Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen. Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011, nr.

Cafetaria-en salderingsregeling

Eén van deze loonbestanddelen kan ingeruild worden voor:

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

kantoor Den Haag Verbond van Verzekeraars Postbus AL DEN HAAG Geachte heer,

Kantoor Arnhem. Werkgeversorganisatie in de Sport. Postbus AD ARNHEM. Geachte heer/mevrouw,

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen

Kantoor Utrecht. Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus AH GOUDA. Geachte heer,

Fietsregeling gemeente Oldambt 2010

Fietsregeling. (Ter uitvoering van artikel 4a:1, lid 5, en artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO)

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten

Kantoor Arnhem. Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging. Postbus AB ZOETERMEER. Geachte heer/mevrouw,

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Kantoor Arnhem. VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus BN DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Werkkostenregeling SKBG

Regeling Cafetariamodel

College voor Arbeidszaken Kamer Gesubsidieerde Arbeid

kantoor Haarlem BETA t.a.v. secretariaat Postbus BC Rotterdam Geachte heer, mevrouw,

Kantoor Arnhem. Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus AB DEN HAAG. Geachte mevrouw,

Besluit van 22 mei 2001, nr. CPP2000/ 3172M

College voor Arbeidszaken Kamer Gesubsidieerde Arbeid

Heeft u interesse in een (aanvullende) reiskostenvergoeding?

Kantoor Arnhem. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Secretariaat CAO voor de Tandtechniek Postbus GD UTRECHT.

Fietsregeling 2015 SPO De Liemers

Werkkostenregeling/Ruilen van Arbeidsvoorwaarden

Werkkostenregeling: 10 tips voor een goede implementatie

Kantoor Arnhem. Landelijke Huisartsen Vereniging Postbus LB UTRECHT. Geachte mevrouw,

Kennisgroep CAO Kantoor Utrecht. Nederlandse Zuivel Organisatie. Postbus AA Den Haag

Kantoor Rotterdam. Koninklijke Horeca Nederland. Postbus AN WOERDEN. Geachte heer,

Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d.

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Kantoor Almelo. Centraal Orgaan voor de Vleessector Postbus AB ZOETERMEER. Geacht mevrouw,

Datum 21 augustus 2014 Vereniging Sociaal Comité van Werkgevers in de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen ...

Kantoor Almelo. Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Postbus AB ZOETERMEER. Geacht heer,

Betreft: cao Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen 2017/2018

kantoor Den Haag Vereniging Openbare Bibliotheken Postbus BC Den Haag Geachte mevrouw,

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249

ons kenmerk Marz/CvA/U Lbr.05/104 CvA/LOGA 05/29

Kantoor Arnhem. Vereniging VACO. Postbus AA LEIDEN. Geachte heer/mevrouw,

Oost-Brabant. Stichting Vakraad Metaal & Techniek t.a.v. de Directie Postbus AE DEN HAAG. Geachte heer, mevrouw,

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen. S. de Jongstraat MA WOUDSEND. Geachte heer/mevrouw,

Regeling fiets-privé 1. Algemene omschrijving 2. Begripsbepalingen

... Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten

Cafetariaregeling in Loon

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer,

Kantoor Eindhoven. Stichting Bedrijfsraad Motorvoertuigen en Tweewielerbedrijf t.a.v. het secretariaat Waterveste 1a 3992 DB Houten

... De beoordeling heeft plaatsgevonden naar de cao en naar de wet- en regelgeving zoals die gelden per 1 januari 2017.

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Oost-Brabant Kantoor Eindhoven

Kantoor Eindhoven. Branchevereniging VHG Postbus CA Houten. Betreft: CAO Hoveniersbedrijf in Nederland 2016/2018.

Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM. Geachte heer,

Cafetariasysteem en pensioenopbouw

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Betreft: beoordeling cao in het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf op fiscale aspecten

Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM. Geachte,

Kantoor Utrecht ON 557-1Z*1ED. Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen Postbus BJ ALMERE. Geachte heer,

Provinciaal Blad. 2013/30 Nummer Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. INretail. Arnhemse Bovenweg AG Zeist. Betreft: cao Retail Non-Food.

