Op de tekening hieronder zie je een gewone 12-uurs klok. Daaronder staat welk tijdstip de klok aangeeft.

Vergelijkbare documenten
Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Hieronder zie je een figuur die bestaat uit vier rijen. De figuur is gemaakt van witte en grijze vierkanten.

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Vraag Antwoord Scores. 2 maximumscore 3 Laatste rij in tabel verder invullen tot totaal aantal vierkanten 19 is 2. Het rijnummer is 9 1 ).

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

wiskunde CSE GL en TL

blikken b dat nodig is voor de toren. Op de uitwerkbijlage staat een tabel, die hoort bij dit verband. Vul de tabel op de uitwerkbijlage verder in.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Bereken hoeveel er voor de patat betaald moest worden. Schrijf je berekening op

Opgave 2. ( 4 punten) Bereken de breedte van de tafel, afgerond op hele centimeters. Schrijf de berekening op.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Groei gewicht. gemiddeld gewicht. 3 jaar leeftijd (maanden/jaren) 1 jaar. 2 jaar

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

EURO. waarde dikte in mm 0,01 1,67 0,02 1,67 0,05 1,67 0,10 1,93 0,20 2,14 0,50 2,36 1,00 2,33 2,00 2,10

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. donderdag 26 mei. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo I

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoeveel euro moet Iris voor het skiën van haar kinderen betalen? Schrijf hieronder je antwoord op. ...

Je kunt in de grafiek aflezen wat de gewichtstoename is van schapen die zwanger zijn van één, twee of drie lammetjes.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

wiskunde CSE GL en TL

tafel, inclusief de speelruimte, te plaatsen, volgens het advies van de leverancier afgerond 31 m 2 is.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

wiskunde CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Los de volgende vergelijkingen op. Rond eventueel af op 2 decimalen.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

sfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur.

exclusief 19% BTW. Bereken de prijs van de kandelaar inclusief 19% BTW. Schrijf je berekening op.

2002 tijdvak 2 opgaven Schaakbordpatroon

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

OVERZICHT FORMULES: Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I. omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examen VMBO-GL en TL 2005

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. Het antwoord: 2 (euro) 1. a =

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

oppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte

Taxibedrijf RIJKLAAR berekent voor elke taxirit een begintarief van 2,50 en per gereden kilometer 0,90.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo 2001-I (oude stijl)

wiskunde B pilot havo 2016-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde I

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Cijfer=aantal behaalde punten : 48 x 9 + 1

Hoofdstuk 4: Meetkunde

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen VBO-MAVO-D. Wiskunde

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

oppervlakte grondvlak hoogte

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

wiskunde CSE GL en TL

1 oppervlakte grondvlak hoogte

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

deel B Vergroten en oppervlakte

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Transcriptie:

KLOKKEN Op de tekening hieronder zie je een gewone 1-uurs klok Daaronder staat welk tijdstip de klok aangeeft 1-uurs klok 11 1 1 10 9 8 4 7 6 5 000 uur of 1400 uur p 1 Laat met een berekening zien dat de kleinste hoek tussen de wijzers bij de 1-uurs klok om twee uur 60 is Er bestaan naast de gewone 1-uurs klok ook andere soorten klokken Bijvoorbeeld een 4-uurs klok Hieronder zie je twee tekeningen van zo n klok Eronder staat welk tijdstip iedere klok aangeeft 4-uurs klok 4-uurs klok 4 1 0 19 18 17 16 15 14 1 1 1 4 5 6 7 8 9 11 10 4 1 0 19 18 17 16 15 14 1 1 1 4 5 6 7 8 9 11 10 000 uur 1400 uur De grote wijzer van de 4-uurs klok gaat in één uur één keer rond De kleine wijzer van de klok gaat in 4 uur één keer rond 4p Bereken de grootte van de kleinste hoek tussen de wijzers bij de 4-uurs klok om 1400 uur Schrijf je berekening op p In het uitwerkboekje bij vraag is de wijzerplaat van een 4-uurs klok getekend Teken in het uitwerkboekje bij vraag nauwkeurig de wijzers van de klok als het half vijf s morgens is

5p 4 Naast ronde klokken zijn er klokken en horloges met wijzerplaten van een andere vorm Zie bijvoorbeeld bovenstaande foto In het uitwerkboekje bij vraag 4 zie je een 1-uurs klok met weer een andere driehoekige wijzerplaat getekend De plaats van de 1 en de wijzers-as is al aangegeven De plaatsen van de getallen 1 tot en met 11 ontbreken nog Teken in het uitwerkboekje bij vraag 4 op de rand van deze wijzerplaat nauwkeurig de streepjes voor de getallen 1 tot en met 11 op de goede plaats Zet de getallen erbij

KLOKKEN Deze is om te proberen 1 4 1 0 4 19 5 18 6 17 7 16 8 15 9 14 1 1 11 10 4-uurs klok Deze is definitief 1 4 1 0 4 19 5 18 6 17 7 16 8 15 9 14 1 1 11 10 4-uurs klok

