Gebruikershandleiding A72, A82, A92



Vergelijkbare documenten
Tweeassige trekkers juli 2008

TM 3215/3265. Uw professionele veelzijdige partner

NEW TCD-A New Holland Serie TCD-A tractoren Modellen TC27DA, TC40DA en TC45DA

N I E U W E B R A N S O N K 7 8. Krachtige Tier lv motor met 78 pk en Power Shuttle BRANSON K SERIE.

STW34/STW37/STW40. Uitzonderlijke betrouwbaarheid, eenvoudige bediening, ongeëvenaarde prestaties en krachtige motoren kenmerken de nieuwe STW-serie.

MAJOR HET BETROUWBARE INSTAPMODEL. Zetor Tractoren sinds 1946.

De GM-serie is zowel in vorm als inhoudelijk vernieuwd en is klaar om de uitdaging aan te gaan met een moderne markt in de vermogensklasse tot 55 pk.

Handboek van een vacuümunit type VHU-40-HE Type: VHU-3000-HE Gewicht: 145 kg

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32

MORE POWER, MORE SAVINGS

TH 4295/4335/4365. Flexibele en betrouwbare compacttrekkers

Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 kg KUBOTA WIELLADER

HANDLEIDING. Gebruiker Voor installatie en gebruik van levelingssysteem HPC112 & HPC124

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

B1830/B2230/B2530/B3030

COMPACT TRACTOR. GK Serie 16 PK - 20 PK > < > < > < Call for Yanmar solutions

Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Praktijk Vragen over auto

KUBOTA DIESEL TREKKER B2420. Met een 24 pk E-TVCS motor en zijn compacte omvang levert de B2420 het vermogen en de wendbaarheid die u nodig hebt.

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

Praktijk Vragen over auto

Zetor major. De trekker met alle basiscapaciteiten. Zetor Major

MODEL TM3215F TM3245F TM3265F Submodellen VRA MVR M VRA MVR M WRA MWR M

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

4070E 2WD E 2WD 4070E E E E 4E SERIES

NL BOSAL TOURER Gebruiksaanwijzing voor fietsendrager E4-26R

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Probleemoplossingsgids

PROXIMA PROXIMA CL PROXIMA HS COMPLEET EN VEELZIJDIG. Tractor is Zetor. Sinds 1946.

De TERRION ATM 5000 tractor wordt gebouwd in Tambow. Hierbij is gebruik gemaakt van moderne machinebouwtechnieken.

SPECIFICATIES. Cilinderinhoud ml ml ml Aantal cilinders

Verkorte gebruiksaanwijzing

1. Het verrijden van de trek geschiedt met een standaard tractor of jeep op eigen risico.

ARION

Valtra A-serie Compact- en Orchard-modellen A53 / A63 / A73

WD SERIE PROFESSIONELE MAAIER WD

STIGA PARK 107 M HD

************************* **************** ******** ***

5E serie trekkers 5055E (55 pk/40 kw), 5065E (65 pk/48 kw), 5075E (75 pk/55 kw)

MODELLEN V-S-F-GE-WF pkmf VAN MASSEY FERGUSON

Technische gegevens TLE

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Handleiding. Breeze. Elektrische fiets

FORTERRA FORTERRA CL FORTERRA HSX FORTERRA HD KRACHTIG EN COMPLEET. Tractor is Zetor. Sinds 1946.

FORTERRA FORTERRA CL FORTERRA HSX FORTERRA HD KRACHTIG EN COMPLEET. Tractor is Zetor. Sinds 1946.

Naam:.. Klas: Datum:..

GEBRUIKERSHANDLEIDING KS

5 Bediening van een koppeling

Sulky Line Painter 1200

MK5000. Ontdek de compleet nieuwe trekker, ontworpen om in al uw behoeften te voorzien.

De power evolutie De nieuwe serie 82 t/m 107 pk trekkers van Massey Ferguson

TXG 237. De compacte allrounder voor de professionele gebruiker

SPECIFICATIES TLE4490

Prijslijst 2014.! Ma.Tra zelfrijdende maaiers. Prijslijst / excl. BTW

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

Compact tractor ST318

Power Partner VALTRA INTRODUCEERT NIEUWE SLIMME N EN T VERSU MODELLEN

druk 1 1TH NSN PROJECTNUMMER TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB TAKEL

DEELNEMERS REGLEMENT

Ferrari Thor 75 AR Mono - 85 AR Mono - 95 AR Mono met hydraulische knikbesturing

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT

Nederlandse handleiding. Yanmar KE140 KE160 Y A N M A R

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

Motor. Motortype 4155

Bij het niet naleven van deze regels geld uitsluiting of diskwalificatie van de wedstrijd!!!!!

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Veelzijdige Rider met optionele 94, 103 of 112 cm Combi maaidekken, het aanbieden van eersteklas BioClip en achteruitworp snijden.

85 Nee 4 cilinder zonder turbo cilinder turbo. 110 Nee 6 cilinder zonder turbo cilinder turbo 8 cilinder zonder turbo

Graaflaadcombinatie JCB 4CX-M. druk 1

ARMMAAIER AM GEBRUIKERSHANDLEIDING

Onderhoudsprogramma, update

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

DEELNEMERSREGLEMENTEN

Power Partner. NIEUW! N-serie. nn82 88 pk N92 101pk

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt NL - 02/2012

HYDRAU LISCHE GRAAFMACHINE. Bakinhoud: l l Motorvermogen: 153 pk / min -1 (ISO Net) Machinegewicht: kg

Garagekrik 3 ton + assteunen 3 ton Handleiding

SPECIFICATIES TLE3400 TLE3400 MOTOR

Map K7. November 2014

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK)

4 Aan- en afkoppelen 74

Verkorte gebruiksaanwijzing

STW34/STW37/STW40. Uitzonderlijke betrouwbaarheid, eenvoudige bediening, ongeëvenaarde prestaties en krachtige motoren kenmerken de nieuwe STW-serie.

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Compacte veelzijdigheid 3036E Standaard Compacttrekker

604_38_063 ALFA MITO JTD NL :07 Pagina 1 ALFA MiTo S E R V I C E

NL ESP-Systeem

COMPACTTREKKERS SERIE TG6

Specificaties SCHELL SG 100 werktuigendrager met achterwielbesturing

Met de aankoop van een Weijer aanhangwagen of paardentrailer heeft u gekozen voor kwaliteit en duurzaamheid.

