1 Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Cao Ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Cao Ziekenhuizen"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave: 1 Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Cao Ziekenhuizen 1 Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Cao Ziekenhuizen De spelregels en grenzen De inzet van bronnen Fiscale informatie Gevolgen voor arbeidsvoorwaarden Cao, sociale zekerheid en pensioen Gevolgen voor de pensioenopbouw per bron en per doel Rekenvoorbeelden 7 Bijlage 1: Overzicht van bronnen en doelen 9 Bijlage 2: Overzicht van de voorwaarden per bron 10 Bijlage 3: Gevolgen inzet geldbronnen voor andere arbeidsvoorwaarden Cao 11 Bijlage 4: Gevolgen inzet geldbronnen voor de sociale zekerheid 12 Bijlage 5: Gevolgen voor de pensioengrondslag 13 Bijlage 6: Besluit staatssecretaris van Financiën 22 februari 2002, nr. CPP2001/ Bijlage 7: Besluit staatssecretaris van Financiën 7 december 2005, nr. CPP2005/2518M 22 1

2 1. Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden biedt de werknemer de mogelijkheid om keuzes te maken in de samenstelling van het arbeidsvoorwaardenpakket. Daarbij gelden bepaalde grenzen en spelregels. Zo kan de werknemer de arbeidsvoorwaarden beter afstemmen op de persoonlijke situatie en behoeften. De gedachte is dat deze keuzevrijheid de tevredenheid over het arbeidsvoorwaardenpakket doet toenemen en een positieve invloed heeft op het aanstellen en binden van personeel. 1.1 De spelregels en grenzen Voor wie geldt het meerkeuzesysteem? De deelname aan het meerkeuzesysteem staat open voor de werknemers waarop de Cao Ziekenhuizen van toepassing is. De deelname aan het keuzesysteem is vrijwillig. De werknemer die tevreden is met het basis pakket arbeidsvoorwaarden laat de samenstelling van zijn arbeidsvoorwaarden dus ongewijzigd. Niet meedoen aan het meerkeuzesysteem is dus ook een keuze. NOOT: de werkgever kan bepalen de werkingssfeer van het meerkeuzesysteem uit te breiden naar medewerkers die niet onder de Cao Ziekenhuizen vallen. Zo kan de werkgever het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden ook van toepassing verklaren op de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). Hoe werkt het meerkeuzesysteem in grote lijnen? Het principe van het keuzesysteem is dat de werknemer op vrijwillige basis een onderdeel van het basis arbeidsvoorwaardenpakket inlevert ten gunste van een ander onderdeel. Of wel de waarde van een basis onderdeel wordt verlaagd en de daarmee vrijkomende waarde wordt ingewisseld voor een andere, meer geprefereerde arbeidsvoorwaarde. Dit inwisselen kan ook worden aangeduid met ruilen van arbeidsvoorwaarden. De onderdelen van het basis arbeidsvoorwaardenpakket waarvan de waarde kan worden verlaagd ten gunste van een andere arbeidsvoorwaarde, worden de bronnen genoemd. De arbeidsvoorwaarden die gekozen kunnen worden, de bestemming van de in te wisselen bronnen, worden aangeduid met de doelen. De Cao Ziekenhuizen regelt de bronnen en doelen limitatief. De instelling kan met instemming van de ondernemingsraad het meerkeuzeysteem arbeidsvoorwaarden uitbreiden met extra doelen (bijvoorbeeld fietsplan of reiskosten woon-werkverkeer, zie hoofdstuk 11 en 12) Samengevat: Ruilen van arbeidsvoorwaarden: een werknemer levert op vrijwillige basis een onderdeel van het basis arbeidsvoorwaardenpakket in voor een ander onderdeel. Bronnen: onderdelen van het arbeidsvoorwaardenpakket waarvan de waarde kan worden verlaagd ten gunste van een andere arbeidsvoorwaarde. Doelen: de bestemmingen van de in te wisselen bronnen. De instelling kan geen bronnen toevoegen. De instelling kan met instemming van de ondernemingsraad doelen toevoegen. Welke keuzes zijn er mogelijk? Er kan een keuze worden gemaakt uit de in de Cao Ziekenhuizen in Hoofdstuk 8 Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden genoemde doelen. De in het betreffende hoofdstuk genoemde tijd- en geldbronnen staan beschikbaar om binnen bepaalde grenzen in te wisselen voor één of meer tijd- en gelddoelen. In de bijlage 1 bij dit hoofdstuk staan de bronnen en doelen opgenomen. 2

3 Extra vakantieuren Het is in beginsel niet de bedoeling dat extra vakantie-uren die via het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden worden verworven, later weer worden ingezet als bron voor een ander doel. Het meerkeuzesysteem maakt dit wel mogelijk, maar dit dient alleen in uitzonderingsgevallen te worden toegepast. Kinderopvang De keuze voor het doel kinderopvang is door gewijzigde wet- en regelgeving per 1 januari 2007 komen te vervallen. De keuzeprocedure De Cao regelt dat de werknemer schriftelijk aangeeft welke bronnen hij in het volgende kalenderjaar wil inwisselen tegen welke doelen. De werkgever is verplicht de werknemer te wijzen op de gevolgen van deze keuze van de werknemer. In het jaargesprek komen de eventuele wensen van de werknemer over het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden aan de orde. De werkgever heeft met instemming van de ondernemingsraad een regeling voor het jaargesprek opgesteld. Hierin kan worden opgenomen wanneer het jaargesprek plaatsvindt en op welk tijdstip de afspraken met betrekking tot het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden voor het komende kalenderjaar gemaakt moeten zijn respectievelijk de wensen van de werknemer ingediend moeten zijn. Tijdbronnen en tijddoelen kunnen uitsluitend met instemming van de werkgever worden ingezet ingezet en/of worden gekozen. De werkgever dient een afwijzing schriftelijk te motiveren. De gemaakte keuzes gelden voor de duur van het daarop volgende kalenderjaar, tenzij werkgever en werknemer schriftelijk anders overeenkomen. Tijdens de afgesproken periode kan de keuze in beginsel niet worden gewijzigd. De waarde van de in te wisselen tijdbronnen en tijddoelen? Het bruto uurloon fungeert voor zowel de tijdbronnen als tijddoelen als centrale rekeneenheid. Het uitgangspunt voor de waardebepaling van de tijdbronnen is dat de waarde op het moment van het sluiten van de overeenkomst wordt berekend door het aantal ingezette uren te vermenigvuldigen met het actuele bruto uurloon vermeerderd met vakantiebijslag, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage. De werkgever mag in overleg met de ondernemingsraad van dit uitgangspunt afwijken. Het bruto uurloon wordt gevonden door het bruto maandloon (exclusief toeslagen) te delen door de contractuele arbeidsduur op maandbasis. Voor een voltijdbaan van 36 uur bedraagt de arbeidsduur op maandbasis 156 uur. Bij een bruto maandloon van 1.497,00 is het bruto uurloon 9,60 (1.497,00 / 156). Dit uurloon wordt vervolgens verhoogd tot 10,90 ( 9,60 verhoogd met 8% vakantiebijslag, 5% eindejaarsuitkering en 0,5% levensloopbijdrage) De waarde van de tijddoelen wordt op overeenkomstige wijze bepaald. De werknemer moet voor het sluiten van de overeenkomst op de hoogte zijn van de waarde van de in te wisselen tijdbronnen en tijddoelen. De gevolgen voor de overige arbeidsvoorwaarden en de bovenwettelijke zekerheid De inzet van het bruto maandloon heeft gevolgen voor de hoogte van de aan het brutoloon gerelateerde toeslagen, zoals onder meer de vakantiebijslag en eindejaarsuitkering en wettelijke uitkeringen zoals onder meer de WW en WIA. 1.2 De inzet van bronnen De beschikbare bronnen kunnen worden ingewisseld voor één of meer doelen. Uitruilen kan uitsluitend plaatsvinden voor zover het recht op bronnen is opgebouwd. 3

4 Per bron gelden er voorwaarden bij de inzet. Daarin geldt een onderscheid tussen: de toegankelijkheid van de bron voor de werknemer; de beoordeling en beslissing van de werkgever; beperkingen in de CAO of arbeidswetgeving; fiscale voorwaarden. Het inzetten van bruto loonbestanddelen moet volgens de fiscus leiden tot een verlaging van het overeengekomen loon, behalve als deze worden ingezet voor de doelen levensloop, aanvullend pensioen en spaarloon. Om die reden kan de bron vakantiebijslag alleen worden ingezet voor de doelen levensloop, aanvullend pensioen en spaarloon. Indien de bron vakantiebijslag wordt ingezet voor een ander doel, dan leidt dit tot aanpassing van de overeengekomen vakantietoeslag van 8% van het brutoloon en tot strijdigheid met artikel 15 van de Wet op het Minimumloon en Minimumvakantiebijslag. Zie bijlage 2 bij dit hoofdstuk voor een overzicht van de voorwaarden per bron. De bronnen waarvan de aanwezigheid of omvang voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst niet voor de gehele periode vaststaat (bijvoorbeeld: compensatie-uren overwerk en onregelmatigheid, overwerkvergoeding en onregelmatigheidstoeslag) moeten bij voorkeur niet worden ingezet voor vaste doelen (bijvoorbeeld: deelname fietsplan met aflossing lening over 36 periodes). Sommige bronnen hebben invloed op elkaar. Zo leidt de inzet van bruto maandloon in de maanden mei en december tot respectievelijk een lagere vakantietoeslag en een lagere eindejaarsuitkering. Rekenvoorbeeld waarbij geen rekening wordt gehouden met de doorwerking op toeslagen Stel dat de werknemer 12 maanden het bruto maandsalaris verlaagt met 45,38 per maand dan leidt dat tot 43,56 minder vakantietoeslag op jaarbasis. De berekening is als volgt: 12 keer 45,38 = 544,54 keer 8% = 43,56. Overigens kan de werknemer met de werkgever de afspraak maken om rekening te houden met het effect van de verlaging van de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage. Dat kan door uit te gaan van een benadering op jaarbasis. De werknemer geeft aan een bepaald bedrag op jaarbasis te willen inwisselen voor een doel. Er kan teruggerekend worden naar een bedrag per maand waarbij rekening is gehouden met de verlaging van de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage. Rekenvoorbeeld waarbij wel rekening wordt gehouden met de doorwerking op toeslagen Als basis voor het bruto jaarinkomen wordt genomen: 12 keer het bruto maandsalaris (exclusief toeslagen) vermeerderd met 0,96 bruto maandsalaris voor de vakantietoeslag (12 keer 8%), 0,60 bruto maandsalaris voor de eindejaarsuitkering (12 keer 5,0%) en 0,06 voor de levensloopbijdrage (12 keer 0,5%), samen 13,62 keer het bruto maandsalaris (exclusief toeslagen). Als de werknemer op jaarbasis 500 aan bruto salaris wil inwisselen dan wordt de volgende berekening gemaakt: 500 / 13,62 = 36,71 bruto salaris per maand, ofwel 440,53 per jaar ( 500 / 13,62 x 12), 35,24 vakantietoeslag per jaar (0,96 * 500 / 13,62), 22,03 eindejaarsuitkering per jaar (0,60 * 500 / 13,62) en 2,20 levensloopbijdrage per jaar (0,06 * 500 / 13,62). De werknemer wijst wel vooraf de genoemde geldbronnen aan. Door verlaging van het bruto maandloon wordt automatisch de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage aangepast. NOOT 1: Indien de werknemer een deel van het bruto maandsalaris inzet kan dit er toe leiden dat de minimum vakantietoeslag in de Cao (het vloerbedrag) van (2009) vanaf 22 jaar (artikel lid 2), wordt onderschreden. In principe moet de werkgever het verschil aanvullen. Het advies is de werknemer alleen toe te staan zoveel brutoloon als geldbron in te wisselen en een zodanig aflossingsschema af te spreken zodat het vloerbedrag zo min mogelijk wordt aangetast, bijvoorbeeld door een langere aflossingsperiode. 4

