Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Vergelijkbare documenten
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

MONUMENTENVERORDENING 2006

Erfgoedverordening Boxtel 2010

H E E R H U G O W >\ /\ R D

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Erfgoedverordening Amsterdam

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

De raad van de gemeente Grave

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Monumentenverordening Enschede 2010

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988,

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b)

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017,

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast:

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

1*z % Erfgoedverordening 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4

GEMEENTEBLAD VAN VENLO

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

MONUMENTEN- & ARCHEOLOGIEVERORDENING 2007

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B

Gemeenteblad Texel 2015 nr Monumentenverordening Texel. Monumentenverordening Texel

Vakafdeling: De afdeling binnen de gemeentelijke organisatie welke belast is met het beleid op het gebied van monumentenzorg.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015;

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017;

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B ;

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012;

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent erfgoed Erfgoedverordening Leiden 2017

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

PROVINCIALE MONUMENTENVERORDENING 2008 HOOFDSTUK I, ALGEMENE BEPALINGEN

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

De raad van de gemeente Waalwijk Gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 30 november 2010 nummer XXX;

Gemeente in Bergen op Zoom

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Archeologisch terrein of vindplaats: Een terrein waarvan bekend is dat er in het verleden archeologische vondsten zijn gedaan.

Monumentenwet Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Hoofdstuk II. Beschermde monumenten. 1. De aanwijzing

Erfgoedverordening Boxtel 2017

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen

LANDSBESLUIT monumentenregister

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Erfgoedverordening Amsterdam 2010

Transcriptie:

Zoek regelingen op overheid.nl Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Opmerkingen met betrekking tot de regeling Geen. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Monumentenwet 1988 Gemeentewet, art. 149 Wet ruimtelijke ordening Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Gemeentelijke monumentenlijst Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Betreft 01-10-2010 art. 1, 10 t/m 14 en 22 en 23

01-07-2008 art. 16, 21 07-05-1997 nieuwe regeling Tekst van de regeling Hoofdstuk Algemene bepalingen. De raad van de gemeente Tilburg; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; Besluit: de navolgende verordening vast te stellen: Artikel Begripsbepalingen. Deze verordening verstaat onder: a. monument: 1 zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde; 2 terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1; b. gemeentelijk archeologisch monument: monument, bedoeld in onderdeel a, onder 2;

c. beschermd gemeentelijk monument: onroerende monumenten, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijke monument is aangewezen; d. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaken; e. beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers; f. kerkelijk monument: onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst; g. monumentencommissie: de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening en het monumentenbeleid; h. bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument; i. stads- en dorpsgezichten: groepen van onroerende zaken, hieronder begrepen straten, wegen, pleinen, sloten en andere wateren, bruggen en bomen, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden; j. beschermde gemeentelijke stads- en dorpsgezichten: stads- en dorpsgezichten die zijn vermeld op de gemeentelijke lijst van stads- en dorpsgezichten. k. beeldbepalend pand: object aangewezen door de gemeenteraad als onderdeel van een beschermd stadsgezicht op basis van de Monumentenverordening Tilburg of object dat in een bestemmingsplan is aangeduid als beeldbepalend, beeldondersteunend of cultuurhistorisch waardevol. l. slopen: geheel of gedeeltelijk afbreken. Artikel Het gebruik van het monument. Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Hoofdstuk Beschermde gemeentelijke monumenten. Paragraaf De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst. Artikel De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument. Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, een onroerend monument aanwijzen als beschermd gemeentelijk monument. Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de monumentencommissie. In spoedeisende gevallen kan het vragen van advies achterwege blijven. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de aanwijzing van een onroerend monument als beschermd gemeentelijk monument bepalen dat bouwhistorisch onderzoek wordt verricht. Voordat burgemeester en wethouders een kerkelijk monument aanwijzen, voeren zij overleg met de eigenaar. 5. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Brabant. Artikel Termijn advies en aanwijzingsbesluit. De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag. Artikel 5. Mededeling. De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers. Artikel 6. Voorbescherming. Met ingang van de datum waarop de mededeling, bedoeld in artikel 5, heeft plaatsgevonden tot het moment dat inschrijving in het register, bedoeld in artikel 7,

plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt ingeschreven in het register, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing. Artikel 7. Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst. Burgemeester en wethouders registreren het beschermde gemeentelijke monument op de gemeentelijke monumentenlijst. De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het beschermde gemeentelijke monument. Artikel 8. Wijzigen van de aanwijzing. Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende wijzigen. Artikel 3, tweede, derde en vierde lid, alsmede artikel 4, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de wijziging. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, tweede, derde en vierde lid, alsmede artikel 4, eerste lid, achterwege. De inhoud en datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. Artikel 9. Intrekken van de aanwijzing. Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing intrekken. Artikel 3, tweede lid, en artikel 4, eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de intrekking. De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988. De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. Paragraaf Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten. Artikel 10. Verbodsbepaling.

Het is verboden een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1 te beschadigen of te vernielen. Het is verboden zonder vergunning van het college: a. een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1 af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen. b. een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Het verbod of de vergunningplicht als bedoeld in het tweede lid, geldt niet indien het college nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Het college verleent met betrekking tot een monument met religieuze bestemming geen vergunning als bedoeld in het tweede lid dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn. Artikel 1 De schriftelijke aanvraag. De aanvraag als bedoeld in artikel Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens worden in drievoud ingediend. Artikel 1 Termijnen advies. Het college zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een gemeentelijk monument aan de monumentencommissie voor advies. Binnen vier weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan het college. Artikel 1 Weigeringsgronden. De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het college rekening met het gebruik van het monument.

