Made available by Hasselt University Library in Document

Vergelijkbare documenten
Februari 2014 Nummer 2 Jaargang 10

Site wettige erfgenamen

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht.

Rolnummer Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica?

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Hypotheek en levensverzekering

Rolnummer Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Rolnummer Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

Rolnummer Arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning

Rolnummer Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

niet verbeterde kopie

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang!

Rolnummer Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

Knelpunten in het levensverzekeringsrecht 2 november 2018

Rolnummer Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Begunstigde en nalatenschap

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Rolnummer Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN

Rolnummer Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding

EPN COEP 2016 Relatievermogensrecht, erfrecht en insolventie MET ANTWOORDEN

Rolnummer Arrest nr. 7/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 168/2014 van 27 november 2014 A R R E S T

NEWSLETTER EMPLOYEE BENEFITS

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

> Alles begrijpen Inhoud

Verzekeringen gewaarborgd inkomen: verlenging van de looptijd omwille van de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd.

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN

Iedereen vernam met ontzetting wat noodweer kan aanrichten in een grote groep mensen. Verzekeringen kunnen een hulp zijn!

Rolnummer Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

HOOFDSTUK 4. De reserve

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Levensverzekering De wilsrechten van de verzekeringnemer

Rolnummer Arrest nr. 102/2005 van 1 juni 2005 A R R E S T

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 34/2019 van 28 februari 2019 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING

Levensverzekering en erfrecht

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Rolnummer Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 167/2004 van 28 oktober 2004 A R R E S T

STANDPUNT VERZEKERINGEN

CVO september 2014 BERICHT VAN WIJZIGING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSOON. Nieuw model. Verklarende nota 1

Levensverzekering en faillissement 7 februari 2014

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

niet verbeterde kopie

Rolnummer Arrest nr. 72/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 38/2004 van 10 maart 2004 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

Rolnummer Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

niet verbeterde kopie

Rolnummers 4293, 4294, 4295 en Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 144/2003 van 5 november 2003 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

niet verbeterde kopie

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

Vredes- en humanitaire operaties 2019

Rolnummer Arrest nr. 33/99 van 17 maart 1999 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T

Rechtsleer. Successieplanning met een levensverzekering: enkele knelpunten. Nathalie Labeeuw 1 en Bart Verdickt*

van het ingevolge de Voorwaarden g. Einddatum (overlijdensrisico): De in de Polis vermelde Einddatum van de dekking van het ingevolge de Voorwaarden


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Rolnummer Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen.

Rolnummer Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Optimaal gebruik van levensverzekeringen in het kader van successieplanning

Administratiekantoor H.C. Snoei, gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

Transcriptie:

Wie is begunstigde bij een reeds afgesloten levensverzekering bij overlijden van de erflater tijdens de overgangsperiode, bespreking van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 maart 2016. Link Peer-reviewed author version Made available by Hasselt University Library in Document Server@UHasselt Reference (Published version): Torfs, Nan(2016) Wie is begunstigde bij een reeds afgesloten levensverzekering bij overlijden van de erflater tijdens de overgangsperiode, bespreking van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 maart 2016.. In: Tijdschrift voor notarissen, 2016(7), p. 456-460 DOI: 10.1108/JSBED-12-2015-0173 Handle: http://hdl.handle.net/1942/23012

Het Grondwettelijk Hof beslist: wie is begunstigde bij een reeds afgesloten levensverzekering bij overlijden van de erflater tijdens de overgangsperiode. Op 24 februari 2012 verscheen de wet van 13 februari 2012 1 waarbij in de Verzekeringswet van 25 juni 1992 een artikel 110/1 werd ingevoerd wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekering 2. De Verzekeringswet van 25 juni 1992 is thans vervangen door de Wet betreffende de Verzekeringen van 4 april 2014. De bepaling maakt artikel 174 van de Wet op de Verzekeringen uit: Wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, is, onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding, de verzekeringsprestatie verschuldigd aan de nalatenschap van de verzekeringnemer.. Zoals reeds herhaaldelijk gesteld 3 kwam op die manier een einde aan een zeer onbillijke situatie. Er werd door de verzekeraars aangeraden bij het aanduiden van de begunstigden geen melding te maken van iemands nalatenschap, maar om te verwijzen naar de wettelijke erfgenamen, om op die manier eventuele schuldeisers van deze nalatenschap te 1 Op 1 december 2011 is in verband hiermee een tekst aangenomen in plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd 1. De tekst van de nieuwe wet is verschenen in het staatsblad van 24 februari 2012 1. Deze wetsaanpassing is gestart in de Senaat. Op 30 april 2008 werd door de heer Guy Swennen het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 107 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst ingediend 1. Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht. Na behandeling in de Senaat werd het wetsontwerp overgezonden naar de Kamer der Volksvertegenwoordigers 1. In de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd het ontwerp ook besproken en werden er een aantal amendementen ingediend. Uiteindelijk werd ervoor geopteerd om een nieuw artikel 110/1 in te lassen in de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten, eerder dan artikel 107 aan te passen. 2 Wet van 13 januari 2012 tot invoering van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, B.S. 24 februari 2012, p. 12.684. 3 Zie o.a. N. TORFS, De invoering van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst en andere evoluties in verband met levensverzekeringen en familiaal vermogensrecht, T.B.B.R., 2012, p. 235 e.v.; N. TORFS, De begunstigingsclausule in een individuele levensverzekering door de wet aangepast, T.Not., 2012, p. 452 e.v.. Zie ook zeer uitgebreid: K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als begunstigden van een levenverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de Landverzekeringswet, Not. Fisc. M., 2012, p. 145 e.v.