5 NOOT 2: Om nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw van de werknemer te voorkomen dient te worden voldaan aan de voorwaarden van het besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047. Dit betekent dat er sprake dient te zijn van een schriftelijke regeling die openstaat voor tenminste 75% van het personeel en waarbij de werknemers tenminste éénmaal per jaar de samenstelling van hun beloningspakket kunnen wijzigen voor in het besluit benoemde doelen. Bovendien mag het verschil tussen de oorspronkelijke pensioengrondslag (gebruikelijk loon) en het nieuwe gebruikelijke loon (na uitruil) niet meer bedragen dan 30%. De integrale tekst van het besluit is als bijlage 5 bij dit hoofdstuk opgenomen. 1.3 Fiscale informatie Het meerkeuzesysteem biedt de werknemer de mogelijkheid geldbronnen in te wisselen voor een aantal fiscaal begunstigde vergoedingen. Het voordeel voor de werknemer is hierbij dat hij de vergoeding geheel of gedeeltelijk netto kan ontvangen, uiteraard mits de fiscale regels worden opgevolgd. De fiscus stelt een drietal eisen aan een systeem waarin de inwisseling van arbeidsvoorwaarden mogelijk wordt gemaakt. De eerste eis waaraan moet worden voldaan is de toekomstgerichtheid. De inwisseling moet in beginsel arbeidsvoorwaarden betreffen (de bronnen) waarvan de verwerving in de toekomst ligt. Dit zijn aanspraken die nog niet zijn genoten. Immers, loonheffing en premies werknemersverzekeringen zijn verschuldigd op het moment dat de bronnen daadwerkelijk genoten worden. Hiervan is sprake op het moment dat het loon wordt betaald, verrekend, ter beschikking staat, vorderbaar en tevens inbaar of rentedragend is geworden. Bij het meerkeuzesysteem maakt de werknemer keuzen voor het daarop volgende kalenderjaar. Dit systeem is dan ook toekomstgericht. Een tweede eis is de consequente toepassing van de inwisseling. Daarmee wordt gedoeld op de doorwerking op arbeidsvoorwaarden die afhankelijk zijn van de bron waaruit wordt geruild. Bijvoorbeeld het bruto loon. Het verlagen van het bruto loon zal doorgaans op grond van onder meer arbeidsvoorwaardelijke-, fiscale-, sociaal verzekeringstechnische- of arbeidsrechtelijke regelgeving doorwerken in grondslagen en grenzen en daardoor leiden tot lagere (toekomstige) aanspraken (WIA, WW, vakantietoeslag). Als een in het meerkeuzesysteem opgenomen doel voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in het besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047, heeft de ruil van bruto loon voor de in het meerkeuzesysteem opgenomen doelen geen gevolgen voor de pensioenopbouw van de werknemer. Voorbeeld consequente toepassing Een belangrijke eis bij de toepassing van het meerkeuzesysteem is dat de uitruil van arbeidsvoorwaarden consequent wordt doorgevoerd. Als de werknemer een fietsvergoeding ontvangt en het bruto loon daardoor gedurende 12 maanden lager wordt vastgesteld, dan zal dit onder meer gevolgen hebben voor: de grondslag voor de premieheffing WW en WIA en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet; de grondslag voor de uitkeringen WW en WIA en de loondoorbetaling bij ziekte; de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkeringen, de levensloopbijdrage, de verhuiskostenvergoeding en ook de gratificatie vanwege een dienstjubileum moeten evenredig worden verlaagd; inkomensafhankelijke subsidies en toeslagen (studiefinanciering, huur- en zorgtoeslag). De derde eis is de realiteitswaarde. Het incidenteel inwisselen van een arbeidsvoorwaarde met als enkel oogmerk het behalen van een fiscaal voordeel wordt door de fiscus niet geaccepteerd. Er moet sprake zijn van een systeem dat structurele ruilmogelijkheden biedt van arbeidsvoorwaarden. Het onderhavige meerkeuzesysteem voldoet daaraan. Het voldoen aan de tweede eis consequente toepassing hangt nauw samen met dit laatste criterium. 5

6 Samengevat: Eerste eis: Tweede eis: Derde eis: Toekomstgerichtheid Consequente toepassing van de inwisseling Realiteitswaarde Het beleid van de Belastingdienst Als algemeen uitgangspunt geldt dat het werkgevers en werknemers in principe vrij staat om de arbeidsvoorwaarden en in het bijzonder de (samenstelling van de) beloning optimaal af te stemmen op de wettelijke mogelijkheden. Als de wijziging van de beloning berust op een systeem met structurele keuzemogelijkheden dan accepteert de fiscus over het algemeen de realiteitswaarde van de inwisseling. De fiscus is terughoudend met het goedkeuren van ruilen van arbeidsvoorwaarden als dat in strijd is met dwingendrechtelijke, arbeidswettelijke bepalingen, bijvoorbeeld de Cao of de Wet op het Minimumloon en Minimumvakantiebijslag. Het beleid van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vanaf 1 januari 2006 is de Belastingdienst ook verantwoordelijk voor de inning van de premies werknemersverzekeringen. Hetgeen voor de loonheffing is bepaald geldt dus vanaf 1 januari 2006 ook voor de premies werknemersverzekeringen. 1.4 Gevolgen voor arbeidsvoorwaarden Cao, sociale zekerheid en pensioen Over het algemeen zijn aan de inzet van tijdbronnen geen gevolgen verbonden. Bij de inzet van de tijdbron bovenwettelijke vakantie-uren moet wel rekening worden gehouden met een door de werkgever getroffen regeling zoals bedoeld in artikel lid 4 van de Cao. De inzet van geldbronnen zal doorgaans wel een gevolg hebben. Dit in de vorm van een lagere grondslag voor andere arbeidsvoorwaarden en sociale uitkeringen. Zie bijlage 3 bij dit hoofdstuk voor een overzicht van de gevolgen van de inzet van geldbronnen voor andere arbeidsvoorwaarden uit de Cao Ziekenhuizen. Zie bijlage 4 bij dit hoofdstuk voor een overzicht van de gevolgen van de inzet van geldbronnen voor de sociale zekerheid. 1.5 Gevolgen voor de pensioenopbouw per bron en per doel Om nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw van de werknemer te voorkomen dient te worden voldaan aan de voorwaarden van het besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047. Dit betekent dat er sprake dient te zijn van een schriftelijke regeling die openstaat voor tenminste 75% van het personeel en waarbij de werknemers tenminste éénmaal per jaar de samenstelling van hun beloningspakket kunnen wijzigen voor in het besluit benoemde doelen en het verschil tussen de oorspronkelijke pensioengrondslag (gebruikelijk loon) en het nieuwe gebruikelijke loon niet meer bedraagt dan 30%. Indien hier niet aan wordt voldaan dan zal de opbouw van het (collectieve) pensioen gevolgen hebben van het feit dat een werknemer gebruik maakt van het meerkeuzesysteem. Dit gebeurt met name indien het pensioengevend salaris wijzigt, dus wanneer sprake is van de inzet van geldbronnen ten behoeve van een niet in het besluit opgenomen doel. 6

7 Inzet van geldbronnen voor doelen die doorwerken in de pensioengrondslag De doelen uit het meerkeuzesysteem waarvoor het besluit van 22 februari 2002 niet kan worden toegepast bij het inruilen van geldbronnen zijn: contributie vakbond, contributie beroepsvereniging, reiskosten woon-werkverkeer. Deze doelen zijn niet in het besluit opgenomen. 1.6 Rekenvoorbeelden In deze paragraaf worden diverse rekenvoorbeelden gegeven. Deze brengen meerdere effecten tot uitdrukking: a. het voordeel voor de werknemer om een onderdeel van het bruto loon te ruilen voor een belastingvrije vergoeding b. het effect van het ruilen van bruto loon op de loondoorbetaling bij ziekte c. het effect van de inzet van geldbronnen op de loonkosten voor de werkgever a. Voordeel werknemer bij inzet bruto loon Rekenvoorbeeld: Tijdelijke verlaging bruto loon voor doel fietsregeling In dit voorbeeld wordt een vergelijking gemaakt tussen twee mogelijkheden ten aanzien van de kosten van een fiets. Bij mogelijkheid A betaalt de werknemer voor de kosten van de fiets 45,00 per maand uit zijn netto salaris. Bij mogelijkheid B maakt de werknemer de keuze voor tijdelijke verlaging van het brutosalaris met 45,00 per maand en ontvangt hij van de werkgever een belastingvrije vergoeding van 45,00 per maand voor de kosten van de fiets. De onderstaande tabel geeft een indicatieve berekening van de consequenties voor het netto loon van de werknemer voor beide mogelijkheden. Dit indicatieve voorbeeld maakt duidelijk dat door inzet van bruto loon voor een vergoeding, de kosten van de fiets voor de werknemer verminderen. Overigens zijn ook de werkgeverskosten in mogelijkheid B ten opzichte van mogelijkheid A lager. Indicatie van effecten op loon na aftrek kosten fiets: mogelijkheid A en B Component A: werknemer betaalt 45,00 aan een fiets uit zijn netto salaris B: werknemer kiest voor tijdelijke verlaging van 45,00 en ontvangt van werkgever een netto vergoeding van 45,00 bruto loon 1.588, ,00 netto loon (1) 952,80 925,80 belastingvrije kosten 0,00 (+) 45,00 (+) vergoeding werkgever kosten fiets werknemer 45,00 (-) 45,00 (-) loon 907,80 925,80 (1) bij deze berekening is uitgegaan van een percentage van 40% voor loonheffing en premies werknemersverzekeringen b. Het effect van het ruilen van bruto loon op de loondoorbetaling bij ziekte Rekenvoorbeeld 2: Effect van het ruilen van bruto loon op de loondoorbetaling bij ziekte De loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid gaat in het eerste jaar uit van 100% loondoorbetaling en in het tweede jaar van 70%. Dit wordt afgeleid van het salaris op het moment dat de arbeidsongeschiktheid ontstaat. Het tijdelijk afzien van een deel van het bruto loon (inzet als geldbron) leidt dus tot een lagere loondoorbetaling. 7

