Het GROTE voorleesboek

Vergelijkbare documenten
Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Christine Nöstlinger met tekeningen van Philip Hopman. s Morgens vroeg Toon Tellegen. Vivian den Hollander met tekeningen van Rotraut Susanne

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Vivian den Hollander. Kaarsjes. blazen. met illustraties van Alex de Wolf. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

De gebroeders Leeuwenhart

2

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Daar buiten loopt een schaap

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

2015 Marianne Busser en Ron Schröder 2015 Illustraties: ivan en ilia 2015 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

Panda in de val.

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

Miauw! Miauw!

1 Kussen over mijn hoofd

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late


Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

Eva geeft geen antwoord. Ze leest samen met Lieke in het kookboek. Nu moet er suiker en boter bij, zegt Lieke. En een snufje

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Evelien van Dort. Evelien van Dort. Jasper & Julia en hun avonturen op Pleintje Zeven. Harmen van Straaten. Met illustraties van

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Tommie, Dik en Esmeralda

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Het speelhuis van Lotte en Nina

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Liedbijlage. Groepen 1-3. Cd Pyramide 2008-I, track 66. Groepen 3-4. Cd Pyramide 2008-I, track 67

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Paul van Loon. Allemaal Onzin. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

geheim nooit aan iemand anders vertelt. En vooral niet aan grote mensen. Dat zou rampzalige gevolgen hebben. Ze zouden zeggen dat ik een gevaarlijke

Kijk, de vogel zingt. Bente Jonker Moniek Peek. De Vier Windstreken. Jonker - Peek Kijk, de vogel zingt. Het verhaal van Jet en haar dove zusje

Paul van Loon Weerwolfbommetje!

Best tof. Asma haalt haar schouders op. Ik weet niet eens of ik niet mag, zegt ze.

René van der Velde. met tekeningen van Georgien Overwater. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

yvon jaspers Ties en Trijntje op de boerderij met tekeningen van Philip Hopman Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

Het feest van de olifant

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich


DE TOVERFLUIT. Mozart In beeld gebracht door groot en klein van De Toverfluit, Zonhoven

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Ik laat je ontdekken hoe de mensen hier vroeger leefden. En je leert over de omgeving; over de grond, de bomen en de beestjes.

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Verhaal: Jozef en Maria

Oma Pleuntje en opa Joep

Herman gaat met zijn dochter Lies naar de dierentuin. Joppie de hond gaat ook mee. Ze gaan gelijk naar de apen, die dicht bij de ingang zijn.

Lust ik niet! Junior. groep 1/2/3/4

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Kijk ook op:

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Stijn, uitvinder zet een tent op

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

K a t m e t s l a g ro o m

Het nachtmerrieneefje

met tekeningen van ivan & ilia

Kriebeltje en de Stink Stank-mannetjes

Schipperskind vertelt De avonturen van Wolletje en Pluisje

De gelukkige olifant

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

De magische deur van KASTEEL013

Het apenboekje. drie stoute aapjes. C.A. Leembruggen. bron C.A. Leembruggen, Het apenboekje. W. van Hoeve, Deventer 1944.

Als ik vrijdagmiddag uit school kom, staat mijn moeder in de keuken. Ze heeft twee grote bood schappentassen vol lekkers gekocht voor het weekend en

weerwolvenfeest 15e druk.indd :37

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

1. Dit kan niet waar zijn

Wat heb je nodig? Korte inhoud

MOEDER zit aan tafel te schrijven. OPA leest in een stoel een boek. MADELIEF staat voor het raam. MADELIEF Opa blijft voor altijd bij ons, hè mam?

De allerliefste oppas

Bikkels en ballenmeisjes

Monsterfilm. De illustratie en het lesidee bij dit verhaal staan ook op

H E T R I J M T TED VAN LIESHOUT V E E L V E R S J E S & L I E D J E S LEOPOLD / AMSTERDAM

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Paul van Loon s. en het. Spookhuis. Leopold / Amsterdam

Bette Westera met illustraties van Barbara de Wolf

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Ze verschijnen ook op de Oase website.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

De steen die verhalen vertelt.

Verslag Nederlands Bloemlezing

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Dat kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek.