ontlopen, en om te bevestigen dat de rechten uit de levensverzekering iure proprio zijn verworven en niet iure hereditario 4. In de praktijk leidde dit echter tot veel onaangename gevolgen. Vooral wanneer er een testament was, werd daarmee de facto geen rekening gehouden. De begunstigde van de levensverzekering was de wettelijke erfgenaam, zelfs wanneer er een testament was dat iemand anders als begunstigde voor alles aanduidde. Dit had voor gevolg dat men in de praktijk vaak voor onaangename verrassingen kwam te staan: iemand was in een testament als algemeen legataris aangeduid, maar in de nalatenschap zat niets meer. Er was alleen een levensverzekering, waarvan de begunstigde de wettelijke erfgenaam was, zodat deze laatste, tegen de testamentaire bepalingen in en wellicht ook tegen de wens van de decuius in, met alles ging lopen 5. Dit is thans niet meer mogelijk: er wordt wel degelijk rekening gehouden met de begunstiging in het testament. De wet van 13 februari 2012 voegde het reeds vermelde artikel 110/1 in. Artikel 110/1 van de Verzekeringswet is dus onmiddellijk van toepassing op polissen afgesloten na de inwerkingtreding 4 Zie o.a. Van S. VAN CAENEGHEM, Spécificités de l assurance-vie en matière de désignation et révocation de bénéficiaires. Comment assurer la sécurité juridique?», in Levensverzekeringen en giften. Assurances vie et Libéralités. Dossier T. Verz. 2008., p. 55 68. 5 Deze ongewenste resultaten hadden de heer Guy Swennen ertoe gebracht reeds op 30 april 2008 een wetsvoorstel in te dienen in de Senaat (Parl. St., Senaat, 4-724/1) wetsvoorstel tot wijziging van artikel 107 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst. Zie het voorbeeld aangehaald in de Memorie van Toelichting op p.3: Oom Jozef heeft geen kinderen maar woont niet minder dan 35 jaar samen met Eva, zijn levenspartner. Hij heeft zijn spaargelden in een levensverzekeringscontract geplaatst, zoals deze vaak worden aangeboden door bijvoorbeeld bankinstellingen. Het voorgedrukte contract voorziet dat ingeval van overlijden, de begunstiging van het contract wordt toegekend aan de echtgenoot, bij gebrek aan zijn afstammelingen, en tenslotte, bij gebrek, aan de wettelijke erfgenamen. Hij heeft een testament opgesteld in het voordeel van zijn levenspartner, maar dit belet niet dat de verzekeringsinstelling beweert dat het voordeel moet toekomen aan de wettelijke erfgenamen.. Deze casus spreekt blijkbaar geweldig tot de verbeelding want hij is op p. 7 ook terug te vinden in het arrest van het Grondwettelijk Hof. In de rechtspraak en de rechtsleer werden vroeger allerlei constructies uitgedacht om deze onbillijke gevolgen te beperken. Hiervoor wordt verwezen naar: N. TORFS, De begunstigingsclausule in een individuele levensverzekering door de wet aangepast, T.Not., 2012, p. 452 e.v.. Vermits de wetgever heeft voorzien in een recht om te kiezen voor het behoud van de toepassing van de oude wet op de lopende verzekeringsovereenkomsten, gaat de Ministerraad ervan uit dat de wetgever van oordeel is geweest dat die laatste interpretatie van de oude wet (i.e. de verzekeringsprestatie komt toe aan de wettelijke erfgenamen, zonder testament) de juiste is : Stelling van de Ministerraad, arrest van het Grondwettelijk Hof p. 5.