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Bezuidenhoutseweg AC Den Haag

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Kantoor Eindhoven. Stichting Vakraad Metaal & Techniek t.a.v. de Directie Postbus AE DEN HAAG. Geachte heer, mevrouw,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs

2016 Nederlandse Associatie voor Examinering Loonheffingen niveau 5 1 / 7

Midden- en kleinbedrijf. Kantoor Almelo. Secretariaat Sociaal Partners CAO VVT Postbus RG UTRECHT

... Betreft CAO Wonen , algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2009.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Feiten. Standpunt inspecteur

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Cateringorganisaties Postbus AR GORINCHEM. Geachte heer,

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling keuzemodel arbeidsvoorwaarden voor de organisaties Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71

IKAP-Regeling rijkspersoneel

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

De leden-waterschappen. pensioengrondslag minderwerk en verlof. Geachte leden,

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

VOORBEELDAFSPRAAK. Aanvulling op de arbeidsovereenkomst inzake verbod op privé-gebruik van de ter beschikking gestelde bestelauto

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

1 Telefoon Telefax (0546) Kennisgroep CAO ...

Belasting op personenauto s en motorrijwielen, afschrijvingslijn, mogelijkheid tot tegenbewijs

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

Toelichting Fietsregeling 2017

Kantoor Almelo. Stichting FSO / KNV Busvervoer. Postbus AD CULEMBORG. Geachte heer,

1 Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Cao Ziekenhuizen

Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten

Stichting Normering Arbeid College van Beroep

Kantoor Eindhoven. Vakraad voor Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Postbus AC Heemstede. Geachte heer/mevrouw,

Transcriptie:

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/2518M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. Dit besluit is een actualisering per 1 januari 2006 van de besluiten van 23 november 1998, nr. DB98/968M, 30 juli 1999, nr. DB99/2355M, 21 december 2000, nr. CPP2000/2942M, 15 maart 2001, nr. CPP2000/2943M en 23 september 2003, nr. CPP2003/1025M. De tekst is bovendien toegankelijker opgezet en aangevuld met enkele bijzondere situaties. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wijziging overeengekomen beloning 2.1. Algemeen 2.2. Aard en gevolgen van een wijziging 2.3. Overige aspecten/misbruiksituaties 3. Vereenvoudigde praktische voorbeelden 4. Inwerkingtreding en intrekking besluiten 1. Inleiding In de uitvoeringspraktijk van de loonheffingen bestaat behoefte aan verduidelijking van de wetstoepassing inzake zogenoemde cafetariaregelingen. Dit zijn regelingen op grond waarvan een werknemer een keuze kan maken met betrekking tot de vorm van de te genieten beloning. Uit het grote aantal vragen aan de Belastingdienst over de fiscale gevolgen van een dergelijke ruil blijkt een grote behoefte aan rechtszekerheid te bestaan. In het belang van de rechtszekerheid, ter verduidelijking en ter bevordering van een uniforme behandeling voor de loonheffingen zet ik hieronder het beleid op dit gebied uiteen. In onderdeel 2 van dit besluit is hiertoe een algemeen toetsingskader geschetst voor aan werknemers geboden keuzes van arbeidsvoorwaarden of beloningsbestanddelen. Hierbij staat centraal de beoordeling van de realiteitswaarde van dergelijke keuzes. Onderdeel 3 bevat een aantal voorbeelden van situaties waarin een ruil al dan niet de door betrokkenen beoogde gevolgen voor de loonheffingen heeft. Voorts bevat onderdeel 3 een opsomming van de elementen die een werkgever in een cafetariaregeling en in een aanvulling op de arbeidsovereenkomst kan opnemen.

