Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp

Vergelijkbare documenten
6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Kleihoogt 9, Berkel en Rodenrijs

Plangebied Dorpsstraat 96, Aarlanderveen

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Plangebied Kreater, Rotterdam-Overschie

Plangebied Rosinkweg noord

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Plangebied Lammermarkt in Leiden

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Watertoren in Zwijndrecht

RAAP-NOTITIE Plangebied Kotmanpark-Oost Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Dijkhuizerzandweg

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Plangebied Van de Spiegelstraat 23 en 23a in Den Haag

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

Plangebied Burgemeester van Oostenweg in Bergschenhoek

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Plangebied Lobbendijk 16 in Houten

Plangebied Zijtak OZ 104 te Nieuw Amsterdam Gemeente Emmen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Amanietlaan-Varenlaan- Drieerweg Gemeente Ermelo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Plangebied Evertsenstraat 132 te Rijnsburg

Plangebied Kerkebogerd en Waalseweg in Tull en t Waal

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Van den Endelaan 41 in Hillegom

Plangebied Groenzoom Berkel en Rodenrijs

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Onderzoeksgebied Klaver 5 in Sevenum

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied Blokhoeve 7 te Nieuwegein

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Plangebied Kasteellaan 2

Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel

Bijlage 4: Archeologisch vooronderzoek

4 Archeologisch onderzoek

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Plangebied Goudse Hout, Gouda

Plangebied Rootvlaas 2 te Bakel

Plangebied Tolhuispark in Dokkum

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Plangebied Windturbines Kabeljauwbeek

Plangebied Zuidwendigeweg te Oosterwolde

Plangebied Dokter Kijlstraweg 2 te Mûnein

Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Koedood 4A in Barendrecht

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

Wegomlegging N355 Zuidhorn- Noordhorn

Aanvullend archeologisch onderzoek plangebied Canneveltstraat te Vollenhove

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Mozartlaan te Doorwerth

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Hogeweg 65 in Noordwijk

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Startingerweg 33-33a te Akersloot

Plangebied Ielke Boonstraloane te Garyp

RAAP-NOTITIE Plangebied Houtbeekweg te Stroe Gemeente Barneveld Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

Plangebied Elst Centraal, deelgebied Bemmelseweg te Elst

Ballumerweg 23 in Nes

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

Plangebied Prins Hendrikkade 15a in Woerden

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

RAAP-NOTITIE Plangebied t Vaneker. Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek

Plangebied Medisch Kwartier

Plangebied Groeneweg/Homaat te Westerbork

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Plangebied Ecologische parkzone te Oudehaske

Plangebied Gorsselse Enkweg te Gorssel

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Plangebied Gabriël Metzustraat in Leiden

Plangebied recreatieplan Earnewâld

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u natuurlijk te allen tijde contact met ons opnemen.

Bijlage 1; verwijzingen

RAAP-NOTITIE Plangebied De Brink te Zuidlaren Gemeente Tynaarlo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Oslolaan 2-4 te Urk

Plangebied Achterweg-Zuid 62 in Lisse

Gemeente Rucphen Plangebied Koekoekstraat ong. te Sprundel

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

Plangebied Hemmelhorst

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Plangebied Uddelerveen 66 te Uddel

Plangebied Eksterweg, IJsselstein

Plangebied Koningstraat 10

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Ossenzijlerweg te Ossenzijl

Plangebied DeZanden 215 te Teuge

Plangebied Jacoba van Beierenweg 95c en Torenlaan 3 te Voorhout

Transcriptie:

RAAP-NOTITIE 4024 Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp Gemeente Rijnwoude Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Colofon Opdrachtgever: Edo Koi Holland Titel: Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Status: eindversie Datum: november 2011 Auteur: drs. S. Warning Projectcode: RWHZ Bestandsnaam: NO4024_RWHZ Projectleider: drs. S. Warning Projectmedewerker: niet van toepassing Autorisatie: drs. B. Jansen ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer/CIS-code: 49112 Bewaarplaats documentatie: RAAP West-Nederland Bevoegd gezag: gemeente Rijnwoude (contactpersoon de heer A. Ditmer) ISSN: 0925-6369 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2011 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Samenvatting In opdracht van Edo Koi Holland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november 2011 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie een koi karperpaviljoen te realiseren, waarvoor een wijziging in het bestemmingsplan nodig is. Het onderzoek is nodig aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische waarden bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. Op basis van het bureauonderzoek gold een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen indien oeverwallen van de Waddinxveen stroomgordel aanwezig zouden zijn. Daarnaast gold een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum en de Late Middeleeuwen. Vindplaatsen uit de Bronstijd t/m de Vroege Middeleeuwen en de Nieuwe tijd werden niet verwacht. Aan de hand van de resultaten uit het veldonderzoek is geconcludeerd dat de verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit alle bovengenoemde periodes laag is. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de kans dat er door de geplande werkzaamheden archeologische resten worden verstoord wordt zeer klein geacht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstappen uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Over dit advies kunt u contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze de heer A. Ditmer gemeentearcheoloog van de gemeente Rijnwoude (tel. 071-3428133). Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [3]

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Administratieve gegevens... 5 1 Inleiding... 6 1.1 Aanleiding...6 1.2 Ligging van het plangebied...6 1.3 Planomschrijving...6 1.4 Doel- en vraagstelling...6 1.5 Kwaliteit...7 2 Bureauonderzoek... 9 2.1 Methode...9 2.2 Aardkundige situatie...9 2.3 Bewoningsgeschiedenis...10 2.4 Archeologie...10 2.5 Gespecificeerde archeologische verwachting...11 3 Veldonderzoek... 12 3.1 Methode...12 3.2 Resultaten...12 3.3 Synthese...13 4 Conclusies en aanbevelingen... 14 4.1 Conclusies...14 4.2 Aanbevelingen...14 Literatuur... 15 Gebruikte afkortingen... 16 Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen... 17 Bijlage 1. Boorbeschrijvingen... 21 RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [4]

Administratieve gegevens Projectcode RWHZ ARCHIS Onderzoeksmelding 49112 Type onderzoek Opdrachtgever Contactpersoon Onderzoekskader Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Edo Koi Holland De heer G.J. van der Stap wijziging bestemmingsplan Locatie Toponiem Belgiëlaan 1a Plaats Gemeente Provincie Hazerswoude-Dorp Rijnwoude Zuid-Holland Kadastrale gegevens gemeente Rijnwoude, sectie D, nummer 1391 Oppervlakte ca. 5.000 m² Kaartblad 31C Centrumcoördinaat 103.221/454.917 Bevoegde overheid Contactpersoon gemeente Rijnwoude dhr. A. Ditmer Onderzoeksperiode november 2011 Afbakening onderzoeksgebied ARCHIS-vondstmelding ARCHIS-waarneming Tijdens het bureauonderzoek wordt het plangebied inclusief een zone van 500 m rondom het plangebied onderzocht. Het karterend booronderzoek zal beperkt blijven tot het plangebied. niet van toepassing niet van toepassing RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [5]

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In opdracht van Edo Koi Holland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november 2011 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO), karterende fase door middel van boringen uitgevoerd in plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie een koi karperpaviljoen te realiseren, waarvoor een wijziging in het bestemmingsplan nodig is. Het onderzoek is nodig aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische waarden bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied ligt ten oosten van Belgiëlaan 1a buiten de bebouwde kom van Hazerswoude- Dorp (figuur 1). De exacte ligging en contouren van het plangebied zijn nader weergegeven in figuur 2. Op recente topografische kaarten 1:25.000 is het plangebied afgebeeld als kwekerij (Kuipers, 2010). Recente luchtfoto's uit Google Earth bevestigen dit grondgebruik. Volgens de geraadpleegde topografische kaart en het Actueel Hoogtebestand Nederland (http://www.ahn.nl/) bedraagt de huidige maaiveldhoogte in het plangebied (m.u.v. de dijk) ongeveer 4,8 m -NAP. 1.3 Planomschrijving Het perceel is momenteel in gebruik als kwekerij en heeft momenteel een agrarische bestemming. De opdrachtgever wil het perceel gaan gebruiken om koi karperpaviljoens aan te leggen. Hiervoor is een bestemmingsplan wijziging nodig. De koi karperpaviljoens worden in het zuidelijke deel van het plangebied ingegraven. De diepte van de ingrepen zal circa 2,5 m -Mv bedragen. In het noordelijke deel van het plangebied, dat op de dijk ligt, zullen geen graafwerkzaamheden uitgevoerd worden. 1.4 Doel- en vraagstelling De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied aan de hand van bestaande Bronnen teneinde een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Het doel van het veldonderzoek is het toetsen, aanvullen en vaststellen van deze gespecificeerde verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies gegeven over de omgang met eventueel aanwezige archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten. Ten behoeve van het onderzoek worden de volgende onderzoeksvragen gesteld: RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [6]

Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend? Hoe ziet de geologische en bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? Zijn in het plangebied archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting? Op welke diepte bevinden zich de archeologisch interessante lagen? Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet? Op welke manier dient bij eventuele graafwerkzaamheden met archeologische waarden te worden omgegaan? Indien archeologische resten worden aangetroffen, zullen bovendien de volgende onderzoeksvragen beantwoord worden: Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingsterreinen? Indien vindplaatsen worden aangetroffen: wat is de diepteligging, dikte en stratigrafische positie van de archeologische laag waarin de archeologische indicatoren zijn aangetroffen? 1.5 Kwaliteit Het onderzoek is uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl). Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de geldende richtlijnen voor archeologisch onderzoek van de provincie Zuid-Holland. Voorafgaand aan het veldonderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) opgesteld en ter goedkeuring aan de heer A. Ditmer van de gemeente Rijnwoude voorgelegd. Dit PvA is goedgekeurd (d.d.26-10-2011). Voor de in deze notitie genoemde archeologische perioden wordt verwezen naar tabel 1. Daarnaast is achter in dit rapport een verklarende woordenlijst met gebruikte afkortingen opgenomen en worden enkele vaktermen nader beschreven. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [7]

Archeologische perioden Tijdperk Datering Prehistorie Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) Paleolithicum (Oude Steentijd) B A Laat Vol Ottoons Vroeg Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Jong B Jong A Midden Oud - 1795-1650 - 1500-1250 - 1050-900 - 725-525 - 450-270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250-500 - 800-1100 - 1800-2000 - 2850-4200 - 4900/5300-6450 - 8640-9700 - 12.500-16.000-35.000-250.000 tabel1_standaard_archeologisch_raap_2010 Tabel 1. Archeologische tijdschaal. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [8]

2 Bureauonderzoek 2.1 Methode Tijdens het bureauonderzoek wordt aan de hand van verschillende bronnen informatie verzameld om inzicht te krijgen in de genese van het landschap, de (lokale) opbouw van de bodem en de sporen die de mens in het landschap heeft achtergelaten. Om een beeld te vormen over het voormalige landschap is onder andere gebruikgemaakt van verschillende geologische, geomorfologische en bodemkundig kaarten. Voor informatie omtrent het reliëf in en rondom het plangebied is het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) geraadpleegd (www.ahn.nl). Met betrekking tot de bekende archeologische gegevens zijn de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland, de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), het Archeologisch Informatie Systeem (Archis II) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geraadpleegd. Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van eventuele bebouwing en/of bodemverstoringen in het plangebied zijn onder andere historisch kaartmateriaal (www.watwaswaar.nl) en het Bodemloket voor inzicht in de maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn ten aanzien van bodemkwaliteit (bodemonderzoek, bodemsanering, ontgrondingen; www.bodemloket.nl) geraadpleegd. Voor een volledig overzicht van de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de literatuurlijst achter in dit rapport. 2.2 Aardkundige situatie Geomorfologie en bodem Geomorfologisch gezien ligt het plangebied in een vlakte van getijafzettingen (Stiboka, 1975; code 2M35). Op het AHN kunnen getijdengeulen die deze vlakte doorsnijden herkend worden aan hun relatief hogere ligging, of door de relatief hogere ligging van de oevers en een relatief lage ligging van de geul zelf. Vanwege de aanwezige bebouwing is op het AHN niet goed te zien of een dergelijke getijdengeul in het plangebied loopt. Ten westen van het plangebied, in de onbebouwde polder zijn deze geulen wel duidelijk te onderscheiden (www.ahn.nl/viewer). De bodem in het plangebied bestaat uit een combinatie van koopveengronden en moerige eerdgronden: veen of een moerige bovengrond op niet gerijpte kleigronden ondieper dan 120 cm -Mv beginnend (Stiboka, 1969; code hvk/wol). Koopveengronden zijn gronden die ontstaan zijn door ontginningen van het veen (zgn. cope-ontginningen). Op de bodemkaart staat in de directe omgeving van het plangebied grondwatertrap II aangegeven. Een grondwatertrap II wijst erop dat de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [9]

