zijn er 74 ingestuurd met definitieve aantalschattingen. Deze zijn alle gevalideerd door mij en het overgrote deel ook door het atlasteam bij Sovon. Vijf atlasblokken zijn met opmerkingen teruggestuurd naar de tellers. Als deze opnieuw worden ingestuurd, kan ik ze valideren en doorsturen naar het atlasteam. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 2

Acht atlasblokken zijn wel al door het atlasteam en door mij gevalideerd, maar met de aantekening dat er nog wat aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Dit betreft meestal te weinig aanvullend atlasblokonderzoek. Streven is naar minimaal drie aanvullende bezoeken of minimaal zes uur aanvullend onderzoek. In enkele gevallen zijn een of meerdere kilometerhoktellingen of punttellingen niet ingevoerd of uitgevoerd. Alle acht tellers zijn hiervan door het atlasteam op de hoogte gebracht en wij verwachten van hen dat zij de aanvullingen deze winter doen. De tellers van de tien atlasblokken die al wel volledig zijn onderzocht, maar nog niet zijn ingestuurd, worden verzocht om dit op korte termijn alsnog te doen. Zie voor het complete beeld figuur 3. Figuur 3 Overzicht van de stand van zaken van het valideren van het wintervogelonderzoek (aantal atlasblokken) in de beide Noord-Hollandse districten (0 Noord en 08 Zuid) op januari 205. BOEST Deze term staat voor Broedcode Ophogen Extra Soorten Tellen met een knipoog naar de Engelse term boost wat zoveel als aanjagen of een zetje geven betekent. Het ophogen van de broedcode laten we hier even buiten beschouwing. Dat komt in de volgende rapportage over de broedvogeltellingen aan de orde. Met BOEST kun je waarnemingen doorgeven en zo de soortenlijst van een atlasblok aanvullen. Niet alleen van je eigen atlasblokken, maar ook van andere atlasblokken, waar ook in Nederland. In deze rapportage behandel ik alleen de optie voor tellers om in hun eigen atlasblokken te BOESTEN. Voor de optie om elders te BOESTEN zie de www.vogelatlas.nl en de nieuwste Sovon- Nieuws (december 204). Het begint met op de site naar het kopje Meld extra (verwachte) vogelsoorten Klik vervolgens Kijk en meld aan en er verschijnt een kaart van Nederland met links naar instructiefilmpjes. Als het duidelijk wat je moet doen, zoom in op de kaart naar (een deel van) Noord-Holland en klik op een atlasblok. Als het goed is verschijnt er dan iets dat lijkt op figuur 4. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 3

Figuur 4 Voorbeeld van de BOEST-kaart de soortenlijst van atlasblok 9-2 op januari 205. Figuur 4 is de lijst van een van mijn eigen atlasblokken: 9-2, het duingebied tussen Bergen aan Zee en Egmond aan Zee, waar o.a. de Wimmenummerduinen liggen. Ingewijden weten dat ik ik in het westelijk deel van dit atlasblok al sinds 993 mijn Routesix loop. De gepresenteerde te verwachten soorten zijn in vier of meer omliggende atlasblokken waargenomen (lichtgroen hokjes). Daarnaast staan er soorten vermeld die op basis van PTT-tellingen worden voorspeld, maar nog niet zijn waargenomen. De lijst van soorten waarvan mogelijk een hoger aantal kan worden gezien bestaat uit soorten die in vier of meer omliggende atlasblokken gemiddeld in hogere aantallen zijn gezien (lichtgroen hokjes). De selectie bij deze soorten is beperkt tot soorten waarvan een aantalschatting is doorgegeven. Ondanks dat ik hier de beide vorige winters toch regelmatig ben geweest, ontbreken volgens het systeem nog flink wat soorten. Bedenk wel dat de lijst door het systeem is gegenereerd en beslist niet moet worden gezien als aanwijzing voor onvermogen. Een deel van de te verwachten soorten in 9-2 verwacht ik eigenlijk niet omdat er nauwelijks biotoop is en/of deze soorten in de wintermaanden gewoon afwezig zijn in open duingebieden. In de Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 4

lijst staan ook enkele soorten die vooral in de tweede helft van februari te verwachten zijn (o.a. witte kwikstaart). Ik was de beide afgelopen winters in deze periode niet in Nederland, dus ik heb over enkele weken nog wat te doen, buiten de atlasblokken die ik deze winter tel. Bij de lijst van soorten waarvan mogelijk een hoger aantal kan worden gezien wordt door het systeem niet meegenomen dat dit atlasblok maar ongeveer de helft van een normaal atlasblok is. Zoiets levert natuurlijk automatisch lagere aantallen op. Verder is er een aantal soorten vermeld, die in de oorspronkelijke aantalschatting nog niet waargenomen waren. De lijsten zijn natuurlijk momentopnames en veranderen met regelmaat, bijvoorbeeld ook omdat er aanvullend veldwerk wordt verricht of omdat er waarnemingen worden ingestuurd via www.waarneming.nl. In de lijst die ik eind november uit het systeem ophaalde stonden nog veel meer te verwachten soorten. Een telronde op 6 december bracht gelijk negen nieuwe soorten, waaronder dodaars, knobbelzwaan, krakeend, wintertaling, waterhoen en sijs. Kijk daarom regelmatig bij BOEST naar je eigen atlasblokken. Als je gaat BOESTEN maak dan bij voorkeur altijd een aanvullend atlasblokbezoek aan. Het geeft inzicht in de totale tijd die aan het onderzoek in een atlasblok is besteed in de drie atlasjaren. Ik wil hier nog een eenvoudige optie noemen om het aantal soorten in een atlasblok te verhogen. Kijk ook eens naar het atlasblok waar je woont. Daar is het vaak eenvoudig zonder veel extra inspanningen de nodige soorten te scoren die bij het reguliere atlaswerk over het hoofd worden gezien. Om te laten zien welke soortenlijsten zoal door BOEST worden gegenereerd is in bijlage een matrix gegeven met nog te verwachten soorten in 68 atlasblokken die ingestuurd zijn. Zes atlasblokken zijn niet meegenomen, omdat zij voor het overgrote deel uit open water bestaan (bijvoorbeeld Afsluitdijk). Om het enigszins hanteerbaar te houden is de matrix opgesplitst in een bijlage N (district NH Noord) en een bijlage Z (district 8 NH Zuid). De te verwachten soorten zijn aangeven met, soorten die alleen overvliegend zijn gezien met een. De lijsten in de bijlagen zijn natuurlijk een momentopname en geven de situatie weer op 26 december 204. Figuur 5 Aantal atlasblokken met aantallen te verwachten soorten in bijlage N + Z. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 5