8 Het volgende schema illustreert het effect. Indicatie van effect op loondoorbetaling bij ziekte Component A: Contractueel overeengekomen loon B: werknemer kiest voor tijdelijke verlaging van zijn bruto salaris met 45,00 per maand bruto loon 1.588, ,00 loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid (1) - eerste jaar (100%) - tweede jaar (70%) 1.588, , , ,01 (1) Zolang de werknemer loon ontvangt kan de meerkeuzeregeling in beginsel doorgang vinden c. Effect op de loonkosten werkgever Rekenvoorbeeld 3. Indicatieve berekening besparing werkgeverslasten meerkeuzesysteem Uitgangspunten: 1. Gemiddeld inkomen (geschat) ,63 (Fulltime, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage) 2. Keuze: fietsplan 749,00 aflossing 2 jaar 3. Verwachte deelname fietsplan: 75 personen 4. Berekening op basis van geschatte inhoudingpercentages Besparing werkgever per werknemer: Fietsplan Loonkosten normaal Loonkosten bij fietsregeling Besparing per jaar Netto Fietsvergoeding Netto Besparing Bruto loon , ,00 Eindejaarsuitkering 1.116, ,00 Vakantiebijslag 1.786, ,00 Levensloopbijdrage 111,63 111,63 Fietsregeling 374,50 -/- Sub , ,13 Werkgeverslasten 4.297, ,41 Totaal , ,54 438,02 374,50 63,52 De totale besparing voor de werkgever op jaarbasis bedraagt in dit voorbeeld: 4.764,00 ( 63,52 x 75). Tegenover deze besparing staan kosten in de vorm van: - kosten van renteloze leningen voor doelen als de fietsregeling; - kosten van aanpassing van software (P&O, salarisadministratie); - hogere tarieven van de externe salarisverwerking; - kosten van ondersteuning bij de invoering. 8

9 Bijlage 1: Overzicht van de bronnen en doelen Doelen (art. 8.4 & 8.5) Bronnen (art. 8.2 & 8.3) Geld Tijd Levensloop Scholing Aanvullend pensioen Spaarloonregeling Contributie vakbond/ Contributie beroepsvereniging Spaarverlof (250- dagenregeling) Reiskosten (optioneel, niet in CAO voorgeschreven) Fietsenplan (optioneel, niet in CAO voorgeschreven) TIJDBRONNEN 55+ en lgpb-uren Van tijd Meer gewerkte uren Van tijd Compensatie-uren Van tijd overwerk Compensatie-uren Van tijd onregelmatigheid Bovenwettelijke Van tijd Vakantie-uren nee nee nee nee nee Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd naar tijd Van tijd naar tijd Van tijd naar tijd Van tijd naar tijd Van tijd naar tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd Van tijd GELDBRONNEN Gratificatie en toeslagen nee Van geld naar tijd Van geld Eindejaarsuitkering nee Van geld Van geld naar tijd Vakantiebijslag nee nee Van geld Overwerk nee Van geld Van geld vergoeding naar tijd Onregelmatigheids nee Van geld Van geld toeslag naar tijd Brutoloon nee Van geld Van geld naar tijd Van geld Van geld nee Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld naar tijd Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld naar tijd nee Nee nee nee Van geld Van geld Van geld Van geld naar tijd Van geld naar tijd Van geld naar tijd Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld Van geld 9

10 Bijlage 2: Overzicht van de voorwaarden per bron Bron Procedure Beperkingen Bijzonderheden 55+ en lgpb-uren Schriftelijk verzoek werknemer; Conform Cao - artikel 6.13 en 6.14 instemming werkgever Meer gewerkte uren Schriftelijk verzoek werknemer; Uitbreiding dienstverband met maximaal - artikel 8.1 instemming werkgever 10%. Compensatie-uren overwerk Schriftelijk verzoek werknemer; Conform Cao - artikel 9.4 instemming werkgever Compensatie-uren onregelmatigheid artikel 10.3 en 10.4 Schriftelijk verzoek werknemer; instemming werkgever Conform Cao Uren worden berekend door onregematigheidsvergoeding te delen door Bovenwettelijke vakantie-uren artikel , en Gratificatie en toeslagen artikel Eindejaarsuitkering artikel Vakantiebijslag artikel Overwerkvergoeding artikel 9.4 Onregelmatigheidstoeslag artikel 10.3 en 10.4 Schriftelijk verzoek werknemer; instemming werkgever Schriftelijk verzoek werknemer Schriftelijk verzoek werknemer Schriftelijk verzoek werknemer Alleen toegestaan voor uren boven 4 maal de bedongen arbeidsduur per week. Rekening houden met mogelijke toepassing artikel lid 4 Bruto toeslag mag naar keuze van werknemer geheel of gedeeltelijk worden ingezet Bruto bedrag mag naar keuze van werknemers geheel of gedeeltelijk worden ingezet Inzet door werknemer van vakantiebijslag is voor enkele doelen toegestaan (zie bijlage 1). uurloon van werknemer WMM geldt voor deeltijdcontracten naar evenredigheid van het aanstellingspercentage. Schriftelijk verzoek werknemer Conform Cao Onderscheid tussen overwerkuren tot en met 36 uur per week en overwerkuren boven de 36 uur per week. Schriftelijk verzoek werknemer Conform Cao - Brutoloon H8 Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden artikel 8.3 Schriftelijk verzoek werknemer Inzet door werknemer van max. 15% van brutoloon is toegestaan. Ondergrens is wettelijke minimumloon (WMM). WMM geldt voor deeltijdcontracten naar evenredigheid van het aanstellingspercentage. 10

11 Bijlage 3: Gevolgen inzet geldbronnen voor andere arbeidsvoorwaarden Cao Gevolgen voor arbeidsvoorwaarden? Uurloon ORT Uurloon overwerk Vakantiebijslag Eindejaarsuitkering Levensloopbijdrage Loondoorbetaling arbeidsongeschiktheid Jubileum gratificatie Verhuiskosten Inzet geldbronnen Gratificatie en toeslagen (art ) Overwerkvergoeding tot en met 36 uur Overwerkvergoeding boven 36 uur Onregelmatigheidstoeslag Eindejaarsuitkering (1) Vakantiebijslag (1)(2) nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja wordt lager ja wordt lager ja wordt lager nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja wordt lager nee nee nee nee nee n.v.t. nee ja wordt lager nee nee nee nee n.v.t. nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja wordt lager ja ja Brutoloon lager door grondslag grondslag: 12 keer het bruto maandsalaris geldend op1 mei lager door grondslag grondslag: 12 keer het bruto maandsalaris geldend op 1 december lager door grondslag (1) zie rekenvoorbeeld onder paragraaf 1.2. (2) de bron vakantiebijslag kan alleen worden ingezet voor de doelen levensloop, aanvullend pensioen en spaarloon conform bijlage 1 lager afhankelijk van bruto maandsalaris op peildatum jubileum grondslag: bruto maandsalaris excl. toeslagen lager afhankelijk van bruto salaris op peildatum verhuizing; grondslag: bruto jaarsalaris op datum verhuizing (12 keer het bruto maand salaris exclusief toeslagen vermeerderd met 8% vakantiebijslag over dit bedrag) 11

12 Bijlage 4: Gevolgen inzet geldbronnen voor de sociale zekerheid Gevolgen voor de sociale zekerheid? Zorgverzekering WIA/WW inzet geldbronnen Brutoloon Vakantiebijslag Eindejaarsuitkering Gratificatie en toeslagen (zoals overwerk en onregelmatigheid) nee geen gevolgen voor aanspraak op verzekering, eventueel wel minder inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd afhankelijk van de hoogte van het resterende loon en het overige inkomen ja leidt tot een lager premieloon (minder premies) en een lager uitkeringsloon (lagere uitkering), tenzij het brutosalaris na de verlaging hoger of gelijk is aan het maximum premieloon alles m.u.v. aanwending t.b.v: aanvullend pensioen: geen lager uitkeringsloon, wel lager premieloon; spaarloon: lager uitkeringsloon, lager premieloon; levensloop: geen lager uitkeringsloon, geen lager premieloon; tenzij het brutosalaris na verlaging hoger of gelijk was aan het maximum premieloon. Noot: de inzet van geldbronnen leidt tevens tot een lagere loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren. Zie ook bijlage 3 12

13 Bijlage 5: Gevolgen inzet geldbronnen voor de pensioengrondslag Doelen Geld Tijd Levensloop Scholing Aanvullend pensioen Gevolgen voor de pensioengrondslag Spaarloonregeling Contributie vakbond/contributie beroepsvereniging Spaarverlof (250- dagenregeling) Fietsenplan nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja Reiskosten Noot: in deze bijlage wordt er van uitgegaan dat aan de overige voorwaarden uit het Besluit van 22 februari 2002 wordt voldaan 13

