Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Vergelijkbare documenten
Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Ascert BCA Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus AE Oisterwijk

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk. Tel: Rabobank NL79RABO KvK Arnhem BTW NL B01.

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Clevers Asbestsanering

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk.

Checklijst projectcontrole SC-530

Checklijst projectcontrole SC-530

Stelselwijzing arbo-certificaten en de gevolgen voor asbest

nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen

8e Landelijke Asbest Praktijkdag PRAKTIJKSESSIES

U I T S P R A A K

Checklijst projectcontrole SC-530

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

U I T S P R A A K

Checklijst projectcontrole SC-530

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

Toelichting op Certificatieschema Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering. Sijmen Versteegt december 2016

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

U I T S P R A A K

Checklijst projectcontrole SC-530

JAARVERSLAG COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2016/2017. Gemeente Losser

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

Bezwaar maken - hoe en wat

SCA Certificaatmodellen Sc-810 versie 02,

Beslissing op bezwaar

Kiwa Bezwaarprocedure. Versie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

Beslissing op bezwaar

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

Bijlage G Model werkplan

Beslissing op bezwaar

Olst-Wijhe, doc. nr.: ALLE-NF. Jaarverslag commissie van advies voor de bezwaarschriften 2010

Beslissing op bezwaar

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

Checklijst projectcontrole SC-530

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

BIJLAGE 5. Bijlage XIIIe behorend bij Artikel 4.28

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RVS:2016:3050

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

De recente aanpassingen van de grenswaarden zijn onderdeel van een pakket aan maatregelen. Een andere belangrijke

Toezicht op Asbest. Regelgeving

Pagina 1/6. Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013

2. Bij besluit van eveneens 6 juli 2010 heeft de Consumentenautoriteit bepaald dat het sanctiebesluit openbaar wordt gemaakt. 3

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Het nieuwe stelsel van wettelijke arbo-certificaten

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN,

Regeling behandeling bezwaar- en beroepschriften Onderwijsgroep Galilei 2016

Bezwaar en beroep februari 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Checklijst projectcontrole SC-530

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

VTH. Toezicht en Handhaving. Hoe gaan we om met asbest

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

SCv Certificaatregister Reglement Ascert versie

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures.

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg

U I T S P R A A K

1 juli Aanvullend Reglement voor Wettelijke Certificatieregelingen

uitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2015 in de zaak tussen

Gemeente Albrandswaard

1. Verloop van de procedure

ECLI:NL:RBOBR:2017:1708

SCa-100 Nadere interpretaties Certificatieschema s d.d

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Transcriptie:

Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 085 047 11 80 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 In paragraaf 5.5 van SC-530 is (onder meer) bepaald dat bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) dient toe te passen. Artikel 5.5.1 van SC- 530 verwijst voor het algemene kader van sancties bij geconstateerde afwijkingen naar bijlage I. Artikel 5.5.2.2 van SC-530 verwijst voor de onderbouwing van de onderverdeling van de sanctie per afwijking naar bijlage J. Uit het samenstel van deze bepalingen leidt de commissie af dat afwijkingen worden vastgesteld en sancties worden opgelegd volgens het sanctiestelstel in bijlage H. Bijlagen I en J moeten als een toelichting daarop worden gezien. Bijlage H wordt geacht volgens de in de bijlagen I en J geformuleerde uitgangspunten te zijn opgesteld. Dit betekent dat als een afwijking is vastgesteld, niet alsnog moet worden bezien of die afwijking al dan niet tot een hoog risico voor blootstelling heeft geleid én al dan niet voldoende gegarandeerd is dat het leven en de gezondheid van mensen voortaan niet meer in gevaar komt. BCA 15018 Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Het bezwaar [Gemachtigde] maakt bij brief van 3 september 2015 bezwaar namens [bezwaarmaker] tegen de besluiten van 17 augustus 2015 van [de CKI]. Bij de bestreden besluiten heeft [de CKI] de bij een asbestsanering aan de Bruilweg 4 te Ter Apel geconstateerde afwijkingen projectlocatie toetspunten nrs. 1, 15, 35, 40 en 42 in bijlage H van SC-530 en nrs. 11, 39 en 62 in bijlage H van SC-530 - na escalatie - vastgesteld als categorie II-afwijkingen (SCL-JW08C-II/01, SCL-JW08C- II/02, SCL-JW08C-II/03, SCL-JW08C-II/04, SCL-JW08C-II/05, SCL-JW08C-IIe/01). Daarnaast is er in de afgelopen twaalf maanden nog een drietal categorie IIafwijkingen (SCL-JW03C-II/01, SCL-JW06C-II/01 en SCL-JW034-B/01) uitgeschreven. Doordat met toepassing van artikel 5.5.2.3 (verzwaring) sprake is van een categorie I-afwijking, heeft [de CKI] het SC-530 certificaat met nummer [nummer] van [bezwaarmaker] per 1 september 2015 onvoorwaardelijk ingetrokken. De procedure Bij uitspraak van 25 september 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland de gevraagde voorlopige voorziening afwezen. Naar aanleiding van het bezwaar heeft [de CKI] bij brief van 8 oktober 2015 een verweerschrift ingebracht.