B1220/B1620/B1820. Nieuwe instaptrekkers KUBOTA DIESEL TREKKER

MAAIOPRAAPWAGEN. Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen). 112 en leidinggevende verwittigen.

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Eén serie tractoren. Meerdere toepassingen.

Transcriptie:

Gebruikershandleiding A72, A82, A92

Gebruikershandleiding A72---A92 Serienummers van uw tractor Model = model indentificatie wordt gebruikt voor service en onderdelen Indentificatie number = serie nummer tractor Als u service of onderdelen nodig heeft,geef gelijktijdig het model en serie nummer door, wilt u onderdelen voor de motor vervangen (filters) vermeld dan het motor nummer, of vooras nummer en cabine nummer dan krijgt u de juiste delen evenals de juiste service. CabineNo... EECtypeplaatje... MotorNo... TractorNo... AangedrevenvoorasNo... A2 --- 1 ---

Inhoudsopgave van hoofdstukken De gebruikershandleiding is verdeeld in 12 hoofdstukken, deze beginnen met de letters A, B, C,...L. De hoofdstukken zijn onderverdeeld in genummerde gedeelten, en er zijn vier niveaus van titels. Wanneer het laatste niveau gebruikt is, worden de vorige niet bewaard. Bijv. aanduiding D.1.3. geeft aan dat het om hoofdstuk D. Instrumenten en bedieningsorganen gaat. Het eerste cijfer 1. (zie inhoudsopgave) geeft aan, dat het om het gedeelte Presentatie van het hoofdstuk Instrumenten en bedieningsorganen gaat, enz. De inhoudsopgave in het boek geeft een letter/cijfer aanduiding en een bladzijde verwijzing. Elk gedeelte kan gemakkelijk gevonden worden door de verwijzing aan de onderkant van elke bladzijde. blz. no A Inhoudsopgave... 4 --- 5 B Veiligheidsbepalingen... 6 --- 9 C Algemene gegevens... 10 --- 17 D Instrumenten en bedieningsorganen... 18 --- 47 E Starten en rijden... 48 --- 51 F Bedieningsinstructies... 52 --- 63 G Onderhoudsschema s... 64 --- 70 H Periodiek onderhoud... 71 --- 90 I Afstellingen en controles... 91 --- 100 J Technische gegevens... 101 --- 112 K Te leveren opties... 113 --- 135 L Alfabetische inhoudsopgave... 136 --- 138 --- 2 ---

Aan de eigenaar Valtra A72, A82, A92 (de geleverde modellen kunnen per land verschillen) Deze gebruikershandleiding is vooral bedoeld voor de bestuurder van de Valtra tractor. Het boek bevat uitvoerige instrukties omtrent het rijden, de bediening en het onderhoud van de tractor. Zorg er voor dat uw nieuwe tractor zorgvuldig behandeld en goed onderhouden wordt, hierdoor behoudt u een betrouwbaar bezit waarmee u vele jaren prettig kunt werken. Deze gebruikershandleiding is alleen geldig voor landbouw tractoren. Wanneer de tractor op de openbare weg gebruikt wordt, moet deze aan de geldende wetgeving voldoen. Neem in dit geval kontakt op met uw Valtra dealer. De Informatie in dit boek is met name bedoeld voor bestuurders van Valtra traktoren, bijv. A72 -A92 verwijst naar de modellen A72, A82 en A92. Alternatieve uitrusting in dit boek betekent de uitrusting waarvoor tijdens aankoop kan worden gekozen. Deze uitrusting kan achteraf niet gemakkelijk meer op de tractor gemonteerd worden. Extra uitrusting betekent de uitrusting die later gekocht en op de tractor gemonteerd kan worden. Voordat u de tractor gaat gebruiken, moet u deze gebruikershandleiding eerst goed lezen. Voer het onderhoud zorgvuldig volgens de voorschriften uit, en voeg het dagelijks onderhoud toe aan uw normale routine. Onderhoud, reparaties en afstellingen die in deze gebruikershandleiding niet behandeld worden, vereisen het gebruik van speciaal gereedschap en afstellingsgegevens. Deze werkzaamheden moeten door speciaal getraind personeel van uw dealer uitgevoerd worden. Maak gebruik van originele Valtra onderdelen voor het optimaal laten functioneren van uw tractor. Bestel reserve onderdelen aan de hand van het onderdelenboek. Vanwege de voortdurende ontwikkeling van de Valtra produkten, komt de inhoud van dit boek niet altijd overeen met het nieuwste produkt. Daarom behouden wij ons het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen door te voeren. Attentie: Wanneer de tractor in gebruik is moet altijd aan de landelijke wetgeving voldaan worden, ook al staan deze niet in de gebruikershandleiding genoemd. Valtra Inc. --- 3 ---