KLEINE DEUGNIET Door Marcel van Rijn

Transcriptie:

Het GROTE voorleesboek 7 voor rond de jaar Uitgeverij Ploegsma Amsterdam3

Inhoudsopgave 7 16 25 33 42 46 58 68 86 92 95 102 113 119 Spikkeltje Annie M.G. Schmidt met tekeningen van Martijn van der Linden Cavia gezocht! Barbara Scholten met tekeningen van Els van Egeraat De bibberbril van meneer Visjes Hanne Snel met tekeningen van Juliette de Wit Waakhaai ontsnapt Reggie Naus met tekeningen van Mark Janssen Je vader mag nooit zomaar een snor nemen! Marjon Hoffman met tekeningen van Georgien Overwater Pippi gaat boodschappen doen Astrid Lindgren met tekeningen van Carl Hollander Lang zal hij leven René van der Velde met tekeningen van Mark Janssen Smullen bij Riet! Martine Letterie met tekeningen van Rick de Haas Het stoepkrijthart Jette Schröder met tekeningen van Maaike Putman Hoe je twee minuten lang stil kunt zijn Arend van Dam met een tekening van Alex de Wolf Hoe bak ik zonder oven de broodjes extra bruin? René van der Velde met tekeningen van Georgien Overwater Sporen in het zand Vivian den Hollander met tekeningen van Juliette de Wit Het boek van Jan Harrie Geelen De haas zoekt eenzaamheid Hanna Kraan met tekeningen van Annemarie van Haeringen 4

126 133 142 148 154 162 171 178 197 200 209 218 225 Bon apentiet! Linda Vogelesang met tekeningen van Els van Egeraat Welkom Sammy Mirjam Oldenhave met tekeningen van Rick de Haas Moe Koos Meinderts met tekeningen van Annette Fienieg Leo s kofferding Paul van Loon met tekeningen van Hugo van Look Het zeediploma Isabelle de Ridder met tekeningen van Juliette de Wit Waar is Habiba? Elisa van Spronsen met tekeningen van Maaike Putman De poes van de hertog Ad Grooten met tekeningen van Martijn van der Linden Erge Ellie en nare Nellie Rindert Kromhout met tekeningen van Annemarie van Haeringen Meester Jaap richt een club op Jacques Vriens met een tekening van Annet Schaap Scharrel de smulkont Evelien van Dort met tekeningen van Els van Egeraat Kerstavond Arnold Lobel De verzameling Lizette de Koning met tekeningen van Natascha Stenvert Sil proeft jam? Selma Noort met een tekening van Harmen van Straaten 5

Spikkeltje Er waren eens een koning en een koningin die zo verschrikkelijk graag een kindje wilden hebben. De jaren gingen voorbij en ze kregen maar geen kindje totdat de koningin eindelijk zei: Zal ik eens naar een toverheks gaan? Dat zou ik nooit doen, zei de koning. Daar komt altijd narigheid van. Er woont er eentje vlakbij, zei de koningin. Je weet wel, achter in onze tuin, in de grote perenboom. Woont er een heks in de perenboom? riep de koning verschrikt. Doe niet zo onnozel, zei de koningin. Jij hebt het zelf goedgevonden dat ze daar haar huisje bouwde. Op zo n dikke tak bovenin. Je weet wel... ze heet Akkeba. O ja, zei de koning. Dat mens dat zo hard op haar bezemsteel door de lucht jaagt. Wou je heus aan haar vragen of...? Maar de koningin was al weg. Ze liep de tuin in, ging onder aan de perenboom staan en riep: Akkeba! Er kwam een oud warrig heksenhoofd tussen de peren door gluren. Wie wou daar wat? vroeg het hoofd. Ik ben het, zei de koningin. Ik wou zo graag een kindje. Kom een beetje hoger. Ik versta je niet! schreeuwde de heks. Toen klom de koningin tot boven in de perenboom, tot vlak bij het huisje dat daar tussen de takken was gebouwd en ze herhaalde haar vraag. Zo zo, prevelde de heks. Een kindje, wel wel... s even kijken... Hier, zei ze toen en ze gaf de koningin een eitje. Een klein gespikkeld eitje. Wat moet ik daarmee? vroeg de koningin. Uitbroeden natuurlijk, zei de heks. Wat anders? Het is een lijsterei. Ga er drie weken op zitten en broed het uit. 7