14 Bijlage 6: Besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047 De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. 1. Inleiding Tijdens de behandeling van de Wet fiscale behandeling van pensioenen (Wet van 29 april 1999, Stb. 211) is meerdere malen de uitleg van het begrip pensioengevend loon in hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) aan de orde geweest. Uit de praktijk bereiken mij evenwel signalen dat er behoefte bestaat aan een nadere verduidelijking, vooral door de verschillen tussen het begrip loon in de privaatrechtelijke sfeer en het fiscaalrechtelijke begrip loon. De onderhavige verduidelijking vormt een aanvulling op artikel 10b, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: UBLB). Bij de wetsbehandeling is gewezen op de wenselijkheid om het begrip pensioengevend loon aan te kunnen passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen (Nadere MvA I, Kamerstukken I, , nr. 104d, blz. 8). Eén van die maatschappelijke ontwikkelingen die een verduidelijking van het begrip pensioengevend loon wenselijk maken, is de opkomst van de zogenaamde cafetariasystemen. Dit zijn regelingen in de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer aan de werkgever periodiek kan aangeven op welke wijze en in welke vorm hij de door de werkgever ter beschikking gestelde loonsom wil ontvangen. De keuzemogelijkheden doen zich voor in de vorm van geld, verstrekkingen in natura, kostenvergoedingen of vrije tijd. Deze vormen kunnen onderling worden geruild. Veel voorkomende keuzemogelijkheden zijn onder meer: aanschaffingen van computers, fietsen voor het woon-werkverkeer, bepaalde kostenvergoedingen, vrije dagen, kinderopvang, scholingsfaciliteiten, werknemersspaarregelingen en aanvullingen op pensioenregelingen. In mijn Besluit van 21 december 2000, nr. CPP2000/2942M, heb ik met betrekking tot de realiteitswaarde van wijzigingen van beloningen, waaronder het afzien van verlofdagen in ruil voor (vergoeding van) computers en bijbehorende apparatuur, reeds aangegeven aan welke voorwaarden een ruil moet voldoen om fiscaal te worden erkend. In dat besluit is voorts aangegeven dat een verlaging van het loon in geld bij een dergelijke ruil in het algemeen gevolgen heeft voor de pensioengrondslag. Deze consequentie, voor zover aanwezig gelet op de terzake geldende regeling, dient volgens het besluit bewust door de betrokkenen te worden aanvaard. Het onderhavige besluit beoogt op dit punt een verduidelijking te geven. Er blijkt voorts behoefte te bestaan aan een nadere omschrijving van het begrip pensioengevend loon bij een onregelmatig salaris in geval van toepassing van meerdere opbouwstelsels binnen één dienstbetrekking, zowel in de opbouwfase als op het tijdstip van ingang van het pensioen. In onderdeel 2 van dit besluit zal ik eerst een algemene omschrijving geven van de beloningsbestanddelen die tezamen het pensioengevend loon vormen. Deze omschrijving is niet uitputtend. Dit onderdeel gaat voorts in op het begrip pensioengevend loon bij een onregelmatig salaris in geval van toepassing van meerdere opbouwstelsels binnen één dienstbetrekking. Onderdeel 3 gaat in op de vraag onder welke voorwaarden het pensioengevend loon kan worden gehandhaafd indien een ruil van beloningsbestanddelen plaatsvindt. Onderdeel 4 bevat een nadere toelichting op onderdeel 3.3 met afbakeningen en randvoorwaarden. In onderdeel 5 ten slotte wordt aandacht besteed aan misbruik en oneigenlijk gebruik op het terrein van de vaststelling van het pensioengevend loon al dan niet in het kader van de invoering van een cafetariaregeling. In het navolgende omvat de aanduiding privaatrechtelijk ook de term publiekrechtelijk. 2. Pensioengevend loon 2.1. Salaris in geld Van oudsher wordt het pensioengevend loon gelijkgesteld met het privaatrechtelijke loon, hierna ter onderscheiding van het fiscaalrechtelijke begrip loon aan te duiden als: salaris. Werkgever en werknemer plegen hun pensioenafspraken afhankelijk te maken van het privaatrechtelijk overeengekomen genoten (bruto) jaarsalaris in geld. In de praktijk wordt dit jaarbedrag bij regelmatig genoten salaris vaak afge- 15

15 leid uit een maand- of 4 wekensalaris (de peilmaand of peilperiode). Dit maandsalaris wordt vervolgens vermenigvuldigd met 12 of 13 en met een factor wegens vakantiegeld en/of 13 e maand. Dit jaarsalaris in geld vormt de basis van het begrip pensioengevend loon. Op dit basisbegrip pensioengevend loon zijn de hiernavolgende correcties en aanvullingen nodig. Daarbij zijn in het algemeen leidend de bestaande gebruiken en afspraken tussen van elkaar onafhankelijke contractpartijen uit werkgevers- en werknemerskringen en de privaatrechtelijke regels en jurisprudentie omtrent het begrip loon. De Belastingdienst kan verlangen dat degene die zich beroept op een correctie of aanvulling die is of wordt opgenomen in het pensioengevend loon, de realiteitswaarde daarvan aannemelijk maakt Eindloonstelsel: Salarisstijgingen in de 5 jaren vóór de pensioeningangsdatum. Niet-regelmatig genoten salaris Volledigheidshalve wijs ik erop dat verhogingen van het pensioengevend loon in een eindloonregeling ingevolge artikel 10b, eerste lid, tweede volzin, van het UBLB dienen te worden beperkt in de laatste vijf jaren voorafgaand aan de in de pensioenregeling vastgestelde pensioeningangsdatum. Voorts kan nietregelmatig genoten (variabel) salaris volgens het tweede lid van artikel 10b van het UBLB niet tot het pensioengevend loon van een eindloonregeling behoren Pensioengevend loon in geval van niet-regelmatig genoten salaris Door het wegvallen of de afname van variabele salarisbestanddelen aan het eind van de loopbaan kan het voorkomen dat het pensioengevend loon in die jaren lager is dan het pensioengevend loon in eerdere jaren. Dit doet zich vooral voor bij een combinatie van pensioenstelsels binnen één dienstbetrekking waarbij het regelmatige salaris de basis vormt voor een eindloonregeling. Het pensioen over de variabele delen wordt dan opgebouwd in een middelloonregeling of in een beschikbare-premiesysteem. Voorzover nodig keur ik goed dat in die situatie het feitelijke pensioengevend loon van de regelingen tezamen wordt verhoogd met ten hoogste een naar evenredigheid bepaald aanvullend pensioengevend loonbedrag. Deze verhoging bestaat uit de som van de variabele loonbestanddelen waarover in het verleden pensioen is opgebouwd, gedeeld door de totale diensttijd. Dit verhoogde bedrag kan worden aangemerkt als pensioengevend loon in de zin van de Wet LB. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn bij de toetsing aan de 100%-grens van artikel 18a, vierde, vijfde en zevende lid, van de Wet LB. Voorbeeld: Combinatie van eindloonstelsel (EL, basisregeling) en middelloonstelsel (ML, variabele beloningen) Gegevens: - Pensioeningangsdatum ouderdomspensioen (OP): 60 jaar - Vaste beloning jaar: per jaar, opbouw hierover via EL. - Variabele beloning jaar: per jaar, opbouw hierover via ML. - Geen toepassing demotieregeling. - In het voorbeeld is omwille van de eenvoud geen rekening gehouden met de AOW-franchise Uitwerking: Leeftijden Soort regeling Opbouw OP jr. Basis (EL) 30 * 2% * Variabel (ML) 30 * 2,25% * jr. Basis (EL) 10 * 2% * Totaal OP 60 jaar Pensioengevend loon op ingangsdatum zonder verhoging: Pensioengevend loon op ingangsdatum met verhoging: ((30 * )/40) = Dit voorbeeld laat zien dat de opbouw zonder verhoging van het pensioengevend loon reeds vóór het bereiken van de 60-jarige leeftijd had moeten worden gestaakt wegens het bereiken van de 100%-grens. De uitkering had moeten worden bevroren of de uitkering had reeds vóór het bereiken van de 60-jarige leeftijd (actuarieel gekort) moeten ingaan. Door de verhoging van het pensioengevend loon op ingangsdatum met komt de toetsing aan de 100%-grens in het voorbeeld pas aan de orde bij het bereiken van de pensioeningangsdatum van 60 jaar. 16

16 2.4. Niet in geld genoten salaris (verstrekkingen) Overeenkomstig hetgeen tijdens de wetsbehandeling is medegedeeld kan niet in geld genoten salaris tot het pensioengevend loon worden gerekend voor de waarde die op grond van de Wet LB tot het fiscale loon wordt gerekend (Nadere MvA I, Kamerstukken I, , nr. 104d, blz. 8 en Verslag van een wetgevingsoverleg, Kamerstukken II, , nr. 24, blz. 26). Voorbeelden van dit soort loonbestanddelen zijn: de fiets voor het woon-werkverkeer en de OV-jaarkaart. In lijn hiermee mag het genot van een ter beschikking gestelde auto niet worden opgenomen in het pensioengevend loon (zie artikel 11a Wet LB in verbinding met artikel 10b, eerste lid, eerste volzin, van het UBLB). Wellicht ten overvloede merk ik op dat artikel 10c, aanhef en onderdeel a, van het UBLB verbiedt loonbestanddelen in natura tot het pensioengevend loon te rekenen bij de gangbaarheidstoets van artikel 18h, tweede lid, Wet LB Vrije vergoedingen en verstrekkingen Privaatrechtelijk behoren vrije vergoedingen en verstrekkingen niet tot het salaris. Ze behoren ook niet tot het pensioengevend loon. De uitgaven die ze beogen te vergoeden of te voorkómen zullen zich immers na pensionering in het algemeen niet meer voordoen Niet-vrije vergoedingen en verstrekkingen Een belaste kostenvergoeding of kostenvoorkomende verstrekking behoort niet tot het privaatrechtelijke salaris indien ze niet uitgaat boven de te maken of te voorkómen werkelijke kosten (vgl. HR 3 juni 1981, nr , BNB1981/241, NJ1982,206 en HR 5 april 1995, nr , BNB1995/218). Gaat ze daar wel bovenuit dan is het meerdere salaris dat tot het pensioengevend loon mag worden gerekend. Indien sprake is van een verstrekking geldt voorts hetgeen is opgemerkt in onderdeel Ingehouden premies voor pensioen, vervroegde uittreding (hierna: VUT), werknemersverzekeringen en verlofsparen De op het loon van de werknemer ingehouden premies voor pensioen, VUT, werknemersverzekeringen en verlofsparen behoren wel tot het privaatrechtelijk salaris en daarmee tot het pensioengevend loon. Dit geldt zowel voor verplichte premies als voor premies voor vrijwillige modules. De premies behoren echter op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel j, van de Wet LB niet tot het fiscale loon. Blijkens de parlementaire behandeling van de Wet fiscale behandeling van pensioenen wordt met pensioengevend loon in zijn algemeenheid bedoeld het loon in de zin van de Wet LB vóór toepassing van de op grond van artikel 11 van die wet toegestane verminderingen en met uitsluiting van eindloonbestanddelen als bedoeld in artikel 31 van die wet (zie MvT, Wet fiscale behandeling van pensioenen (Wet van 29 april 1999, Stb. 211), Kamerstukken II, , nr. 3, blz. 31.) Eindheffingsbestanddelen Eindheffingsbestanddelen behoren in het algemeen niet tot het pensioengevend loon. Uitzonderingen zijn: salaris dat wordt gespaard in de vorm van een spaarloonregeling en salaris ingevolge een winstdelingsregeling. Deze bedragen mogen wel tot het pensioengevend loon worden gerekend. Hetzelfde geldt voor uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling. Indien sprake is van een verstrekking ingevolge een premiespaarregeling geldt voorts hetgeen is opgemerkt in onderdeel Ruil van beloningsbestanddelen 3.1. Verlaging van het pensioengevend loon In beginsel moet een verlaging van het fiscale loon bij een ruil van beloningsbestanddelen tot een aanpassing van het pensioengevend loon leiden indien privaatrechtelijk bezien het salaris ook omlaag gaat. Zo dient bijvoorbeeld een omzetting van loon in een vrije vergoeding of verstrekking te leiden tot een verlaging van het pensioengevend loon omdat privaatrechtelijk de vrije vergoeding of verstrekking niet tot het salaris behoort. Een omzetting die plaatsvindt in andere maanden dan de peilmaand kan naar mijn oordeel aan het voorafgaande niet afdoen. Het gebruik van een peilmaand geschiedt immers uit oogpunt van administratieve vereenvoudiging en kan niet het beginsel van een juiste pensioenmaatstaf opzijzetten. Het bovenstaande geldt in beginsel ook indien er sprake is van een tijdelijke omzetting, zoals bijvoorbeeld bij de toepassing van een cafetariasysteem het geval is Geen verlaging van het pensioengevend loon In een aantal gevallen kan het pensioengevend loon ongewijzigd blijven als een deel van het fiscale loon wordt omgezet in onbelaste beloningsbestanddelen. Ik noem de volgende situaties: 17