blad 2 Betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord tijdens een op 13 november 2015 gehouden hoorzitting. Partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De ontvankelijkheid Het bezwaarschrift voldoet aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt, zodat het bezwaar ontvankelijk is. De gronden van bezwaar [Bezwaarmaker] voert - kort weergegeven - de volgende gronden van bezwaar aan. - Tegen het besluit met kenmerk SCL-JW08C-II/01 voert [bezwaarmaker] aan dat toetspunt nr. 1 niet is overtreden. Bij aanvang van de sanering van schuur 3 bleek de betreffende bron die in risicoklasse 2 in containment moest worden verwijderd, niet meer aanwezig te zijn. Voordat [bezwaarmaker] aan de werkzaamheden begon, waren de platen al naar buiten verplaatst. [Bezwaarmaker] heeft niet zonder containment asbesthoudende bronnen uit schuren verwijderd. - Voor het niet goed verpakken van de stofzuiger in het busje wordt [bezwaarmaker] bij de besluiten met kenmerk SCL-JW08C-II/04 en SCL-JW08C- II/05 dubbel gesanctioneerd voor eenzelfde overtreding (toetspunten nrs. 40 en 42). Op grond van paragraaf 5.5.2.3 in SC-530 mag voor de geconstateerde feiten maar één afwijking worden uitgeschreven. Anders worden voor dezelfde feiten meerdere herstelsancties opgelegd, hetgeen niet mogelijk is op grond van de Awb. - In ieder separaat besluit wordt geconstateerd dat sprake is van een categorie IIafwijking en wordt daaraan de sanctie van onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat verbonden. Dit is op grond van SC-530 niet mogelijk. - De bij de besluiten gevoegde separate bijlage is geen zelfstandig besluit, maar een onderdeel van alle zes de besluiten waarbij een categorie II-afwijking wordt vastgesteld. Ook deze bijlage kan geen grondslag bieden voor intrekking van het certificaat van [bezwaarmaker], omdat een aparte beoordeling en beslissing nodig is van de CKI. Dit brengt met zich mee dat geen juridische grondslag bestaat om tot onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat over te gaan. - De besluiten zijn genomen in strijd met het evenredigheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. [Bezwaarmaker] is schuldbewust voor zover zij zichzelf als werkgever en certificaathouder iets kan verwijten. [Bezwaarmaker] heeft al eigenhandig correctieve wijzigingen doorgevoerd in haar organisatie. De geconstateerde afwijkingen hebben op één project plaatsgevonden dat onder toezicht stond van één deskundig toezichthouder asbestverwijdering (DTA). De afwijkingen zijn direct te relateren aan het persoonlijk falen van deze DTA. [Bezwaarmaker] heeft veel energie gestoken in de opleiding en begeleiding van deze DTA. De overtredingen hebben niet tot een hoog risico voor blootstelling geleid. De afwijkingen zijn begaan bij het verwijderen van hechtgebonden asbesthoudende dakplaten. De afwijkingen zien niet zozeer op het niet goed saneren, maar op het niet volgen van de juiste procedures. [Bezwaarmaker] is van mening dat haar belangen onvoldoende bij de belangenafweging zijn betrokken. De opgelegde sanctie is niet evenredig in verhouding met het besluit te dienen belang. Het gehele bedrijf kan een jaar lang geen werkzaamheden verrichten, omdat één individuele persoon