Maar... zei de koningin met bevende stem, wordt het dan niet een vogeltje? Helemaal niet, zei de heks. Het wordt een prinsesje. Met alles d r op en d r an! En eh... waar moet ik dat doen? Waar moet ik dat ei uitbroeden? vroeg de koningin. In die boom hiernaast, zei Akkeba. In die oude lindeboom. Ik wil het eerst aan mijn gemaal vragen, zei de koningin en ze klom met het ei naar beneden. Maar denk erom... riep de heks haar achterna, denk erom dat je je dochter in het najaar altijd binnenhoudt! Anders vliegt ze weg met de trekvogels. De koningin bedankte de heks en ging naar het paleis terug. Moet ik het doen? vroeg ze aan de koning. Ik zie er een beetje tegenop. En dan een koningin die zit te broeden in een boom... is dat wel zoals het hoort? 8

Helemaal niet zoals het hoort, zei de koning. Ik keur het af. Maar ik wil het toch, zei de koningin. Als je dan met alle geweld wilt, zei de koning, neem dan drie donzen kussens mee, zodat je warm en zacht zit. Ik laat een schutting bouwen om die linde, anders ziet het hele koninkrijk je zitten en dat is nergens voor nodig. Zo gebeurde het. De koningin zat drie weken lang op het ei, te midden van donzen kussens en al haar kanten rokken boven in de lindeboom, bijzonder ongemakkelijk, maar gelukkig kon niemand haar zien, want er stond een keurige schutting om de boom. Na drie weken ging het eitje open en warempel... er kwam geen vogeltje uit, maar een kindje. Een schattig klein, klein kindje met haartjes en nageltjes en een neusje, een lief zoet prinsesje was het. Wie had dat gedacht, bromde de koning toen de koningin ermee binnenkwam. Wat een bijzonder knappe dochter. Ze heeft alleen drie zwarte spikkeltjes op haar buikje, maar dat hindert niet, daar gaat altijd wel een jurk overheen. En nu vieren we feest! Er werd een machtig feest gevierd, alle vlaggen werden uitgestoken en de heks Akkeba kwam uit haar perenboom om het prinsesje te zien. Ze kietelde het kindje onder de kin en zei tegen de koningin: Is dat niet prima gelukt? Maar wees vooral voorzichtig in de herfst. Nóóit naar buiten als de bladeren vallen! Toen vloog ze weg door het open venster, zo hard als een straaljager. Het kleine prinsesje heette Gloriandarina, maar iedereen noemde haar Spikkeltje, dat was eenvoudiger. En ze groeide heel normaal op en leek helemaal niet op een vogeltje. Ze was lief en mooi en heel gelukkig, behalve in de herfst, want dan mocht ze niet naar buiten. 9

Wacht maar tot de eerste sneeuw valt, zei de koningin, dan mag je met de slee het park in. Nog even geduld... nog even geduld. Maar op een van die stormachtige najaarsdagen stond Spikkeltje voor het raam en verveelde zich. Buiten dansten de gele bladeren over het gazon. Ze zonken telkens langzaam terug op het gras totdat de woedende wind ze weer opjoeg en een mal spelletje met ze speelde en weer andere bruine bladeren van de bomen woei. Ik wil meespelen met de wind en de bladeren, zei Spikkeltje en ze deed het raam open. Ze klom naar buiten en begon te rennen tussen de bomen in de tuin. En juist op dat ogenblik kwam er een grote troep zwarte vogels over het park vliegen, een groep lijsters die gingen trekken naar het zuiden. Spikkeltje strekte haar armen uit en kreeg zo n verlangen om mee te vliegen met de vogels. Neem me mee! riep ze. Achter haar kwam juist de koningin verschrikt de tuin in. Niet doen, Spikkeltje, riep ze. Kom dadelijk binnen! Maar Spikkeltje luisterde niet. Ze zwaaide met haar armen, ze ging op haar tenen staan, ze maakte vliegbewegingen. En de koningin zag dat haar dochtertje veren kreeg en een snaveltje en twee vlerkjes in plaats van armpjes. 10