17 1. Een loonbestanddeel dat op grond van de geldende pensioenregeling niet behoort tot het pensioengevend loon wordt geruild tegen een onbelaste uitkering of verstrekking. Het zou dan bijvoorbeeld kunnen gaan om een winstbonus die niet wordt gerekend tot het pensioengevend loon in een eindloonstelsel en die wordt geruild tegen een vrije vergoeding van bepaalde kosten. In een dergelijk geval raakt de ruil het pensioengevend loon niet. 2. De ruil van loonbestanddelen leidt niet tot een lager privaatrechtelijk salaris en daarmee niet tot de verplichting het pensioengevend loon te verlagen. Dit kan zich onder meer voordoen in de volgende gevallen: - Salaris in geld wordt geruild in verband met deelname aan een werknemersspaar- of winstdelingsregeling. Zoals in onderdeel 2.8 is aangegeven mogen voordelen uit dergelijke regelingen tot het pensioengevend loon worden gerekend. - Salaris in geld wordt geruild tegen een aanspraak op een vrijwillige module van een pensioen- of VUT-regeling, waarbij de premies worden betaald door middel van inhouding op het loon. Verwezen zij naar onderdeel Salaris in geld wordt geruild voor een aanspraak op verlof als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel t, ten 4, van de Wet LB, waarbij werkgever en werknemer kiezen voor geldsparen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 (hierna: URLB). De bijdrage van de werknemer wordt ingehouden op het loon. Zie wederom onderdeel Goedkeuring De onder 3.1 bedoelde verlagingen van het pensioengevend loon kunnen leiden tot omvangrijke en bewerkelijke administratieve aanpassingen bij inhoudingsplichtigen, pensioenfondsen en -verzekeraars, hetgeen bij tijdelijke omzettingen vaak als extra bezwaarlijk wordt beschouwd. Indien sprake is van een eindloonregeling heeft een dergelijke aanpassing van het pensioengevend loon bovendien ook slechts een tijdelijk effect indien de werknemer na een of meer jaren weer zijn oorspronkelijke salaris in geld gaat genieten. In verband hiermee heb ik besloten voor alle soorten pensioenstelsels goed te keuren dat een op grond van onderdeel 3.1 geboden verlaging van het pensioengevend loon bij een verlaging van het fiscale loon achterwege blijft voor zover is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. Er is sprake van een schriftelijk vastgelegde regeling waaraan de deelname openstaat voor ten minste driekwart van de werknemers van de inhoudingsplichtige. 2. Het betreft een regeling waarbij het fiscale loon tijdelijk, derhalve niet structureel, wordt verlaagd. De werknemer moet tenminste één keer per jaar de keuze hebben om de samenstelling van zijn beloning te wijzigen. 3. Het betreft de ruil van salaris in geld tegen een of meer van de volgende beloningsbestanddelen: - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van vakliteratuur als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van cursussen, congressen, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van muziekinstrumenten, geluidsapparatuur, gereedschap, tekstverwerkers, schrijf- en rekenmachines, computers en andere dergelijke apparatuur, alsmede beeldapparatuur, als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van een verhuizing, als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel g, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van een opleiding of studie met het oog op het inkomen uit werk en woning, als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel h, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van reizen per openbaar vervoer, als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel i, van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen in verband met extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst (extraterritoriale kosten), als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, onderdeel k, van de Wet LB, een en ander met inachtneming van het bepaalde in het Besluit van 26 november 2001, nr. CPP2001/2970M; - vergoedingen, verstrekkingen en/of terbeschikkingstellingen van computers en bijbehorende apparatuur, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel q, van de Wet LB; 18

18 - vergoedingen, verstrekkingen en/of terbeschikkingstellingen van inrichting van de werkruimte, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel r, van de Wet LB; - uitkeringen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel s, van de wet LB; - verminderingen van de arbeidstijd binnen het kalenderjaar tot een maximum van 10% van de overeengekomen arbeidsduur; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van kinderopvang, als bedoeld in artikel 16c van de Wet LB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van bedrijfsfitness, voor zover is voldaan aan de voorwaarden van artikel 29 van de URLB; - vrije vergoedingen en/of verstrekkingen van een fiets, voor zover is voldaan aan de voorwaarden van artikel 37 van de URLB. 4. Het verschil tussen het in onderdeel 2 van dit besluit omschreven pensioengevend loon op basis van het privaatrechtelijke salaris zonder toepassing van de regeling (hierna: het oorspronkelijke pensioengevend loon) en het verlaagde pensioengevend loon zoals dat zou dienen te worden vastgesteld op basis van onderdeel 3.1 bedraagt niet meer dan 30% van het oorspronkelijke pensioengevend loon (hierna te noemen: de cafetariaruimte). Voor werknemers die gebruik maken van de deeltijd- en demotieregeling van artikel 10b, derde lid, van het UBLB geldt als grondslag voor de berekening van de cafetariaruimte niet het oorspronkelijke pensioengevend loon vóór toepassing van de deeltijd- en demotieregeling, maar het lagere pensioengevend loon zoals dat na toepassing van de regeling zou gelden indien artikel 10b, derde lid, van het UBLB geen toepassing zou vinden. 5. Het verschil tussen het gebruikelijke loon in de zin van artikel 19 van de Wet LB en het feitelijk genoten loon in de zin van dat artikel mag als gevolg van de toepassing van de regeling niet meer bedragen dan 30% van het gebruikelijke loon (hierna te noemen: de gebruikelijkheidsruimte) Nadere toelichting op onderdeel Driekwarteis De voorwaarde van punt 1 van onderdeel 3.3 met betrekking tot het openstaan voor tenminste driekwart van de werknemers geldt voor elk beloningsbestanddeel van punt 3 afzonderlijk voor zover wordt voldaan aan de wettelijke eisen. Zo dient bijvoorbeeld een ruil van loon voor een verhuiskostenvergoeding in een cafetariaregeling in beginsel open te staan voor tenminste driekwart van de werknemers. Een daadwerkelijke ruil kan in het kader van de regeling echter alleen plaatsvinden bij werknemers die verhuizen indien de vergoeding voldoet aan de eisen van artikel 15a, eerste lid, onderdeel g, van de Wet LB Beloningsbestanddelen De in punt 3 van onderdeel 3.3 gegeven opsomming van beloningsbestanddelen sluit zo veel mogelijk aan bij hetgeen in de praktijk gangbaar is. Het moet in het algemeen gaan om beloningsbestanddelen die zich naar hun aard ervoor lenen en in de praktijk ook plegen te worden gebruikt om op tijdelijke basis tegen inlevering van een deel van het salaris te worden verstrekt AOW-inbouw Het is mogelijk dat de grens van 30% bij een forse ruil van beloningsbestanddelen wordt overschreden. Ik wijs er wellicht ten overvloede op dat in dat geval de pensioengrondslag vaak toch ongewijzigd kan blijven indien de AOW-inbouw wordt verlaagd. Voorwaarde hierbij is dat het wettelijk minimum van artikel 18a, achtste lid, van de Wet LB nog niet is bereikt. Bij de gangbaarheidstoets van artikel 18h, tweede lid, van de Wet LB geldt in dit verband de minimale AOW-inbouw voor ongehuwden (artikel 10c, aanhef en onderdeel c, van het UBLB). Wijziging van de AOW-inbouw brengt een aanpassing van de pensioenregeling met zich mee Deeltijd In onderdeel 3.3 is onder punt 3 de mogelijkheid opgenomen van vermindering van de arbeidstijd binnen het kalenderjaar tot een maximum van 10% van de overeengekomen arbeidsduur. Deze vermindering kan ook tot stand worden gebracht door het kopen van vakantie-uren. Van deze vermindering dient te worden onderscheiden het werken in deeltijd. Indien een werknemer gaat werken in deeltijd wordt immers structureel het privaatrechtelijk overeengekomen salaris in zijn totale omvang verlaagd. Daarbij is het passend dat ook het pensioengevend loon direct wordt verlaagd, behoudens in geval van deeltijd of de- 19

