MASTERCLASS NEN1010:2015 Rubriek 710_Medische Ruimten

Vergelijkbare documenten
Rubriek 710 Medisch gebruikte ruimten

De nieuwe NEN medisch gebruikte ruimten

Rubriek 710 Medisch gebruikte ruimten

NEN1010:2015 MasterClass_Medische Ruimten

Veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten 1. Veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten

NEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders?

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Beveiligings- en beschermingsmaatregelen in de nieuwe NEN 1010

NEN1010: 2015 & Correctieblad 1:2016

De CPR en NEN 8012:2015

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Aarding in medisch gebruikte ruimten Aardingsvoorzieningen in medische gebruikte ruimten bestaan uit twee delen:

Frequently Asked Questions over de CPR voor Bouwwerken en nieuwe eisen voor kabels

Achtergronden bij het kiezen van brand- en additionele klassen van elektrische leidingen

We make it work. Lobeco CPR kabel programma

Veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten. Verklaring veelvoorkomende normwaarde

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Construction Products Regulation

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

Basiscursus NEN Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

2015 Eaton. All Rights Reserved.

CPR. Construction Products Regulation

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus Vac installaties in voertuigen

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

Wat is er anders? 1 september 2015

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM

Deel0. Relatie met internationale normen. IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd

CPR (NEN 8012) WAAROM CPR?

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Aarding en Potentiaalvereffening, het begin van een onbezorgde verbintenis?

Highlights uit nieuwe HS norm:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen elektrotechnische producten

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Van harte welkom! Gebruikerstraining MES keten NEN 1010:2007+C1:2008/A1:2011+C1: Elektriciteit en het menselijk lichaam

Medische Ruimten en Apparatuur NEN 1010:2015. Projectgroep: CIWAZ Versie: 4.0 November 2016 W

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning

Medische Ruimten en Apparatuur

AREI art. 104 vitale stroombanen

BUILDING SOLUTIONS INSTALLATIE CPR: EUROPESE VERORDENING BOUWPRODUCTEN EUROKLASSEN VOOR BRANDGEDRAG VAN KABELS

NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties

NIEUWSBRIEF 2019-ERB-P009

Flexibele stuurstroomkabels met CPR

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Meer vrijheid, maar ook meer rekenwerk

Stekerbaar installeren

Opleiders in NEN 1010 & Meer

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

Motivatie. aanpassingen STABU-catalogus in. relatie tot de Verordening bouwproducten. nr. 305/2011. (CPR, Construction Products Regulation)

De CPR en de productnorm voor kabels

Belpa B.V. Gebruikerstraining

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Bron: Installatie Journaal mei 2015, onderdeel van Cobouw

EUROPESE VERORDENING BOUWPRODUCTEN

Inspectieplan elektrische installaties en -arbeidsmiddelen

Bouwbesluit Verbouw, transformatie en NEN 1010

Praktijkervaringen Continuïteit en Borging! Edwin Bultman Sales Engineer EMT (Elektro Medische Techniek) Belpa B.V.

CE-markering: wat houdt dat in en wat is de waarde ervan?

Wat is de huidige situatie?

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Bent u er klaar voor?

NEN 1010:2015. Stellingen

TAD: Technologische AdviesDienst

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Inspectie rapportage NEN 3140

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ;

JUNI 2014 INTERPRETATIE EN TOEPASSING VAN HET AREI 104 OP DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIE

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Medisch Gebruikte Ruimten. Edwin Bultman NEN 1010:2015 Datum: Auteur EMT boeken. 1

Nieuwe NEN 1010 en Power Quality. Prof. dr. ir. Sjef Cobben

Kwaliteitsborging. Voorkomen van installatiefouten leidt tot hoog rendement zonnepanelen

VSK Zonne-energie en NEN1010. Zonne-energie en NEN1010. Voorstellen André Derksen. André Derksen Projectcoördinator ISSO

ELEKTRICITEIT. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

CE-markering op bouwproducten: Richtlijn wordt Wet

De kansen en bedreigingen van kwaliteitsborging

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

NEN 1010:2015. The making of. 1 september Moet dat nou echt, de nieuwe NEN 1010

Opfriscursus NEN 1010

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen elektrotechnische producten

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

Kwaliteitsborging voor het bouwen

Veiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017

Landschap voor 1 april 2012

Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?

Europese verordening bouwproducten (CPR) Nieuwe eisen aan kabels in bouwwerken. Jan Fleuren - Configuratie Manager

Nieuwe NEN 1010 Matthieu Weijers (Sales Manager)

Transcriptie:

MASTERCLASS Rubriek 710_Medische Ruimten G.(Gerard) de Groot Consultant Innovatie & Ontwikkeling AGENDA 21 JANUARI 2016 16:00 Ontvangst met koffie/thee Croon Elektrotechniek B.V AMSTERDAM, Hettenheuvelweg 50 16:30 Opening Marc Meeder 16:40 MasterClass NEN1010 Medische Ruimten 17:30 Korte pauze 17:40 MasterClass NEN1010 Medische Ruimten 18:10 Afronding Marc Meeder 18:15 Afsluitende borrel Allen 19:00 Einde 1

Van product leveren naar prestatie garanderen Detailbepalingen worden doelbepalingen Publicatie: 1 oktober 2015 Aanwijzing Bouwbesluit: 1 juli 2016 [voornemen Ministerie] 2

BOUWBESLUIT 2012 HOOFDSTUK 1 Artikel 1.3 ALGEMENE BEPALINGEN Gelijkwaardigheidsbepaling 1. Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. 2. Een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het eerste lid wordt bij het gebruik van het bouwwerk in stand gehouden. BOUWBESLUIT 2012 CONCREET vervangt NEN1010:2007+C1:2008 Minimaal gelijkwaardig 3

BOUWBESLUIT 2012 HOOFDSTUK 9OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 9.1 Algemeen overgangsrecht 1. Op een aanvraag om vergunning voor het bouwen, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, alsmede op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing over een dergelijke aanvraag, blijven de voorschriften van het Bouwbesluit 2003, het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, paragraaf 2 van het besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, de bouwverordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet en de daarop berustende bepalingen van toepassing, zoals deze luidden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend. 2.. BOUWBESLUIT 2012 CONCREET I. De aanvraag om vergunning wordt ingediend bij de gemeentelijke autoriteit. II. De indiener ontvangt hiervan een bevestiging. III. De dagtekening van de bevestigingsbrief bepaalt welke versie van de norm van kracht is. 4

