136 Het Koninkrijk regeert laat het komen! (Openbaring 11:15; 12:10) 1. Jehovah, u kent geen begin, u zult er altijd zijn. U plaatste uw Zoon op de troon, naast u, de Soeverein. Het Koninkrijk is opgericht, uw macht op aarde is in zicht. Dus nu is het de tijd voor redding en Koninkrijksmacht. Het Koninkrijk regeert! O, laat het toch komen met kracht! 2. De tijd voor de Duivel is kort; hij zorgt voor veel verdriet. Wij houden ons vast aan de hoop, wij zien wat niemand ziet. Het Koninkrijk is opgericht, uw macht op aarde is in zicht. 3. De engelen zingen in koor, de hemel is bevrijd. Er is nu weer vrede en rust, voorbij is Satans tijd. Het Koninkrijk is opgericht, uw macht op aarde is in zicht. snylpnw-o nr. 136 4/15 (Zie ook Dan. 2:34, 35; 2 Kor. 4:18.)
137 Geef ons moed (Handelingen 4:29) 1. Als we prediken tot mensen en vertellen van uw naam, maken velen het ons moeilijk om vrijmoedig door te gaan. Vader, geef ons toch uw geest als vrees voor mensen ons belet om aan u gehoorzaam te blijven. O Jehovah, hoor ons gebed. Geef ons moed om te getuigen van de waarheid uit uw Woord, zonder angst en vol vertrouwen, zodat iedereen het hoort. Armageddon komt dichterbij. Wij zien uit naar uw heerschappij! Geef ons moed om te getuigen, dat bidden wij. 2. Ook al kunnen we soms bang zijn we zijn stof, dat weet u goed uw belofte ons te helpen, geeft ons rust en nieuwe moed. Hoor toch hoe men ons bedreigt! Zie wat uw volk wordt aangedaan! Geef ons kracht, zodat we vrijmoedig blijven prediken in uw naam. snylpnw-o nr. 137 9/14 2014 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (Zie ook 1 Thess. 2:2; Hebr. 10:35.)
138 Jehovah is uw naam (Psalm 83:18) 1. U bent de ware God. U hebt ons veel gegeven als Schepper van het leven Jehovah is uw naam. We vinden het een eer van u te mogen spreken! Zelfs in de verste streken verhogen wij uw naam. Jehovah, Jehovah, er is geen God als u in de hemel of op aarde, als u is er niet é én! U alleen bent God Almachtig, zo weet straks iedereen. Jehovah, Jehovah, er is geen and re God dan u. 2. Wat u maar nodig vindt, kunt u ons laten worden we laten ons graag vormen Jehovah is uw naam. We voelen ons vereerd uw naam te mogen dragen. Wij willen alle dagen een volk zijn voor uw naam. snylpnw-o nr. 138 9/14 2014 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (Zie ook 2 Kron. 6:14; Ps. 72:19; Jes. 42:8.)
139 Leer hun standvastig te zijn (Mattheüs 28:19, 20) 1. Onderwijzen is heel vreugdevol als Gods liefde iemand raakt en hij graag Jehovah s raad aanvaardt, zich de waarheid eigen maakt. Jehovah, hoor nu ons gebed. Omring uw schaapjes met uw zorg. Wij smeken u met heel ons hart: geef hun uw kracht en help dat elk van hen volhardt. 2. Elke dag bad ik om hulp voor hen, want ze werden vaak beproefd. Door veel zorg en heel wat onderwijs zijn ze geestelijk gegroeid. 3. Maar nu moeten zij standvastig zijn, vol vertrouwen en geloof. Hun volharding en gehoorzaamheid wordt beloond zoals beloofd. snylpnw-o nr. 139 1/15 (Zie ook Luk. 6:48; Hand. 5:42; Fil. 4:1.)
140 Het leven van een pionier (Prediker 11:6) 1. s Ochtends vroeg sta ik op. t Wordt een prachtige dag. Ik sta aan het begin van een dag in de dienst, en ik bid. Met een lach bel ik aan, praat met mensen op straat. Of ze luist ren of niet, nee, het hindert me niet, ik ga door! Dit is waar ik voor sta, waar mijn leven om draait. Wat Jehovah mij vraagt, doe ik graag. Ik hou vol, ik ga door, geen obstakel te groot. Want zo zeg ik: Jehovah, ik hou veel van u. 2. s Avonds laat kom ik thuis. t Was een prachtige dag. Ik ben moe maar voldaan, blij dat ik ben gegaan, en ik bid. Ik doe graag wat ik kan, en Jehovah helpt mij. Voor zijn zegen en hulp dank ik hem elke dag altijd weer. snylpnw-o nr. 140 3/15 (Zie ook Joz. 24:15; Ps. 92:2; Rom. 14:8.)