Dit besluit is een algemeen kader voor de toetsing van wijzigingen van beloningen en met name van cafetariaregelingen. Het kan, gelet op het aantal en de diversiteit van de denkbare situaties, geen uitsluitsel bieden voor de rechtstoepassing in elk concreet geval. Hierom is het raadzaam een voorgenomen wijziging van de beloning vooraf aan de Belastingdienst voor te leggen voor uitsluitsel over de gevolgen voor de loonheffingen. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen loonheffing loonbelasting/premie volksverzekeringen loonheffingen loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet SV-loon de uitkeringsgrondslag voor de werknemersverzekeringen werkgever inhoudingsplichtige voor de loonheffingen Wet LB Wet op de loonbelasting 1964 CAO collectieve arbeidsovereenkomst 2. Wijziging overeengekomen beloning 2.1. Algemeen Cafetariaregelingen voorzien in het algemeen in een ruil van belaste loonbestanddelen met andere loonbestanddelen die geheel of gedeeltelijk niet tot het loon in de zin van de Wet LB en het SV-loon behoren. De ruil van belaste loonbestanddelen betreft bijvoorbeeld (een gedeelte van) het brutoloon per maand, een eindejaarsuitkering, een tantième, een provisie of de vakantietoeslag (hierna: de bron). Een bijzondere vorm van ruil is die waarbij de werknemer ADV-dagen of vakantiedagen ruilt. De werknemer kan dergelijke loonbestanddelen bijvoorbeeld inzetten ter verkrijging van een fiets, spaarloon, een vergoeding voor kosten van kinderopvang, een vergoeding of verstrekking van de inrichting van een werkruimte, een vergoeding voor regelmatig woon-werkverkeer of andere zakelijke reizen, een vergoeding van de kosten van een studie of een vergoeding van vakbondscontributie (hierna: het doel). Realiteitswaarde wijziging Werkgevers en werknemers kunnen een overeengekomen beloning wijzigen. Dit kan incidenteel gebeuren of structureel, via een cafetariaregeling. Een wijziging kan incidentele of langdurige gevolgen hebben. Van een wijziging van de overeengekomen beloning is alleen sprake als de wijziging als zodanig realiteitswaarde heeft. De wijziging heeft deze realiteitswaarde niet, als de betrokken partijen in wezen geen wijziging in hun onderlinge rechtsverhouding hebben aangebracht of iets anders zijn overeengekomen. In dit verband moet een wijziging van de overeengekomen beloning worden onderscheiden van een besteding van het loon. Uitgangspunten bij beoordeling

Bij een beoordeling van wijzigingen van de overeengekomen beloning gelden de volgende uitgangspunten: - Het staat werknemers en werkgevers in beginsel vrij om de arbeidsvoorwaarden en in het bijzonder de (samenstelling van de) beloning, optimaal af te stemmen op de wettelijke mogelijkheden. - Wat betreft de samenstelling van de voor de loonheffingen relevante onderdelen van een beloning kan in beginsel worden aangenomen dat hetgeen werkgever en werknemer hierover schriftelijk in de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen realiteitswaarde heeft. - Ook wijzigingen in de overeengekomen beloning werken door in de werkelijke, in de toekomst te genieten beloning. - Een structurele keuzemogelijkheid in een beloningsregeling is in het algemeen voor de betrokkenen van wezenlijke betekenis. Als een wijziging van de overeengekomen beloning berust op een dergelijke structurele keuzemogelijkheid, hoeft in beginsel niet aan de realiteitswaarde van de wijziging te worden getwijfeld. - Bij een min of meer incidentele keuzemogelijkheid kan twijfel ontstaan over de realiteitswaarde van de ruil en de duiding ervan voor de loonheffingen. Dit is zeker het geval als de ruil buiten de beoogde gevolgen voor de loonheffingen geen wezenlijke betekenis of gevolgen heeft. In zulke gevallen is de vormgeving in het bijzonder van belang om sterk gelijkende situaties met verschillende gevolgen voor de loonheffingen van elkaar te onderscheiden. De realiteitswaarde van een wijziging van de overeengekomen beloning behoeft in beginsel geen nadere beoordeling als het een toekomstgerichte wijziging is, die berust op een structurele regeling (zoals een collectieve arbeidsovereenkomst) en indien, buiten de beoogde gevolgen voor de loonheffingen, sprake is van wezenlijke verschillen en gevolgen (zie onder 2.2). Van belang is wèl, dat inkomensafhankelijke regelingen die gevolgen verbinden aan de keuzes in het kader van de cafetariaregeling consequent worden toegepast. Deze en de volgende aspecten kunnen ieder op zichzelf of in hun onderlinge samenhang bezien een rol spelen bij de beoordeling van de realiteitswaarde van een wijziging in de overeengekomen beloning en de eventuele gevolgen voor de loonheffingen. 2.2. Aard en gevolgen van een wijziging De aard van een wijziging kan inhouden dat de werknemer een alternatieve beloning geniet op een ander tijdstip of tot een andere waarde. Een voorbeeld daarvan is het afzien van een structurele loonsverhoging in ruil voor de verstrekking van een fiets. Een wijziging van de overeengekomen beloning heeft in een aantal situaties ook andere dan de primair beoogde gevolgen. Een verlaging van bijvoorbeeld het loon in geld, heeft in het algemeen gevolgen voor: - de grondslag voor de berekening van de diensttijdvrijstelling; - de pensioengrondslag en de verschuldigde pensioenpremies (zie in dit verband evenwel het besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047M); - de grondslag voor de berekening van het vakantiegeld;