de 50 en 80 cm -Mv bedraagt. Een dergelijk hoge grondwaterstand betekent voor de eventuele aanwezige organische archeologische resten (zoals hout en bot) dat deze vanaf 80 cm -Mv goed geconserveerd zullen zijn. Ook anorganische archeologische resten kunnen nog in goede staat in de bodem aanwezig zijn. 2.3 Bewoningsgeschiedenis (Cultuur)historische achtergrond Over de situatie in het plangebied voorafgaand aan de Middeleeuwen is naast de bovengenoemde aardkundige ontwikkelingen weinig bekend. Uit de wijdere omgeving is wel bekend dat in prehistorische perioden in de hoger gelegen gebiedsdelen menselijke bewoning heeft plaatsgevonden. Tot in de Middeleeuwen bestond de omgeving van Hazerswoude-Dorp uit moerassig veengebied. In de Late Middeleeuwen begon men met vervenen, een proces waarbij veen werd afgegraven om er turf van te maken. Door het vervenen kwam het maaiveld zodanig laag te liggen dat er binnenmeren ontstonden. In de loop van de 17e eeuw zijn deze binnenmeren drooggelegd en is onder andere de polder De Hazerswoudse Droogmakerij ontstaan waar het plangebied in ligt. Historisch landgebruik Om inzicht te verkrijgen in het grondgebruik in het plangebied in de Nieuwe tijd biedt de analyse van historische kaarten een goede invalshoek. Op kaarten uit de 17e eeuw staat in het plangebied geen bebouwing afgebeeld. Op deze kaarten ligt het plangebied in een polder en staat de dijk in het noordelijke deel van het plangebied niet afgebeeld (Zandvliet, 1989; Sijmons & Van Eeghen, 1990). Op een kadastrale kaart uit de 18e eeuw staat de dijk inmiddels wel weergegeven. Op deze kaart staat geen bebouwing in het plangebied aangegeven (www.watwaswaar.nl). Ook op de kadastrale minuut uit de periode 1811-1832 en de topografische kaarten uit circa 1850 en 1900 staat in het plangebied geen bebouwing aangegeven. Op deze kaarten staat inmiddels wel de dijk in het noordelijke deel van het plangebied aangegeven (www.watwaswaar.nl. In de loop van de 20e eeuw wordt de bebouwing rondom het plangebied aangelegd en wordt het plangebied in gebruik genomen als boomkwekerij (Wieberdink, 1989; De Pater & Schoenmaker, 2005). 2.4 Archeologie Archeologische verwachting Op de IKAW valt het plangebied in een zone met een zeer lage archeologische verwachting. Deze waardering is gebaseerd op de ligging van het plangebied in een droogmakerij (Deeben, 2008; zie ook www.cultureelerfgoed.nl). Op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland ligt het plangebied in een droogmakerij met zeeafzettingen aan het oppervlak, tussen een zone met geulafzettingen en een RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [10]