4 1 driehoekige 1-uurs klok

PATAT In Nederland wordt veel patat gegeten Voedingsdeskundigen zijn daar niet zo gelukkig mee Door onder andere de grote hoeveelheid vet in patat wordt de gemiddelde Nederlander te zwaar Daardoor neemt de kans op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten toe p 5 Per jaar wordt in Nederland ongeveer 5 miljard kilogram aardappelen geoogst De helft hiervan wordt gebruikt voor het maken van patat Om 1 kilogram patat te maken, heb je kilogram aardappelen nodig Bereken hoeveel kilogram patat er van deze 5 miljard kilogram aardappelen gemaakt wordt Schrijf je berekening op In de onderstaande tabel staan de voedingswaarden van twee producten Product Vet in gram (g) Voedingswaarden Eiwit in gram (g) Koolhydraten in gram (g) 1 zakje patat (100 g) 16 4 7 1 zakje patat (100 g) met mayonaise 1 5 9 Een product levert energie die uitgedrukt wordt in kilojoule (kj) Deze energie bereken je door er vanuit te gaan dat vet 8 kj per gram levert en eiwit en koolhydraten ieder 17 kj per gram leveren p 6 Laat met een berekening zien dat van een zakje patat van 100 g de geleverde energie 105 kj is Schrijf je berekening op 4p 7 Een deel van de energie van een zakje patat van 100 g wordt geleverd door koolhydraten Bereken hoeveel procent van de energie dit is Laat zien hoe je aan je antwoord komt 4p 8 Hoeveel energie in kj levert de mayonaise die bij een zakje patat van 100 g zit? Schrijf je berekening op

5p 9 In de onderstaande tabel staan de voedingswaarden van drie andere producten Product Vet in gram (g) Voedingswaarden Eiwit in gram (g) Koolhydraten in gram (g) Eén bruine boterham 1 15 Boter voor één boterham 4 0 0 Hagelslag voor één boterham 1 6 Patat wordt ook in grote zakken van 50 gram verkocht Dick eet een grote zak patat met 50 gram patat zonder mayonaise Truus eet bruine boterhammen met boter en hagelslag Bereken hoeveel hele boterhammen met boter en hagelslag evenveel energie geven als de grote zak patat van Dick Schrijf je berekening op

FIETSENSTALLING Henk heeft van een fietsenstalling bij een bedrijf de onderstaande foto gemaakt Hij wil deze fietsenstalling zelf gaan bouwen De overkapping van de fietsenstalling bestaat onder andere uit vier rechthoekige doorzichtige kunststof platen die gebogen zijn Zie bovenstaande foto De lengte van een rechthoekige plaat is gelijk aan de lengte van de cirkelboog van de zijkant (A of B) De zijkant (A of B) heeft de vorm van een halve cirkel De diameter van deze cirkel is,5 meter De stalling is 4 meter breed Zie onderstaande modeltekening 1 m 1 m 1 m 1 m B A,5 m p 10 Laat met een berekening zien dat de lengte van een dergelijke rechthoekige plaat,9 meter is

p 11 Bij een leverancier kan Henk doorzichtige kunststof platen bestellen met een breedte van één meter Hij kreeg het volgende prijsoverzicht: Kosten platen met een breedte van één meter: lengte: m per plaat: 7,- 6 m 70,- 9 m 95,- 1 m 115,- De kunststof platen zijn makkelijk te zagen en te buigen Henk wil voor de overkapping twee platen van 9 m voor totaal 190,- aanschaffen Zijn zoon Dirk merkt op dat hij de overkapping ook van platen met een andere afmeting kan maken en dat hij dan goedkoper uit is Laat met een berekening zien dat Dirk gelijk heeft Henk heeft een schets van de zijkant van de stalling gemaakt met de maten erbij De dikte van de buizen verwaarloost hij hierin Door de stalling met deze afmetingen te maken, past elk soort fiets erin Zie onderstaande schets 50 cm hoek 150 cm 00 cm 50 cm afstand c 00 cm 4p 1 Henk moet afstand c, de afstand tot de grond, nog weten Bereken afstand c in centimeters Schrijf je berekening op 4p 1 De hoek waaronder Henk de overkapping wil plaatsen is in de schets aangegeven Bereken in graden nauwkeurig de grootte van de aangegeven hoek Schrijf je berekening op

PAKKETPOST Voor als u iets snel bezorgd wilt hebben Petra stuurt regelmatig pakketten met de snelkoeriersdienst Manders naar België Manders bezorgt de pakketten binnen één dag op elk adres in België In de onderstaande tabel vind je de bezorgkosten van een aantal pakketten met verschillend gewicht gewicht van de pakketten in kg 1 bezorgkosten in euro s 9,58 1,66,74 4p 14 Voor pakketten met een gewicht tot en met 5 kg bestaat er een lineair verband tussen het gewicht in kg en de bezorgkosten in euro s Schrijf de woordformule op die bij dit verband hoort p 15 Bij Manders gebruiken ze voor de bezorgkosten van pakketten zwaarder dan 5 kg de volgende formule: bezorgkosten = 7,90 + (gewicht 5) 1,5 Hierin zijn de bezorgkosten in euro s en het gewicht in kg Bereken de bezorgkosten in euro's van een pakket met een gewicht van 8 kg bij Manders? Schrijf je berekening op