- het loon tijdens ziekte of zwangerschap; - het SV-loon; - de grondslag voor inkomensafhankelijke voorzieningen, zoals de huurtoeslag. Het past bij een reële wijziging van de overeengekomen beloning dat de betrokkenen dergelijke verschillen of gevolgen, voorzover aanwezig gelet op de terzake geldende regeling, bewust aanvaarden. Het staat de betrokkenen echter vrij om, met inachtneming van de terzake geldende regelgeving, regelingen zodanig aan te passen dat keuzes in het kader van een cafetariaregeling daarop geen invloed meer hebben. Voorbeeld In een CAO is bepaald dat een verlaging van het brutoloon via de cafetariaregeling geen invloed heeft op de grondslag van overwerktoeslagen. Zo'n bepaling heeft geen nadelig gevolg voor de realiteitswaarde van de cafetariaregeling. 2.3. Overige aspecten/misbruiksituaties De realiteitswaarde van een wijziging van de overeengekomen beloning behoeft in beginsel geen nadere beoordeling als het een toekomstgerichte wijziging is, die berust op een structurele regeling en indien buiten de beoogde gevolgen voor de loonheffingen sprake is van wezenlijke verschillen en gevolgen (zie onder 2.1 en 2.2). Betreft de wijziging van de overeengekomen beloning echter (gekunstelde) situaties waarin één of meer van deze aspecten anders liggen, dan kan een nadere beoordeling wel nodig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een beoogde wijziging van loon dat (mede) betrekking heeft op het verleden of in het verleden verrichte arbeid. Dan moet in het bijzonder worden beoordeeld of de werknemer het desbetreffende loonbestanddeel al heeft genoten of, door verrekening, bij gelegenheid van de wijziging zal genieten. Duidelijkheidshalve merk ik op dat de met een wijziging beoogde gevolgen voor de loonheffingen uiteraard een aparte beoordeling vergen, ook indien geen twijfel bestaat over de realiteitswaarde van de wijziging. In al deze gevallen is voor de loonheffingen bepalend hetgeen de werknemer werkelijk geniet of zal genieten. Dit is alleen in bijzondere gevallen anders (zie bijvoorbeeld artikel 13a, tweede en derde lid, van de Wet LB). In dit verband wijs ik op de uitspraak van Hof Den Haag, van 26 februari 1993, nr. 91/3498, (onder meer gepubliceerd in V-N 1993/2505) waarin inhoudingen op het bruto loon werden aangemerkt als betalingen uit het netto loon, in het kader van een betalingsregeling. Ook wijs ik op het arrest van de Hoge Raad, van 18 februari 1998, nr. 306 (onder meer gepubliceerd in V-N 1998/12.20), naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, van 10 oktober 1996, nr. 94/826. In dat arrest ging het om door werknemers verschuldigde eigen bijdragen voor een ter beschikking gestelde auto, die in mindering werden gebracht op het bruto loon. Uitgaande van de feitelijke vaststelling van de Centrale Raad, bevestigde de Hoge Raad diens oordeel dat het loon dat stond tegenover de maandelijkse eigen bijdragen (telkens) door verrekening werd genoten. Tot slot merk ik in dit verband nog het volgende op. Indien sprake is van wijzigingen die nietig of vernietigbaar zijn, bijvoorbeeld wegens strijd met dwingendrechtelijke bepalingen, geeft de Belastingdienst vooraf geen zekerheid over de gevolgen voor