Aanduiding/ herkomst normen IEC [normnummer] Mondiale norm (brondocument: Mondiaal) EN [normnummer] Europese norm (brondocument: Europees) EN-IEC [normnummer] Europese norm (brondocument: Mondiaal) NEN [normnummer] NEN-EN [normnummer] NEN-EN-IEC [normnummer] Nederlandse norm (brondocument: Nederlands) Nederlandse norm (brondocument: Europees) Nederlandse norm (brondocument: Mondiaal) NEN1010 Nederlandse norm? NEN1010 Relatie met internationale normen De Nederlandse norm NEN 1010:2015 is in beginsel een vertaling van de Europese installatievoorschriften voor laagspanning, vastgelegd in de HD 60364-reeks. Waar deze normenreeks niet toereikend was, is gebruikgemaakt van de mondiale IEC 60364-reeks, of zijn voorschriften gebruikt die gebaseerd zijn op de Nederlandse installatiepraktijk. - 99% internationaal - NEN-EN-IEC 60364? 5

NEN1010 NEN1010 is een begrip in de NL installatiebranche. Van product levering naar prestatie garantie Samenvoegen van taken en verantwoordelijkheden? Is er een vergelijk te trekken? van UAV NAAR UAV-gc UAV-gc vraagt een andere manier van denken. Bij UAV-gc is de aannemer, naast de uitvoering, ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het ontwerp. 6

Van UAV NAAR UAV-gc Verschuiving risico s naar opdrachtnemer UAV (Uniforme Administratieve Voorwaarden) Gedetailleerde specificatie (Bestek) Werkt in: - - de uitvoeringsfase - UAV-gc (geintegreerde contractvorm) Functionele specificatie (Opstellen) Werkt in: - (een deel van) het ontwerp - de uitvoeringsfase - (zo mogelijk) het onderhoud Ontwerp en uitvoering bij 1 partij Ontwerprisico volledig bij Opdrachtgever Handhaving via directievoering en toezicht Risico s voor een groter deel bij Opdrachtnemer dan bij UAV Opdrachtnemer eigen kwaliteitssysteem (opdrachtgever kijkt op afstand toe) Private kwaliteitsborging: Brief Minister Blok 27 november 2013 Doel Wet kwaliteitsborging aan te sluiten bij dat deel van de huidige bouwpraktijk waarbij private partijen met oog voor een goede bouwkwaliteit werken aan bouwprojecten de bouwsector zelf expliciet verantwoordelijk is voor de bouwkwaliteit meer prikkels aan partijen in de bouwsector moeten geven om kwalitatief goede bouwwerken op te leveren 7

Private kwaliteitsborging Aansprakelijkheid beter regelen Aanpassing Burgerlijk wetboek op verborgen gebrek Informatieplicht risico s Retentierecht: actieve handeling Schrappen preventieve toets aan het Bouwbesluit 2012 Borging kwaliteit bouw door marktpartijen Kwaliteitsborging gereguleerd via wettelijke eisen PRIVATE KWALITEITSBORGING EN BOUWREGELGEVING Er moet een beter en flexibeler systeem van kwaliteitsborging in de bouwregelgeving komen. De gewenste stap naar verdere flexibilisering en deregulering van bouwregelgeving kan alleen worden gezet wanneer ook private partijen bereid zijn hierin hun verantwoordelijkheid te nemen. Van product levering naar prestatie garantie Terug naar NEN1010 Van NEN1010:2007 naar 8

HOOFDSTUK 4-422: VOORZORGSMAATREGELEN OP PLAATSEN MET BIJZONDERE RISICO S BIJ BRAND NEN1010:2007 422.2 Omstandigheden betreffende een evacuatie in geval van nood Omstandigheid: BD2: Lage bezettingsgraad, moeilijke omstandigheden voor evacuatie BD3: Hoge bezettingsgraad, eenvoudige omstandigheden voor evacuatie BD4: Hoge bezettingsgraad, moeilijke omstandigheden voor evacuatie Bij omstandigheden BD2, BD3 en BD4 mogen leidingsystemen niet binnen vluchtwegen liggen, tenzij de leidingen in het leidingsysteem zijn voorzien van mantels, of van omhulsels die deel uitmaken van het kabeldraagsysteem zelf, of op een andere wijze zijn aangebracht. Leidingsystemen die binnen vluchtwegen liggen mogen niet binnen handbereik zijn, tenzij deze zijn beschermd tegen mechanische beschadiging die kan optreden tijdens een ontruiming. Leidingsystemen in vluchtwegen moeten zo kort mogelijk zijn en niet vlamvoortplantend zijn. Bij omstandigheden BD2, BD3 en BD4 moeten leidingsystemen voor de voeding van veiligheidsstroomketens functiebehoud hebben bij brand gedurende de tijd die is voorgeschreven door de regelgeving voor bouwelementen, of gedurende 1 h in de afwezigheid van dergelijke regelgeving. NEN 8012:2015 Informatieve verwijzing NEN 8012 Beperking van schade als gevolg van brand van en via de elektrische leidingen in de elektrische installatie 422 Voorzorgsmaatregelen op plaatsen met bijzondere risico s bij brand 422.1 Algemeen 422.1.1 Elektrisch materieel moet zijn beperkt tot wat nodig is voor het gebruik op deze plaatsen, met uitzondering van leidingsystemen volgens 422.3.5. n OPMERKING Bij de keuze van de leidingen behoort NEN 8012 te worden toegepast. 527 Keuze en installatie van leidingsystemen ter beperking van brandverspreiding 527.1 Maatregelen binnen een brandcompartiment 527.1.1 Het risico van brandverspreiding moet tot een minimum worden beperkt door de keuze van deugdelijke materialen en het uitvoeren van de installatie volgens rubriek 527. n OPMERKING Bij de keuze van de leidingen behoort NEN 8012 te worden toegepast. 9

NEN 8012:2015 n n 521.11 Keuze van leidingen 521.11.1 De soorten leidingen in tabel 52.J.1 (zie bijlage 52.J) mogen worden toegepast onder de voorwaarde dat ze geschikt zijn voor de geldende uitwendige invloeden. Dit betekent ook dat bij de keuze van de leidingen in verband met brandeigenschappen, NEN 8012 moet worden toegepast. OPMERKING Elektrische kabels (in de vaste installatie) die zijn bedoeld voor het functioneren en de instandhouding van bouwwerken, vallen onder de Europese verordening voor bouwproducten CPR (Construction Products Regulation) met betrekking tot hun gedrag bij brand. Kabels worden hierbij geclassificeerd in verschillende (brand)klassen en moeten voldoen aan NEN-EN 50575. Wanneer welke (brand)classificatie moet worden toegepast is de verantwoordelijkheid van Europese lidstaten zelf, en in Nederland is hiervoor NEN 8012 opgesteld. Door toepassing van NEN 8012 wordt aan de CPR voldaan. NEN 8012 behoort ook te worden toegepast bij de rubrieken 422 en 527, waar eisen worden gesteld aan het brandgedrag van kabels. Andere soorten leidingtypen zijn toegelaten onder de voorwaarde dat ze met bovengenoemde soorten onder de voorhanden omstandigheden gelijk zijn te stellen. NEN 8012:2015 n Bijlage 52.J (normatief) Keuze van leidingen Tabel 52.J.1 Soorten leidingen Soort leiding Kenmerken/mechanische belasting a Leidingtypen a Voorbeelden van geschikte kabeltypen 1 2 3 4 5 6 7 a Voor de keuze van het leidingtype in verband met brandeigenschappen, moet aanvullend NEN 8012 worden toegepast. 10