141 Zoek naar mensen die vrede willen (Lukas 10:6) 1. Jezus gebood ons: predik overal! In stad en land, aan jong en oud vertelde hij Jehovah s woord. Hij hield van mensen, sprak met iedereen, de hele dag, van de morgen tot de zon verdween. Van huis tot huis en ook op straat, vertellen we van vroeg tot laat het goede nieuws: er komt een betere tijd. Zoek overal naar mensen die graag vrede willen. Grijp elke kans. God wil dat mensen eeuwig leven. Waar je ook bent, zoek overal. 2. Wij zoeken door omdat de tijd nu dringt. Miljoenen levens op het spel en ieder mensenleven telt. Liefde beweegt ons steeds weer t rug te gaan. De waarheid geeft mensen moed, hun leven krijgt een doel. We zoeken goed in dorp en stad naar iemand met een eerlijk hart. Het maakt ons blij als iemand Gods vriend wil zijn. snylpnw-o nr. 141 3/15 (Zie ook Jes. 52:7; Matth. 28:19, 20; Luk. 8:1; Rom. 10:10.)
142 Predik tot alle soorten mensen (1 Timotheüs 2:4) 1. We willen graag net als Jehovah zijn, aanvaarden onpartijdig iedereen. Het is Gods wens dat ieder wordt gered, ja, alle soorten mensen om ons heen. t Zijn de mensen, niet de deur. t Is het hart en niet de kleur. Jehovah wil dat iedereen hem kent. t Gaat om liefde bovenal, dus we zeggen overal dat iedereen een vriend van God kan zijn. 2. Het maakt niet uit waar iemand woont of werkt; Jehovah zorgt dat ieder wordt bereikt. Zijn ogen zien wat wij niet kunnen zien: hij ziet het hart als hij naar mensen kijkt. 3. Het maakt God blij als iemand voor hem kiest en daarom niet meer voor de wereld leeft. Open je hart, vertel aan iedereen dat God zijn vrienden eeuwig leven geeft. snylpnw-o nr. 142 5/15 (Zie ook Joh. 12:32; Hand. 10:34; 1 Tim. 4:10; Tit. 2:11.)
143 Licht breekt door het duister (2 Korinthiërs 4:6) 1. Door de nacht, door de duisternis, schijnt een schitterend licht het begin van een nieuwe dag. Er is redding in zicht. Licht breekt door het duister woorden van hoop en van moed doen zo veel mensen goed stralend als het daglicht, licht dat de nacht zal verslaan. De dag breekt aan. 2. Kom, ontwaak, slaap niet langer meer, want de nacht loopt ten eind. Kijk vooruit, naar de horizon, waar de morgen verschijnt. snylpnw-o nr. 143 6/15 (Zie ook Joh. 3:19; 8:12; Rom. 13:11, 12; 1 Petr. 2:9.)
144 Prediken is van levensbelang (Ezechiël 3:17-19) 1. Mensen hebben de kans om te luist ren naar de raad: kies Gods kant, want zijn dag is dichtbij, komt niet te laat. t Is onze plicht, wat God ons vraagt, het is van levensbelang. We maken overal bekend dat wie God dient in leven blijft, voor altijd. 2. Deze boodschap verkondigt Gods volk in ieder land, en we zeggen: Kom snel, want God reikt je nu de hand. (BRUG) De tijd dringt, t is belangrijk dat ieder luistert, leert en leeft. Dus predik, blijf vertellen dat God graag eeuwig leven geeft. snylpnw-o nr. 144 6/15 (Zie ook 2 Kron. 36:15; Jes. 61:2; Ezech. 33:6; 2 Thess. 1:8.)
145 Bereid je voor op de dienst ( Jeremia 1:17) 1. s Ochtends vroeg, een nieuwe dag. Ik ga prediken vandaag. Maar de lucht is grijs en het regent al zacht. Ik kijk naar buiten en denk eraan niet te gaan. Als je van God houdt en van mensen, en je goed voorbereidt, dan zul je zien: de dienst wordt leuker. Dat werkt altijd. We werken samen met de eng len. Jezus, die leidt ons werk. En je hebt mij toch, ik sta naast je. Zo staan we sterk. 2. Let maar op: straks ben je blij. Denk aan wat er wordt bereikt. En Jehovah ziet hoeveel jij van hem houdt. Weet, dat is iets wat hij nooit vergeet: wat jij deed. snylpnw-o nr. 145 6/15 (Zie ook Pred. 11:4; Matth. 10:5, 7; Luk. 10:1; Tit. 2:14.)