de loonheffingen. De Belastingdienst zal situaties bestrijden waarin sprake is van wijzigingen die, afgezien van de beoogde gevolgen voor de loonheffingen en het SVloon, voorspelbaar nadelig zijn en overigens praktische betekenis missen. Van voorspelbare nadeligheid is bijvoorbeeld sprake als een werknemer akkoord gaat met de ruil van een eindejaarsuitkering van 100 voor een vergoeding van 90 voor vakliteratuur. De Belastingdienst bestrijdt evenwel niet situaties waarin een wijziging van een beloning alleen mogelijk nadelig uitpakt omdat de wijziging op grond van de pensioenregeling doorwerkt in de pensioengrondslag. Een eventuele doorwerking in de pensioengrondslag is naar mijn oordeel van een zodanige betekenis dat niet gezegd kan worden dat de wijziging, afgezien van de beoogde gevolgen voor de loonheffingen en het SV-loon, overigens praktische betekenis mist. 3. Vereenvoudigde praktische voorbeelden Bij de volgende voorbeelden is het uitgangspunt dat aan alle voorwaarden van de toepasselijke wettelijke bepalingen en regelingen is voldaan. Voorbeeld 1 Een werkgever treft een structurele regeling die gebaseerd is op een CAO. Op grond van deze regeling kan elke werknemer die kosten van kinderopvang maakt elk jaar afzien van een deel van het brutoloon per maand in ruil voor een vergoeding van de kosten van kinderopvang. Uitwerking In dit geval bestaat, gelet op het structurele karakter van de regeling en de aanvullende, toekomstgerichte voorwaarden geen twijfel over de realiteitswaarde van de ruil. Een eventueel op grond van deze regeling verstrekte vergoeding van de kosten van kinderopvang kan, met inachtneming van de wettelijke maxima, onbelast blijven. Voorbeeld 2 Werknemers die regelmatig telewerken kunnen van een werkgever een vergoeding voor de inrichting van de werkruimte krijgen. De werkgever stelt als voorwaarde dat de werknemer gedurende drie jaren afziet van een aantal verlofdagen. Hiertoe wordt de waarde van een verlofdag gesteld op een evenredig gedeelte van het brutoloon van de desbetreffende werknemer. Indien de werknemer niet langer telewerkt, of bij tussentijds ontslag, stopt de werkgever de vergoeding. De werknemer hoeft vanaf dat moment niet langer af te zien van verlofdagen. Uitwerking Ook in dit geval bestaat er geen twijfel over de realiteitswaarde. Werknemers die aan de regeling deelnemen werken in feite langer, in ruil waarvoor de werkgever bereid is een kostenvergoeding toe te kennen. De kostenvergoeding kan met inachtneming van de wettelijke voorwaarden een vrije vergoeding zijn. Voorbeeld 3 Werknemers hebben recht op een 13e maanduitkering, uit te betalen in januari. In de loop van het jaar daaraan voorafgaand wordt na overleg met de ondernemingsraad overeengekomen, dat een werknemer kan afzien van de 13e maanduitkering en in plaats daarvan kan kiezen voor een spaarloonregeling. Indien het bruto bedrag van

de 13e maanduitkering van de individuele werknemer ontoereikend is om het maximaal toegestane spaarloonbedrag per jaar in januari te benutten kan de werknemer daarnaast nog afzien van een deel van het brutoloon per maand gedurende de resterende maanden van het jaar. De werkgever legt dit vast in een cafetariaregeling. Als een werknemer deelneemt komen de werkgever en werknemer een aanvulling op de arbeidsovereenkomst overeen. Uitwerking In dit geval bestaat, gelet op het structurele karakter van de regeling en de aanvullende, toekomstgerichte voorwaarden geen twijfel over de realiteitswaarde van de ruil. Praktische aanwijzingen De opzet van een cafetariaregeling en de aanvulling op de arbeidsovereenkomst zijn vanuit het oogpunt van de loonheffingen in beginsel vormvrij. Als handreiking voor de praktijk staan hieronder niettemin nog enkele praktische aanwijzingen. Allereerst is van belang dat de werkgever in de gehanteerde regeling duidelijk omschrijft wat de toekomstige keuzemogelijkheden voor de werknemer zijn, wat de fiscale en andere (inkomensgerelateerde) gevolgen (kunnen) zijn en indien van toepassing, wat de gevolgen bij uitdiensttreding zijn. In een aanvulling op de arbeidsovereenkomst kunnen werkgever en werknemer de individuele keus van de werknemer vastleggen. Daarin kan de werkgever bijvoorbeeld het volgende opnemen: - de reden van de aanvulling op de arbeidsovereenkomst; - het doel waarvoor de werknemer een bron inzet en de afgesproken periode (bijvoorbeeld: "De werkgever zal in verband met de vergoeding van de kosten voor kinderopvang aan de werknemer een belastingvrije vergoeding verstrekken met ingang van.(datum) tot ( datum) van per maand."; - de bron die de werknemer in het kader van de regeling inzet, tot welk bedrag hij de bron inzet en de periode waarover hij die bron inzet (bijvoorbeeld: "Het overeengekomen brutoloon per maand zal met ingang van. (datum) tot (datum) worden verlaagd met een bedrag van per maand.". 4. Inwerkingtreding en intrekking besluiten Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. De besluiten van 23 november 1998, nr. DB98/968M, 30 juli 1999, nr. DB99/2355M, 21 december 2000, nr. CPP2000/2942M, 15 maart 2001, nr. CPP2000/2943M en 23 september 2003, nr. CPP2003/1025M zijn met ingang van die datum ingetrokken.