blad 3 persoonlijke fouten heeft gemaakt. Er heeft geen deugdelijke afweging plaatsgevonden van de evenredigheid van de opgelegde sanctie. - De bestreden besluiten zijn ook in strijd met bijlage I van SC-530. Bijlage I biedt de mogelijkheid [Bezwaarmaker] een herkansing te geven om verder te werken als dit aanvaardbaar is. Daarvan is hier sprake. Er is geen sprake geweest van een hoog risico op blootstelling. Daarnaast heeft [bezwaarmaker] eigenhandig correctieve maatregelen doorgevoerd, waarmee zij voor zover mogelijk garandeert dat het leven en de gezondheid van mensen niet meer in gevaar komt. Het wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Arbeidsomstandighedenregeling en het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Procescertificaat Asbestverwijdering (SC-530). In paragraaf 5.5 van SC-530 is bepaald dat, indien blijkt dat een certificaathouder en de onder zijn verantwoordelijkheid voor te bereiden en uit te voeren processen niet of niet meer voldoen aan de eisen of normen in het werkveldspecifieke certificatieschema, de CKI de sancties die zijn voorgeschreven in dit schema dient op te leggen. Bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dient de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Artikel 5.5.2.3 van SC-530 bepaalt dat bij de toepassing van het hierboven onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 bedoelde, de volgende verzwaringen worden toegepast: Indien tijdens een controle of onderzoek drie of meer afwijkingen, niet zijnde afwijkingen uit categorie I, uit één categorie worden geconstateerd, dan worden deze drie of meer afwijkingen beschouwd als zijnde één afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) categorie; Indien binnen een periode van één jaar zesmaal een afwijking van categorie II, III, of IV is vastgesteld, dan wordt de zesde afwijking beschouwd als zijnde een afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) categorie. Dit betekent dat bij elke afwijking van categorie II, III, of IV bepaald dient te worden of er in het jaar voorafgaand aan deze afwijking vijfmaal een afwijking van categorie II, III, of IV is vastgesteld; Indien op een bepaald moment meerdere feiten worden geconstateerd die in verschillende van de onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 genoemde categorieën vallen, dan zal het feit uit de zwaarste categorie bepalend zijn voor de door de certificatie-instelling te treffen sanctie. Artikel 5.5.3 van SC-530 bepaalt dat de vier categorieën waarop bij initiële en/of periodieke beoordeling van de (kandidaat-)certificaathouder sancties worden opgelegd, inclusief de onderverdeling in de afwijkingen zijn uitgewerkt en opgenomen in tabel 5.5.3 (bijlage H). In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 1 als een afwijking projectlocatie genoemd: Bij het verwijderen van asbest worden niet alle maatregelen getroffen die behoren bij de wettelijk voorgeschreven risicoklasse. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 1 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 11 als een afwijking projectlocatie genoemd: De werkzaamheden worden afwijkend van het werkplan uitgevoerd.