Serienummers van uw tractor... 1 Inhoudsopgave van hoofdstukken... 2 Aan de eigenaar... 3 A. Inhoudsopgave... 4 B. Veiligheidsmaatregelen... 6 B 1. Veiligheidsregels... 6 C. Algemene gegevens... 10 C 1. Presentatie Valtra A72---A92... 10 C2.Service... 13 C 3. Motor... 13 C4.Aandrijving... 14 C 4.4. Omkeerschakeling... 15 C 5. Remsysteem... 15 C6.Besturing... 16 C7.Hydrauliek... 16 C 7.1. Hefinrichtingen... 16 D. Instrumenten en bedieningsorganen... 18 D1.Presentatie... 18 D 1.1. Bedieningsorganen aan de voorkant... 18 D 1.2. Instrumenten paneel... 19 D 1.3. Bedieningsorganen aan de rechterkant... 20 D 1.3.1. Rijden... 20 D 1.3.2. Hefinrichting/ aftakas... 21 D 1.3.3. Externe hydrauliek... 22 D 1.3.4. Andere bedieningsorganen... 23 D 1.4. Bedieningsorganen aan de linkerkant... 24 D 1.5. Bedieningsorganen achter... 24 D 1.6. Dakconsole voor... 25 D 1.7. Bestuurdersstoel... 26 D 1.8. Andere bedieningsorganen... 26 D 2. Instrumenten en bedieningsorganen, nadere bijzonderheden... 27 D 2.1. Bedieningsorganen aan de voorkant... 27 D 2.2. Instrumenten paneel... 29 D 2.2.1. Instrumentenpaneel,voorpaneel... 29 D 2.2.2.Instrumentenpaneel... 30 D 2.2.3. Instrumentenpaneel, zijpaneel... 35 D 2.3. Bedieningsorganen aan de rechterkant... 36 D 2.3.1.Rijden... 36 D 2.3.1.4. HiShift--- schakelaar... 36 D 2.3.2. Hefinrichting/aftakas... 39 D 2.3.2.1. Hefinrichting, achter (elektronisch)... 39 D 2.3.2.2. Hefinrichting, achter (mechanisch bediende )... 41 D 2.3.2.3. Fronthefinrichting... 41 D 2.3.2.4. Aftakas, achter... 41 D 2.3.2.5. Front aftakas... 42 D 2.3.3. Externe hydrauliek... 42 D 2.3.3. Externe hydrauliek... 42 D 2.3.4. Andere bedieningsorganen... 43 D 2.3.4. Andere bedieningsorganen... 43 D 2.4. Bedieningsorganen aan de linkerkant... 45 D 2.5. Bedieningsorganen achter... 45 D 2.6. Dakconsole aan de voorkant... 46 D 2.7. Bestuurdersstoel... 47 E.Startenenrijden... 48 E 1. Punten om in acht te nemen tijdens de eerste 50 draaiuren... 48 E2.Starten... 48 E2.2.Startgas... 48 E 2.3. Starten met hulpaccu... 49 E3.Rijden... 49 E 3.1. Schakelen... 49 E 3.2. Differentieelslot... 50 E 3.3. Aangedreven vooras... 50 E 4. Stoppen... 50 E 5. Maatregelen die tijdens het gebruik genomen moeten worden... 50 A. Inhoudsopgave E 5.1. Toegestane hellingshoek bij het rijden op een helling... 50 E 5.2. Gebruik van sneeuwkettingen... 50 E 5.3. Voorspatborden... 50 E 5.4. Slepen van de tractor... 50 F. Bedieningsinstructies... 52 F 1. Gebruik van de aftakas... 52 F 2. Aanhangwagen... 53 F 3. Driepuntsbevestiging... 54 F3.1.Hefstangen... 54 F 3.2. Stabilisatiestangen... 54 F 3.3. Teles coop trekstang... 55 F 3.4. Snelkoppelhaken, extra uitrustning... 55 F 4. Gebruik van de hefinrichting... 56 F 4.1. Mechanisch bediende hefinrichting... 56 F 4.1.1. Positieregelingshendel... 56 F 4.1.2. Zweefstand... 56 F 4.1.3. Trekkrachtregeling en automatische gewichtsoverdracht... 57 F 4.1.4. Daalsnelheid... 57 F 4.2. Elektro---hydraulisch bediende hefinrichting. 58 F 4.2.2. Activeren van de hefinrichting... 58 F 4.2.3. Positieregeling... 58 F 4.2.4. Transporthoogte instelling/hefhoogte begrenzing... 58 F 4.2.5. Zweefstand... 59 F 4.2.6. Trekkrachtregeling... 59 F 4.2.7. Daalsnelheidsregeling... 59 F 4.2.8. Overbruggingsschakelaar voor positieregelknop = gedwongen dalen schakelaar... 59 F 5. Bediening van de hydraulische ventielen... 60 F 5.1. Afstellen van de ventielen op dubbel of enkelwerkend... 60 F 5.2. Aandachtspunten tijdens het gebruik... 60 F 5.3. Hydrauliek motor... 61 F 6. Aankoppelen van werktuigen... 61 F 6.1. Gebruik van aftakassen... 61 F7.Gebruikvandetopstang... 62 G. Onderhoudsschema s... 64 G1.Service... 64 G 1.3. Schoonmaken van de tractor... 64 G 2. Aanbevolen brandstof en smeermiddelen... 66 G 2.1. Olie specificaties overeenkomstig met de buiten temperatuur... 66 G 2.2. Vereiste kwaliteit van de brandstof voor de motoren... 67 G 2.2.1. Brandstof... 67 G 2.2.2. Opslag van brandstof... 67 G 2.2.3. Filter systeem... 67 G 2.2.4. Biodiesel brandstof... 67 G3.Vet... 68 G 4. Onderhoudsschema s... 68 H. Periodiek onderhoud... 71 H 1. Algemeen... 71 H 1.1. Luchtfilter... 71 H 2. Dagelijks onderhoud / minstens om de 10 draaiuren... 73 H 3. Wekelijks /tenminste elke 50 draaiuren... 74 H 4. Onderhoud elke 500 draaiuren... 78 H 5. Elke 1000 draaiuren /of jaarlijks... 83 H 6. Elke 2000 draaiuren of 2 jaar... 88 I. Controles en afstellingen... 91 I 1. Motor... 91 I 1.1. Ontluchting van het brandstofsysteem... 91 I 1.2. Luchtfilter... 91 I 2. Elektrisch systeem... 92 I 2.1. Controle en onderhoud van de accu... 92 I 2.2. Wisselstroomdynamo... 92 I 2.3. Veiligheidsvoorschriften voor het elektrisch systeem... 92 I 2.4. Zekeringen... 93 A.Inhoudsopgave --- 4 ---