Burgemeester en wethouders kunnen de in het derde lid genoemde termijn van 16 weken met ten hoogste 10 weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geven binnen de in het derde lid genoemde termijn van 16 weken. Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist. Artikel 1 Intrekken van de vergunning. De vergunning kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften, bedoeld in artikel 10, tweede lid, niet naleeft; de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen. Hoofdstuk Beschermde rijksmonumenten. Artikel 15. Vergunning voor beschermde rijksmonumenten. Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de naar voren gebrachte zienswijzen aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van 14 dagen, bedoeld in artikel 12, lid 2, van de Monumentenwet 1988. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift. Bij overschrijding van de in lid 2 genoemde termijn wordt de monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben. Hoofdstuk Schadevergoeding. Artikel 16. Schadevergoeding. Indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:

a. de weigering van burgemeester en wethouders een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument te verlenen; b. voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen lasten behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Voor de behandeling van de verzoeken zijn de bepalingen van de procedureregeling voor de toepassing van afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing. Hoofdstuk 5. Gemeentelijk beschermde stads- of dorpsgezichten. Paragraaf De aanwijzing als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst. Artikel 17. De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht. De gemeenteraad kan een stads- of dorpsgezicht aanwijzen als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht. Voordat de gemeenteraad over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de monumentencommissie. In spoedeisende gevallen kan het vragen van dit advies achterwege blijven. De aanwijzing kan geen stads- of dorpsgezicht betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988. Artikel 18. Termijn advies en aanwijzingsbesluit. De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad beslist binnen 16 weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag. Artikel 19. Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst. Burgemeester en wethouders registreren het gemeentelijke stads- of dorpsgezicht op de gemeentelijke monumentenlijst.

De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van aanwijzing, de gebiedsaanwijzing van het beschermde stads- of dorpsgezicht en een beschrijving van de daarin vervatte cultuurhistorische waarden. Artikel 20. De artikelen 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan artikel 9, derde lid, nog wordt toegevoegd artikel 35 van de Monumentenwet 1988. Artikel 2 Bestemmingsplan. De gemeenteraad stelt, ter bescherming van een beschermd stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt. Alvorens burgemeester en wethouders de gemeenteraad ter zake een voorstel doen, wordt de monumentencommissie gehoord. De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. Paragraaf Vergunningen tot wijziging of afbraak binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Artikel 2 Verbodsbepalingen. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende vergunning beeldbepalende panden die gelegen zijn in een beschermd stads- of dorpsgezicht te slopen. Het verbod of de vergunningsplicht als bedoeld in het eerste lid geldt niet indien het slopen noodzakelijk is voor het uitvoeren van vergunningvrije bouwwerkzaamheden. Het verbod of de vergunningsplicht als bedoeld in het eerste lid geldt niet indien het college nadere eisen stelt met betrekking tot de wijze waarop de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de

monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Artikel 2 Vergunningverlening. Voor het verlenen van een vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 22 zijn de artikelen 11 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing. Hoofdstuk 6. Slot- en overgangsbepalingen. Artikel 2 Strafbepaling. Hij, die handelt in strijd met artikel 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie. Artikel 25. Opsporingsbevoegdheid. De opsporing van de in artikel 24 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld. Artikel 26. Binnentreden. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening. Artikel 27. Inwerkingtreding. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt, voorzover zij betrekking heeft op gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde stadsgezichten. Op die dag vervallen, voor zover het gemeentelijke monumenten betreft: de 'gemeentelijke monumentenverordening' zoals die door de raad van de gemeente Tilburg is vastgesteld bij besluit van 1 december 1980 en laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 10 juni 1991; de 'Monumentenverordening 1996' zoals die door de raad van de gemeente Berkel-Enschot is vastgesteld bij besluit van 29 april 1996;

de 'Monumentenverordening 1995' zoals die door de raad van de gemeente Udenhout is vastgesteld bij besluit van 31 augustus 1995. Artikel 28. Overgangsregeling. Beschermde gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde stads en dorpsgezichten welke als zodanig zijn aangewezen op grond van de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen worden geacht te zijn aangewezen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. Beschermde gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde stadsen dorpsgezichten welke zijn geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijsten als bedoeld in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen worden geacht geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. De gemeentelijke monumentenlijsten en de gemeentelijke lijsten van stads- en dorpsgezichten als bedoeld in de artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen vormen tezamen de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in deze verordening. Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen blijven, indien en voorzover de voorschriften waarop zij betrekking hebben ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken. 5. Voorschriften en beperkingen - hoe ook genaamd - gegeven danwel opgelegd krachtens de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen blijven van kracht, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke zij zijn gegeven dan wel opgelegd ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet zijn vervallen of ingetrokken. 6. Een advies gegeven door een monumentencommissie als bedoeld in de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen geldt als een door de monumentencommissie gegeven advies als bedoeld in deze verordening. 7. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden daarop de bepalingen van deze verordening toegepast.

8. Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen. 9. Op een voornemen tot plaatsing van een monument op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de in artikel 27, lid 2 genoemde 'gemeentelijke monumentenverordening van de gemeente Tilburg' en waarvan kennis gegeven vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het bepaalde in artikel 7, lid 1 tot en met 5 van de eerstgenoemde verordening van toepassing. 10. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift betreffende een plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst, een vergunning, vrijstelling, of ontheffing als bedoeld in het vierde lid, dat voor of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende bezwaar- of beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de desbetreffende, in artikel 27, lid 2 bedoelde verordeningen. Artikel 29. Citeertitel. Deze verordening kan worden aangehaald als "Monumentenverordening gemeente Tilburg". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 april 1997 de voorzitter, de secretaris,