In de 68 atlasblokken uit bijlagen N + Z zijn minimaal nog 4 en maximaal 30 soorten te verwachten volgens BOEST op 26 december 204. Zie voor de verdeling van de aantallen te verwachten soorten per atlasblok figuur 5. Waarneming.nl Nieuw bij het atlasproject is dat alle waarnemingen van www.waarneming.nl (en www.telmee.nl) aan het project worden toegevoegd. Voor de eerste rapportage over de eerste wintertelling 202/3, is dankbaar gebruik gemaakt van een dump aan van ruim 92.000 waarneming uit Noord-Holland van waarneming.nl. In die rapportage is onderscheid gemaakt tussen de atlaswaarnemingen en de aanvulende waarnemingen van waarneming.nl. Dat onderscheid bleek later echter niet zo zinvol, omdat veel atlastellers hun aanvullende (losse) waarnemingen veelal via waarneming.nl invoeren. Van tellers vragen wij om aanvullende atlasblokbezoeken zoveel mogelijk via het systeem van de vogelatlas in te voeren, omdat dan later eenvoudig is te zien in welke atlasblokken veel of juist weinig aanvullend onderzoek is verricht. Echter zeker voor losse waarnemingen, met name buiten je eigen atlasblok(ken, is waarneming.nl (of telmee.nl) de aangewezen weg. Een andere mogelijkheid dat je dit doet via de speciale website www.natuurontdekker.nl. Hierbij doe ik dan ook een dringende oproep om ook dit jaar zoveel mogelijk interessante waarnemingen, waar dan ook in Noord-Holland, door te geven. Heb je nog interessante waarnemingen van de afgelopen jaren (kijk ook eens op BOEST) die niet zijn doorgeven, voer die dan alsnog in. Denk hierbij wel aan een zo nauwkeurig mogelijk plaatsaanduiding en aangeven van het soort waarneming (met name het verschil tussen ter plaatse en overvliegend ). Voorlopige resultaten Op www.vogelatlas.nl zijn onder het kopje resultaten de voorlopige verspreidingskaarten te downloaden voor o.a. de verschillende districten. Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische Monitoring) en externe bronnen, met name waarneming.nl. In deze kaarten zijn ook de historische atlasresultaten uit de vijf winters van 978-983 weergegeven (Atlas van de Nederlandse Vogels uit 987). De voorlopige verspreidingskaarten worden tweemaal per maand bijgewerkt met de nieuwste gegevens. Om een beeld te geven van de situatie na de eerste twee wintertellingen, heb ik de versie van 4 december 204 gedownload. Deze kaarten zijn voor 63 soorten omgewerkt naar kleine verspreidingskaarten van de beide Noord-Hollandse districten. Bijlage 2 geeft de aanwezigheid per atlasblok in de 74 atlasblokken die ingestuurd en gevalideerd zijn. De blokken waar een soort is vastgesteld zijn als rode rondjes (met stip) weergegeven. De lichtrode rondjes zijn atlasblokken waar de soort in de winters van 978-983 wel is vastgesteld, maar niet de afgelopen twee winters. Het omgekeerde is als kaartbeeld natuurlijk ook interessant, maar was in het tijdsbestek van deze rapportage niet te verwezelijken. De atlasblokken waar een soort zowel nu als toen niet is vastgesteld, zijn als open rondjes aangegeven. Hier volgt een beknopte bespreking van de 63 soorten, waarbij meestal ook wordt verwezen naar het beeld uit de winters van 978-983. Hierbij moet wel bedacht worden dat de kaarten in de Atlas van de Nederlandse Vogels vijf winters besloegen in plaats van twee. De genoemde percentages (presenties) zijn berekend naar de 74 ingestuurde en gevalideerde atlasblokken (= 00%). Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 6