In de folder van Manders staat voor de bezorgkosten van pakketten zwaarder dan 5 kg de volgende informatie Zie onderstaande figuur Pakketten van 5 tot en met 10 kg: bezorgkosten = 7,90 + (gewicht 5) 1,5 Pakketten van 10 kg en zwaarder: bezorgkosten = 45,50 + (gewicht 10) 5p 16 Op de folder is een vlek gekomen De formule voor pakketten zwaarder dan 10 kg is daardoor niet meer helemaal te lezen Naast de formules staat de grafiek van de bezorgkosten afgebeeld In het uitwerkboekje bij vraag 16 is deze grafiek getekend Bereken met behulp van de gegevens van de folder en de grafiek in het uitwerkboekje het getal dat onder de vlek hoort te staan Laat zien hoe je aan je antwoord komt 5p 17 Petra kan de pakketten ook door de snelkoeriersdienst Expresso laten bezorgen Deze koeriersdienst berekent voor de bezorgkosten van pakketten tot 0 kg alleen 0,48 per gereden kilometer Petra laat een pakketje met een gewicht minder dan 0 kg, vanuit Roosendaal in Antwerpen bezorgen Hiervoor rijdt de koerier in totaal 80 kilometer Hoe zwaar, in grammen nauwkeurig, moet het pakket minimaal zijn om met de snelkoeriersdienst van Expresso voordeliger uit te zijn dan met Manders? Laat met een berekening zien hoe je aan je antwoord komt

PAKKETPOST 16 bezorgkosten in euro's 60 55 50 45,50 40 7,90 0 0 0 5 10 15 0 gewicht in kg

RUIMTELIJKE FIGUREN EN AANZICHTEN Om de plaats van een punt in de ruimte aan te geven, gebruiken we een assenstelsel met drie assen In onderstaande figuur zie je een L-vormige ruimtelijke figuur De assen zijn gestippeld De maten zijn in cm aangegeven Om vanuit de oorsprong O (0, 0, 0) in punt A te komen, gaan we cm naar voren, 0 cm naar rechts en 5 cm naar boven We geven dit in coördinaten aan met A(, 0, 5) Deze tekening staat ook in het uitwerkboekje bij vraag 19 naar boven A 5 C O naar rechts naar voren 4 B p 18 Geef de coördinaten van punt B p 19 Teken in de figuur in het uitwerkboekje bij vraag 19 punt P met coördinaten (, 1, 5) p 0 De coördinaten van punt C zijn (0, 1, ) Punt M is het midden van lijnstuk AC Geef de coördinaten van punt M

4p 1 In de onderstaande figuur is in een assenstelsel een ruimtelijk figuur getekend die bestaat uit twee op elkaar gestapelde balken De coördinaten van het punt S zijn (, 5, 1) De maten zijn aangegeven in cm 4 O S (,5,1) 1 vooraanzicht 9 6 Teken het vooraanzicht van dit ruimtelijke figuur op ware grootte

RUIMTELIJKE FIGUREN EN AANZICHTEN 19 naar boven A 5 C O naar rechts naar voren 4 B

BEVOLKINGSGROEI IN CHINA EN INDIA De onderstaande tekst is een deel van de inleiding van een artikel in een krant uit het jaar 000 over de bevolkingsgroei in China en India Op 1 januari 000 telde China officieel 1,65 miljard inwoners Tussen 1 januari 1990 en 1 januari 000 groeide de Chinese bevolking met 1,15 miljoen inwoners p Bereken in miljoenen nauwkeurig het aantal inwoners dat China op 1 januari 1990 had Schrijf je berekening op In het artikel stond ook te lezen dat het aantal inwoners van India de grens van één miljard is gepasseerd Zie onderstaande figuur 84 165 China Verenigde Staten 5 Indonesië 107 India 17 Brazilië Aantal inwoners (x10 6 ) op 1 januari 000 China India VS Indonesië Brazillië : : : : : 165 107 84 5 17 India was op dat moment, na China, het tweede land in de wereld dat meer dan één miljard inwoners had Zie bovenstaande figuur Op 1 januari 000 woonde 16,9% van de totale wereldbevolking in India 4p Bereken in miljoenen nauwkeurig de grootte van de totale wereldbevolking op 1 januari 000 Laat zien hoe je aan je antwoord komt

Vanaf 1 januari 000 gaan we uit van het volgende verband tussen het aantal inwoners van China en de tijd in jaren: aantal inwoners = 1,65 10 9 (1,011) tijd Hierin is tijd het aantal jaren na 1 januari 000 p 4 Bereken in miljoenen nauwkeurig het aantal inwoners van China op 1 januari 005 volgens bovenstaande formule Laat zien hoe je aan je antwoord komt p 5 Bereken, volgens bovenstaande formule, in welk jaar China voor het eerst meer dan 1500 miljoen inwoners heeft Schrijf je berekening op