NEN 8012:2015 tot 1 juli 2017 Kabel Richtlijn Laagspanning 2006/95/EG 16 januari 2007 NEN 1010:2015 NEN 8012:2015 Richtlijn bouwproducten 89/106/EEC 1 oktober 1992 Vanaf 1 juli 2013 is de nieuwe bouwproductenrichtlijn Construction Products Regulation (CPR) van kracht. Deze verordening is ter vervanging van de Europese richtlijn voor Bouwproducten, beter bekend als Construction Products Directive (CPD). Construction Products Regulation CPR REGULATION (EU) No 305/2011 4 april 2011 11

NEN 8012:2015 De bouwsector wordt geconfronteerd met de meest ingrijpende wijziging van de afgelopen 10 jaar Een verschil is dat de CPR een Declaration of Performance voorschrijft waar de CPD om een Declaration of Conformity vraagt. Dit betekent dat de CPR meer productprestatie gericht is dan de CPD. NEN 8012:2015 Mag vanaf 1 juli 2016 Overgangsjaar van 1 juli 2016 tot 1 juli 2017 Moet vanaf 1 juli 2017 Kabel Richtlijn Laagspanning 2006/95/EG 16 januari 2007 + Construction Products Regulation CPR REGULATION (EU) No 305/2011 4 april 2011 12

NEN 8012:2015 Kabels zijn onder de CPR gebracht voor de eigenschappen: Reaction to Fire Resistance to Fire De NTA 8012 richt zich op Reaction to Fire NEN 8012:2015 De brandklasse is een maat voor de brandverspreiding langs de elektrische leidingen en is van belang voor: beperking van de ontwikkeling van brand en beperking van uitbreiding van brand (het voorkomen dat brand zich binnen een gebouw via de elektrische leidingen naar andere ruimten kan voortplanten). Brandklasse Brandbijdrage Benaming A ca B1 ca geen nauwelijks niet brandbaar B2 ca heel beperkt heel moeilijk brandbaar C ca beperkt moeilijk brandbaar D ca gemiddeld normaal brandbaar E ca hoog goed brandbaar F ca niet bepaald 13

NEN 8012:2015 De rookklasse is een maat voor de hoeveelheid rook die vrijkomt tijdens de verbranding van elektrische leidingen en is van belang voor: beperking van het ontstaan van rook Rookklasse Rookontwikkeling Benaming s1 s2 Heel beperkt gemiddeld Weinig rookontwikkeling (low smoke) s3 Hoog (geen eisen) Veel rookontwikkeling NEN 8012:2015 De vallende brandende deeltjes tijdens de verbranding van elektrische leidingen is van belang voor: beperking van gevolgschade van de brand (het voorkomen dat andere objecten vlam kunnen vatten). Klasse Vallende brandende deeltjes Benaming d0 d1 d2 Geen beperkt Hoog (geen eisen) Geen opeenhoping van brandende deeltjes Kleine kans opeenhoping van brandende deeltjes 14

NEN 8012:2015 De corrosiviteit/zuurgraad van de verbrandingsgassen die vrijkomen tijdens de verbranding van elektrische leidingen is van belang voor: beperking van gevolgschade van de rook. Klasse a1 a2 a3 Corrosiviteit/zuurgraad van de verbrandingsgassen Laag beperkt Hoog (geen eisen) Benaming Lage mate van corrosiviteit Hoge mate van corrosiviteit NEN 8012:2015 D ca -s3,d2,a3 Veel rookontwikkeling Hoge mate van corrosiviteit Vallende brandende deeltjes normaal brandbaar YMvKmb 15

NEN 8012:2015 1) Het doorlopen van een stappenplan in combinatie met flowcharts 2) Een risico analyse NEN 8012:2015 - risicograaf Gebruikers Gevolgschade en/of afbreukrisico Blootstelling Afwendbaarheid van de gevaren Elektrische leidingen brandvrij gelegd Elektrische leidingen NIET brandvrij gelegd Aantal gelijktijdig Kans op ontstaan/ontwikkeling van brand Kans op ontstaan/ontwikkeling van brand bedreigde mensen Laag Hoog Laag Hoog Bekend met het gebouw Laag 500 1 3 5 7 > 500 2 4 6 8 Hoog 500 3 5 7 9 > 500 4 6 8 10 Onbekend met het gebouw Laag 500 5 7 9 11 > 500 6 8 10 12 Hoog 500 7 9 11 13 > 500 8 10 12 14 Niet zelfredzaam Laag 500 9 11 13 15 > 500 10 12 14 16 Hoog 500 11 13 15 17 > 500 12 14 16 18 Slapend Laag 500 13 15 17 19 > 500 14 16 18 20 Hoog 500 15 17 19 21 > 500 16 18 20 22 16

NEN 8012:2015 Tabel 4 Tabel 4 Benodigde classificatie van de elektrische leiding afhankelijk van het brandrisico Brandrisico Aanduiding in risicograaf en de minimale en maximale waarde van het brandrisico Benodigde classificatie van de elektrische leiding Laag (1-6) E ca Middelgroot (7-11) D ca -s3,d2,a3 Groot (12-19) C ca -s1,d1,a1 Zeer groot (20-22) B2 ca -s1,d1,a1 Van product levering naar prestatie garantie Samenvoegen van taken en verantwoordelijkheden? Is er een vergelijk te trekken? van UAV NAAR UAV-gc Terug naar NEN1010 17

Wijzigingen ten opzichte van de vorige editie Algemeen In NEN 1010:2015 wordt aandacht geschonken aan de toepassing van nieuwe technologieën en onderwerpen in de elektrotechniek. Deze kenmerken zich vooral door het toenemende gebruik van elektronica en het toenemende gebruik van elektrische energie. In NEN 1010:2015 wordt rekening gehouden met de effecten hiervan op de elektrische installaties binnen het toepassingsgebied van deze norm. Voorbeelden hiervan zijn: toenemende hogere harmonische spanningen en stromen; toenemende gevoeligheid van materieel (elektronica) voor overspanningen; toenemend gebruik van zonnepanelen als (parallelle) energiebron; toenemend gebruik van elektrische voertuigen. Daarnaast is het onderwerp brandpreventie verder uitgewerkt, wordt aandacht besteed aan de gevaren van vlambogen, en worden veiligheidsvoorzieningen zoals voedingen en verlichting in noodsituaties uitgebreid beschreven. Ook wordt met deze editie van NEN 1010 verder vormgegeven aan Europese harmonisatie. Waar nodig zijn specifieke Nederlandse bepalingen beoordeeld op de noodzaak ervan. In veel gevallen heeft dit geleid tot het laten vervallen van de specifieke Nederlandse bepaling. Bepalingen voor bestaande installaties zijn niet meer opgenomen in deze editie van NEN 1010. Hiervoor wordt verwezen naar de geldende editie van NEN 1010 ten tijde van het ontwerp en de aanleg van de desbetreffende installatie. 18