blad 4 Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 11 een categorie III-afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 15 als een afwijking projectlocatie genoemd: De werklocatie is niet afgebakend / afgeschermd conform SC-530. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 15 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 35 als een afwijking projectlocatie genoemd: Er worden geen brongerichte emissiebeperkende maatregelen toegepast bij werkzaamheden in containment of afgeschermde werkruimte condities. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 35 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 39 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het asbestafval / asbestbesmette afval dat buiten het containment, de afgeschermde werkruimte, of de glove-bag locatie, of bij openlucht condities buiten de afgezette en gemarkeerde, directe verwijderingslocatie aanwezig is, is niet volgens de eisen minimaal dubbel én lucht- en vezeldicht in een deugdelijke, stoot- en scheurbestendige verpakking (0,2 mm dikke of hi-tec pe-folie) verpakt t.b.v. de afvoer vanaf de werkplek. Het betreft hechtgebonden asbest. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 39 een categorie III-afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 40 als een afwijking projectlocatie genoemd: Gereedschappen, machines, klimmaterieel, uitrustingsstukken, etc., die met asbeststof in aanraking zijn geweest, zijn niet doeltreffend gereinigd, dan wel niet volgens de eisen minimaal dubbel én luchten vezeldicht in een deugdelijke, stoot- en scheurbestendige verpakking (0,2 mm dikke of hi-tec pe-folie) verpakt t.b.v. het vervoer en de opslag buiten de werkplek. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 42 als een afwijking projectlocatie genoemd: De verpakkingen van asbestafval en / of asbestbesmette onderdelen, uitrusting stukken e.d. zijn niet uitwendig gemarkeerd met de voorgeschreven asbestwaarschuwingsstickers (Productenbesluit Asbest 2005). Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 42 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 62 als een afwijking projectlocatie genoemd: Er worden ABM( s) gebruikt die niet schoon zijn (inwendig en uitwendig) m.b.t. stof, vuil, restfracties, schimmels, etc. De vervuiling is niet schadelijk voor de gezondheid. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 62 een categorie III-afwijking. In bijlage I van SC-530 is aan een categorie I-afwijking de herstelsanctie van onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat verbonden.

blad 5 De beoordeling 1. Op 30 juni 2015 heeft [de CKI] bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan de De Bruilweg 4 te Ter Apel een projectaudit uitgevoerd. Daarbij zijn door de auditor een vijftal categorie II-afwijkingen en een drietal categorie III-afwijkingen van SC-530 geconstateerd. Op basis van dit onderzoek heeft [de CKI] (mede na verzwaring) zes categorie IIafwijkingen vastgesteld (SCL-JW08C-II/01, SCL-JW08C-II/02, SCL-JW08C-II/03, SCL-JW08C-II/04, SCL-JW08C-II/05, SCL-JW08C-IIe/01). Daarnaast is er in de afgelopen twaalf maanden nog een drietal categorie IIafwijkingen (SCL-JW03C-II/01, SCL-JW06C-II/01 en SCL-JW034-B/01) uitgeschreven. Vervolgens heeft [de CKI] bij de bestreden besluiten deze afwijkingen - na verzwaring - vastgesteld op een categorie I-afwijking en het SC-530 certificaat van [bezwaarmaker] per 1 september 2015 onvoorwaardelijk ingetrokken. 2. In de afzonderlijke besluiten, waarbij [de CKI] een zestal categorie IIafwijkingen heeft vastgesteld, wordt vermeld dat het certificaat van [bezwaarmaker] wordt ingetrokken. Hiervoor wordt verwezen naar de bij de besluiten gevoegde bijlage Bewijs en rechtsgevolgen. In de bijlage bij deze besluiten heeft [de CKI] deze afwijkingen - na verzwaring - vastgesteld op een categorie I-afwijking en het certificaat van [bezwaarmaker] per 1 september 2015 onvoorwaardelijk ingetrokken. De besluiten moeten aldus worden gelezen dat het samenstel van de afzonderlijke vaststellingen van de afwijkingen na verzwaring leidt tot een categorie I-afwijking en tot onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, wordt aldus niet aan ieder separaat besluit waarbij wordt geconstateerd dat sprake is van een categorie II-afwijking, de sanctie van intrekking van het certificaat verbonden. De bij de besluiten gevoegde separate bijlage is onderdeel van deze besluiten en vormt de grondslag voor de intrekking van het certificaat. Voorzover een beoordeling ontbreekt, kan dit verzuim in het besluit op bezwaar worden hersteld. 3. De auditor van [de CKI] heeft geconstateerd dat er asbesthoudend materiaal (bron 6) afkomstig uit schuur 3 (een binnen-situatie) onverpakt in de asbestcontainer lag, terwijl volgens het asbestinventarisatierapport deze bron in risicoklasse 2 in containment moest worden verwijderd. De DTA van [bezwaarmaker] heeft tegenover de auditor aangegeven zich niet te hebben gerealiseerd dat de platen dienden te worden verwijderd in risicoklasse 2 containment en dus dat de saneerders de platen gewoon hebben meegenomen in de buitensanering. [Bezwaarmaker] heeft haar stelling dat bij aanvang van de sanering van schuur 3 bleek dat de betreffende bron niet meer aanwezig was en, voordat zij aan de werkzaamheden begon, de platen al naar buiten waren verplaatst, niet aannemelijk gemaakt. De overgelegde verklaring van [naam] en [naam] bevat een herhaling van de stelling, maar biedt daartoe geen bewijs. Niet bestreden is dat de betreffende platen (bron 6) die in risicoklasse 2 in containment moesten worden verwijderd, zonder containment zijn verwijderd. Dit is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 1. Hiervoor is [bezwaarmaker] verantwoordelijk.