zone met restveen in. De dijk in het noordelijk deel van het plangebied staat aangegeven als zeeafzettingen met restveen. Het betreft hier dus een veenrestdijk (figuur 1). Aan de droogmakerij is geen trefkans toegekend. Voor de geulafzettingen geldt een middelhoge trefkans en voor het restveen geldt een lage trefkans (http://geo.zuid-holland.nl/geoloket/html/atlas.html?atlas=chs). De geulafzettingen zijn op het AHN niet duidelijk te herkennen. Volgens de paleogeografische reconstructie van Berendsen en Stouthamer betreft het hier de Waddinxveen stroomgordel afgedekt met afzettingen van het Laagpakket van Wormer (Berendsen & Stouthamer, 2001). Het begin van sedimentatie van de Waddinxveen stroomgordel wordt in het Mesolithicum gedateerd. Het einde van sedimentatie wordt in het Vroeg Neolithicum gedateerd. Bekende archeologische resten In ARCHIS staan geen archeologische vindplaatsen geregistreerd uit de omgeving van het plangebied (straal 500 m). 2.5 Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van de ligging van het plangebied in een droogmakerij geldt voor het plangebied de volgende gespecificeerde archeologische verwachting: Indien afzettingen van de Waddinxveen stroomgordel in het plangebied aanwezig zijn, geldt hiervoor een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit het Mesolithicum t/m het Vroeg Neolithicum. Vindplaatsen kunnen in de oeverwallen van de stoomgordel aangetroffen worden. Indien geen oeverwallen worden aangetroffen, geldt een lage archeologische verwachting. Voor vindplaatsen uit het Neolithicum geldt voor het hele plangebied een lage archeologische verwachting. Deze kunnen voorkomen in de getijdenafzettingen van het Laagpakket van Wormer op onbekende diepte. Het kan gaan om kleinschalige tot middelgrote vindplaatsen die worden gekenmerkt door een archeologische laag. In deze archeologische laag kunnen voornamelijk fragmenten vuursteen, aardewerk en houtskool voorkomen. Vindplaatsen uit de periode Bronstijd t/m de Vroege Middeleeuwen worden niet meer verwacht. Dergelijke vindplaatsen kunnen vanaf maaiveld in een zogenaamde vuile laag in het veen verwacht worden. Verwacht wordt dat in het plangebied het veen met de eventueel aanwezige vindplaatsen als gevolg van de vervening in de Late Middeleeuwen is verdwenen. Op basis van de historische kaarten worden geen resten van bewoning uit de Nieuwe tijd in het plangebied verwacht. Om het verwachtingsmodel te toetsen en aan te vullen is een verkennend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [11]

3 Veldonderzoek 3.1 Methode Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek verkennende fase. Het karterend veldonderzoek had een tweeledig doel. Ten eerste diende het booronderzoek om inzicht te krijgen in de bodemkundige situatie in het plangebied, om daarmee de gespecificeerde archeologische verwachting te toetsen. Ten tweede diende het karterend booronderzoek om eventuele archeologische resten op te sporen. In het plangebied zijn 5 boringen verricht. De boringen zijn zo verspreid mogelijk over het plangebied geplaatst (figuur 2). Er is geboord tot maximaal 4,0 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 10 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven (Bijlage 1). Alle boringen zijn ingemeten met behulp van een RTK-GPS (x-, y- en z-waarden). Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van verbrokkeling en versnijding gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). 3.2 Resultaten Veldwaarnemingen Het noordelijke deel van het plangebied ligt op een dijk. Het overige deel van het plangebied is in gebruik als kwekerij. Ten behoeve van de kwekerij is worteldoek, afgedekt met een 10cm dikke grindlaag en een tweede worteldoek aangebracht. Op het worteldoek zijn paden aangebracht. Deze bestaan uit stelconplaten of betontegels (figuur 3). Bodemopbouw Boring 1 is in de dijk gezet om inzicht te krijgen in de opbouw van deze dijk. Vanaf maaiveld is donkerbruingrijs, zwak kleiig veen met kleibrokken en grind aangetroffen. Op 0,5 m -Mv gaat dit over in bruin bosveen. Vanaf 0,8 m -Mv gaat het bosveen over in rietveen. Op 1,7 m -Mv is een geleidelijke overgang naar lichtblauwgrijze, sterk siltige klei aangetroffen. De klei is geïnterpreteerd als wadafzettingen. De top van de wadafzettingen is ontkalkt. Naar beneden toe zijn er zandlagen aangetroffen en wordt de klei kalkrijk. De overige 4 boringen (boringen 2 t/m 5) zijn in de kwekerij gezet. In deze boringen is onder het tweede worteldoek zwak kleiig veen met kleibrokken en zandbijmenging aangetroffen. Dit is geïnterpreteerd als een bouwvoor. Tussen 0,4 en 0,6 m -Mv gaat het veen abrupt over in lichtblauwgrijze, sterk siltige klei, geïnterpreteerd als wadafzettingen. De wadafzettingen zijn slap en bevatten veel rietresten, naar onder toe zijn er zandlagen waargenomen en zijn de wadafzettingen kalkrijk. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [12]