Roodhalsfuut In elf atlasblokken gezien (5%), voornamelijk in het kustgebied en het IJsselmeergebied. In 978-983 waren er nog flink wat meldingen in het binnenland. Geoorde fuut Slechts in negen (2%) blokken vastgesteld, net als bij de vorige soort voornamelijk in het kustgebied en het IJsselmeergebied. Ook hier waren er in 978-983 nog 6 blokken, waar de soort toen in de winter werd vastgesteld. Kuifduiker Vastgesteld in 3 blokken (8%). De verspreiding van de blokken met waarnemingen van deze soort vertoont een grote overeenkomst die van de beide vorige soorten. Roerdomp Roerdompen zijn in 43 blokken (58%) waargenomen. Dat valt zeker niet tegen. Vergeleken met het kaartbeeld uit 978-983 lijkt de huidige verspreiding ruimer. Kleine zilverreiger Deze soort kwam op de kaarten uit de winters van 978-983 niet voor. Kleine zilverreigers zijn tegenwoordig niet zeldzaam in de winter. In elf blokken vastgesteld (5%). Grote zilverreiger Deze grote neef van de vorige soort is tegenwoordig zeker in het winterhalfjaar niet meer weg te denken uit ons landschap. In 59 blokken vastgesteld (80%) en bij de wintertellingen voor de vogelatlas in onze open poldergebieden wordt de soort vrijwel altijd wel gezien, soms zelf meerdere bijelkaar. In 978-983 kwamen grote zilverreigers vrijwel niet voor in Noord-Holland. De oudere jongeren onder ons kunnen zich misschien nog herinneren dat je vóór 970 nog naar de andere kant van Europa moest afreizen om deze prachtige soort te scoren. Kleine zwaan Vastgesteld in 34 blokken (46%). De verspreiding komt grotendeels overeen met die in 978-983. Wilde zwaan Wilde zwanen zijn eveneens in 34 blokken (46%) waargenomen. Niet verwonderlijk is dat de verspreiding overeenkomt met de vorige soort, want beide soorten komen vaak in dezelfde gebieden voor. Toch zijn er ook wel verschillen, bijvoorbeeld in het zuidwesten van Noord-Holland. Toendrarietgans Bij het atlasonderzoek in de helft van de 74 blokken (37) waargenomen. Relatief veel vastgesteld in Noord-Holland Zuid en opvallend afwezig in delen van Noord-Holland Noord. Kleine rietgans Vastgesteld in 26 blokken (35%). De huidige verspreiding lijkt iets ruimer dan die in 978-983. Toch zijn er nog blokken, waar de soort toen wel werd vastgesteld en bij de huidige atlastellingen (nog) niet. Zwartbuikrotgans In de beide atlaswinters in 2 atlasblokken (28%) vastgesteld. In 978-983 kwam de soort vooral voor in de Noordkop. De huidige verspreiding laat zich slecht vergelijken, want de meeste blokken in de Noordkop worden pas deze winter geteld. Toppereend In 7 blokken (23%) waargenomen. De soort komt van oudsher vooral voor in het Waddengebied en het IJsselmeergebied. In het binnenland is het een schaarse verschijning. Kennelijk werden er in 978-983 meer toppereenden in het binnenland gezien. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 7

Brilduiker Met 42 blokken (57%) heeft de brilduiker een ruime verspreiding. De soort is in 26 blokken (nog) niet vastgesteld, waar deze in 978-983 wel werd waargenomen. Nonnetje De verspreiding lijkt in grote lijnen op die van de brilduiker. Vaak komen beide soorten in dezelfde wateren voor. Vastgesteld in 40 atlasblokken (54%). IJseend IJseenden maken de dag van een teller altijd goed. Buiten de Waddenzee, waar de soort in in groepjes overwintert, is het een schaarse verschijning. In totaal slechts in zes blokken vastgesteld, alle in het kustgebied, Waddengebied of IJsselmeergebied. In 978-983 werd de soort in 4 blokken waargenomen, waar deze in de beide atlaswinters niet is vastgesteld. Blauwe kiekendief Komt in de winter wijdverspreid voor in Noord-Holland. In 48 atlasblokken (65%) vastgesteld. De meeste waarnemingen hebben betrekking op vogels in vrouwelijk kleed. Bruine kiekendief Een kiekendief in de winter is bijna altijd een blauwe. Bruine kiekendieven zijn veel schaarser, slechts vastgesteld in 8 blokken (%). Havik De vliegende vos, zoals de soort in bepaalde kringen wel wordt genoemd, is tegenwoordig een normale verschijning in het Noord-Hollandse landschap. In 57 atlasblokken (77%) vastgesteld en is zelfs in Noord-Holland Zuid vrijwel in alle blokken waargenomen. De haviken die wij s winters zien zijn voor een belangrijk deel lokale broedvogels en zwervende onvolwassen vogels. In 978-983 kwamen haviken boven het Noordzeekanaal beduidend minder voor.dat is logisch, want in die jaren broedde de soort in Noord-Holland nog vrijwel niet buiten de Gooi- en Vechtstreek. Ruigpootbuizerd Ook een soort die de dag van een atlasteller goed maakt. Het voorkomen van ruigpootbuizerden heeft een invasie-achtig karakter. De winter van 20/2 was een goede winter voor de soort. De beide atlaswinters waren in dat opzicht minder goed. Toch zijn ruigpootbuizerden in 25 blokken (34%) vastgesteld. Uit eigen ervaring weet ik dat er helaas nog steeds lichte buizerden (met staartband) als ruigpootbuizerden worden gemeld. Smelleken Ik zie ze s winters weinig, maar smellekens zijn toch nog in 34 (46%) blokken gezien. In grote lijnen is het verspeidingsbeeld gelijk aan dat in 978-983. Slechtvalk Zeker voor tellers die in de magere jaren zestig zijn begonnen met hun hobby, is het huidige voorkomen van de slechtvalk in ons land een feest. Toen was je blij als je er een per jaar zag, nu zie je bij een atlastelling soms drie verschillende vogels op een dag. Van de hier behandelde soorten heeft de slechtvalk de hoogste presentie. In maar liefst 68 blokken (90%) is de soort vastgesteld. Net als de havik is de slechtvalk in de winter thans veel talrijker dan in 978-983. Patrijs Vastgesteld in slechts 2 blokken (28%). Dat het niet goed met de patrijs blijkt uit het grote aantal blokken (4), waar de soort in 978-983 werd vastgesteld en nu niet. Belangrijke regio s voor patrijzen zijn West-Friesland en de Noordkop. Deze beide regio s zijn slecht vertegenwoordigd in de dataset die is gebruikt voor de rapportage. Met andere woorden, er is nog hoop! Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 8