Rubriek 710 Medische Ruimten NEN 3134:1976 NEN 3134:1986 nl NEN 3134:1992 nl (1 e druk) (2 e druk) (3 e druk) NEN 1010-7:2000/A3:2005 NEN 1010:2007+C1:2008 NEN 1010:2007+C1:2008/A1:2011+C1:2011 Algemeen De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van NEN 1010:2007 zijn de volgende: De Nederlandse aanvullende bepalingen voor de keuze van leidingen zijn nu opgenomen in twee nieuwe normatieve bijlagen: 52.J (algemeen) en 700.A (toepassing van soorten leidingen voor bijzondere installaties, ruimten en terreinen). Alle desbetreffende hoofdstukken in deel 7 zijn hierop aangepast. Het onderwerp laadinrichtingen voor elektrische voertuigen is toegevoegd, en ondergebracht in hoofdstuk 7-722. De bepalingen van het oude hoofdstuk 7-722 (ruimten bestemd voor meting en beproeving in onderwijsgebouwen) zijn ondergebracht in, en gecombineerd met, de inhoud van hoofdstuk 7-723 (ruimten bestemd voor meting en beproeving met verplaatsbare meetinstrumenten), in een nieuw hoofdstuk 7-723 (ruimten bestemd voor meting en beproeving). Een aantal onderwerpen zijn vervallen. De bijzondere eisen bij deze onderwerpen zijn in voldoende mate opgenomen in de algemeen geldende delen en hoofdstukken van NEN 1010, of er bestaan specifieke andere normen waar de desbetreffende onderwerpen uitvoerig worden behandeld. Waar nodig zijn enkele aanvullende bepalingen opgenomen in andere hoofdstukken. De volgende hoofdstukken zijn als gevolg hiervan vervallen: 7-720 7-725 7-751 7-752 7-758 7-761 7-763 7-773 7-781 7-783 19

NL-rubrieken VERVALLEN 7-720: Gewone ruimten 7-725: Elektrische bedrijfsruimten 7-751: Stoffige ruimten 7-752: Ruimten met brandgevaar 7-758: Ruimten met zware mechanische stootbelasting 7-761: Kabels in de grond 7-763: Grond-, wegdek- en vloerverwarming anders dan voor ruimteverwarming 7-773: Voeding van neoninstallaties en neontoestellen 7-781: Lasinstallaties Lascabines 7-783: Brandpreventieve en -repressieve installaties Van product levering naar prestatie garantie Detail bepalingen Doel bepalingen 1 (wand)contactdoos per 7m 2 vloeroppervlak Artikel 510.4.1 In elke betreedbare ruimte in tot bewoning bestemde gebouwen, logiesgebouwen en woonschepen moeten voldoende contactdozen en aansluitpunten voor verlichting zijn aangebracht om op veilige en doelmatige wijze de ruimte te kunnen gebruiken. 20

Overleg met de opdrachtgever Doel bepalingen Artikel 510.4.3 Rekening houdend met 510.4.1 en 510.4.2, moet voor de aanleg van de installatie de omvang van de installatie worden afgestemd met de opdrachtgever en (indien mogelijk) met de (toekomstige) eigenaar/gebruiker van de installatie. Toepassing NEN1010 biedt een overzicht van de bepalingen, maar koppelt deze niet aan de toepassing. Bepaling De som van de stromen in een meeraderige kabel behoort gelijk te zijn aan nul. 21

Toepassing 250A L1 PE 165A N L3 L2 100A 275A De som van de stromen is gelijk aan nul Toepassing Toegestaan of niet? L1 L1 N L3 L2 PE L3 L2 Artikel 524.2.3 In meerfaseketens waarin elke fase een kerndoorsnede heeft van meer dan 16 mm2 bij koper of 25 mm2 bij aluminium, mag de kerndoorsnede van de nulleiding kleiner zijn dan die van de fasen, mits.. 22

Toepassing L1 PE L1 N L3 L2 N L3 L2 De som van de stromen in een meeraderige kabel behoort gelijk te zijn aan nul. Dit zorgt ervoor dat de nulstroom alleen in de nulleiding van die stroomketen loopt die is ingeschakeld Toepassing Het is NIET meer toegestaan om 4-polige aardlekschakelaars toe te passen voor de beveiliging van éénfase eindgroepen. Aan welke toepassing denkt u? 23

Toepassing Het is NIET meer toegestaan om 4- polige aardlekschakelaars toe te passen voor de beveiliging van éénfase eindgroepen. I N = 30mA Aan welke toepassing denkt u nog meer? Geldt ook voor een tweeleiding aftakking van een drie- of vierleidinggroep. Toepassing 718 Ruimten met een publieke functie en bedrijfsruimten 718.512 Bedrijfsomstandigheden en uitwendige invloeden 718.512.3 Vast aangesloten opgehangen materieel met een gewicht van meer dan 5 kg moet zijn bevestigd met een aanvullend onafhankelijk ophangsysteem. Elk onafhankelijk ophangsysteem moet op veilige wijze vijfmaal het gewicht van het materieel kunnen dragen. Deze eisen zijn niet van toepassing op verlichtingsarmaturen, hierop is bepaling 718.559 van toepassing. 24

Toepassing Warenwetbesluit elektrotechnische producten Artikel 3 1. Elektrotechnische produkten moeten, overeenkomstig de regels van goed vakmanschap die in de Europese Economische Gemeenschap dan wel in de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gelden, bij juiste installatie, gebruik overeenkomstig hun bestemming en degelijk onderhoud geen gevaar opleveren voor personen, huisdieren of goederen. Zij moeten daartoe ten minste voldoen aan de in de bijlage bij dit besluit opgenomen eisen. 2.... Bijlage a. gegevens waarvan de kennis voor een juist en veilig gebruik (waaronder onderhoud) van het produkt noodzakelijk is, moeten duidelijk en in de Nederlandse taal zijn aangegeven op het produkt of, indien dat niet mogelijk is, op een daarbij gevoegde instructie; b. Woningwet Bouwbesluit Regeling Bouwbesluit NEN1010 Warenwet Elektrotechnische producten De toepassing van geharmoniseerde normen die tot een vermoeden van conformiteit leiden, blijft in het kader van de nieuwe aanpak-richtlijnen vrijwillig. Een product mag dus rechtstreeks op basis van de essentiële eisen worden gefabriceerd. Toepassing 559 Verlichtingsarmaturen en verlichtingsinstallaties 559.5.2 Bevestiging van het verlichtingsarmatuur De bevestigingsmiddelen moeten een gewicht van minimaal 5 kg kunnen dragen. Wanneer het gewicht van het verlichtingsarmatuur groter is dan 5 kg moet de installateur waarborgen dat het bevestigingsmiddel het gewicht van het verlichtingsarmatuur kan dragen. 25

KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 132 Ontwerp BESTAAND 132.1 Algemeen Bij het ontwerp van de elektrische installatie moet rekening zijn gehouden met de volgende aspecten: de bescherming van personen, levende have en bezittingen, overeenkomstig rubriek 131; het goed functioneren van de elektrische installatie tijdens het gebruik waarvoor de installatie is bedoeld. KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 132 Ontwerp BESTAAND 132.1 1 Vermijden van wederzijdse beïnvloeding De elektrische installatie moet zo zijn ontworpen dat geen wederzijdse schadelijke beïnvloeding kan plaatsvinden tussen elektrische en nietelektrische installaties van het gebouw. Hierbij moet ook rekening zijn gehouden met elektromagnetische storingen. 26

KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 132 Ontwerp BESTAAND 134.1.4 Verbindingen tussen leidingen onderling en tussen leidingen en ander elektrisch materieel moeten zo zijn gemaakt dat veilig en betrouwbaar contact is verzekerd. KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 132 Ontwerp NIEUW 134.1.8 Wanneer bij een installatie gebruik wordt gemaakt van nieuwe materialen, uitvindingen of methoden die leiden tot afwijkingen van de bepalingen uit deze norm, mag het uiteindelijke veiligheidsniveau van de installatie niet lager zijn dan het niveau dat zou zijn verkregen door aan deze norm te voldoen. 27

KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 132 Ontwerp NIEUW 134.1.9 Bij uitbreiding of wijziging van een bestaande installatie moet worden vastgesteld dat de dimensionering en toestand van bestaand materieel, dat extra zal worden belast, geschikt is voor de gewijzigde omstandigheden. Bovendien moet de aardings- en vereffeningsinrichting hiervoor geschikt zijn, indien deze nodig is voor de beschermingsmaatregelen die worden toegepast voor veiligheid van de uitbreiding of wijziging. BOUWBESLUIT RECHTENS VERKREGEN NIVEAU BB2012 1.4 Bijzondere bepalingen Artikel 1.12 Verbouw 1. Op het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn wat betreft de hoofdstukken 2 tot en met 56 de voorschriften van een te bouwen bouwwerk van toepassing tenzij in de desbetreffende afdeling voor een voorschrift anders is aangegeven. 2. Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een installatie is wat betreft hoofdstuk 6 het rechtens verkregen niveau van toepassing. 3. Op het geheel vernieuwen van een installatie zijn wat betreft hoofdstuk 6 de voorschriften van een te bouwen bouwwerk van toepassing. 28

BOUWBESLUIT RECHTENS VERKREGEN NIVEAU Foutstroom Aardlekschakelaar Klasse AC [t/m 1996] Klasse A [vanaf 1996] GEWIJZIGD GEBRUIK? KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 314 Opdelen van installaties UITGEBREID 314.1 Elke installatie moet, waar noodzakelijk, zijn opgedeeld in stroomketens om: gevaar te vermijden en de nadelige gevolgen bij een defect zo gering mogelijk te houden; veilig(e) inspectie, beproeving en onderhoud mogelijk te maken (zie ook hoofdstuk 53); rekening te houden met gevaar dat zou kunnen ontstaan door een storing in een stroomketen, bijvoorbeeld een stroomketen voor verlichtingsdoeleinden; de kans te verminderen op het ongewenst in werking treden van een toestel voor aardlekbeveiliging ten gevolge van te grote stromen in de PE-leiding, die geen gevolg zijn van een fout; de gevolgen van EMI beperkt te houden; te voorkomen dat een stroomketen onder spanning komt te staan die bedoeld was gescheiden te zijn. 29

KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 314 Opdelen van installaties BESTAAND 314.2 Delen van installaties die onafhankelijk van elkaar moeten worden bedreven, moeten door afzonderlijke distributiegroepen zijn gevoed, waarbij deze stroomketens niet worden beïnvloed door storingen in andere stroomketens. KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 33 Compatibiliteit BESTAAND 33.1 Compatibiliteit van kenmerken Van elektrisch materieel moet zijn vastgesteld of de eigenschappen schadelijke invloed kunnen uitoefenen op ander elektrisch materieel of andere voorzieningen of mogelijkerwijs de stroomvoorziening kunnen verstoren. Dit is nodig om bijvoorbeeld afstemming te kunnen plegen met andere betrokkenen. Voorbeelden van dergelijke eigenschappen die schadelijke invloed kunnen uitoefenen zijn: 30

KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 33 Compatibiliteit BESTAAND 33.2 Elektromagnetische compatibiliteit Elektrische materieel moet voldoen aan de desbetreffende elektromagnetische compatibiliteitseisen (EMC) en moet in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde EMC-normen. Bij het ontwerp moet aandacht zijn geschonken aan maatregelen tot het verminderen van het effect van geïnduceerde spanningsverstoringen en elektromagnetische interferenties (EMI). Maatregelen zijn gegeven in hoofdstuk 44. Hst.44 nu normatief KAPSTOK ARTIKELEN DEEL 1 + DEEL 3 36 Continuïteit van bedrijfsvoering NIEUW Elke noodzaak voor continuïteit van bedrijfsvoering die nodig wordt geacht gedurende de beoogde levensduur van de installatie moet worden vastgesteld voor elke stroomketen. De volgende eigenschappen zouden hierbij moeten worden overwogen: keuze van aarding van het stelsel; keuze van het beveiligingstoestel om selectiviteit te verkrijgen; aantal stroomketens; meerdere elektrische voedingen; het gebruik van bewakingstoestellen. 31

Diverse uitvoeringsbepalingen, met als doel de aanraakspanning voldoende laag te houden, zijn gewijzigd in doelbepalingen. Hiermee wordt een keuzemogelijkheid verkregen in de wijze waarop dit wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld door het toepassen van een goede vereffening, of, zoals voorheen voorgeschreven, door middel van geïsoleerd opstellen. In dit kader is de klasse-indeling van ruimten in overeenstemming met HD 60364 gebracht: drie groepen in plaats van vier klassen. Voor de herkenbaarheid is de aanduiding klasse vervangen door groep. De term MES-keten is gewijzigd in medisch IT-stelsel. Wijzigingen Klasse wordt vervangen door Groep Klasse 0, 1, 2 en 3 wordt Groep 0, 1, 2 Klasse 3 wordt groep 2 (groep 3 komt niet voor) Patiëntengebied wordt patiënten omgeving MES-keten wordt Medisch IT-stelsel Nieuw begrip: Medisch Elektrisch Systeem Groep 2: contactdozen met spanningsindicatoren Aardfout tableau: duidelijk uitleesbare uitleg van een alarm Medisch IT-Stelsel: aantal contactdozen Aantal vereffeningspunten Essentieel deel van de installatie (mag korte tijd worden onderbroken) 32