Waddinxveen stroomgordel De wadafzettingen gaan in boring 1 en 5 op resp. 3,35 en 1,85 m -Mv over in grijsbruin, kleiig rietveen. Het veen is 10 tot 15 cm dik en gaat naar beneden toe geleidelijk over in grijze, zwak humeuze klei. Naar beneden toe zijn er humus- en zandlagen en hout en rietresten in de klei waargenomen. De klei en het veen worden geïnterpreteerd als kom- en geulafzettingen van de Waddinxveen stroomgordel. Archeologie Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 3.3 Synthese Zoals op basis van het bureauonderzoek reeds verwacht werd, bestaat de opbouw van het plangebied uit getijdenafzettingen van het Laagpakket van Wormer op kom- en geulafzettingen van de Waddinxveen stroomgordel. Voor de kom- en geulafzettingen van de Waddinxveen stroomgordel geldt een lage archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met het Vroeg Neolithicum. Uit de resultaten van het veldonderzoek blijkt dat de getijdenafzettingen uit wadafzettingen bestaan. Voor deze afzettingen geldt een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit het Neolithicum t/m de Nieuwe tijd. In de wadafzettingen zijn enkele humeuze trajecten aangetroffen en in boringen 1 en 5 is een veenlaag aangetroffen. Dit wijst op een stagnatie in de aanvoer van water en een verzoeting van het milieu waardoor plantengroei kon plaatsvinden. De geleidelijke overgangen van de humeuze trajecten en het veen naar de er boven gelegen wadafzettingen wijst op een geleidelijke verdrinking van het landschap. De wadafzettingen zijn afgedekt door een laag veen van 40 tot 60 cm dik. Op basis van de resultaten van boring 1, blijkt dat er oorspronkelijk een dikker pakket veen in het plangebied aanwezig is geweest. Boring 1 is in een veenrestdijk gezet. Op deze locatie is het veen niet of nauwelijks afgegraven. De top van het veen is in deze boring verstoord door de aanleg van een plantsoen op de flank van de dijk. Op basis van het historische kaartmateriaal dateert de dijk uit de 17de of begin 18de eeuw en worden er geen overblijfselen van gebouwen uit de Nieuwe tijd op de dijk verwacht. Het restant veen dat in boringen 2 t/m 5 is aangetroffen bevat kleibrokken en zandbijmenging. Op basis hiervan is het veen als bouwvoor geïnterpreteerd. Op basis van het karterend onderzoek wordt geconcludeerd dat het plangebied in een getijdengebied heeft gelegen en continu onder invloed van water heeft gestaan. Het veen dat vanaf de Bronstijd is gevormd is verdwenen en het restveen is verstoord als gevolg van recente agrarische activiteiten. De kans dat er een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig is, wordt dan ook zeer klein geacht. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [13]

4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de kans dat er door de geplande werkzaamheden archeologische resten worden verstoord wordt zeer klein geacht. Meer specifiek zijn de volgende bevindingen van belang: Op basis van het bureauonderzoek gold een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen indien oeverwallen van de Waddinxveen stroomgordel aanwezig zouden zijn. Daarnaast gold een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum en de Late Middeleeuwen. Vindplaatsen uit de Bronstijd t/m de Vroege Middeleeuwen en de Nieuwe tijd werden niet verwacht. Archeologische resten kunnen direct onder de bouwvoor in een vuile laag in het veen of op een dieper niveau in de afzettingen van het Laagpakket van Wormer of in de oeverwallen van de Waddinxveen stroomgordel verwacht worden. Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat het restveen in het plangebied is verstoord. Eventuele archeologische resten zullen verstoord zijn waardoor deze waarschijnlijk niet meer in situ aanwezig zijn en de informatiewaarde gering is. Tijdens het veldonderzoek zijn de verwachte afzettingen van het Laagpakket van Wormer aangetroffen. De afzettingen bestaan uit wadafzettingen. In de wadafzettingen zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats in het plangebied aangetroffen. In het plangebied zijn kom- en geulafzettingen behorend tot de Waddinxveen stroomgordel aangetroffen. Voor deze afzettingen geldt een lage archeologische verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit het Mesolithicum tot en met het Vroeg Neolithicum. 4.2 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Over dit advies kunt u contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze de heer A. Ditmer gemeentearcheoloog van de gemeente Rijnwoude (tel. 071-3428133). Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [14]