blad 6 4. In het verweerschrift heeft [de CKI] uiteengezet dat [bezwaarmaker] voor het niet goed verpakken van de stofzuiger in het busje niet dubbel wordt gesanctioneerd. Het gaat om twee afzonderlijke stofzuigers, waarbij de ene nog in het busje aanwezige stofzuiger niet dubbel was verpakt en de andere stofzuiger ook niet was voorzien van een asbestgevaren sticker. Hierdoor is sprake van twee verschillende afwijkingen. [De CKI] heeft daarom bij de besluiten met kenmerk SCL-JW08C-II/04 en SCL-JW08C-II/05 terecht twee afwijkingen vastgesteld, namelijk van projectlocatie toetspunten nrs. 40 en 42. Van dubbele sanctionering voor dezelfde afwijking is geen sprake. Artikel 5.5.2.3 van SC-530 is hier niet van toepassing, nu het niet om hetzelfde feit gaat, maar om twee verschillende feiten. 5. In paragraaf 5.5 van SC-530 is (onder meer) bepaald dat bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) dient toe te passen. Artikel 5.5.1 van SC-530 verwijst voor het algemene kader van sancties bij geconstateerde afwijkingen naar bijlage I. Artikel 5.5.2.2 van SC-530 verwijst voor de onderbouwing van de onderverdeling van de sanctie per afwijking naar bijlage J. Uit het samenstel van deze bepalingen leidt de commissie af dat afwijkingen worden vastgesteld en sancties worden opgelegd volgens het sanctiestelstel in bijlage H. Bijlagen I en J moeten als een toelichting daarop worden gezien. Bijlage H wordt geacht volgens de in de bijlagen I en J geformuleerde uitgangspunten te zijn opgesteld. Dit betekent dat als een afwijking is vastgesteld, niet alsnog moet worden bezien of die afwijking al dan niet tot een hoog risico voor blootstelling heeft geleid én al dan niet voldoende gegarandeerd is dat het leven en de gezondheid van mensen voortaan niet meer in gevaar komt. Overigens volgt de commissie [bezwaarmaker] niet in haar standpunt dat er in casu geen sprake is geweest van een hoog risico op blootstelling. Niet kan worden gesteld dat door asbesthoudend materiaal uit een binnen-situatie onverpakt in een asbestcontainer te deponeren, brokstukken naast een asbestcontainer onverpakt te laten liggen, het afzetlint verkeerd te plaatsen, een gebruikte stofzuiger zonder asbest sticker weg te zetten, een gebruikte stofzuiger niet dubbel te verpakken en asbesthoudend afval niet zo spoedig mogelijk te verzamelen, te verpakken en af te voeren geen verhoogd risico op blootstelling is ontstaan. De gezondheid van mensen is wel degelijk in gevaar gebracht. Het gaat niet enkel om het niet volgen van de juiste procedures. Verder heeft [de CKI] in haar verweerschrift (p. 21-22) uiteengezet dat bij [bezwaarmaker] sinds haar toelating in september 2014 bij vier van de zeven controle-audits op kantoor of projectlocatie afwijkingen zijn geconstateerd. Bovendien heeft de Inspectie SZW tweemaal projecten van [bezwaarmaker] bezocht, welke bezoeken hebben geleid tot een boeterapport en het uitschrijven van afwijking SCL-JK034-B/01 naar aanleiding van een klacht ingediend door de Omgevingsdienst Groningen. Niet kan worden volgehouden dat voldoende is gegarandeerd dat het leven en de gezondheid van mensen voortaan niet meer in gevaar komt. De gestelde eigenhandig doorgevoerde correctieve maatregelen bieden daartoe onvoldoende zekerheid. Daarbij merkt de commissie nog op dat op grond van artikel 5.5.2.3 van SC-530 reeds de constatering van drie categorie II-afwijkingen tijdens een controle voldoende zijn om tot onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat te kunnen overgaan.