I 2.5. Stroomstekker... 93 I 2.6. Afstelling koplampen... 93 I 3. Aandrijving... 94 I 3.1. Afstelling vrije slag koppelingspedaal... 94 I 3.2. Afstelling vrije slag aftakaskoppelingshendel 94 I 4. Remsysteem... 95 I 4.1. Afstelling vrije slag van de rempedalen... 95 I 4.2. Afstelling parkeerrem... 95 I 4.3. Ontluchting van het remsysteem... 96 I 5. Besturing... 96 I 5.1. Afstelling toespoor voorwielen... 96 I 5.1.1. Afstelling toespoor 2WD vooras... 96 I 5.1.2. Afstelling toespoor 4WD vooras... 97 I 5.2. Afstelling stuuruitslag, 4WD... 97 I 6. Spoorbreedteverstelling... 97 I 6.1. Spoorbreedteverstelling, vooras... 97 I 6.1.1. Spoorbreedteverstelling, 2WD vooras... 98 I 6.1.2. Spoorbreedteverstelling, 4WD vooras... 98 I 6.2. Spoorbreedteverstelling, achterwielen... 99 I 7. Wat te doen wanneer de tractor niet gebruikt gaat worden... 99 I 7.1. Opslag van de tractor... 99 I 7.2. Het in gebruik nemen na een periode van stilstand... 100 J. Technische gegevens... 101 J 1. Maten en gewichten... 101 J 2. Maximaal toegestane asbelastingen voor en achter... 101 J 3. Banden... 102 J 3.1. Wielmoeren, aanhaalspanning... 102 J 3.2. Draagvermogen en bandenspanning... 103 J 4. Spoorbreedtes mm... 104 J 5. Motor... 105 J 5.1. Smeersysteem (motor)... 105 J 5.2. Brandstofsysteem en luchtfilter... 105 J 5.3. Koelsysteem... 105 J 6. Elektrisch systeem... 106 J 7. Transmissie... 106 J 7.1. Koppeling... 106 J 7.2. Versnellingsbak... 106 J 7.3. Snelheidsbereiken (km/uur)... 107 J 7.4. Aftakas... 107 J 7.4.1. Rijsnelheid bij verschillende nominale achter PTO toerentallen (km/h)... 108 J 7.4.2. Uitgaande aftakas... 109 J 7.5. Aangedreven vooras... 109 J 7.6. 2WD vooras... 109 J 8. Remmen... 110 J 9. Besturingssysteem... 110 J 9.1. Draaistraal... 110 J 10. Hydraulisch systeem... 110 J 10.1. Hydraulische hefinrichting trajekt... 110 J 10.1.2. Mechanisch bediende hefinrichting... 111 J 10.1.3. Elektronische hefinrichting... 111 J 10.1.4. Regelventielen voor extern gebruik... 111 J 11. Overig... 111 J 11.1. Capaciteit van het cabinefilter... 111 J 11.2. Code tabel voor het kalibreren... 112 K. Te leveren opties... 113 K 1. Catalogus, te leveren opties... 113 K 1.1. Motor... 113 K 1.2. Elektrisch systeem... 113 K 1.3. Transmissie... 113 K 1.4. Remmen... 113 K 1.5. Besturingssysteem... 113 K 1.6. Frame en wielen... 113 K 1.7. Cabine en motorbeplating... 113 K 1.8. Hydraulisch systeem... 114 K 2. Te leveren opties, bediening en onderhoud... 115 K 2.1. Motor... 115 K 2.2. Elektrisch systeem... 115 K 2.2.1. Motorbeveiliging... 115 K 2.2.2. Massaschakelaar (elektrisch bediend).. 115 K 2.3. Transmissie... 116 K 2.3.1. Frontaftakas... 116 1. Bedieningsinstructies... 116 2. Constructie... 116 3. Onderhoud... 116 4. Technische gegevens... 117 K 2.3.2. HiShift schakelaar voor de PTO achter.. 118 1. Bedieningsinstructies... 118 2. Afstel mogelijkheid voor inschakelen van de PTO... 119 K 2.4. Remsysteem... 119 K 2.4.1. Aanhanger luchtremmen (persluchtcompressor)... 119 1. Bedieningsinstructies... 119 2. Vervangen en ontluchten van rem systeem. 120 3. Onderhoud... 120 K 2.4.2. Hydraulische aanhanger remventiel... 121 1. Bedieningsinstructies... 121 2. Vervangen en ontluchten van rem systeem. 121 3. Technische gegevens... 122 K 2.5. Cabine en beplating... 122 K 2.5.1. Luchtgeveerde bestuurdersstoel... 122 1. Afstelfuncties van de bestuurdersstoel:... 122 K 2.5.2. Airconditioning... 124 1. Bedieningsinstructies... 124 2. Onderhoud... 124 K 2.6. Hydrauliek en trekhaken... 126 K 2.6.1. Oppikhaak... 126 1. Bedieningsinstructies... 126 2. Controles en afstellingen... 127 3. Technische gegevens... 127 K 2.6.2. Zwaaiende trekhaak... 128 1. Technische gegevens... 128 K 2.6.3. Trekhaak frame... 129 1. Algemeen... 129 2. Instrukties voor trekbek... 129 3. Onderhoud en smering... 131 4. Technische gegevens... 131 K 2.6.4. Fronthefinrichting... 131 1. Bedieningsinstructies... 131 2. Onderhoud... 132 3. Technische gegevens... 132 K 2.6.5. Electrische ventielen voor voorlader... 133 1. Bedieningshandleiding... 133 L. Alfabetische inhoudsopgave... 136 --- 5 --- A. Inhoudsopgave