19 motie in de zin van artikel 10b, derde lid, van het UBLB. In een eindloonsysteem wordt een eventueel inhaaleffect bij overgang naar een voltijddienstverband voorkomen doordat de dienstjaren waarin in deeltijd is gewerkt slechts evenredig meetellen %-regeling Met dit besluit is de mogelijkheid van opbouw van pensioen over een hoger loon dan het feitelijk genoten loon in het kader van de 30%-regeling ingebed in het kader van een algemene regeling voor de tijdelijke ruil van beloningsbestanddelen. In zoverre treedt dit besluit dan ook in de plaats van de in het antwoord op vraag 15 van het reeds genoemde Besluit van 26 november 2001, nr. CPP2001/2970M, vermelde mogelijkheid tot opbouw over een hoger bedrag dan het feitelijk genoten loon, met dien verstande dat ook het loon dat in de periode voorafgaand aan de uitzending werd genoten, kan worden aangemerkt als het oorspronkelijke pensioengevend loon Gebruikelijk loon en cafetariasystemen. Gebruikelijkheidstoets Indien het in de beroepsgroep van de werknemer gebruikelijke loon hoger is dan het oorspronkelijke pensioengevend loon zoals omschreven in onderdeel 2 van dit besluit, kan het verschil tussen het gebruikelijke loon en het feitelijk genoten loon na toepassing van een cafetariaregeling meer bedragen dan 30% van het gebruikelijke loon. Ik acht dat met het oog op het bepaalde in de artikelen 12a en 19 van de Wet LB ongewenst. Daarom is in punt 5 van onderdeel 3.3 een begrenzing opgenomen die inhoudt dat er slechts ruimte is voor deelname aan een cafetariaregeling zonder aanpassing van het pensioengevend loon voorzover dat systeem een feitelijk genoten loon oplevert dat niet lager is dan 70% van het in de beroepsgroep gebruikelijke loon (gebruikelijkheidstoets). Voorbeeld: Gebruikelijk loon Oorspronkelijk pensioengevend loon Cafetariaruimte vóór toepassing gebruikelijkheidstoets: 30% van = De cafetariaruimte loopt van tot Gebruikelijkheidsruimte: 30% van = De gebruikelijkheidsruimte loopt van tot Zonder gebruikelijkheidstoets zou in het onderhavige geval een feitelijk loon worden genoten van bij een gebruikelijk loon van Door toepassing van de gebruikelijkheidstoets mag in dit geval slechts voor ( / ) aan beloningsbestanddelen als bedoeld in onderdeel 3.3 worden ingezet voor deelname aan een cafetariaregeling zonder dat het pensioengevend loon behoeft te worden aangepast. Voor elke omzetting boven het bedrag van dient het pensioengevend loon dienovereenkomstig te worden verlaagd. Ik merk hierbij wellicht ten overvloede op dat de artikelen 12a en 19 van de Wet LB in alle varianten onverkort van toepassing blijven. Om de uitvoeringspraktijk niet onnodig te belasten met het toetsen van de hoogte van het gebruikelijke loon, keur ik goed dat de inhoudingsplichtige er in de regel van uitgaat dat het gebruikelijke loon gelijk is aan het oorspronkelijke pensioengevend loon zoals omschreven in onderdeel 2 (hoofdregel). De gebruikelijkheidstoets zal dan ook doorgaans achterwege kunnen blijven. Dit is slechts anders indien de werknemer tevens aanmerkelijkbelanghouder is in de zin van artikel 12a van de Wet LB (uitzondering). Bij deze werknemers kan immers niet zonder meer worden aangenomen dat de vaststelling van de hoogte van het salaris op zakelijke gronden heeft plaatsgevonden. Desgevraagd zal bij deze categorie werknemers bij de toepassing van onderdeel 3.3 dan ook aannemelijk moeten worden gemaakt dat het verschil tussen het gebruikelijke loon en het verlaagde pensioengevend loon zoals dit zou dienen te worden vastgesteld op basis van onderdeel 3.1 niet groter is dan 30% van het gebruikelijke loon. 4. Misbruik en oneigenlijk gebruik De mogelijkheid bestaat dat werknemers de introductie van een cafetariasysteem aangrijpen om in samenwerking met hun werkgevers hun pensioengevend loon op kunstmatige wijze te verhogen. Dit geschiedt dan bijvoorbeeld door middel van de verschuiving van de verplichting tot het betalen van (pensioen)premies van de werkgever naar de werknemer onder een gelijktijdige verhoging van het salaris. 20

20 Ook zijn situaties denkbaar waarin werknemers en/of werkgevers in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 3.3 het pensioengevend loon vaststellen op of verhogen tot een hoger bedrag dan is toegestaan op basis van de wettelijke regels inzake het pensioengevend loon en op basis van dit besluit. Ik zal een dergelijke, veelal gekunstelde, verhoging dan wel vaststelling van het pensioengevend loon niet aanvaarden. Constructies op dit terrein zullen dan ook worden bestreden. Indien aan de Belastingdienst een standpuntbepaling wordt gevraagd over een kwestie waarin sprake is van een verhoging of vaststelling als hier bedoeld, deelt de inspecteur de indiener daarvan mede dat hij het door de indiener beoogde rechtsgevolg (zuiverheid van de pensioenregeling) niet verbindt aan de door de indiener beoogde handeling(en). Zie mijn Besluit van 15 juni 2001, nr. RTB2001/1917M, inzake Fiscaal uitvoeringsbeleid, standpuntbepalingen en cassatiebeleid. Zo nodig zal reparatiewetgeving worden overwogen. Wellicht ten overvloede wijs ik erop dat een verhoging van het pensioengevend loon een wijziging op een meer dan ondergeschikt punt kan vormen in een pensioenregeling die valt onder de overgangsregeling van artikel 38b van de Wet LB. Dit kan ertoe leiden dat de pensioenregeling in haar geheel moet gaan voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk IIB van de Wet LB, derhalve inclusief de wettelijke bepalingen omtrent het pensioengevend loon. 5. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit. Het kan evenwel desgewenst met terugwerkende kracht worden toegepast bij op die datum reeds lopende, nog niet beëindigde cafetariaregelingen. 21

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties Contributie beroepsorganisaties 44. Doel 2 4.1 Mogelijkheden 2 4.2 Inzet van bronnen 2 4.3 Arbeidsrechtelijke/CAO voorwaarden 2 4.4 Fiscale regelgeving 3 4.5 Fiscale gevolgen, gevolgen voor de zorgverzekering

Nadere informatie

Cafetariasysteem en pensioenopbouw

Cafetariasysteem en pensioenopbouw ARBEIDSVOORWAARDEN Mr. E. Schols-van Oppen Flexibele beloningselementen hebben effect op pensioenopbouw Cafetariasysteem en pensioenopbouw 30 In steeds meer bedrijfstakken en bedrijven bestaan er à la

Nadere informatie

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers Stel: u wilt meer tijd om voor uw kinderen te zorgen. Of u wilt fiscaal voordelig een opleiding volgen. Of u wilt spaarverlof opbouwen om

Nadere informatie

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/2518M De

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2130 8 februari 2011 Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen 28 januari 2011 Nr. DGB 2011/1M Directoraat-generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39196 26 juli 2016 Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen 15 juli 2016 BLKB 2016/765M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Bijlage B van de aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Bijlage B van de aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Bijlage B van de aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden Doelgroep: medewerkers werkzaam onder CAO VVT Duur regeling: onbepaalde tijd Ingangsdatum

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 12 december 2017, nr. 2017-188201. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal

Nadere informatie

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast. REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN RADBOUD UNIVERSITEIT Overeengekomen in het Lokaal Overleg d.d.7 november 2014, laatstelijk gewijzigd en vastgesteld in het Lokaal Overleg van 10 april 2015 Gelet

Nadere informatie

TOELICHTING FIETSREGELING

TOELICHTING FIETSREGELING TOELICHTING FIETSREGELING INLEIDING De fietsregeling is door de werkgever opgenomen binnen de werkkostenregeling. Voor die tijd was de fietsregeling een opzichzelfstaande regeling. De fietsregeling is

Nadere informatie

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Het Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden van Zorggroep Oude en Nieuwe Land biedt de mogelijkheid om onderdelen van de arbeidsvoorwaarden uit te ruilen tegen andere onderdelen.

Nadere informatie

Werkkostenregeling SKBG

Werkkostenregeling SKBG Werkveld Versie Werkkostenregeling (WKR) Personele zaken/financiële zaken Besluit Werkkostenregeling SKBG Datum instemming GMR: 20.09.2016 Datum besluit CvB: 11-10-2016 Inhoud Hoofdstuk Inhoud Pagina 1

Nadere informatie

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Jij mag kiezen! Als medewerker van het Westfriesgasthuis profiteer je van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden MKSA uit de CAO Ziekenhuizen. Hiermee kun je bepaalde

Nadere informatie

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006 Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006 Artikel 1 Vastgesteld bij besluit van het college van bestuur van 7 november 2006, nr. 2006cb0252, zoals laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 3 december

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2015 Vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. van Goor te Bunschoten-Spakenburg

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2015 Vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. van Goor te Bunschoten-Spakenburg Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2015 Vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. van Goor te Bunschoten-Spakenburg 1. Inleiding De cao PO 2014-2015 kent al bepaalde regelingen voor persoonlijke vergoedingen,

Nadere informatie

Toelichting Fietsregeling 2017

Toelichting Fietsregeling 2017 Toelichting Fietsregeling 2017 Deze informatie is bestemd voor medewerkers verbonden aan Scholengroep Veluwezoom INLEIDING Conform bovengenoemd Besluit is het voor Scholengroep Veluwezoom mogelijk haar

Nadere informatie

Toelichting Fietsregeling 2016

Toelichting Fietsregeling 2016 Toelichting Fietsregeling 2016 Deze informatie is bestemd voor medewerkers verbonden aan Scholengroep Veluwezoom INLEIDING Conform bovengenoemd Besluit is het voor Scholengroep Veluwezoom mogelijk haar

Nadere informatie

CAO à la Carte Regeling Vergoeding kosten van vakbondscontributie en lidmaatschappen van beroeps- of vakverenigingen

CAO à la Carte Regeling Vergoeding kosten van vakbondscontributie en lidmaatschappen van beroeps- of vakverenigingen CAO à la Carte Regeling Vergoeding kosten van vakbondscontributie en lidmaatschappen van beroeps- of vakverenigingen Inleiding Een keuzemenu arbeidsvoorwaarden? De CAO à la Carte is een ruilsysteem. U

Nadere informatie

Toelichting Fietsregeling Helder Onderwijs voor werknemers

Toelichting Fietsregeling Helder Onderwijs voor werknemers Toelichting Fietsregeling Helder Onderwijs voor werknemers Deze informatie is bestemd voor de in dienst zijnde werknemers van schoolbesturen indien zij gebruik willen maken van een fiets-privéregeling