146 Je deed het voor mij (Mattheüs 25:34-40) 1. Jezus leidt een groot volk, and re schapen genoemd, en zij dienen God samen met Jezus broers. Al wat zij voor hen doen, of het klein is of groot, zijn dingen waarvoor Jezus hen graag beloont. Want je hield veel van hen, zo hield je van mij. Al wat jij voor hen deed, dat deed je voor mij. Je zorgde voor hen, dus je zorgde voor mij! Je hield veel van hen, je hield veel van mij. Ja, je deed het voor hen, je deed het voor mij. 2. Ik had honger en dorst, ja, het leven was zwaar, maar jij zorgde voor mij, je stond voor me klaar. Maar wanneer dan?, vraag jij. Wat ik deed was gewoon. De Koning vertelt je op vriend lijke toon: 3. Je bent mij altijd trouw, wat je doet maakt me blij en je predikt met hen die broers van me zijn. Dan vertelt hij de schapen aan zijn rechterhand: Je krijgt eeuwig leven, ik geef je dit land. snylpnw-o nr. 146 12/15 (Zie ook Spr. 19:17; Matth. 10:40-42; 2 Tim. 1:16, 17.)
147 Zijn speciale bezit (1 Petrus 2:9) 1. God heeft gezalfde zonen een volk dat hem trouw aanbidt, dat hij kocht uit de mensen, zijn speciale bezit. Als parels zo kostbaar u neemt hen als zonen aan. Zo dankbaar, uit liefde verdedigen zij loyaal uw naam. 2. Zij zijn een heil ge natie. Gods geest geeft hun helder zicht. Uit het duister geroepen naar zijn wonderbaar licht. 3. Zij zoeken and re schapen dat werk werd hun toevertrouwd onder leiding van Jezus, die heel veel van hen houdt. snylpnw-o nr. 147 12/15 (Zie ook Jes. 43:20b, 21; Mal. 3:17; Kol. 1:13.)
148 U gaf uw eigen Zoon ( Johannes 15:13) 1. Jehovah, mijn Vader, ik wist niet wat ik moest. Maar dankzij de losprijs heb ik nu een doel. Ik doe uw wil voortaan. O, God, mag mijn bestaan u eren, elke dag, en heiligen uw naam. U gaf uw eigen Kind, ik voel me zo bemind. Dat zal ik altijd zingen. U gaf voor mij uw eigen Zoon. 2. Wat bent u geduldig, ik hou zo veel van u. Uw naam en uw vriendschap zonder kan ik niet. Maar wat mij t meeste raakt, mij heel erg dankbaar maakt: uw Zoon, hij stierf voor ons. Zijn wij u zo veel waard? Slot Jehovah, mijn Vader, ik voel me heel erg klein. Ik dank u, u gaf voor mij uw Kind, uw eigen Zoon. snylpnw-o nr. 148 12/15 (Zie ook Joh. 3:16; 1 Joh. 4:9.)
149 Dankbaar voor de losprijs (Lukas 22:20) 1. Wij staan uit dankbaarheid, Jehovah, voor uw troon. Want u toonde zo veel liefde, u gaf ons uw Zoon. U zag hoe hij voor ons de dood zelfs overwon. Het was het grootste offer dat u ooit geven kon. Uw Zoon heeft ons van dood bevrijd, maar raakte zelf zijn leven kwijt. Dat treft ons diep, wij zijn u innig dankbaar, voor altijd. 2. Er zijn geen woorden voor wat Jezus heeft gedaan. Door zijn offer maakte hij Adams fout ongedaan. We waren zonder hoop, maar hij heeft ons gered. Wij willen onze dank graag tonen in dit gebed. snylpnw-o nr. 149 12/15 (Zie ook Hebr. 9:13, 14; 1 Petr. 1:18, 19.)