Literatuur Bakker, H. de, 1966. De subgroepen van het systeem van bodemclassificatie voor Nederland. DLO-Staring centrum/rgd, 1994. Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000. Kaartblad 30 s-gravenhage. DLO-Staring centrum/rijks Geologische Dienst, Wageningen/Haarlem. Kuiper, M., 2010. Topografische Atlas Zuid-Holland 1:25.000. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Pater, B.C. de, B. Schoenmaker, e.a., 2005. Grote atlas van Nederland 1930-1950: comprehensive atlas of the Netherlands 1930-1950. Asia Maior, Zierikzee. Sijmons, A.H. & I.H. van Eeghen, 1990. Jacob Aertsz. Colom s Kaart van Holland, 1681. Uitgeversmaatschappij Canaletto, Alphen aan den Rijn. Stiboka, 1969. Bodemkaart van Nederland 1:50.000; 31 West Utrecht. Wageningen. Stiboka, 1975. Geomorfologische kaart 1:50.000; 31 Utrecht. Wageningen. Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen, 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP-rapport 1000. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Wieberdink, G.L., 1989. Historische atlas Zuid-Holland: chromotopografische kaart des rijks 1:25.000. Robas Producties, Den Ilp. Zandvliet, Kees (red.), 1989. Prins Maurits' kaart van Rijnland en omliggend gebied: door Floris Balthasar en zijn zoon Balthasar Florisz. van Berckenrode in 1614 getekend. Canaletto, Alphen aan den Rijn. RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [15]

Gebruikte afkortingen AHN AMK ARCHIS CHS CMA IKAW IVO(-P) KICH KLIC KNA -Mv NAP PvE SIKB TNO Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische MonumentenKaart ARCHeologisch Informatie Systeem Cultuurhistorische HoofdStructuur Centraal Monumenten Archief Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden Inventariserend VeldOnderzoek (Proefsleuven) KennisInfrastructuur CultuurHistorie Kabels en Leidingen Informatie Centrum Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie beneden maaiveld Normaal Amsterdams Peil Programma van Eisen Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [16]

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS-waarnemingen (rood) op CHS van Zuid-Holland (donkergroen: geulafzettingen/stroomgordels; blauwgrijs: zeeafzettingen; roze: zeeafzettingen met restveen); inzet: ligging in Nederland (ster). Figuur 2. Boorpuntenkaart. Figuur 3. Foto s van het plangebied. Tabel 1. Archeologische tijdschaal. Bijlage 1. Boorbeschrijvingen RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [17]

102 103 104 456 455 454 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2011 455 456 454 102 103 Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS-waarnemingen (rood) op de CHS van Zuid-Holland (donkergroen: geulafzettingen/stroomgordels; blauwgrijs: zeeafzettingen; lichtgroen: komafzettingen; roze: zeeafzettingen met restveen); inzet: ligging in Nederland (ster). 104

103150 103200 103250 legenda boringen boring 2 boornummer overig 3 huisnummer grens plangebied 454950 455000 Belgielaan 3a 3 1a 2 1 23 21 455000 454950 5 25 3 27 454900 1 454900 4 29 31 454850 454850 33 0 10 20 30 40 50 m 1:1.000 2011 HA1/rwhz_fig2_bp 103150 103200 103250 Figuur 2. Boorpuntenkaart.

Figuur 3. Foto's van het plangebied.

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen RAAP-notitie 4024 / eindversie 25-11-2011 [21]