Nadere informatie

4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== HOOFDSTUK 4a: * Vakantie-uren uitwisselen tegen geld 4a:1 * Bepaling minimum aantal uren na verkoop van vakantie- en/of

Nadere informatie

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Gewijzigde CAO-artikelen Artikel 1.3 Structuur 1. Voor de bedrijven geldt tevens een bedrijfs-cao waarin nadere

Nadere informatie

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast. REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN vastgesteld door het college van bestuur d.d. 10 december 2001, laatstelijk gewijzigd per 9 februari 2009 In de CAO Nederlandse Universiteiten

Nadere informatie

Fietsregeling gemeente Oldambt 2010

Fietsregeling gemeente Oldambt 2010 Fietsregeling gemeente Oldambt 2010 Doel:deze regeling heeft als doel duidelijkheid te verschaffen over de mogelijkheden tot verstrekking van een fiets. Datum en nummer ingetrokken collegebesluiten - Reiderland:

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. Werkgeversorganisatie in de Sport. Postbus AD ARNHEM. Geachte heer/mevrouw,

Kantoor Arnhem. Werkgeversorganisatie in de Sport. Postbus AD ARNHEM. Geachte heer/mevrouw, Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 6800 DB ARNHEM Werkgeversorganisatie in de Sport Postbus 185 6800 AD ARNHEM Kennisgroep CAO Datum 31 januari 2017 Uw kenmerk Kenmerk KG CAO/17/Beoordeling

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting R.K. Peuterspeelzalen Culemborg Stichting R.K. Primair Onderwijs Culemborg -1- 1. Inleiding Beste medewerkers, Misschien wil je graag een nieuwe fiets aanschaffen

Nadere informatie

kantoor Den Haag Vereniging Openbare Bibliotheken Postbus 16146 2500 BC Den Haag Geachte mevrouw,

kantoor Den Haag Vereniging Openbare Bibliotheken Postbus 16146 2500 BC Den Haag Geachte mevrouw, kantoor Den Haag > 1 Postbus 30206 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax (088) 15 234 05 Kennisgroep CAO Vereniging Openbare Bibliotheken Postbus 16146 2500 BC Den Haag Datum 20 augustus 2014

Nadere informatie

kantoor Den Haag Verbond van Verzekeraars Postbus AL DEN HAAG Geachte heer,

kantoor Den Haag Verbond van Verzekeraars Postbus AL DEN HAAG Geachte heer, kantoor Den Haag > 1 Postbus 30206 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax (088) 15 234 05 Kennisgroep CAO Verbond van Verzekeraars Postbus 93450 2509 AL DEN HAAG Datum 23 juli 2015 Uw kenmerk

Nadere informatie

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Jij mag kiezen! Als medewerker van het Westfriesgasthuis profiteer je van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden MKSA uit de CAO Ziekenhuizen. Hiermee kun je bepaalde

Nadere informatie

Artikel 6b Telewerken Artikel 11 Vergoeding overwerk Artikel 13 Regeling fietsenplan

Artikel 6b Telewerken Artikel 11 Vergoeding overwerk Artikel 13 Regeling fietsenplan Kantoor Eindhoven > 1 Postbus 90056 5600 PJ EINDHOVEN Telefoon (0800) 0543 Doorkiesnummer (088) 1576 584 Vereniging van Openbare Bibliotheken Postbus 16146, 2500 BC Den Haag Datum 5 november 2015 Uw kenmerk

Nadere informatie

MeerKeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden MKA

MeerKeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden MKA MeerKeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden MKA Wat is het MKA? Zelf kiezen en beslissen over aanpassing van arbeidsvoorwaardenpakket Deel van huidige arbeidsvoorwaarden inruilen voor andere arbeidsvoorwaarden,

Nadere informatie

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten Oost/kantoor Almelo ALMELO > 1 Postbus Telefoon Telefax Kennisgroep CAO-adoptie Doorkiesnummer Datum 7 juni 2010 Uw kenmerk Kenmerk Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op

Nadere informatie

Provinciaal Blad. 2013/30 Nummer 1546816. Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Provinciaal Blad. 2013/30 Nummer 1546816. Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2013/30 Nummer 1546816 Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Bij besluit d.d. 22 oktober 2013, met

Nadere informatie

Werkkostenregeling/Ruilen van Arbeidsvoorwaarden

Werkkostenregeling/Ruilen van Arbeidsvoorwaarden Werkkostenregeling/Ruilen van Arbeidsvoorwaarden Op het Serviceplein van Zorggroep vind je informatie over de Werkkostenregeling. Wat is de werkkostenregeling (WKR) De WKR vervangt alle verschillende regels

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen. S. de Jongstraat MA WOUDSEND. Geachte heer/mevrouw,

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen. S. de Jongstraat MA WOUDSEND. Geachte heer/mevrouw, Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 6800 DB ARNHEM Kennisgroep CAO Datum 16 januari 2017 Uw kenmerk Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen S de Jongstraat 14 8551 MA WOUDSEND Kenmerk

Nadere informatie

Cafetaria-en salderingsregeling

Cafetaria-en salderingsregeling 1 Cafetaria-en salderingsregeling Cafetaria-en salderingsregeling De cafetariaregeling is een regeling waarbij de medewerker zelf kan bepalen hoe hij zijn /haar loon geniet. De medewerker kan belast loon

Nadere informatie

Eén van deze loonbestanddelen kan ingeruild worden voor:

Eén van deze loonbestanddelen kan ingeruild worden voor: 1 Cafetariaregeling Cafetariaregeling De cafetariaregeling is een regeling waarbij de medewerker zelf kan bepalen hoe hij zijn /haar loon geniet. De medewerker kan belast loon ruilen voor bepaalde vergoedingen

Nadere informatie

TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011

TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011 TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011 Gemeente Stichtse Vecht Nadere uitwerking van artikel 4a:3 CAR/UWO Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Bronnen 2.1 Bronnen 2.1.1 Persoonsgebonden budget (PGB)

Nadere informatie

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen 1 Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector

Nadere informatie

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der

Nadere informatie

Regeling Cafetariamodel

Regeling Cafetariamodel Regeling Cafetariamodel Categorie 1 nummer 1 (Ter uitvoering van hoofdstuk 4a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR), en de bepalingen van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Vastgesteld bij

Nadere informatie

Fietsregeling. (Ter uitvoering van artikel 4a:1, lid 5, en artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO)

Fietsregeling. (Ter uitvoering van artikel 4a:1, lid 5, en artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) Fietsregeling Categorie 2 nummer 2 (Ter uitvoering van artikel 4a:1, lid 5, en artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) Vastgesteld bij besluit het Algemeen Bestuur d.d. Datum

Nadere informatie

... De NVZ vereniging van ziekenhuizen kent een cao. De huidige cao heeft een looptijd van 1 maart 2011 tot 1 maart 2014.

... De NVZ vereniging van ziekenhuizen kent een cao. De huidige cao heeft een looptijd van 1 maart 2011 tot 1 maart 2014. AMSTERDAM > 1 Postbus 58944 1040 EE AMSTERDAM NVZ vereniging van ziekenhuizen Postbus 9696 3506 GR UTRECHT Telefoon Telefax Kennisgroep CAO Doorkiesnummer Datum 22 februari 2013 Uw kenmerk Betreft Beoordeling

Nadere informatie

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950; Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit

Nadere informatie

Onderhandelaarsakkoord CAO Gehandicaptenzorg 2007-2008

Onderhandelaarsakkoord CAO Gehandicaptenzorg 2007-2008 Onderhandelaarsakkoord CAO Gehandicaptenzorg 2007-2008 Partijen bij de CAO Gehandicaptenzorg, te weten: Werkgeversorganisaties: - Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland - MEE Nederland en Werknemersorganisaties:

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2017 PCO Gelderse Vallei

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2017 PCO Gelderse Vallei Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2017 PCO Gelderse Vallei 1. Inleiding Misschien wil je graag een nieuwe fiets aanschaffen om naar het werk te fietsen. Of je wilt fiscaal voordelig fitnessen, of ben

Nadere informatie

Fietsregeling 2015 SPO De Liemers

Fietsregeling 2015 SPO De Liemers Fietsregeling 2015 SPO De Liemers status Definitief pagina 1 van 5 Inhoud Artikel 1: Definities Artikel 2: Voorwaarden voor deelname Artikel 3: Aanmeldingsprocedure Artikel 4: Uitruilen van het fietspakket

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Protestants Christelijk Onderwijs te Bunschoten Inleiding. Beste medewerker / collega,

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Protestants Christelijk Onderwijs te Bunschoten Inleiding. Beste medewerker / collega, Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2017 Protestants Christelijk Onderwijs te Bunschoten 1. Inleiding Beste medewerker / collega, Misschien wil je graag een nieuwe fiets aanschaffen om naar het werk te

Nadere informatie

De leden-waterschappen. pensioengrondslag minderwerk 070 351 98 66 en verlof. Geachte leden,

De leden-waterschappen. pensioengrondslag minderwerk 070 351 98 66 en verlof. Geachte leden, UNIL VAN WATHRSCHAPPUN Komngskade 40 2596 AA Den Haag Postadres Postbus 93218 2509 AE Den Haag Telefoon 070 35' 97 5" Fax 070 354 46 4^ De leden-waterschappen datum ons kenmerk contactpersoon 23 mei 2012

Nadere informatie

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Daar waar de term gemeente wordt gebruikt moet Regio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente BRONCKHORST;

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente BRONCKHORST; Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente BRONCKHORST; Het is gewenst om de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst aan te passen in verband met de invoering van de Werkkostenregeling;

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2015

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2015 Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2015 1. Inleiding Beste medewerker, Misschien wil je graag een nieuwe fiets aanschaffen om naar het werk te fietsen. Of je wilt fiscaal voordelig

Nadere informatie

1. DEELNAMEVOORWAARDEN

1. DEELNAMEVOORWAARDEN FIETSENREGELING (onderdeel van de werkkostenregeling) Deze informatie is bestemd voor medewerkers van S.K.O. het Groene Lint. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Bron: Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

Reglement. Compensatieregeling pensioen RTL Nederland

Reglement. Compensatieregeling pensioen RTL Nederland Reglement Compensatieregeling pensioen RTL Nederland 1 juli 2013 1 Inhoudsopgave Compensatieregeling pensioen RTL Nederland Artikel 1.1 Wat bedoelen we met bepaalde begrippen en afkortingen in dit reglement?

Nadere informatie

... De beoordeling heeft plaatsgevonden naar de cao en naar de wet- en regelgeving zoals die gelden per 1 januari 2017.