Mijn kind! schreeuwde de koningin en ze rende naar haar dochtertje toe. Maar Spikkeltje vloog weg met de andere vogels. Ze was geen prinses meer. Ze was een lijster. Schreiend liep de koningin naar haar gemaal en vertelde hem wat er gebeurd was. We moeten dadelijk naar die heks, zei de koning en hij greep zijn hermelijnen pet. Zal ík niet liever gaan? vroeg de koningin. Nee, zei de koning, dit wil ik zelf doen. Hij draafde de tuin door tot bij de grote perenboom en riep: Akkeba! Het hoofd van de heks kwam tevoorschijn. Wie wou daar wat? vroeg ze. Mijn dochter is weggevlogen, riep de koning. Kom wat hoger, ik versta je niet! riep de heks. De koning klom hijgend naar boven tot aan de hoogste tak, waar het huisje van de heks was. Mijn dochter is weggevlogen, zei hij. Jullie eigen schuld, zei de heks. Had je haar maar binnen moeten houden. Ja maar luister nou eens, zei de koning. Hoe krijgen we haar terug? Wacht maar tot het voorjaar wordt, zei de heks. Hoor eens, zei de koning boos, ik beveel jou om ogenblikkelijk mijn dochter terug te brengen. En als je dat niet doet, laat ik je hoofd afslaan. Wat? riep Akkeba met een schrille stem. Wou je mij iets bevelen? Mij? De oeroude heks Akkeba? Scheer je weg of ik verander je in een worm. Jij lelijk oud mens... begon de koning ziedend van drift, maar de heks zei zacht en dreigend: Pas op hoor... in een worm verander ik je... 11

in zo n worm die in een peer zit... gauw weg... of anders... En ze keek hem aan met woedende rode oogjes en ze spuwde naar hem. De arme koning schrok zo en werd zo bang dat hij zich liet vallen en met een pijnlijke smak onder aan de perenboom terechtkwam. Somber ging hij naar het paleis waar de koningin hem opwachtte, met een zakdoek voor haar ogen. En...? vroeg ze. Wachten tot het voorjaar wordt, zei de koning. Je hebt het natuurlijk weer niet goed aangepakt, zei de koningin. Ik ga zelf. Maar toen de koningin bij de perenboom aankwam, vloog Akkeba juist weg op haar bezemsteel. Met een gierend geluid joeg ze driemaal om het park en verdween. En ze kwam niet meer terug. Nog nooit had een winter zo lang geduurd. 12

De koning en de koningin zaten elke dag voor het raam en keken uit naar de lente. Eindelijk, eindelijk was het maart en de trekvogels keerden terug uit het zuiden. We zullen ze heel goed behandelen, zei de koning. Alle katten moeten worden verbannen, iedereen moet lief zijn voor lijsters. Er moet voedsel worden gestrooid, er mag niet op lijsters gejaagd worden en iedere man in mijn rijk moet zijn hoed afnemen als hij een lijster tegenkomt. Want het kán de prinses zijn. Nog nooit waren de lijsters zo goed behandeld als toen. Er kwamen er dan ook steeds meer en steeds meer en ze waren niet schuw, maar zaten in grote groepen te zingen in alle tuintjes en zelfs bij de mensen in de keuken. De koningin liep door de parken en de bossen en de weiden en riep: Spikkeltje! En tegen iedere lijster zei ze: Ben jij mijn dochtertje niet? Maar de lijsters zongen allemaal hun kleine liedje en al die liedjes waren hetzelfde en nergens nergens was aan te zien welke lijster een prinses was. In mei kwam er een prins over de grens op zijn witte telganger. Hij keek verbaasd toen hij de duizenden lijsters zag. En toen hij een kleermaker tegenkwam die diep zijn hoed afnam voor een lijster, moest de prins hard lachen. Wat gek, riep hij. Moet dat hier? Jazeker, zei de kleermaker. Elke lijster kan onze prinses zijn. En hij vertelde het verhaal van Spikkeltje en de toverheks Akkeba. Heeft ze rode oogjes, die heks? vroeg de prins. Jazeker, zei de kleermaker. En warrig haar. En een kromme lange neus? vroeg de prins. En rijdt ze op een bezemsteel? Dan heb ik haar gezien. Ze woont boven in een appelboom vlak bij de grens. Ik zal persoonlijk naar haar toe gaan. Toen de prins bij de appelboom aankwam, zat de oude heks Akkeba 13