B. Veiligheidsmaatregelen B1. Veiligheidsregels Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de regels die altijd opgevolgd moeten worden wanneer met de tractor gewerkt wordt. Deze bepalingen vervangen echter niet de nationale wetten en regels, die betrekking hebben op verkeersveiligheid, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid. Plaatselijke en speciale veiligheidsvoorschriften, die geldenvoordeterreinenenplaatsenwaargewerktwordt, moet de bestuurder opvolgen. Bij het ontwerpen van de tractor heeft de veiligheid voor de bestuurder de prioriteit gehad. Opstapjes en bedieningshendels zijn zo geplaatst dat de cabine veilig en gemakleijk te betreden is. De tractor is uitgevoerd met verschillende beschermings delen om de veiligheid te verhogen zoals bijv. bescherming van v---snaren en pully s. 3 Remmen --- Controleer altijd voor het wegrijden of de remmen goed werken. De rempedalen moeten gekoppeld zijn bij het rijden op de weg. Ingrijpende reparaties aan het remsysteem moeten altijd door een erkende Valtra service---monteur uitgevoerd worden. Wanneer frontgewichten of frontwerktuigen gemonteerd worden, wordt de achteras minder belast. --- Het is dan belangrijk te testen of de achterasremmen nog wel effectief genoeg zijn --- Indien nodig de achteras met extra gewichten belasten 4 Kinderen en de tractor --- Laat nooit kinderen in de cabine en in de nabijheid van aangekoppelde werktuigen komen wanneer de motor draait. Altijd de hefinrichting laten zakken wanneer u de tractor verlaat. 1 Gevaar, Waarschuwing, Let op --- Wanneer u deze woorden en symbolen tegenkomt, MOET u notie nemen van de instructies omdat deze betrekking hebben op uw persoonlijke veiligheid GEVAAR: Dit symbool tesamen met het woord GEVAAR geeft een dreigend gevaarlijke situatie aan welke, indien niet in acht genomen, kan leiden tot DOOD of ZWAAR GEWOND. 1 WAARSCHUWING: Dit symbool tesamen met het woord WAARSCHUWING geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan welke, indien niet in acht genomen, kan leiden tot DOOD of ZWAAR GEWOND. LET OP: Dit symbool tesamen met het woord LET OP geeft een indicatie van een gevaarlijke situatie welke, indien niet in acht genomen, tot VERWONDINGEN kan leiden. 2 AB23 BELANGRIJK: Het woord BELANGRIJK wordt gebruikt om speciale instructies of procedures aan te geven welke, indien niet opgevolgd, kunnen resulteren in schade of vernietiging van de machine en/of omgeving. NOTITIE: HetwoordNOTITIEwordtgebruiktomaandachtspunten aan te geven voor meer efficiënt en makkelijkere reparatie of handeling. Aanduiding WAARSCHUWING: Verwijder of beschadig NIET de Gevaar, Waarschuwing, Letop en Instructie aanduidingen. Vervang deze aanduidingen indien deze missen of niet leesbaar zijn. Deze zijn verkrijgbaar bij uw dealer. 2 Tractor constructie. De constructie van de tractor mag niet gewijzigd worden bv de maximale snelheid. maximale vermogen ext. Het type van de tractor en de constructie horen bij elkaar en zijn verbonden met elkaar doormiddel van een type keuring. Elke verandering aan de constructie van de trekker kan mogelijk grote gevolgen hebben in verband met de veiligheid en de duurzaamheid van de trekker. 5 Dakluik --- Open het dakluik door de knop 1 op de hendel naar achteren te trekken. Duw dan het dakluik omhoog, waardoor de gasveercilinders losgaan uit hun houders en het dakluik volledig geopend wordt. WAARSCHUWING: Wanneer men over het ijs rijdt dan is het aan te bevelen om het dakluik open te zetten. 6 Bijrijders --- Geen passagier meenemen, tenzij de tractor voorzien is van een extra zitplaats. Elk ander personenvervoer, bijv. op een voorlader, is verboden. 7 Het kantelen van de tractor --- Wanneer de tractor kantelt, het stuur stevig vasthouden, nooit springen! 8 Onderhoud --- De bestuurder van de tractor is verantwoordelijk voor uitvoering van de bedienings---, veiligheids--- en onderhoudsvoorschriften. Onderhoudswerk aan tractor of werktuig mag alleen uitgevoerd worden met gestopte motor en uitrusting in de laagste stand. 9 Uitlenen --- Leen uw tractor nooit uit aan onervaren personen. Bedenk dat bij eventuele ongelukken de aansprakelijkheid bij u berust. B. Veiligheidsbepalingen --- 6 ---

10 Verlichting --- Zorg ervoor dat alle lichten en reflectoren schoon zijn en goed werken. Controleer of de koplampen goed afgesteld zijn. TB3 11 Koolmonoxide --- Uw tractor nooit in een afgesloten ruimte starten of laten draaien. Dit vanwege gevaar voor koolmonoxide vergiftiging. 12 Heuvelafwaarts --- Rijd nooit een heuvel af met ingetrapt koppelingspedaal of met de versnellingshendel in neutraal. Controleer regelmatig de remwerking. Schakel altijd naar een lagere versnelling voordat heuvelafwaarts gereden wordt en rem af op de motor. Gebruik niet continu de remmen bij heuvelafwaarts rijden, i.v.m. oververhitting van de remmen. Laat de motor niet in een te hoog toerental lopen om schade aan de motor te voorkomen. 13 Rijsnelheid --- De rijsnelheid aanpassen aan weg/terrein, zicht en belasting. Voorkom abrupte snelheidsveranderingen. Te snel uitwijken of draaien kan de tractor doen kantelen en/of de belading doen schuiven. BELANGRIJK: De maximum snelheid van de tractor mag nooit hoger afgesteld worden. De maximum snelheid vooruit bedraagt 40 km/uur, vanwege de veiligheid bedraagt de maximale rijsnelheid achteruit 20 km/uur. 14 Door de aftakas aangedreven werktuigen --- Bij gebruik van door de aftakas aangedreven werktuigen is het zeer belangrijk dat de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen uitgevoerd worden en dat de voorzieningen hiervoor in goede konditie verkeren. Ernstige ongelukken hebben zich voorgedaan doordat geen gebruik gemaakt werd van de voorgeschreven veiligheidsvoorzieningen. Volg de instructies van de werktuigfabrikant hierover op. 15 Borging van trekstangen --- Bij het transport van werktuigen in de hefinrichting moeten de trekstangen altijd zijdelings geborgd zijn. 16 Nooduitgangen --- De cabine is voorzien van 4 nooduitgangen. Dit zijn de beide deuren, het achterruit en het dakluik hatch (optie). 17 Treden--- Hou de opstaptreden schoon. Opgeworpen modder kan gladheid veroorzaken waardoor u mogelijk verwond kunt raken. 18 Belading aanhangwagen --- De aanhangwagen moet goed en veilig beladen zijn. De lading mag het zicht van de chauffeur naar achteren niet belemmeren of verlichting en reflektoren afdekken. Overstekende vracht van meer dan 1 meter moet duidelijk gemerkt zijn. Overdag door een rode vlag en in het donker door een goed zichtbare rode lamp en een reflector. 19 Aanhangwagen --- De aanhangwagen moet altijd aan de oppikhaak gekoppeld zijn. Een belaste oppikhaak moet men altijd met de hefinrichting laten zakken. Controleer of de beremming van de aanhangwagen goed functioneert en volg de voorschriften van de betreffende fabrikant op. WAARSCHUWING: Bij aangekoppelde aanhangwagen moeten de rempedalen gekoppeld zijn. De remmen mogen niet als hulp bij de besturing gebruikt worden. WAARSCHUWING: Bij gebruik van de trekhaak altijd de vergrendeling sluiten en borgen. WAARSCHUWING: Bij gebruik van een aanhanger altijd de aanhangwagenberemming gebruiken! Het wordt aanbevolen de aanhangwagenberemming te gebruiken in 50 km/u modellen en ook in die landen waar het niet voorgeschreven wordt. 20 Voorlader --- Wanneer een voorlader gebruikt wordt, mag niemand in het werkbereik komen. Er bestaat altijd kans dat de tractor kiept bij geheven last. De voorlader moet altijd in de laagste stand staan wanneer de tractor verlaten wordt. Volg de instructies van de voorladerfabrikant op. 21 Rijden --- Controleer voor het gaan rijden of de tractor in veilige staat is en voldoet aan de voorschriften die op de weg gelden. Achteruitkijkspiegels moeten in de juiste stand gezet worden vóór men wegrijdt. Bij het dragen van een werktuig, waarvan het zwaartepunt vrij ver achter de tractor ligt, moet de bestuurder er rekening mee houden dat tijdens het maken van een bocht dit werktuig aanzienlijk kan doorzwenken. 22 Differentieelslot --- Het differentieelslot mag alleen gebruikt worden tijdens het rijden op losse of gladde grond. --- 7 --- B. Veiligheidsbepalingen