150 Geef je helemaal (Mattheüs 9:37, 38) 1. Jehovah weet met jouw talent wanneer je echt gelukkig bent. Dien hem vol vuur op zijn manier. Je leert dan veel, je hebt plezier. Maak een reis, leer een taal, bouw mee aan een zaal. Waar zijn de velden rijp? Daar ben jij! Geef je helemaal. 2. Reis ver, ontmoet je broeders daar. Ga voor een maand, of zelfs een jaar. Als je hen helpt en liefde toont, maak je God blij, word je beloond. 3. Maar ook bij jou wordt hard gewerkt. Er wordt gebouwd, gebied bewerkt. Doe daaraan mee en leer iets nieuws. Verruim jezelf, verrijk je dienst. snylpnw-o nr. 150 12/15 (Zie ook Joh. 4:35; Hand. 2:8; Rom. 10:14.)
151 De zonen van God worden geopenbaard (Romeinen 8:19) 1. Het openbaren van Gods zoons daarnaar verlangen wij. Dat zij met Jezus koning zijn en strijden aan zijn zij. Als God zijn zoons straks heeft onthuld begint de laatste strijd. Zij vechten voor rechtvaardigheid en vrede voor altijd. 2. Hun Koning roept, daar klinkt zijn stem het is een luid bevel. En de gezalfden weten nu: de oorlog nadert snel. (BRUG) En ze verslaan Gods vijanden, hun Koning voert hen aan. Op elke plaats en voor altijd wordt nu Gods wil gedaan. snylpnw-o nr. 151 4/16 (Zie ook Dan. 2:34, 35; 1 Kor. 15:51, 52; 1 Thess. 4:15-17.)
152 U geeft hoop, kracht en zekerheid (Spreuken 14:26) 1. O Jehovah God, u gaf mij hoop zo mooi het doet mij veel. En het raakt mij zo dat ik die liefst van de daken schreeuw. Maar soms zijn er angsten in mijn hart, valt het leven mij zo zwaar, is de hoop die vurig brandde een kleine vlam nog maar. U geeft hoop, u geeft kracht, u geeft zekerheid. Als moed mij ontbreekt, helpt u mij. Dankzij u predik ik met vrijmoedigheid want u staat altijd aan mijn zij. 2. O Jehovah, u gaf mij steeds kracht zodat ik nooit vergat dat u hielp, mij nooit liet vallen als ik het moeilijk had. Die gedachte geeft mij moed en kracht, in uw liefde ga ik door. En de vlam die bijna doofde brandt nu als nooit tevoor. snylpnw-o nr. 152 4/16 2016 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (Zie ook Ps. 72:13, 14; Spr. 3:5, 6, 26; Jer. 17:7.)
153 Wat doet de dienst met jou? (Hebreeën 13:15) 1. Voel jij je ook voldaan? Want je hebt je best gedaan en jezelf echt niet gespaard het was de moeite waard! Weet je, vergeet dit niet, dat God alle mensen ziet die heel eerlijk en oprecht graag doen wat God ze zegt. Wij loven u om al uw pracht met heel ons hart, verstand en kracht, met veel plezier en met gezang, ons hele leven lang. 2. Voel jij je ook zo blij als het aankomt wat je zei, als de waarheid iemand raakt en heel gelukkig maakt? En je beseft heel goed dat als iemand lelijk doet je Gods naam toch hebt geëerd dat is wat hij waardeert.
3. Voel jij je ook zo sterk? Want God zegent al je werk t werk dat hij belangrijk vindt omdat het levens wint. Predik jij ook met moed en kies jij je woorden goed? Zoek naar mensen die oprecht graag doen wat God ze zegt. snylpnw-o nr. 153 4/16 2016 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (Zie ook Hand. 13:48; 1 Thess. 2:4; 1 Tim. 1:11.)
154 Wij zullen echt volharden (Mattheüs 24:13) 1. Als het moeilijk wordt wat geeft ons dan voldoende kracht? Hoe hield Jezus vol toen in die hele zware nacht? Hij zag de beloning en wist: het is volbracht! Wij zullen echt volharden, wij strijden onze strijd. Uw liefde houdt ons staande. Wij houden moedig vol tot aan het eind. 2. t Leven vloog voorbij en bracht soms ook verdriet en pijn. Maar ik voel me blij omdat ik straks weer jong zal zijn. Ik zie de beloning, volhard tot aan het eind! 3. Wij gaan moedig door en zonder angst vertellen wij: Straks begint Gods Dag en is verdriet voorgoed voorbij. Wij zien de beloning, die komt steeds dichterbij! snylpnw-o nr. 154 4/16 2016 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (Zie ook Hand. 20:19, 20; Jak. 1:12; 1 Petr. 4:12-14.)