Checklist (1) Ruimteclassificatie (groepsindeling) Spanningsuitval (herstel 0,5 sec.) - operatielampen - medisch elektrisch matrieel (bv endoscopen, incl monitoren) - levensondersteunende toestellen Patiënten omgeving 10mV of 100mV binnen patiëntenomgeving Groepencodering contactdozen Functiecodering contactdozen Waar zijn de grootste aardfoutstromen te verwachten Twee aanliggende (bij elkaar horende) ruimten Checklist (2) Aantal contactdozen Aantal vereffeningspunten Vermogen medisch IT-stelsel (1600VA / 3300 VA) Welke delen stel ik geïsoleerd op Vereffeningssysteem, opbouw GBS doormelding Signaallampje (rood of geel bij aardfout of overbelasting) 33

Medische IT-Stelsels NEN 1010:2015 Artikel 710.411.6.3.5 Medische IT-Stelsels In medisch gebruikte ruimten van groep 2 moet een medisch IT-stelsel zijn toegepast voor eindgroepen die de voeding verzorgen van medisch elektrisch materieel en medische elektrische systemen bestemd voor ondersteuning van levensfuncties, chirurgische toepassingen en overig elektrisch materieel dat zich bevindt binnen de patiëntenomgeving of dat binnen de patiëntenomgeving kan worden geplaatst, met uitzondering van het materieel vermeld in 710.411.4. Medische IT-Stelsels NEN 1010:2015 Artikel 710.411.6.3.5 Medische IT-Stelsels n Opmerking a bij de term: Een medisch IT-stelsel mag slechts één ruimte voeden. Indien op grond van risicomanagement is vastgesteld dat twee tegen elkaar gelegen medisch gebruikte ruimten als één ruimte kunnen worden beschouwd, mag een medisch IT-stelsel beide ruimten voeden. Bij het medisch IT-stelsel moet een isolatiebewakingstoestel zijn toegepast dat voldoet aan NEN-EN-IEC 61557-8 met de volgende extra eisen: a) de inwendige impedantie moet ten minste 500 kω zijn; b) de meetspanning moet wisselspanning zijn met een frequentie van ongeveer 50 Hz en een spanning niet groter dan 25 V; c) de piekwaarde van de toegevoerde stroom mag, óók onder foutcondities, niet groter zijn dan 500 A; 34

Ruimteclassificatie NEN 1010:2015 Artikel 710.3 Het vaststellen van de groepsindeling en de bijbehorende veiligheidsvoorzieningen van een medisch gebruikte ruimte moet plaatsvinden in overeenstemming met het medisch personeel en de persoon/personen die verantwoordelijk is/zijn voor de medische veiligheid. Om de classificatie van een medisch gebruikte ruimte vast te kunnen stellen, moet het medisch personeel aangeven welke medische handelingen binnen deze ruimte plaatsvinden. Op basis van de beoogde toepassing moet de ruimte in de juiste groep worden ingedeeld. Kwaliteitswet zorginstellingen Artikel 3 De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde zorg Artikel 4 Het uitvoeren van artikel 3 omvat mede de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg 35

Ruimteclassificatie Raad van Bestuur Bepalen van ruimteclassificatie Ontwerp: Installateur adviseur Aanleg/ uitvoering: installateur DELEGEER Beheer: Installatieverantwoordelijke Medisch personeel Personen, verantwoordelijk voor medische veiligheid Medische instrumentele dienst Klinisch fysicus Installatieverantwoordelijke (installateur/ adviseur) Het hoofd of de bestuurder is verantwoordelijk voor het correct classificeren. Installatieverantwoordelijke is eerst verantwoordelijk voor de elektrische installatie. Raad van bestuur is uiteindelijk overal verantwoordelijk voor. Op basis van medisch handelen bepalen verschillende disciplines de classificatie van medisch gebruikte ruimten. Om tot een goed ontwerp te komen is tijdens het bouwproces overleg noodzakelijk tussen de installateur, medisch personeel, personen die verantwoordelijk zijn voor medische veiligheid, de medisch instrumentele dienst, de klinisch fysicus en de installatieverantwoordelijke Aard van galvanisch contact NEN-EN-IEC 60601 Artikel 2.1.5 Deel van een medisch elektrisch toestel dat bij normaal gebruik: noodzakelijkerwijs in fysiek contact met de patiënt moet komen om het toestel te kunnen laten functioneren of in contact met de patiënt kán worden gebracht of door de patiënt móet worden aangeraakt. 36

Patiëntenomgeving NEN 1010:2015 Opmerking 1 bij de term: Artikel 710.2.9 patiëntenomgeving elk gebied waarbinnen opzettelijk of onopzettelijk contact kan plaatsvinden tussen een patiënt en delen van het medisch elektrisch materieel of medisch elektrisch systeem of tussen een patiënt en andere personen die delen van het medisch elektrisch materieel of medisch elektrisch systeem aanraken [BRON: NEN-EN-IEC 60601:2006, 3.79] Dit is van toepassing wanneer de positie van de patiënt vooraf is vastgelegd; wanneer dat niet het geval is, behoren alle mogelijke posities van de patiënt in aanmerking te worden genomen. n Opmerking a bij de term: De gehele ruimte behoort te voldoen aan de vastgelegde classificatie. Op grond van risicoanalyse kan voor een (klein) afgebakend deel van de ruimte buiten de patiëntenomgeving hierop een uitzondering worden gemaakt. Op grond van 710.30 moet dit worden vastgelegd n Opmerking b bij de term: De ruimte boven een verlaagd plafond is niet een medisch gebruikte ruimte. De installatie in deze ruimte, bijvoorbeeld voor de voeding van verlichtingsarmaturen, behoort aan de relevante algemene bepalingen van deze norm te voldoen. Ruimteclassificatie 1 e druk 1976 2 e druk 1986 Voorziening Medisch gebruikte ruimte klasse S0 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Veiligheidsaarding en potentiaalvereffening Voorziening S1 + Aardlekschakelaars Voorziening S1 + Aanvullende eisen voor potentiaalvereffening en beschermingstransformatoren S1 S2 S3 Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart 37