A3565---11,1 23 Extra gewichten --- Tijdens het rijden op de weg moet de druk op de voorwielen minstens 20% van het totale gewicht van de tractor zijn. Dit is de grens waarbij veilige besturing van de tractor nog mogelijk is. Wanneer een zwaar werktuig in de hefinrichting meegenomen wordt, wordt de voorasbelasting verminderd en wordt de besturing moeilijker of onmogelijk. Daarom altijd voldoende frontgewichten monteren. 24 Aankoppelen van werktuigen --- Wees voorzichtig bij het aankoppelen van werktuigen. Gevaar van beklemd raken ontstaat wanneer de tractor of het werktuig zich verplaatst. Tussen tractor en werktuig is het alleen veilig indien de tractor op de parkeerrem staat of de wielen geblokkeerd zijn, om wegrollen te voorkomen. 25 Beschadigingen --- De bestuurder van de tractor is verantwoordelijk voor het vervangen van beschadigde of versleten tractoronderdelen die van invloed zijn op de veiligheid. WAARSCHUWING: Indien er schade aan de cabine ontstaat, moeten de beschadigde delen door nieuwe delen vervangen worden. Reparaties (door middel van lassen, boren, snijden of slijpen) mogen niet uitgevoerd worden. A3565---12,1 26 Langzaam verkeer Bord --- Wanneer van de openbare weg gebruik wordt gemaakt is het verplicht dit op de wettelijk aangegeven plaats te monteren. Gebruik van de zwaailamp is hierbij aan te bevelen. TB7 27 Mobiele telefoons --- Mobiele telefoons kunnen storing veroorzaken in de bediening van de hefinrichting. Het is dan ook beter deze niet te gebruiken in de cabine, zeker niet boven het bedieningspaneel. Wanneer u toch een mobiele telefoon wilt gebruiken in de cabine doe dit dan met een buiten antenne aan de linkerzijde van de cabine. 28 Hydrauliek/oliedruk --- Olie onder hoge druk gaat gemakelijk door kleding en huid heen en kan zo ernstige verwondingen tot gevolg hebben. Probeer nooit een lek te dichten met de vinger. Tracht nooit een lekkage te zoeken in het hydraulisch systeem, wanneer er problemen zijn met het hydraulisch systeem neem dan contact op met u Valtra dealer. 29 Onderhoud aan werktuigen --- Indien onderhoud wordt gepleegt aan werktuigen die in de hefinrichting zijn aangekoppeld of werktuigen die zijn aangesloten zijn op de externe hydrauliek dient de hef in de laagste positie te staan en het exterene hydraulieksysteem neutraal te staan. 30 Motor lawaai Indien u bij de motor aan het werk bent, gebruik dan gehoorbeschermers. Voorkom gehoorbeschadiging. 31 Open vuur en roken. Open vuur en vonken zijn niet toegestaan in de nabijheid van het brandstofsysteem en de accu. (met name wanneer de accu geladen wordt, explosiegevaar!). 32 Schoonmaken--- houd de tractor schoon (schoonmaak instructies op pagina 64).Vermijd het risico op schade of vuur door de instructie te lezen. 33 Bij brand Bij temperaturen boven 300 C, danwel bij een door vuur verbrande motor, komt bij de viton---afdichtingen in de motor een zeer gevaarlijk zuur vrij. Niet met blote handen aanraken. Gebruik handschoenen en draag een veiligheidsbril. Was de omgeving van de afdichtingen met een oplossing van 10% calcium hydroxide. B. Veiligheidsbepalingen --- 8 ---

Stop het verwijderde materiaal in plastic zakken en deponeer ze bij chemisch afval. WAARSCHUWING: Nooit viton---afdichtingen verbranden! 34 Motor stopt en opnieuw starte. Indien de motor is stopgevallen door overbelasting, draai de contactsleutel in de STOP---positie. Start de motor opnieuw en hou de lampjes in het dashboard in de gaten. 35 Snelsluitingen aan trekstangen --- Reinig indien nodig de snelsluiting en kogels voordat u de machine aankoppelt. Dit i.v.m. GEVAAR VOOR LOSSCHIETEN VAN MA- CHINE! --- 9 --- B. Veiligheidsbepalingen

C. Algemene gegevens C1. Presentatie Valtra A72---A92 Het nieuwe uiterlijk van de A---Serie zijn gelijk aan de andere modellen serie.de gemakkelijk te openen motorkap maakt het onderhoud gemakkelijker. De modellen die hier aan u gepresenteerd worden behoren tot de kleine serie Valtra tractoren. De tractoren zijn voorzien van een dubbele koppeling op het vliegwiel, volledig gesynchroniseerde versnellingsbak, omkeerschakeling, differentieelslot, hydrostatische besturing, werkhydrauliek (optie elektro---hydraulisch bediende hefinrichting) en aftakas. De modellen zijn standaard voorzien van een motor voor verwarmer. De tractor is verkrijgbaar met aangedreven vooras en bosbouwcabine als optie. 14 12 13 1 3 15 2 4 9 16 11 7 5 6 8 10 AC11 Linkerkant van de tractor 1. Voorverwarmer van motor---inlaatlucht, elektrisch 2. Ruitesproeierreservoir 3. Accu 4. Waterafscheider/voorfilter, brandstofsysteem, waterafscheider i het onderste deel 5. Brandstoffilter 6. Aftapplug koelvloeistof motorblok 7. Peilstok motorolie 8. Motoroliefilter 9. Vuldop motorolie 10. Stekkerdoos motorverwarming 11. Brandstofpomp 12. Luchtfilterhuis 13. Luchtfilter van de kachel 14. Expansie tankje koelsysteem 15. Remvloeistof reservoir 16. Air conditioning droger, extra uitrusting C. Algemen gegevens --- 10 ---