blad 7 6. Op grond van bijlage J van SC-530 kan in geval van bijzondere omstandigheden van de lijsten in bijlage H worden afgeweken, als toepassing van de lijst in een concreet geval tot onevenredige gevolgen leidt. [Bezwaarmaker] wijst er op dat de geconstateerde afwijkingen op één project hebben plaatsgevonden dat onder toezicht stond van één DTA en dat de afwijkingen direct zijn te relateren aan het persoonlijk falen van deze DTA. De commissie ziet hierin geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan [de CKI] de afwijkingen zou moeten terugschalen en een lagere of geen sanctie zou moeten opleggen. [Bezwaarmaker] heeft er zelf voor gekozen de betrokken DTA in te zetten in de rol van DTA, hoewel bij haar twijfel was gerezen over zijn functioneren bij een eerder project. Door verder onvoldoende interne controle uit te voeren en toezicht te houden op de DTA heeft [bezwaarmaker] zelf het risico genomen dat de DTA niet naar behoren functioneerde. De afwijkingen kunnen niet enkel worden gerelateerd aan het persoonlijk falen van één persoon. In hetgeen [bezwaarmaker] verder heeft aangevoerd en ook overigens ziet de commissie geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan [de CKI] de afwijkingen zou moeten terugschalen en een lagere of geen sanctie zou moeten opleggen. 7. De commissie komt tot de conclusie dat [de CKI] terecht de afwijkingen heeft vastgesteld en op basis daarvan het certificaat van [bezwaarmaker] onvoorwaardelijk ingetrokken. De proceskosten [Bezwaarmaker] verzoekt om vergoeding van kosten die zij in het kader van deze bezwaarschriftprocedure heeft moeten maken. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar uitsluitend vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Uit het vorenstaande volgt dat het bezwaar ongegrond is en de bestreden besluiten niet hoeven te worden herroepen. Daarom biedt artikel 7:15 van de Awb geen grondslag voor de gevraagde proceskostenvergoeding. Het advies De commissie adviseert [de CKI]: 1. het bezwaar ongegrond te verklaren en de bestreden besluiten in stand te laten; 2. de gevraagde vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar af te wijzen. Dit advies is gegeven door Oisterwijk, 20 november 2015. De Bezwaarschriftencommissie Ascert de secretaris de voorzitter