Ruimteclassificatie 2 e druk 1986 3 e druk 1992 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart Medisch gebruikte ruimte klasse S0 S1 S2 S3 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart Ruimteclassificatie 3 e druk 1992 NEN 1010-7:2000/A3:2005 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Medisch gebruikte ruimte klasse Medisch gebruikte ruimte Rubriek 710 IEC 60364-7-710 Geen galvanisch contact S0 Klasse 0 group 0 Alleen uitwendig galvanisch contact S1 Klasse 1 group 1 Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart S2 Klasse 2 group 2 Galvanisch contact tot in of aan het hart S3 Klasse 3 group 3 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart Definitie medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het volgende gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: uitwendig; inwendig in enig deel van het lichaam met uitzondering van gevallen waarin klasse 2 of klasse 3 van toepassing is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: vitale handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) levensbedreigend kan zijn en/of handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is 38

Ruimteclassificatie Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart NEN 1010-7:2000/A3:2005 Definitie medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het volgende gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: uitwendig; inwendig in enig deel van het lichaam met uitzondering van gevallen waarin klasse 2 of klasse 3 van toepassing is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: vitale handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) levensbedreigend kan zijn en/of handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Medisch gebruikte ruimte Klasse 0 Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Geen galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact Galvanisch contact tot in de lichaams-vloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart Galvanisch contact tot in of aan het hart NEN 1010:2007+C1:2008 Definitie medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: uitwendig; inwendig in enig deel van het lichaam met uitzondering van gevallen waarin klasse 2 of klasse 3 van toepassing is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: Vitale handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) levensbedreigend kan zijn en/of handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Ruimteclassificatie NEN 1010:2007+C1:2008 NEN 1010:2007+C1:2008/A1:2011+C1:2011 Aard van het galvanisch contact bij het medisch handelen Definitie Medisch gebruikte ruimte Definitie Geen galvanisch contact medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact Klasse 0 medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact Alleen uitwendig galvanisch contact medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: uitwendig; inwendig in enig deel van het lichaam met uitzondering van gevallen waarin klasse 2 of klasse 3 van toepassing is Klasse 1 medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: a) uitwendig; b) inwendig in enig deel van het lichaam, tot in de lichaamsvloeistoffen waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is, met uitzondering van gevallen waarin sprake is van klasse 2 of klasse 3 Galvanisch contact tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot in of aan het hart medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: Vitale handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) levensbedreigend kan zijn en/of handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Klasse 2 medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: a) handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) tot onaanvaardbare risico's voor de patiënt kan leiden en b) handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Galvanisch contact tot in of aan het hart medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Klasse 3 medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is 39

Ruimteclassificatie NEN 1010:2007+C1:2008/A1:2011+C1:2011 NEN 1010:2015 Definitie Medisch gebruikte ruimte Definitie medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen waarbij sprake is van galvanisch contact: a) uitwendig; b) inwendig in enig deel van het lichaam, tot in de lichaamsvloeistoffen waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is, met uitzondering van gevallen waarin sprake is van klasse 2 of klasse 3 medisch gebruikte ruimte bedoeld voor: a) handelingen waarbij een netspanningsonderbreking (uitval) tot onaanvaardbare risico's voor de patiënt kan leiden en b) handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot in de lichaamsvloeistoffen, maar niet tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is medisch gebruikte ruimte bedoeld voor handelingen waarbij sprake is van een elektrische geleider (galvanisch contact) tot aan of in het hart, waarbij deze geleider buiten de patiënt toegankelijk is Klasse 0 Groep 0 Klasse 1 Groep 1 Klasse 2 Groep 2 Klasse 3 medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen, en waar onderbreking (verstoring) van de netvoeding geen levensbedreiging kan veroorzaken medisch gebruikte ruimte waar een onderbreking (verstoring) van de netvoeding geen bedreiging vormt voor de veiligheid van de patiënt en die bedoeld is voor het volgende gebruik van patiëntendelen: uitwendig; inwendig in enig deel van het lichaam, met uitzondering van gevallen waarin sprake is van groep 2. medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van patiëntendelen bij toepassingen zoals: handelingen die reiken tot in of aan het hart of vitale handelingen of operaties waarbij een onderbreking (verstoring) van de netvoeding tot gevaar voor de patiënt kan leiden Ruimteclassificatie Start Is onderbreking van de netvoeding gevaarlijk? 1) NEE JA Worden er patiëntdelen aangebracht? NEE Groep 0 JA Handelingen tot In of aan het hart? NEE Groep 1 JA Uitvoeringsvorm op Basis van risico- Management 2) Groep 2 1) Indien een onderbreking (verstoring) van de netvoeding tot onaanvaardbare risico's voor de patiënt kan leiden, is continuïteit van de netvoeding noodzakelijk. 2) De uitvoeringsvorm wordt bepaald op basis van risicomanagement. 40

Ruimteclassificatie NEN1010:2007 Klasse 0 Groep 0 Klasse 1 Groep 1 Klasse 2 Klasse 3 Groep 2 De uitvoeringsvorm Klasse 3 komt NIET te vervallen. Groep 2 kent twee uitvoeringsvormen: Sterpuntstructuur, en Geïsoleerd opstellen. Maximale aanraakspanning n 710.414.2.1 Maximale aanraakspanning In medisch gebruikte ruimten van groep 1 en groep 2 mag de aanraakspanning onder normale omstandigheden ten hoogste 100 mv zijn. In medisch gebruikte ruimten waar handelingen reiken tot in of aan het hart mag de aanraakspanning zowel onder normale omstandigheden als bij een eerste fout ten hoogste 10 mv zijn. Indien niet aan deze eis kan worden voldaan, moet een basisbescherming volgens het bepaalde in 41.A.1 en 41.A.2 zijn aangebracht. OPMERKING Om een aanraakspanning van ten hoogste 10 mv te realiseren kan gebruik worden gemaakt van geïsoleerd opstellen en/of kan een sterpuntsstructuur worden aangebracht in het vereffeningssyteem binnen de patiëntenomgeving. 41.A.1 41.A.2 Bescherming door fundamentele isolatie van actieve delen Bescherming door afschermingen of omhulsels 41

Sterpuntstructuur PE-leiding (sub) aardrail (2) centrale aardrail (sub) aardrail (1) radiator wandgoot gas- en waterleidingen pendel(s) contactdozen operatielamp operatietafel patiëntmonitor elektrische raam- en deurkozijnen niet-medische pc/monitor eventuele 3 e (sub)aardrail Elektrische veiligheid behandeling aard van het contact tussen de patiëntendelen en de patiënt Medische handeling Medische apparatuur Niet het medische apparaat, maar het medisch handelen met het apparaat bepaalt de classificatie van een ruimte. Classificatie Medische installatie bestemming ruimte aanvullende beschermingsmaatregelen onderbreking (verstoring) van de netvoeding 42