Waterral Deze soort is ook in de winter nogal luidruchtig. Hierdoor is niet zo verwonderlijk dat waterrallen in 52 atlasblokken (70%) zijn vastgesteld. De huidige verspreiding lijkt wat ruimer dan die in 978-983. Goudplevier De tijd dat er in Noord-Holland in de wintermaanden in bijna alle atlasblokken wel goudplevieren zaten, lijkt echt voorbij. In totaal maar in 4 atlasblokken (55%) vastgesteld. Vanouds waren de veengebieden, West-Friesland en de Noordkop belangrijke gebieden. Deze gebieden zijn nog maar weinig onderzocht voor de atlas. Bokje Als het vriest zijn bokjes redelijk gemakkelijk te vinden bij het nog aanwezige open water. Totaal in 3 atlasblokken (42%) vastgesteld met een duidelijke concentratie van blokken in het zuidwestelijke kwadrant. In zachte winters moet je voor deze soort echt door het veld gaan struinen. Watersnip Watersnippen zijn veel opvallender dan bokjes en het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de soort in bijna 80% van de onderzochte blokken (58) is vastgesteld. De huidige verspreiding lijkt wat minder ruim dan die in 978-983. Drieteenstrandloper Vastgesteld in 7 blokken (23%), vrijwel uitsluitend langs de Waddenkust en Noorzeekust. Kemphaan Zeker geen algemene verschijning in de winter. Slechts in 3 blokken (8%) waargenomen. Witgat Net als bokjes vallen witgatjes ook op tijdens vorstperioden, als ze bij het nog aanwezige open water zijn te vinden. Is ruimer verspreid dan de vorige soort, in 3 atlasblokken (42%) vastgesteld. Halsbandparkiet In totaal in 30 atlasblokken (4%) vastgesteld. In 978-983 werd deze tropische verrassing slechts in 2 blokken gemeld, het merendeel in en rond Amsterdam, het gebied dat in de beide atlaswinters nog weinig is onderzocht. Buiten de regio Amsterdam vinden we halsbandparkieten nu, zeker in Noord-Holland Zuid (district 8) in de meeste atlasblokken. Steenuil Een lastige soort om in de winter vast te stellen. In totaal slechts in 3 blokken (8%) gemeld. Een deel van de bolwerken (droogmakerijen en West-Friesland) is nog weinig onderzocht voor de atlas. Ransuil Nog niet zo lang geleden waren er in de meeste atlasblokken s winters wel ransuilen aanwezig. Nu is de situatie echt anders. Slechts in ongeveer de helft van de onderzochte blokken (36) is de soort gemeld. Ook is er nog een flink aantal blokken (25) waar de soort niet is gemeld, maar in 978-983 wel is vastgesteld. Velduil Als regelmatige broedvogel al verdwenen uit de beide Noord-Hollandse districten, ook in de afgelopen twee winters een uiterst schaarse verschijning; slechts in zeven blokken (9%) gemeld. Neem daarbij nog de 4 blokken waar de soort in 978-983 wel werd gezien en nu niet. Dat het niet goed gaat met de soort wordt hiermee weer eens bevestigd. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 9

IJsvogel Na een koude eerste atlaswinter dachten we even dat de stand van deze soort een flinke knauw zou krijgen. De tweede atlaswinter was gelukkig een stuk zachter. In totaal zijn ijsvogels in meer dan de helft van de onderzochte blokken (4) vastgesteld. Het verspreidingsbeeld laat een opmerkelijk verschil zien tussen de beide Noord-Hollandse districten. In Zuid vrijwel in elk onderzocht blok aanwezig, in Noord in het merendeel van de blokken afwezig. IJsvogels zijn thans veel algemener dan in de jaren 978-983. De winterkaarten uit die periode laten grote witte gebieden zien. Groene specht Het aantal blokken (37) met groene spechten bij het atlasonderzoek valt eigenlijk niet tegen, gezien dat grote delen van het Noord-Hollandse polderlandschap deze soort weinig te bieden hebben. Geen echte verrassingen, alle atlasblokken zijn bekende broedgebieden. Interessant blijft het voorkomen in het oostelijk deel van West-Friesland. In 978-983 kwam de soort buiten de Gooi- en Vechtstreek en de duinstreek veel minder voor dan nu. Kleine bonte specht In totaal in 8 blokken (24%) vastgesteld. De verspreiding lijkt vrijwel beperkt tot de Gooi- en Vechtreek en de duinstreek. Interessant is het geïsoleerde voorkomen in het Robbenoordbos. In vergelijking met 978-983 zijn kleine bonte spechten zeker toegenomen. Boomleeuwerik Typisch een soort uit de duinstreek. Hier ligt het merendeel van de 3 blokken (8%) waar de soort is gemeld. De huidige winterverspreiding lijkt meer aaneengesloten dan die in 978-983. Veldleeuwerik Als bewoner van open landschappen kwamen veldleeuweriken in 978-983 in de beide districten s winters in vrijwel alle atlasblokken voor. Thans is dat niet het geval, want de soort is slechts in 47 blokken (64%) vastgesteld. Het lijkt erop dat de soort niet alleen als broedvogel, maar ook als wintervogel een flinke veer heeft moeten laten. Strandleeuwerik Ook een soort die de dag van teller goed maakt, zelfs al is het hondenweer. Het merendeel van de Noord-Hollandse strandleeuweriken wordt waargenomen in de herfst. In de winter is het een uiterst schaarse verschijning; slecht in drie blokken (4%) vastgesteld. Waterpieper Wat minder algemeen dan verwacht. In totaal in 3 atlasblokken (42%) vastgesteld. Misschien zijn tellers onvoldoende bedacht op deze soort. In ieder geval is zijn waterpieper nu meer gemeld dan in 978-983. Dat heeft waarschijnlijk meer te maken met de toegenomen kennis van de tellers, dan met het voorkomen van de soort. Vreemd is dat ik zelf de soort s winters rond 2000 regelmatig langs mijn Routesix waarnam, tot zes verschillende vogels op een dag. In de beide atlaswinters geen enkele waarneming, ondanks het feit dat ik hier toch met regelmaat tel. Grote gele kwikstaart Net als bokje en witgatje een van de soorten die s winters vooral opvallen tijdens vorstperiodes. Ook zij concentreren zich dan bij het nog aanwezige open, vaak stromend, water. In totaal in 37 atlasblokken (50%) vastgesteld, relatief wat meer in Zuid dan in Noord. In 978-983 werden er in veel minder blokken grote gele kwikstaarten gemeld, zeker ten noorden van het Noordzeekanaal (Noorderkwartier). Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 0