van de wet. Wanneer er geen testament werd opgemaakt, of wanneer er geen contractuele erfstelling werd afgesloten, zullen de begunstigden van de verzekeringsovereenkomst gewoon de wettelijke erfgenamen zijn. Zij zullen dit verzekeringskapitaal echter iure hereditario ontvangen, met alle gevolgen van dien. Zij zullen mee moeten instaan voor de schulden van de nalatenschap, de regels van de wettelijke devolutie zullen van toepassing zijn 6. Wanneer wel een testament is afgesloten, zal rekening worden gehouden met dit testament. Er werd een regeling ingevoerd voor de toepassing van de nieuwe regeling op lopende levensverzekeringsovereenkomsten 7. Hierbij werd een overgangsregeling voorzien bij artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 8. Hiermee werd tegemoet gekomen aan het theoretische bezwaar dat de wet niet zomaar een interpretatie kan geven die afwijkt van de letterlijke tekst van een contractuele bepaling 9. Het was de bedoeling om tijdens deze overgangsperiode alle verzekeringsnemers in te lichten over de gewijzigde regelgeving. Wanneer ze de bestaande begunstiging, onaangepast door de nieuwe regeling, wensten te behouden, konden ze dit binnen deze termijn laten weten 10. Er werd immers een essentieel element van hun overeenkomst gewijzigd 11. Oorspronkelijk was deze overgangsperiode vastgesteld op 1 jaar. Teneinde de communicatie naar de verzekeringsnemers goed te kunnen voorbereiden werd op vraag van Assuralia deze periode op twee jaar gebracht. Dit moest de verzekeraars voldoende tijd geven om heldere informatie op te stellen. Bovendien liet dit toe om de informatie mee te sturen met andere documenten die jaarlijks naar de verzekeringnemer worden verstuurd 12. 6 Zie ook: K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als begunstigden van een levenverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de Landverzekeringswet, Not. Fisc. M., 2012, p.147. 7 Parl. St., 5-310/3. 8 Bij advies van 15 december 2009 (nr. 47.581/1) heeft de Raad van State gesteld dat deze amendementen niet door haar onderzocht konden worden bij gebrek aan spoedeisend karakter. Er wordt gesteld dat deze overgangsregeling objectief is en pertinente criteria gebruikt. Ze is gebaseerd op het verstrijken van een termijn van twee jaar die de verzekeraar in staat moet stellen de verzekeraars over de nieuwe wetgeving in te lichten: Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 5. 9 Dit was de oplossing die werd gesuggereerd in een oorspronkelijk advies van de Raad van State: Advies van de Raad van State nr. 44.569/1 van 27 november 2008, Parl. St. Senaat, 2008-2009, 4-724/2. 10 Dit doet de verzekeringnemer door middel van een bijvoegsel bij de polis (p. 8 arrest van het Grondwettelijk Hof). 11 Verslag namens de commissie voor de justitie uitgebracht door de heer Torfs, Parl St., 5-310/4, p. 5. Zie ook: Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 10. 12 Zie ook: Verslag namens de commissie voor de justitie uitgebracht door de heer Torfs, Parl St., 5-310/4, p. 5.

Wanneer de verzekeringnemer niet gereageerd heeft na de overgangsperiode, is de wettelijke regeling van kracht en valt de verzekeringsuitkering dus toe aan de testamentair begunstigde. De verzekeringnemer kon, tot na de overgangsperiode, beslissen dat hij wenste dat het oude systeem werd behouden. De verzekeringsuitkering komt dan toe aan zijn wettelijke erfgenamen, zonder dat er dus rekening wordt gehouden met het testament. Reeds vroeger werd gesteld dat er tijdens de overgangsperiode geen duidelijkheid bestond 13. De situatie waarover het Grondwettelijk Hof zich op 3 maart 2016 moest over buigen is de volgende. De erflater had meerdere individuele levensverzekeringen afgesloten waarbij in geval van overlijden, de verzekeringsprestatie toekomt aan de wettelijke erfgenamen van de verzekerde Hij heeft bovendien een authentiek testament opgesteld en daarin iemand als enige en algemene legataris aangesteld. De erflater overlijdt tijdens de overgangsperiode. Hij kan dus deze overgangsperiode van 2 jaar niet afmaken en hij kan nog minder allerlei verklaringen afleggen. Er ontstaat een onenigheid. De algemene legataris vraagt aan de verzekeringsmaatschappijen uitkering van de verzekeringsprestaties. Deze weigeren aan de algemene legataris ook maar iets uit te keren. Wie is nu de begunstigde van de verzekeringsprestaties: de testamentair begunstigde of de wettelijke erfgenamen? De zaak komt uiteindelijk voor Rechtbank van eerste Aanleg te Gent en deze rechtbank heeft op 13 januari 2015 aan het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag gesteld. Het Grondwettelijk Hof antwoordt hierop in het arrest van 3 maart 2016. Het Grondwettelijk Hof stelt dat wanneer de verzekeringnemer overlijdt tijdens de termijn van de overgangsmaatregelen, de oude wet toepasselijk is 14. De verzekeringsprestatie komt dus toe aan de wettelijke erfgenamen, zonder toepassing van het testament. Dit heeft vaak voor gevolg dat er niet zal kunnen worden uitgekeerd: de in het geding zijnde bepaling leidt er evenwel toe dat de verzekeringsprestatie door de verzekeraar aan geen enkele begunstigde kan worden uitgekeerd in het geval waarin de verzekeringnemer die een Zie in dit verband ook de mededeling van de heer Olivier Henry: Hij voegt eraan toe dat zijn fractie binnenkort een wetsvoorstel zal indienen dat beoogt de verzekeraars ertoe te verplichten de verzekeringnemer jaarlijks in te lichten over de mogelijkheden om de begunstigde(n) van een verzekeringsovereenkomst te preciseren of te wijzigen. : Verslag namens de commissie voor het bedrijfsleven, het wetenschapsbeleid, het onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele instellingen, de middenstand en de landbouw uitgebracht door de heer Karel Uyttersprot, Parl. St., doc 53, 1685/005, p. 10. Zie ook de uitleg in het Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 10. 13 N. TORFS, De begunstigingsclausule in een individuele levensverzekering door de wet aangepast, T.Not., 2012, p. 452 e.v.. 14 Standpunt van de Ministerraad, Arrest van het Grondwettelijk Hof p.4: de oude regeling van toepassing is.