aan de voet van de boom in het gras en at een enorme appel. Peren zijn toch beter, zei ze. Ik verwachtte je allang, m n zoon. Je wilt weten hoe je de lijster weer in een prinses verandert, is t niet? Eerst wil ik weten welke lijster het is, zei de prins. Er zijn er wel een miljoen. Heb je parels bij je? vroeg de heks. Toevallig wel, zei de prins. Een zak vol. Hier heb je een netje, zei de heks. Vang daar je Spikkeltje maar mee. Maar wie van die lijsters is het? vroeg de prins. Denk dat zelf maar eens uit, zei de heks. Ik kan niet alles voor je doen. De prins dacht na. Toen kocht hij bij een boer een zakje gerst en ging naar de heuvel waar de lijsters s avonds in groten getale vergaderden. Hij schudde het zakje gerst leeg op de grond. En een eindje verder schudde hij het zakje parels leeg. Toen ging hij zitten en wacht- 14

te af. Alle lijsters kwamen aanvliegen en verdrongen zich om de gerstekorrels. Ze fladderden en vochten en tjilpten. Behalve één. Dat ene vogeltje liet de gerstekorrels liggen en kwam op de parels af. Het bleef er vlak naast zitten en hipte geestdriftig op en neer. Jij bent Spikkeltje, zei de prins. Alleen een prinsesje geeft meer om parels dan om eten. En hij gooide het heksennetje over haar heen. En daar stond plotseling een heel lief meisje voor hem. Hij zette haar voor zich op zijn paard en samen reden ze naar het paleis, waar de koning en de koningin begonnen te schreien van vreugde. Hoe heb je dat voor mekaar gekregen? vroeg de koningin. t Was heel makkelijk, zei de prins. Er was echt niets aan. De bruiloft werd gevierd en twaalf lijsters droegen de sleep van de bruid. De oude heks Akkeba woont weer in de perenboom en nog altijd neemt men in dat land zijn hoed af voor elke lijster. Mocht je er ooit komen, dan zul je het zelf zien en dan begrijp je waarom het zo is. 15

Cavia gezocht! Job ligt boven in het stapelbed. Met zijn zaklamp schijnt hij in zijn boek over het gi-ga-grote dierenrijk. Mama steekt haar hoofd om de deur van de slaapkamer. Ben je nou nog steeds aan het lezen? Ik doe heel zacht en Saar slaapt allang. Kijk maar. Job hangt met zijn hoofd naar beneden en schijnt in het gezicht van zijn zusje. Doe dat nou niet. Zo wordt ze nog wakker, fluistert mama. Job leest weer verder in zijn boek. Weet jij waarom zebra s strepen hebben? Zijn moeder schudt haar hoofd terwijl ze de knuffels van zijn zusje met haar voet in de hoek van de kamer schuift. Als ze met z n allen zijn, dan wordt het moeilijker voor een leeuw om er een uit te kiezen. Dus de strepen zijn een soort bescherming? Job knikt. En weet je wat een egel doet als hij bang is? Zonder zijn moeders antwoord af te wachten gaat hij verder: Als er gevaar is, rolt hij zich op als een balletje. En dat is precies wat ik wil dat jij nu ook doet: je oprollen als een balletje. Morgen moet je weer naar school, dus het licht gaat nu echt uit. Mama geeft Job een laatste kus op zijn voorhoofd. Slaap lekker. Tot morgen. De volgende ochtend staat juf Daphne voor de klas. Wie heeft er dit weekend iets leuks gedaan? vraagt ze. Annabel steekt als eerste haar vinger in de lucht. Ik, ik, ik! Juf Daphne kijkt de klas rond. Annabel, het lijkt erop dat jij iets heel belangrijks te vertellen hebt. Zeg het maar. Ik heb een cavia gekregen, zegt Annabel. Hij is zwart met oranje. 16