Pestvogel In de herfst van 202 was er een flinke influx en werden pestvogels in de daarop volgende winter op tal van plaatsen gemeld. In de beide atlaswinters werd de soort in 28 blokken (38%) gemeld. Het verspreidingsbeeld komt in grote lijnen overeen met dat in 978-983. Zwarte roodstaart Af en toe overwinteren er zwarte roodstaarten in volkstuintjes in de duinen, bij bunkercomplexen of in bebouwde kommen. In de beide atlaswinters was dat in zes blokken (8%) het geval, alhoewel waarnemingen in begin december en eind februari ook op late dan wel vroege vogels betrekking kunnen hebben. Roodborsttapuit De laatste opmerking bij de vorige soort geldt ook voor roodborsttapuiten, zeker in de nawinter. De eerste broedvogels verschijnen soms al in februari. In een deel van de 27 blokken (36%) waar de soort is gemeld, is waarschijnlijk sprake van overwintering. Grote lijster Onze grote lijsters zijn deels standvogel en trekken deels weg naar Frankrijk. Omdat de soort in februari al volop kan zingen, overlappen de laatste wintertellingen eigenlijk met de eerste broedvogeltellingen. Grote lijsters zijn slechts in 28 atlasblokken (38%) vastgesteld. Vergeleken met de winterverspreiding in 978-983 lijkt deze vrij opvallende soort flink afgenomen. Zwartkop Voor een soort die normaal gesproken zuidelijk van ons land overwinterd, is het opmerkelijk dat de zwartkoppen in 2 blokken (28%) in de winter zijn vastgesteld. Het kaartbeeld komt in grote lijnen overeen met dat van de winterkaarten uit 978-983. Tjiftjaf Is iets meer gemeld dan de vorige soort: 38 blokken (5%). Lijkt nu iets meer waargenomen te worden dan in 978-983. Siberische tjiftjaf Deze (onder)soort wordt tegenwoordig in toenemende mate in de herfst gezien en gevangen. Overwinteren komt ook regelmatig voor. Naast het verenkleed is de afwijkende kuikenroep een goed kenmerk. Waarschijnlijk worden Siberische tjiftjaffen over het hoofd gezien of niet herkend. In de beide atlaswinters is dit taxon slechts in drie blokken vastgesteld. Soms blijven ze erg lang hangen op een plek, zoals langs mijn Routesix, waar een vogel aanwezig was van 26 januari tot 3 april 204. In hetzelfde blok (9-2) was in december 204 wederom een vogel aanwezig. Goudhaan De aantallen goudhanen die in de herfst doortrekken en in de winter blijven hangen fluctueren van jaar tot jaar. Naast goede jaren zijn er ook magere jaren. De beide atlaswinters waren zeker in West-Nederland geen goede jaren. De soort is in 48 blokken (65%) vastgesteld. Zo te zien op de kaart zijn er in het poldergebied nog de nodige blokken waar zij thans niet is vastgesteld, maar waar goudhanen in 978-983 wel aanwezig waren. Zie ook de volgende soort. Vuurgoudhaan Voor mij persoonlijk is dit een van de mooiste Europese vogelsoorten. Iets minder wijd verspreid in de winter dan de goudhaan. Toch nog in 39 blokken (53%) waargenomen. Met name in poldergebieden zijn soorten als vuurgoudhaan en goudhaan vaak aanwezig in tuinen, in parken en op begraafplaatsen. In de winter zijn vooral plaatsen met de combinatie van coniferen en klimop favoriet en met enig geduld is het op zonnige luwe plaatsen goed mogelijk om een van of zelfs beide soorten te scoren voor de atlas. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor tjiftjaffen in de winter. De huidige winterverspreiding lijkt ruimer dan die in 978-983. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z