algemene legataris heeft aangesteld maar wiens wettelijke erfgenamen niet bekend zijn, zoals te dezen, tijdens de in (de overgangsperiode) bedoelde periode van twee jaar overlijdt: enerzijds, zou de algemene legataris immers geen aanspraak kunnen maken op de toepassing van artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992, aangezien het voordeel van die bepaling afhankelijk wordt gesteld van het verstrijken van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde periode van twee jaar en aangezien het overlijden van de verzekeringnemer heeft verhinderd dat die voorwaarde werd vervuld; anderzijds, hebben de wettelijke erfgenamen naar wie, zoals te dezen, in de verzekeringspolis wordt verwezen zonder dat zij bij name worden aangewezen, zich niet bekendgemaakt. 15. Aan dit euvel wordt door het Arrest van het Grondwettelijk Hof verholpen door het feit dat de verzekeringnemer reeds voor het aflopen van de termijn van twee jaar kan verklaren dat hij de toepassing van het nieuwe artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992 wenst. De in het geding zijnde bepaling doet bovendien geen afbreuk aan het recht van de verzekeringnemer om, onder de in artikel 112 van de wet van 25 juni 1992 bepaalde voorwaarden, de begunstiging te herroepen, noch aan zijn recht om een nieuwe begunstigde aan te wijzen. 16. Het Grondwettelijk Hof is hierbij wel realistisch. Er moet in concreto door de rechter worden onderzocht of de verzekeringnemer voor zijn overlijden van de toepassing van artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992 had willen afzien. In dat geval wordt bij artikel 3, derde lid, aan de verzekeringnemer immers het recht ontzegd om over zijn goederen te beschikken ten gunste van de algemene legataris die hij heeft aangesteld en wordt aan de algemene legataris het recht ontzegd om goederen te verkrijgen waarbij het testament hem de mogelijkheid zou bieden een legitieme en redelijke verwachting op de eigendom van die goederen te baseren. 17. Het is, met andere woorden, niet in orde dat de verzekeringsuitkering aan niemand kan worden uitgekeerd. De rechter zal in feite op zoek moeten gaan naar de wil van de verzekeringnemer. Het Grondwettelijk Hof gaat er uiteindelijk vanuit dat de uitgewerkte overgangsregeling niet ongrondwettelijk is. Inherent aan een overgangsregeling is dat een onderscheid wordt gemaakt tussen personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van die regeling vallen en personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van een nieuwe regeling vallen. Een 15 Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 11. 16 Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 11. 17 Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 11.

dergelijk onderscheid houdt op zich geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet: elke overgangsbepaling zou onmogelijk zijn 18. De overgangsregeling is dus niet strijdig met de Grondwet. Wel moet de rechter in concreto de wil van de verzekeringnemer nagaan 19. Het mag immers niet zijn dat de verzekeringsuitkering aan niemand kan worden uitbetaald. 18 Arrest van het Grondwettelijk Hof, p. 9. 19 Eén van de grote doelstellingen van artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992 was juist ervoor te zorgen dat de werkelijke wens van de erflater werd geëerbiedigd ( Arrest van het Grondwettelijk Hof p. 8).