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: RWHZ-1 beschrijver: SW, datum: 2-11-2011, X: 103.214,03, Y: 454.977,48, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 31C, hoogte: -3,71, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-10 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: overige (cultuur), vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Rijnwoude, plaatsnaam: Hazerswoude-Dorp, opdrachtgever: Edo Koi Holland, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 3,71 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, zwak grindig, donkerbruingrijs, kleibrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: interpretatie: dijk 50 cm -Mv / 4,21 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, kleibrokken, bosveen Archeologie: interpretatie: dijk 80 cm -Mv / 4,51 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen 160 cm -Mv / 5,31 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 170 cm -Mv / 5,41 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, humusvlekken, slap, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 230 cm -Mv / 6,01 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele zandlagen, slap, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 335 cm -Mv / 7,06 m -NAP Lithologie: veen, sterk kleiig, grijsbruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 345 cm -Mv / 7,16 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs, enkele zandlagen, spoor riet, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 360 cm -Mv / 7,31 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, enkele zandlagen, spoor riet, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld Einde boring op 400 cm -Mv / 7,71 m -NAP boring: RWHZ-2 beschrijver: SW, datum: 2-11-2011, X: 103.201,84, Y: 454.944,96, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 31C, hoogte: -4,70, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-10 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: overige (cultuur), vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Rijnwoude, plaatsnaam: Hazerswoude-Dorp, opdrachtgever: Edo Koi Holland, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 4,70 m -NAP Lithologie: grind, zwak zandig, donkergrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 10 cm -Mv / 4,80 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruingrijs, kleibrokken, veen (niet gedifferentieerd) 40 cm -Mv / 5,10 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, humusvlekken, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 170 cm -Mv / 6,40 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 180 cm -Mv / 6,50 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, slap, spoor riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 6,70 m -NAP 1

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: RWHZ-3 beschrijver: SW, datum: 2-11-2011, X: 103.209,51, Y: 454.907,75, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 31C, hoogte: -4,75, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-10 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: overige (cultuur), vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Rijnwoude, plaatsnaam: Hazerswoude-Dorp, opdrachtgever: Edo Koi Holland, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 4,75 m -NAP Lithologie: grind, zwak zandig, donkergrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 10 cm -Mv / 4,85 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruingrijs, kleibrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Opmerking: zandbijmenging 45 cm -Mv / 5,20 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, humusvlekken, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 70 cm -Mv / 5,45 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele siltlagen, slap, spoor riet, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 120 cm -Mv / 5,95 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele zandlagen, slap, spoor riet, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 150 cm -Mv / 6,25 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtblauwgrijs, slap, spoor riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 190 cm -Mv / 6,65 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, slap, spoor riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 6,75 m -NAP boring: RWHZ-4 beschrijver: SW, datum: 2-11-2011, X: 103.244,29, Y: 454.893,69, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 31C, hoogte: -4,74, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-10 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: overige (cultuur), vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Rijnwoude, plaatsnaam: Hazerswoude-Dorp, opdrachtgever: Edo Koi Holland, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 4,74 m -NAP Lithologie: grind, zwak zandig, donkergrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 10 cm -Mv / 4,84 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruingrijs, kleibrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 60 cm -Mv / 5,34 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, humusvlekken, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 80 cm -Mv / 5,54 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, humusvlekken, slap, weinig riet, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 160 cm -Mv / 6,34 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 180 cm -Mv / 6,54 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, slap, spoor riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 6,74 m -NAP 2

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: RWHZ-5 beschrijver: SW, datum: 2-11-2011, X: 103.235,62, Y: 454.934,42, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 31C, hoogte: -4,74, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-10 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: overige (cultuur), vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Rijnwoude, plaatsnaam: Hazerswoude-Dorp, opdrachtgever: Edo Koi Holland, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 4,74 m -NAP Lithologie: grind, zwak zandig, donkergrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 10 cm -Mv / 4,84 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruingrijs, kleibrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Opmerking: zandbijmenging 50 cm -Mv / 5,24 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, humusvlekken, slap, weinig riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 90 cm -Mv / 5,64 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele zandlagen, slap, spoor riet, kalkrijk, interpretatie: wadafzettingen 160 cm -Mv / 6,34 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijs, spoor riet, kalkloos, interpretatie: wadafzettingen 185 cm -Mv / 6,59 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, grijsbruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 200 cm -Mv / 6,74 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijs, spoor riet, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 230 cm -Mv / 7,04 m -NAP Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, weinig hout en riet, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 280 cm -Mv / 7,54 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, weinig hout en riet, kalkloos, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 300 cm -Mv / 7,74 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, weinig hout en riet, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 345 cm -Mv / 8,19 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele humus- en zandlagen, spoor hout, kalkloos, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld Einde boring op 400 cm -Mv / 8,74 m -NAP 3