Baardman Gemeld uit 22 blokken (30%). Het huidige verspreidingsbeeld komt in grote lijnen overeen met dat uit 978-983. Glanskop Een van soorten met een uitgesproken verspreiding in Noord-Holland. Aangezien de soort een echte standvogel is, zal de winterverspreiding niet afwijken van de broedverspreiding. De 6 atlasblokken (22%) waar de soort is vastgesteld zijn bekende broedgebieden. Interessant is een waarneming in blok 24-33 bij Amsterdam; is matkop voldoende uitgesloten? Buiten dit geval komt het huidige verspreidingsbeeld goed overeen met dat in 978-983. Matkop Wat geldt voor de glanskop geldt zeker ook voor de matkop, alleen is deze soort veel schaarser. Van de negen atlasblokken (2%) waar de soort is vastgesteld, zijn vier bekende broedgebieden. Interessant is het voorkomen bij Velsen (25-2) waar zowel glanskop als matkop zijn gemeld. Van de glanskop is het broeden hier bekend, de matkop was alleen bekend van een aangrenzend atlasblok (25-22, Atlas van de Noord-Hollandse Broedvogels ). Boomklever Vergeleken met 978-983 is de verspreiding van deze soort in Noord-Holland sterk veranderd. In de jaren tachtig kwamen er nauwelijks boomklevers voor buiten het Gooi en de duinstreek van Zuid-Kennemerland. De 28 atlasblokken (38%) waar de soort is gemeld, zijn vrijwel allemaal bekende broedgebieden van deze standvogel. Alleen de meldingen uit Heerhugowaard (4-53) en Enkhuizen (20-2) vallen uit de toon. Deze waarnemingen staan vast in verband met de invasie van (oostelijke?) boomklevers in de herft van 202. Klapekster Een schaarse verschijning in de winter. Ondanks de extra aandacht voor deze soort als uitvloeisel van het Jaar van de Klauwieren in de eerste atlaswinter, is de soort slecht in 0 atlasblokken (4%) gemeld. Toch is het huidige beeld wat positiever dan dat in de jaren 978-983. Roek Roeken zijn in de winter in grote delen van Noord-Holland vrijwel afwezig. Dat komt natuurlijk ook omdat de soort maar op weinig plaatsen broedt. Uit de periode 2005-2009 zijn (meest kleine) broedkolonies bekend uit Medemblik, Hoorn, Amsterdam, Muiden en Hoofddorp (Atlas van de Noord-Hollandse Broedvogels). Roeken zijn in de beide atlaswinters slechts in 6 blokken (22%) vastgesteld, voor een belangrijk deel in de omgeving van bekende broedkolonies. Omdat een groot deel van gebieden rond de broedkolonies nog niet geteld is, is er nog weinig te zeggen over de veranderingen ten opzichte van 978-983. Bonte kraai Ooit was de bonte kraai in grote delen van Noord-Holland een normale wintervogel. Vergelijk bijvoorbeeld maar eens de winterkaarten van deze soort uit 978-983 in de Atlas van de Nederlandse Vogels (987) met de kaart in bijlage 2. In de afgelopen atlaswinters werden bonte kraaien slechts in vijf blokken (7%) waargenomen. Van de overige 69 blokken zijn er 55 waar de soort thans (nog) niet is gemeld, maar waar deze in 978-983 wel is vastgesteld, soms zelfs in vrij grote aantallen. Tegenwoordig is het zaak bonte kraaien goed te bekijken, wat er zwerven nogal wat bastaarden tussen bonte en zwarte kraai rond met intermediaire kenmerken. Frater De vijf atlasblokken (7%) waar de soort is vastgesteld, liggen in het Waddengebied, langs het IJsselmeer en bij IJmuiden. In 978-983 waren er beduidend meer blokken met waarnemingen, ook opvallend veel in het binnenland. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 2

Barmsijs spec. Het splitsen van soorten betekent meestal feest voor een twitcher, maar kan tellers flink hoofdpijn bezorgen. Een van de soorten waar dat voor geldt, is de barmsijs. Vroeger een soort met een aantal ondersoorten, thans gesplitst in grote barmsijs en kleine barmsijs. In het veld zijn beide soorten niet altijd van elkaar te onderscheiden, reden om hier beide soorten gezamenlijk als barmsijs spec. te behandelen. Barmsijzen zijn in 25 blokken (34%) gemeld, voor een belangrijk deel in de duinstreek. In acht blokken zijn beide soorten gemeld, in acht blokken uitsluitend grote barmsijzen en in drie blokken uitsluitend kleine barmsijzen. IJsgors Deze soort komt in de wintermaanden in Noord-Holland maar weinig voor. In de beide atlaswinters zijn ijsgorzen slechts in drie blokken (4%) vastgesteld. In 978-983 werd de soort in meer blokken (2) gemeld, voornamelijk langs de Noordzeekust, Waddenkust en het IJsselmeer. Sneeuwgors Sneeuwgorzen komen in de winter meer voor dan de vorige soort. In de beide atlaswinters werd deze soort in 7 blokken (23%) gemeld. Net als de ijsgors vooral een kustvogel die in 978-983 ook wel in het binnenland werd vastgesteld. Geelgors Als je in Noord-Holland geelgorzen wil zien, moet je het hebben van doortrekkers en overwinterende vogels. Als broedvogel is de soort al bijna 30 jaar verdwenen. In de beide atlaswinters in acht blokken (%) vastgesteld, met drie concentraties : bij het Robbenoordbos, in Noord-Kennemerland en in het Gooi. Rietgors Eigenlijk een soort die je overal in Noord-Holland zou verwachten, zeker in de nawinter. In die periode begint de voorjaarstrek. Rietgorzen zijn in de beide atlaswinters in ruim 70% van de blokken (53) vastgesteld. Het verspreidingsbeeld komt in grote lijnen overeen met dat in 978-983. Heiloo, 9 januari 205 Kees Scharringa (ADC Noord-Holland Noord en Zuid) Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z 3

Bijlage Overzicht van de te verwachten soorten volgens BOEST Bijlage geeft matrices met met nog te verwachten soorten in 68 atlasblokken die ingestuurd zijn volgens BOEST. Zes atlasblokken zijn niet meegenomen, omdat zij voor het overgrote deel uit open water bestaan (bijvoorbeeld Afsluitdijk). Om het enigszins hanteerbaar te houden worden de beide districten ( NH Noord en 8 NH Zuid) in aparte matrices weergegeven. De te verwachten soorten zijn aangeven met, soorten die alleen overvliegend zijn gezien met een. De lijsten in de bijlagen zijn natuurlijk een momentopname en geven de situatie weer op 26 december 204. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 4