Wat leuk, zegt juf Daphne. Tijn steekt zijn vinger in de lucht. Hoe heet ie? Ali, antwoordt Annabel. Zo heet mijn tante en die heeft hier een kruin. Net als mijn cavia. Annabel wijst een plek aan in haar haren vlak boven haar voorhoofd. Ook Job heeft een vraag. Is het een beer of een zeug? Annabel knippert met haar ogen. Het is een cavia, dat zeg ik toch? Dat weet ik wel, zegt Job. Maar zo noemen ze een mannetjes- en vrouwtjescavia. Een beer en een zeug. Annabel kijkt Job lang aan en schudt dan langzaam haar hoofd. Weet ik niet. Jikke wil weten wat de cavia eet. Caviavoer, zegt Annabel. En groente zoals sla, komkommer en wortel. Job steekt zijn vinger voor de tweede keer in de lucht. Mag ik na school bij je spelen? Annabel moet daar even over nadenken, maar zegt uiteindelijk dat het mag. Als de school uit is, rent Job naar zijn moeder en duwt zijn rugzak in haar handen. Ik ga bij Annabel spelen. Bij Annabel? vraagt mama verbaasd. Job knikt. Ze heeft een cavia gekregen. Ah, dat verklaart alles. Job begrijpt niet wat ze met die opmerking bedoelt. Dus het mag? Ja hoor, als de moeder van Annabel het goedvindt. Ze vond het goed, zegt Job. Doei! Hij rent achter Annabel aan het schoolplein af. De straat uit, twee keer rechts en dan zijn ze er al. Als de moeder van Annabel de sleutel in het slot doet en de deur opent, lopen Annabel 17

en Job meteen door naar de woonkamer waar een grote kooi staat. Job ruikt de geur van het verse hooi. Annabel opent de kooi en tilt het houten hokje op waar de cavia zich onder heeft verstopt. Mag ik Ali optillen? vraagt Job. Annabel schudt driftig haar hoofd. Ik mag eerst, want het is mijn cavia. Job bijt op zijn lip. Hij vindt dat hij als eerste mag. Annabel kan elke dag haar cavia uit de kooi halen en hij maar één keer. Maar dat zegt hij niet, want misschien wordt Annabel dan kwaad en mag hij Ali helemaal niet meer vasthouden. Annabel probeert de cavia te vangen, maar dat is nog niet zo makkelijk. Iedere keer als ze hem probeert te pakken, schiet ie weg naar een andere hoek van de kooi. Volgens mij is Ali bang voor je, zegt Job. Annabel kijkt Job boos aan. Helemaal niet. Heb je een blaadje sla? vraagt Job. Annabel knikt, rent naar de keuken en komt terug met een halve krop. Job trekt er een blad af en houdt het voor de neus van de cavia. Voorzichtig knabbelt Ali aan het blaadje. Job schuift heel rustig zijn hand onder de buik van de cavia, tilt hem op en schuift zijn andere hand onder de billen. Zo doe je dat. De cavia maakt zachte pruttelende geluidjes en Job drukt hem behoedzaam tegen zijn borst aan. Nu mag ik. Annabel gaat met gestrekte benen op de grond zitten en legt een kussen op haar schoot. Weet je dat cavia s langer leven als ze met z n tweeën zijn? Job zet de cavia voorzichtig op het kussen. Dat heb ik in een boek gelezen. 18

Dat zei de mevrouw van de winkel ook, maar mama vindt één dier eigenlijk al te veel. Annabel aait de cavia over zijn rug. Klopt, zegt Annabels moeder die de woonkamer binnen komt lopen. We hebben dat beest pas twee dagen en dit weekend is het al een probleem. Job spitst zijn oren en kijkt Annabels moeder vragend aan. Ik was vergeten dat we een weekendje weggaan. Annabels moeder zucht. Nou ja, dat lossen we wel weer op. Hij mag wel bij mij, zegt Job. Ik weet zeker dat mijn moeder dat goedvindt. Dat wil ik niet. Jullie hebben een hond, zegt Annabel verschrikt. Straks eet die mijn cavia op. Onze hond slaapt het liefst de hele dag, antwoordt Job. 19