... De beoordeling heeft plaatsgevonden naar de cao en naar de wet- en regelgeving zoals die gelden per 1 januari 2017. Kantoor Almelo 1 Postbus 5105 7600 GL ALMELO Telefoon 0800-0543 Secretariaat Sociaal Partners CAO VVT Postbus 8258 3503 RG UTRECHT Kennisgroep CAO Datum 12 mei 2017 Uw kenmerk Betreft Beoordeling CAO voor

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling 14 4 BELONING 4.1 Beloning en inschaling 4.1.1 Inschaling Artikel 28 1. Het niveau van de functie bij de werkgever wordt bepaald aan de hand van het systeem van functiewaardering dat is overeengekomen

Nadere informatie

ons kenmerk Marz/CvA/U200515548 Lbr.05/104 CvA/LOGA 05/29

ons kenmerk Marz/CvA/U200515548 Lbr.05/104 CvA/LOGA 05/29 LOGA College voor Arbeidszaken/VNG ABVAKABO FNV CNV Publieke zaak.brief aan de leden T.a.v. het college Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden informatiecentrum tel. Marz/CvA(070)3738021 onderwerp

Nadere informatie

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen. Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011, nr.

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen. Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011, nr. Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011,

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus AB DEN HAAG. Geachte mevrouw,

Kantoor Arnhem. Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus AB DEN HAAG. Geachte mevrouw, Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 6800 DB ARNHEM Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus 93050 2509 AB DEN HAAG Telefax (088) 154 99 95 Kennisgroep CAO Datum 1 juni 2015 Uw

Nadere informatie

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer,

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer, > 1 Postbus 30206 Raad Nederlandse Detailhandel Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax Kennisgroep CAO Doorkiesnummer

Nadere informatie

SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook.

SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook. SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook. Hieronder wordt beschreven wat u op de salarisstrook kunt tegenkomen en wat dit

Nadere informatie

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Schoorl, september Secundaire arbeidsvoorwaarden-bro.alg-versie 3 d.d Pagina 1 van 13

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Schoorl, september Secundaire arbeidsvoorwaarden-bro.alg-versie 3 d.d Pagina 1 van 13 Secundaire arbeidsvoorwaarden Schoorl, september 2017 Secundaire arbeidsvoorwaarden-bro.alg-versie 3 d.d. 26-9-2017 Pagina 1 van 13 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 De spelregels 3 Pagina Hoofdstuk

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK Hieronder volgt een beknopte toelichting op de salarisstrook. In deze toelichting wordt ingegaan op de meest voorkomende gegevens. Indien u nog vragen heeft na het lezen

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

Uitleg Salarisstrook!

Uitleg Salarisstrook! Uitleg Salarisstrook! 1. Salaris: dit is het brutoloon over de gewerkte periode waarop de belastingen en premies nog niet zijn ingehouden. 2. Brutoloon: dit is het loon voor de afdracht van loonbelasting

Nadere informatie

Loonheffingen. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten

Loonheffingen. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten . Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten 1. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

Kantoor Rotterdam. Koninklijke Horeca Nederland. Postbus AN WOERDEN. Geachte heer,

Kantoor Rotterdam. Koninklijke Horeca Nederland. Postbus AN WOERDEN. Geachte heer, Kantoor Rotterdam > 1 Postbus 50960 3007 BB ROTTERDAM Koninklijke Horeca Nederland Postbus 566 3440 AN WOERDEN Telefoon 0800-0543 Telefax u Datum 8 september 2014 Uw kenmerk Kenmerk Betreft Cao Dagattractie

Nadere informatie

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te. Reglementnummer: Pagina 1 van 6 Artikel 1 Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever: gevestigd te. Deelnemer: Partner/Echtgenoot: Spaarloon: Bank: de werknemer, die deelneemt

Nadere informatie

Loonheffingen. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten

Loonheffingen. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten FI Loonheffingen. Pensioenen: opbouw, eigen beheer en overgangsrecht. Stamrechten 8 september 2008/Nr. CPP2008/1727M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst; CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR359577_1 1 mei 2018 Regeling Cafetariaplan personeel 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de ; Het is gewenst om de Regeling Cafetariaplan

Nadere informatie

Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM. Geachte heer,

Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM. Geachte heer, Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM > 1 Postbus 50960 3007 BB ROTTERDAM Telefoon Telefax Unit Doorkiesnummer Datum 2 juni 2009 Uw kenmerk Kenmerk Betreft beoordeling cao's op fiscale aspecten Geachte

Nadere informatie

Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2016 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever

Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2016 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2016 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Nadere informatie

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 151215 1 november 2016 Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015.

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015. HOOFDSTUK 3 OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015. Met uitzondering van artikel 3.4 en 3.5 treedt dit

Nadere informatie

CAO à la carte. voor personeel in dienst van architectenbureaus

CAO à la carte. voor personeel in dienst van architectenbureaus voor personeel in dienst van architectenbureaus Inhoud Inleiding............................................ 5 De à la carte-regeling in uw CAO....................... 6 Sparen voor langdurig betaald verlof...................

Nadere informatie

De Levensloopregeling

De Levensloopregeling De Levensloopregeling De meest gestelde vragen Januari 2007 7.0093ML /GW De Levensloopregeling De meest gestelde vragen Het belang van een goede regeling Wellicht wilt u binnenkort een lange reis maken,

Nadere informatie

Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2018 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever

Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2018 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2018 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals overgenomen door uw werkgever Inleiding Uw werkgever streeft er naar om zijn werknemers

Nadere informatie

Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers

Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers Deze informatie is bestemd voor medewerkers verbonden aan scholen en algemene diensten van schoolbesturen. Aan deze informatie kunnen geen

Nadere informatie

kantoor Haarlem BETA t.a.v. secretariaat Postbus BC Rotterdam Geachte heer, mevrouw,

kantoor Haarlem BETA t.a.v. secretariaat Postbus BC Rotterdam Geachte heer, mevrouw, kantoor Haarlem > 1 Postbus 1682 2003 BS HAARLEM Kennisgroep CAO BETA tav secretariaat Postbus 19128 3001 BC Rotterdam Datum 22 september 2014 Uw kenmerk KG cao 2014-44 Kenmerk Betreft Beoordeling CAO

Nadere informatie

Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers

Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers Toelichting Fietsregeling Onderwijs Service Groep voor werknemers Deze informatie is bestemd voor medewerkers verbonden aan scholen en algemene diensten van schoolbesturen. Aan deze informatie kunnen geen

Nadere informatie

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 1 CAR teksten

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 1 CAR teksten Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U201601310 Bijlage 1 CAR teksten A. Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel vv een nieuw onderdeel toegevoegd: ww vakantietoelage: jaarlijkse toelage van 8% van het salaris

Nadere informatie

de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bronckhorst. Nr. 17439 27 februari 2015 Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus 16570 2500 BN DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Kantoor Arnhem. VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus 16570 2500 BN DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw, Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 6800 DB ARNHEM Telefax (088) 154 99 95 Kennisgroep CAO VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus 16570 2500 BN DEN HAAG Datum 27 februari 2015 Uw kenmerk Kenmerk

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Secretariaat CAO voor de Tandtechniek Postbus GD UTRECHT.

Kantoor Arnhem. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Secretariaat CAO voor de Tandtechniek Postbus GD UTRECHT. Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 6800 DB ARNHEM Telefax (088) 154 98 52 Kennisgroep CAO Doorkiesnummer Syntrus Achmea Pensioenbeheer NV Secretariaat CAO voor de Tandtechniek Postbus 3183

Nadere informatie

Cafetariaregeling in Loon

Cafetariaregeling in Loon Cafetariaregeling in Loon Inhoud Hoe werkt de cafetariaregeling?... 1 Besparing werkgever cafetariaregeling... 2 Schriftelijke overeenstemming cafetariaregeling... 2 Houd bij de cafetariaregeling rekening

Nadere informatie

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2017

Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2017 Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden Stichting Meer Primair 2017 1. Inleiding Beste medewerker, Misschien wil je graag een nieuwe fiets aanschaffen om naar het werk te fietsen. Of je wilt fiscaal voordelig

Nadere informatie

Oost-Brabant Kantoor Eindhoven

Oost-Brabant Kantoor Eindhoven Oost-Brabant Kantoor Eindhoven > 1 Postbus 90057 5600 PK EINDHOVEN Telefoon 0800-0543 Telefax Doorkiesnummer Datum 13 april 2007 Uw kenmerk Kenmerk Betreft Beoordeling cao-bepalingen op fiscale aspecten

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro 1. ALGEMEEN 1.1 Wat is het Generatiepact? Cao-partijen hebben voor de looptijd van de cao een pilot Generatiepact afgesproken. Dit Generatiepact zorgt ervoor dat werknemers vanaf een bepaalde leeftijd

Nadere informatie

Fietsregeling 1. ALGEMENE VOORWAARDEN

Fietsregeling 1. ALGEMENE VOORWAARDEN Fietsregeling 1. ALGEMENE VOORWAARDEN Aankoop fiets De werknemer heeft ten tijde van de aanschaf van een fiets een dienstbetrekking. De werknemer maakt op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 Januari 2018 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

IKAP-Regeling rijkspersoneel

IKAP-Regeling rijkspersoneel (Tekst geldend op: 02-02-2015) IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van

Nadere informatie

Kennisgroep CAO Kantoor Utrecht. Nederlandse Zuivel Organisatie. Postbus AA Den Haag

Kennisgroep CAO Kantoor Utrecht. Nederlandse Zuivel Organisatie. Postbus AA Den Haag Belastingdienst, Postbus 18500, 3501 CM UTRECHT Nederlandse Zuivel Organisatie Postbus 93044 2509 AA Den Haag Uw referentie Betreft: CAO HP voor de Zuivelindustrie 1 april 2016 31 maart Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

Betreft: cao Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen 2017/2018

Betreft: cao Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen 2017/2018 Belastingdienst, Postbus 90056, 5600 PJ Eindhoven Vereniging Sociaal Comité van Werkgevers in de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen Postbus 93002 2509 AA Den Haag Midden- en kleinbedrijf

Nadere informatie

Kantoor Almelo. Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Postbus AB ZOETERMEER. Geacht heer,

Kantoor Almelo. Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Postbus AB ZOETERMEER. Geacht heer, Kantoor Almelo 1 Postbus 5105 7600 GL ALMELO Telefoon 0800-0543 Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Postbus 64 2700 AB ZOETERMEER Kennisgroep CAO Datum 27 oktober 2016 Uw kenmerk Betreft

Nadere informatie