Bijlage N Overzicht van te verwachten soorten volgens 'BOEST' in de atlasblokken in district (Noord-Holland Noord). atlasblok/ 9 9 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 9 9 9 9 9 soortnaam n blok 53 57 6 7 34 35 38 42 43 44 45 48 54 57 5 3 4 5 6 8 dodaars 5 roerdomp 7 grote zilverreiger 4 kleine zwaan wilde zwaan 9 toendrarietgans 2 kleine rietgans 2 kolgans 2 grauwe gans soepgans 3 grote Canadese gans 2 kleine Canadese gans 7 brandgans 3 rotgans 2 nijlgans krakeend wintertaling soepeend 2 pijlstaart 7 slobeend 5 tafeleend 3 kuifeend topper brilduiker 2 nonnetje 8 middelste zaagbek 8 grote zaagbek 7 blauwe kiekendief 5 havik 9 ruigpootbuizerd 4 smelleken 5 slechtvalk patrijs 2 fazant waterral 8 waterhoen scholekster 6 kluut goudplevier bonte strandloper 2 bokje 2 watersnip 6 houtsnip 5 wulp 2 tureluur 6 witgat 7 steenloper 9 kleine mantelmeeuw zilvermeeuw 2 grote mantelmeeuw stadsduif 6 holenduif kerkuil 7 steenuil bosuil 2 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage N 5

atlasblok/ 9 9 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 9 9 9 9 9 soortnaam n blok 53 57 6 7 34 35 38 42 43 44 45 48 54 57 5 3 4 5 6 8 ransuil 6 ijsvogel 2 groene specht 5 grote bonte specht 2 veldleeuwerik 5 graspieper 3 waterpieper 5 oeverpieper grote gele kwikstaart 8 witte kwikstaart 6 roodborsttapuit zanglijster grote Lijster 5 zwartkop 2 tjiftjaf 5 goudhaan 2 vuurgoudhaan 3 baardman 2 staartmees 6 glanskop kuifmees 2 zwarte mees 6 boomklever 3 boomkruiper 4 gaai 3 roek 20 huismus ringmus keep 0 groenling sijs 8 kneu 7 grote barmsijs kleine barmsijs kruisbek 2 goudvink 2 appelvink 6 sneeuwgors geelgors 5 rietgors 7 n soorten 8 8 6 2 9 25 6 0 24 5 2 26 2 3 5 9 7 23 23 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage N 6

Bijlage N atlasblok/ soortnaam n blok dodaars 5 roerdomp 7 grote zilverreiger 4 kleine zwaan wilde zwaan 9 toendrarietgans 2 kleine rietgans 2 kolgans 2 grauwe gans soepgans 3 grote Canadese gans 2 kleine Canadese gans 7 brandgans 3 rotgans 2 nijlgans krakeend wintertaling soepeend 2 pijlstaart 7 slobeend 5 tafeleend 3 kuifeend topper brilduiker 2 nonnetje 8 middelste zaagbek 8 grote zaagbek 7 blauwe kiekendief 5 havik 9 ruigpootbuizerd 4 smelleken 5 slechtvalk patrijs 2 fazant waterral 8 waterhoen scholekster 6 kluut goudplevier bonte strandloper 2 bokje 2 watersnip 6 houtsnip 5 wulp 2 tureluur 6 witgat 7 steenloper 9 kleine mantelmeeuw zilvermeeuw 2 grote mantelmeeuw stadsduif 6 holenduif kerkuil 7 steenuil bosuil 2 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 20 2 23 24 25 3 32 33 34 35 36 2 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage N 7

atlasblok/ soortnaam n blok ransuil 6 ijsvogel 2 groene specht 5 grote bonte specht 2 veldleeuwerik 5 graspieper 3 waterpieper 5 oeverpieper grote gele kwikstaart 8 witte kwikstaart 6 roodborsttapuit zanglijster grote Lijster 5 zwartkop 2 tjiftjaf 5 goudhaan 2 vuurgoudhaan 3 baardman 2 staartmees 6 glanskop kuifmees 2 zwarte mees 6 boomklever 3 boomkruiper 4 gaai 3 roek 20 huismus ringmus keep 0 groenling sijs 8 kneu 7 grote barmsijs kleine barmsijs kruisbek 2 goudvink 2 appelvink 6 sneeuwgors geelgors 5 rietgors 7 n soorten 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 20 2 23 24 25 3 32 33 34 35 36 2 22 9 8 3 25 5 7 26 9 5 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage N 8

Bijlage Z Overzicht van te verwachten soorten volgens 'BOEST' in de atlasblokken in district 8 (Noord-Holland Zuid). atlasblok/ 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 24 24 24 25 25 25 25 25 25 25 25 soortnaam n blok 4 42 43 44 46 47 5 53 54 55 8 38 48 2 3 7 2 22 23 27 dodaars 6 fuut roerdomp 7 grote zilverreiger 5 kleine zwaan 6 wilde zwaan 7 toendrarietgans 7 kleine rietgans 6 kolgans 2 soepgans 2 grote Canadese gans 7 kleine Canadese gans 4 brandgans 6 rotgans 5 bergeend 4 smient 2 wintertaling 2 pijlstaart 7 slobeend 4 tafeleend 3 topper 3 eider 2 brilduiker 7 nonnetje middelste zaagbek 3 grote zaagbek 7 blauwe kiekendief 0 bruine kiekendief 2 havik ruigpootbuizerd 8 torenvalk 0 smelleken 9 slechtvalk patrijs 2 fazant 3 waterral 7 waterhoen scholekster kluut goudplevier 4 kievit 3 kanoet drieteenstrandloper bonte strandloper 0 kemphaan 4 bokje 6 watersnip 2 houtsnip 8 wulp 4 tureluur 9 witgat 3 steenloper 3 zwartkopmeeuw dwergmeeuw kleine mantelmeeuw 7 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage Z 9