Classificatie apparaten Apparaten worden op basis van het voedingsdeel geclassificeerd, afhankelijk van de methode van bescherming tegen een elektrische shock Klasse I Bescherming bestaat uit basis isolatie en aanvullende bescherming door alle aanraakbare delen met aarde te verbinden Klasse II Bescherming bestaat uit basis isolatie en aanvullende isolatie of bescherming door dubbele isolatie Internally powered Bescherming bestaat uit een interne voedingsbron die niet met aarde is verbonden Classificatie medische apparaten Classificatie is afhankelijk van de graad van bescherming tegen een elektrische shock Type B Voldoende bescherming door aanvaardbare lekstromen en de aanwezigheid van beschermingsaarde. Type BF Hogere graad van bescherming met geïsoleerd patiëntdeel. Geen verbinding met aarde. Contact tot op of in de huid. Type CF ste graad van bescherming met geïsoleerd patiëntdeel. Geen verbinding met aarde. Contact tot op het hart of in de grote bloedvaten. defibrillation-proof 43

Bepaling classificatie Medische handelen + Medische apparatuur Medische handelingen Omschrijving Medisch apparaat Aard van galvanisch contact 0 1 2 1 2 0 1 2 3 0 1 2 Is onderbreking van de netvoeding gevaarlijk? JA Toelichting Aard van galvanisch contact 0 Geen galvanisch contact 1 Galvanisch contact, - Uitwendig - Inwendig in enig deel van het lichaam (m.u.v. 3) 2 Galvanisch contact tot in of aan het hart Vastgesteld wordt: de aard van het contact (opzettelijk of onopzettelijk) met de patiënt. - Inventarisatie medische handelingen en de daarbij gebruikte medische apparaten. de mate waarin onderbreking van de netspanning risico s oplevert voor de patiënt. - Inventarisatie vtaal levensondersteunende medische apparaten. De inventarisatie wordt uitgevoerd door ten minste de verantwoordelijk medisch specialist en de technisch specialist. Classificatie: Groep 2 Vragen? - risico management - - RUIMTE Aanliggende ruimte Vaststellen patiëntomgeving Vastgesteld moet worden hoe om te gaan met twee aanliggende ruimten. Delen van de ruimte waar opzettelijk noch onopzettelijk direct of indirect contact kan plaatsvinden tussen patiënt en medisch elektrisch materieel mogen als Groep 1 ruimte uitgevoerd worden. Het is van belang bij het vaststellen van de patiëntomgeving mogelijke toekomstige veranderingen in het gebruik van de ruimte zoveel mogelijk mee te nemen. Hiervoor is overleg met de gebruiker en de instelling gewenst. NETSTROOMVOORZIENING Netspanning continuïteit Vaststellen grote verbruikers Vaststellen aantal WCD s per groep Vaststellen vermogen van scheidingstransformatoren Bepalen groeps- en functiecodering op WCD s Vaststellen signalering bij overbelasting.. Vaststellen van de maximaal aanvaardbare onderbrekingsduur Is er sprake van elektrisch materieel dat veel vermogen vraagt? Is er aanleiding om specifieke groepen met meer dan 8 WCD s te voorzien? Per groep wordt het vermogen van de scheidingstrafo vastgesteld (1600VA 3300 VA) Hoe kan de gebruiker bepalen welke WCD hij kan gebruiken Hoe wordt overbelasting van een groep gemeld: rood of geel kleurige signaallamp Wordt de melding doorgezet naar het Gebouw Beheer Systeem (GBS)?. AARDING / VEREFFENING Vaststellen aarding / vereffening Geïsoleerd opstellen Is er aanleiding om af te wijken van steraarde Voor welke verhouding WCD s vs vereffeningspunten wordt gekozen Is er noodzaak om materieel geïsoleerd op te stellen Vaststellen signalering bij aardfout.. Hoe wordt overbelasting van een groep gemeld: rood of geel kleurige signaallamp Wordt de melding doorgezet naar het Gebouw Beheer Systeem (GBS)?. 44

Groep 2: risico management Je kunt niet weten wat je niet weet. Als je weet wat er gaat gebeuren, dan is er geen risico. Risico = effect / impact x kans van optreden RISICO Kans Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Effect / Impact Zeer laag Zeer laag Zeer laag Laag Laag Gemiddeld Laag Zeer laag Laag Laag Gemiddeld Hoog Gemiddeld Laag Laag Gemiddeld Hoog Hoog Hoog Laag Gemiddeld Hoog Hoog Zeer hoog Zeer hoog Gemiddeld Hoog Hoog Zeer hoog Zeer hoog Effect / Impact Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog geen gezondheidsschade/nauwelijks of niet merkbaar/verwaarloosbare kosten geen gezondheidsschade/merkbaar maar geen overlast/nauwelijks kosten gezondheidsschade/geringe overlast/kosten zware gezondheidsschade/traumatische ervaring/hoge kosten extreem zware gezondheidsschade of dode/extreem hoge kosten Kans Zeer laag hoogst waarschijnlijk dat het niet gebeurt Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog waarschijnlijk dat het niet gebeurt het kan gebeuren waarschijnlijk dat het gebeurt hoogst waarschijnlijk dat het gebeurt Groep 2: risico management - beheersmaatregelen Omschrijving Risico Mogelijke beheersmaatregel Omschrijving Restrisico Accepteren actie? Inrichting: vaststellen patiëntomgeving Zonering contact tussen patiënt en medisch elektrisch materieel buiten de patiëntomgeving kans: laag impact: hoog risico: gem 1. creëren van een gevoelsmatige scheiding tussen de zones door bv afstand, een balie oid. 2. instructie aan (nieuwe) gebruikers Niet up to date zijn van scholing / instructie kans: z laag impact: hoog risico: laag Ja 1. Instructie meenemen in scholingsplan 2. actief beleid op niet wenselijke elektrische connecties (beheerplan) Netstroomvoorziening: aantal WCD's uitbreiden aantal WCD's op groep overbelasting van de groep kans: hoog impact: gem risico: hoog 1. bewaking netlast 2. (deels) uitvoering in eurostekker formaat opdat 'zware' apparatuur niet wordt aangesloten. 3. indicatie van groep / afwijkend tov 'normale' groep. Niet up to date zijn van scholing / instructie kans: z laag impact: gem risico: laag Ja 1. Instructie meenemen in scholingsplan 2. actief beleid op niet wenselijke elektrische connecties (beheerplan) 3. verbod op verloopjes Het terug brengen van een risico naar een lagere klasse gebeurt door het nemen van beheersmaatregelen. Met het nemen van de juiste beheersmaatregelen wordt gestreefd naar een laag of zeer laag uiteindelijk risico. Het zal echter niet mogelijk blijken alle risico s terug te brengen tot laag of zeer laag. Deze kritische gebeurtenissen verdienen extra aandacht. 45

Bedankt voor uw aandacht Thank you for your attention 46