1 2 8 4 3 5 7 6 AC12 Rechterkant van de tractor: 1. Turbolader 2. Thermostaathuis 3. Dynamo 4. Hydrauliekpomp 5. Zuigfilter, hydraulisch systeem 6. Startmotor 7. Tankdop 8. Opvoerpompje, brandstofsysteem, --- 11 --- C. Algemen gegevens

17 2 10 13 3 11 12 1 5 9 5 18 18 6 8 7 16 7 6 14 15 4 4 69---5,3 Achterkant van de tractor: 1. Snelkoppelingen, voor hydraulische regelventielen 2. Trailerstekker 3. Vergrendeling trekkrachtregeling (niet bij elektrisch bediende hefinrichting) 4. Trekstang 5. Hefstang 6. Lengteverstelling hefstang 7. Hefstang, oppikhaak 8. Hulphefcilinder 9. Topstang 10. Ontluchtingsfilter, hydraulische systeem 11. Vuldop, hydraulische systeem 12. Peilstok, hydrauliek 13. Vrije retouraansluiting, externe hydrauliek 14. Oppihaak (verschillende uitvoeringen zie blz. 126) 15. Aftakas (veiligheidskap) 16. Vuldop en peilstok, transmissie 17. Afsluitdeksel, voor afstandbedieningskabels 18. Borgpen C. Algemen gegevens --- 12 ---

1 3 2 AC6 Voor kant van de tractor: 1 DIN---stroomstekker, max 8A (parkeer licht aan,spanning op stekker aansluiting) 2 Front hefinrichting (extra uitrusting) 3 Front aftakas (extra uitrusting) C2. Service en eventueel bijgesteld worden. Daarom verricht uw Valtra dealer een gratis beurt na 100 draaiuren. Olie en filters worden u uiteraard wel in rekening gebracht. C3. Motor Voor goed functioneren van de tractor is goed onderhoud nodig. Het dagelijks smeren en controleren kan de bestuurder zelf uitvoeren. Wanneer afstellingen en/of grote reparaties uitgevoerd moeten worden waarvoor speciaal gereedschap nodig is, dan is het beter om dit over te laten aan specialisten. In dit geval adviseren wij u contact op te nemen met uw dealer, omdat hij u de best mogelijke service kan geven. Hij wordt door service--- bulletins en speciale cursussen konstant op de hoogte gehouden omtrent service en onderhoud aan uw tractor. C2.1.Gratis onderhoud Voordat de tractor de fabriek verlaat wordt deze grondig getest en gecontroleerd. Daarom kunt u er van verzekerd zijndatdetractoruinperfectestaatbereikt. Toch is het belangrijk dat er na de eerste draaiuren weer controles uitgevoerd worden. Moeren en bouten moeten nagetrokken worden en diverse afstellingen gecontroleerd AC13 Alle motoren zijn 4---takt direct ingespoten diesel motoren: 3 cilinder motor met turbo en met interkoeler: --- A72 4 cilinder motor met turbo en met interkoeler: --- A82, A92 --- 13 --- C. Algemen gegevens

Het principe van de turbomotor is dat de uitlaatgassen de turbo aandrijven, zodat aan de andere zijde lucht onder druk naar de cilinders gevoerd wordt. Dit betekent dat de motor meer vermogen levert met een lager specifiek brandstofverbruik.de modellen uitgevoerd met een intercooler hebben een beter lucht vulling van de cilinders omdatdeinlaatluchtgekoeldwordt. De inlaatlucht wordt via een filter en veiligheidsfilter aangezogen. Het luchtinlaatsysteem is voorzien van een effectief systeem van stofafscheiding, het meeste vuil wordt door de uitlaatgas stroom verwijderd voordat het filter bereikt is. Het veiligheidsfilter voorkomt dat de motor beschadigd wordt wanneer het hoofdfilter defect raakt. Deze motoren hebben een lager brandstofverbruik en schonere uitlaatgassen. C4.2.Versnellingsbak C4. Aandrijving C4.1.Koppeling A3565---18 De versnellingsbak heeft 4 gesynchroniseerde versnellingen die met de versnellingshendel ingeschakeld worden. Aan de voorzijde van de versnellingsbak is de omkeer unit gemonteerd. Op modellen waar een shuttle unit is gemonteerd zijn drie groepen beschikbaar, LL = kruipgroep, M = middengroep en H = hoge groep. De M en H groepen zijn gesynchroniseerd. Alle drie groepen worden met één hendel ingeschakeld. Versnellingsbak hebben 12 versnellingen vooruit en 12 versnellingen achteruit. Versnellingsbak en differentieel zijn in één huis gemonteerd. Schuin vertande tandwielen zorgen voor een lage geluidswaarden en een trillingsvrije overbrenging. Alle assenentandwielenindeversnellingsbakwordenonder druk gesmeerd. A3565---17 Dit is een dubbele koppeling, gemonteerd op het vliegwiel vandemotor.dekoppelingheefttweeapartekoppelingsplaten. Eén plaat voor de versnelling en één plaat voor de aandrijving van de aftakas. De bediening van deze koppelingen is mechanisch en onafhankelijk van elkaar. De transmissie wordt met een pedaal ontkoppeld, de aftakas met een hendel. De koppelingsplaten zijn zowel axiaal als radiaal onder veerspanning. Als extra uitrusting kan de tractor uitgevoerd worden met HiShift (elektro-hydraulisch bediende koppeling), waardoor het gebruik van het koppelingspedaal beperkt kan worden. Bediening van het koppelingspedaal met de voet blijft echter altijd mogelijk. C4.3.Achteras De achteras is direct aan de versnellingsbak gemonteerd. Het differentieel slot is van het pin type en wordt elektrisch---hydraulisch bediend. Een indicatie lampje op het instrumentenpaneel geeft aan of het differentieelslot is ingeschakeld. De eindaandrijving is opgebouwd uit een planetair stelsel dat het vermogen overbrengt op de achterwielen. C. Algemen gegevens --- 14 ---