atlasblok/ 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 24 24 24 25 25 25 25 25 25 25 25 soortnaam n blok 4 42 43 44 46 47 5 53 54 55 8 38 48 2 3 7 2 22 23 27 grote mantelmeeuw 3 drieteenmeeuw stadsduif 7 holenduif halsbandparkiet 5 kerkuil 5 steenuil bosuil 4 ransuil 8 ijsvogel 5 groene specht 8 grote bonte specht 2 kleine bonte specht 4 boomleeuwerik 4 veldleeuwerik 8 graspieper 4 waterpieper 5 grote gele kwikstaart 8 witte kwikstaart 6 roodborsttapuit 4 merel 2 kramsvogel zanglijster 3 koperwiek 2 grote lijster 7 zwartkop 6 tjiftjaf 2 goudhaan 6 vuurgoudhaan baardman 6 staartmees 3 glanskop 8 kuifmees 6 zwarte mees 6 boomklever 8 boomkruiper 3 gaai roek 2 raaf huismus ringmus 4 keep 9 putter sijs 4 kneu 7 grote barmsijs kleine barmsijs 3 kruisbek 9 goudvink 6 appelvink 9 geelgors 5 rietgors 8 n soorten 4 3 8 20 26 4 8 6 4 0 8 25 7 8 30 2 22 7 9 7 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage Z 20

Bijlage Z atlasblok/ soortnaam n blok dodaars 6 fuut roerdomp 7 grote zilverreiger 5 kleine zwaan 6 wilde zwaan 7 toendrarietgans 7 kleine rietgans 6 kolgans 2 soepgans 2 grote Canadese gans 7 kleine Canadese gans 4 brandgans 6 rotgans 5 bergeend 4 smient 2 wintertaling 2 pijlstaart 7 slobeend 4 tafeleend 3 topper 3 eider 2 brilduiker 7 nonnetje middelste zaagbek 3 grote zaagbek 7 blauwe kiekendief 0 bruine kiekendief 2 havik ruigpootbuizerd 8 torenvalk 0 smelleken 9 slechtvalk patrijs 2 fazant 3 waterral 7 waterhoen scholekster kluut goudplevier 4 kievit 3 kanoet drieteenstrandloper bonte strandloper 0 kemphaan 4 bokje 6 watersnip 2 houtsnip 8 wulp 4 tureluur 9 witgat 3 steenloper 3 zwartkopmeeuw dwergmeeuw kleine mantelmeeuw 7 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 26 26 3 32 33 34 4 42 43 46 47 5 53 54 57 58 5 52 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage Z 2

atlasblok/ soortnaam n blok grote mantelmeeuw 3 drieteenmeeuw stadsduif 7 holenduif halsbandparkiet 5 kerkuil 5 steenuil bosuil 4 ransuil 8 ijsvogel 5 groene specht 8 grote bonte specht 2 kleine bonte specht 4 boomleeuwerik 4 veldleeuwerik 8 graspieper 4 waterpieper 5 grote gele kwikstaart 8 witte kwikstaart 6 roodborsttapuit 4 merel 2 kramsvogel zanglijster 3 koperwiek 2 grote lijster 7 zwartkop 6 tjiftjaf 2 goudhaan 6 vuurgoudhaan baardman 6 staartmees 3 glanskop 8 kuifmees 6 zwarte mees 6 boomklever 8 boomkruiper 3 gaai roek 2 raaf huismus ringmus 4 keep 9 putter sijs 4 kneu 7 grote barmsijs kleine barmsijs 3 kruisbek 9 goudvink 6 appelvink 9 geelgors 5 rietgors 8 n soorten 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 26 26 3 32 33 34 4 42 43 46 47 5 53 54 57 58 5 52? 2 24 4 4 7 20 22 0 28 7 4 4 0 24 4 Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage Z 22

Bijlage 2 Verspreidingskaarten In deze bijlage staan 63 verspreidingskaarten voor de beide Noord-Hollandse districten, gebaseerd op de voorlopige kaarten van de wintervogeltellingen die zijn gepubliceerd op www.vogelatlas.nl. Voor het samenstellen van deze bijlage is de versie van 4 december 204 gedownload. De kaarten geven de aanwezigheid per atlasblok in de 74 atlasblokken die op december ingestuurd en gevalideerd waren. De blokken waar een soort is vastgesteld zijn als rode rondjes (met stip) weergegeven. De lichtrode rondjes zijn atlasblokken waar de soort in de winters van 978-983 wel is vastgesteld, maar niet de beide atlaswinters. De atlasblokken waar een soort zowel nu als toen niet is vastgesteld, zijn als open rondjes aangegeven. Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 23

roodhalsfuut geoorde fuut kuifduiker roerdomp kleine zilverreiger grote zilverreiger kleine zwaan wilde zwaan toendrarietgans Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 24

kleine rietgans zwartbuikrotgans toppereend brilduiker nonnetje ijseend blauwe kiekendief bruine kiekendief havik Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 25

ruigpootbuizerd smelleken slechtvalk patrijs waterral goudplevier bokje watersnip drieteenstrandloper Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 26

kemphaan witgat halsbandparkiet steenuil ransuil velduil ijsvogel groene specht kleine bonte specht Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 27

boomleeuwerik veldleeuwerik strandleeuwerik waterpieper grote gele kwikstaart pestvogel zwarte roodstaart roodborsttapuit grote lijster Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 28

zwartkop tjiftjaf Siberische tjiftjaf goudhaan vuurgoudhaan baardman glanskop matkop boomklever Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 29

klapekster roek bonte kraai frater barmsijs spec. ijsgors sneeuwgors geelgors rietgors Verslag wintertelling 202/3+203/4 NH N+Z Bijlage 2 30