C4.4.Omkeerschakeling C4.6.Aftakas 65---8,5 A3565---21 De shuttle unit is gesynchroniseerd en is druk gesmeerd.de voorruit en achteruit shuttle is te bedienen met de hendel het dicht naast de bestuurder.om deze reden is het gemakkelijk en snel om voorruit en achteruit te schakelen wanneer er geen zware belasting achter de trekker gemonteerd is. C4.5.Aangedreven vooras De aftakas werkt onafhankelijk van de versnellingsbak en is voorzien van een aparte friktieplaat in de aan het vliegwiel gemonteerde koppeling. Het vermogen wordt via het vliegwiel en een aandrijfas door de versnellingsbak overgebracht naar de aftakas. Het in--- en uitschakelen van de aftakas wordt uitgevoerd met de bedieningshendel die zich aan de rechterkant van de bestuurdersstoel bevindt. Met de PTO selectie controle hendel, gemonteerd aan de rechter zijde van de bestuurders stoel,daar kunt u de selectie maken 540 RPM of 1000 RPM, alternatief uitrusting 540E (750 RPM) PTO. Front PTO (extra uitvoering) uitgaande as nominale snelheid is 1000 RPM (met een motor toerental van 2120 PRM). C5. Remsysteem A3565---20 De vooras wordt aangedreven vanuit de versnellingsbak door een aandrijfas. Het differentieel in de vooras is zelfblokkerend wanneer een wiel doorslipt. De voorwielaandrijving kan elektrisch---hydraulisch in--- en uitgeschakeld worden. Bij inschakelen van de vierwielaandrijving worden door veerdruk platen samengedrukt. Hierdoor is de vierwielaandrijving altijd ingeschakeld wanneer de motor niet loopt (meervoudige platenkoppeling zonder oliedruk). Als beide rempedalen worden ingetrapt of de handrem wordt bediend dan zal automatische de voorwiel aandrijving ingeschakeld worden om met alle vier de wielen te remmen om een zo kort mogelijke remweg te verkrijgen. De voorwielaandrijving kan in alle versnellingen gebruikt worden, maar aanbevolen wordt deze op de openbare weg uit te schakelen. De remmen zijn mechanisch bediende meervoudige oliebadschijfremmen. Deze bevinden zich in de achteras, tussen het differentieel en de eindaandrijving. De remmen worden mechanisch bediend door de rempedalen. Bij het remmen wordt de voorwielaandrijving automatisch ingeschakeld(4wd indicatie lampje licht in instrumenten paneel) om ook remwerking op de voorwielen te krijgen. De pedalen kunnen gekoppeld worden voor normale beremming en ontkoppeld worden om bij de besturing te helpen. De parkeerrem wordt mechanisch bediend en werkt op de bedrijfsremmen. De parkeerrem wordt mechanisch bediend en werkt op de bedrijfsremmen,en schakeld de vierwiel aandrijving in electrische hydraulische (4 WD modellen, parkeerrem en 4wd lampje gaan branden op het dashbordl). De remmen kunnen afgesteld worden door de afstel moeren te verdraaien op de achterbrug.een aanhang wagen remventiel is leverbaar als extra uitrusting evenals luchtdruk remmen. --- 15 --- C. Algemen gegevens

C6. Besturing C7. Hydrauliek 65---8,3 65 --- 7 De tractor heeft hydrostatische besturing, dit betekent dat de stuurbeweging vanaf het stuurwiel naar de vooras overgebracht wordt door middel van olie onder druk. Hierdoor is de tractor zeer licht te besturen. Wanneer de oliedruk in het stuursysteem om wat voor reden dan ook mocht wegvallen, is de tractor altijd nog met handkracht te besturen, omdat dan het stuurventiel als pomp werkt. De besturing is in dit geval natuurlijk zwaarder. In het hydraulisch systeem is een prioriteitsventiel opgenomen dat er voor zorgt dat er altijd voldoende olie beschikbaar is voor het stuursysteem. Het hydraulische systeem heeft 2 pompen met een totale capaciteit van 52 l/min bij een motor toerental van 2270 r/min (max 55 l/min). Het hydraulische circuit verzorgt: --- besturing (met voorrang) --- hefinrichting --- regelventielen voor externe hydrauliek --- aanhangwagen remventiel (extra uitrusting) --- vierwiel aandrijving, door het drukontluchtingsventiel --- differentieelslot aansturing,door het drukontluchtingsventiel C7.1.Hefinrichtingen C 7.1.1. Mechanische hefinrichting De hefinrichting is voorzien van positieregeling, daalsnelheidsregeling en trekkrachtregeling via de topstang. De gevoeligheid kan aangepast worden door het aankoppelpunt van de topstang te veranderen. C. Algemen gegevens --- 16 ---

C 7.1.2. Elektro --- hydraulische hefinrichting Optie aan achterzijde: --- twee ventielen --- aanhangerremventiel Optie aan voorzijde: --- twee electrisch geregelde ventielen voor voorlader AC14 Wanneer de elektronische Autocontrol B(ACB) hefinrichting gemonteerd is, zijn de bedieningshendels vervangen door knoppen en schakelaars. Voorprogrammeerbare functies: --- Trekkracht/---positie mengregeling met gevoeligheidsregeling, de gevoeligheid wordt automatisch geregeld. --- Daalsnelheid (onafhankelijk van de belasting) --- Transporthoogte --- Dansonderdrukking C 7.1.3. Fronthefinrichting (extra uitrusting) Voor nadere bijzonderheden zie sectie K Te leveren opties op bladzijde 131. C7.2.Regelventielen voor externe hydrauliek 65---8,2 De trekker heeft standaard twee ventielen voor externe hydrauliek. Een van deze ventielen is een wisselventiel, het kan als enkelwerkend ventiel en als dubbelwerkend ventiel worden gebruikt. Eenhendelbediening wordt toegepast voor deze standaard ventielen. --- 17 --- C. Algemen gegevens