Informatie over het leewieken van vogels December 2001 Op 31 augustus heeft het Ministerie van LNV een persbericht verspreid waarin wordt vermeld, dat verschillende ingrepen bij dieren per 1 september 2001 zijn verboden. Het zogeheten Ingrepenbesluit was al op 1 september 1996 in werking getreden, maar daarin was voor een aantal ingrepen een overgangstermijn bepaald. Er wordt over vele ingrepen gesproken, voor honden, katten, paarden, enz. maar ook één die voor onze watervogelliefhebbers uitermate belangrijk is: Het is niet meer toegestaan vogels te leewieken (verwijderen van het laatste vleugellid), UITGEZONDERD vogels, die BESTEMD zijn om te worden gehouden in een NIET-OVERDEKTE ruimte. Dieren waarbij na 1 september 2001 één van de genoemde ingrepen is toegepast, mogen niet meer deelnemen aan tentoonstellingen, keuringen en wedstrijden. Deze dieren mogen niet meer worden verhandeld. Het blijft onduidelijk wat met "bestemd voor" wordt bedoeld en wat men onder een "overdekte ruimte" verstaat, maar een uitdrukkelijk verbod zonder meer is het dus duidelijk niet. In het blad "Politie, Dier en Milieu" een kwartaalblad van de vereniging Politie, Dier- en Milieubescherming staat het volgend artikel. Er staan heel wat lezenswaardige zinsneden in opgetekend en daarom willen wij u dit artikel beslist niet onthouden. Overigens is het grote probleem waar alles om draait, het resultaat van je fokseizoen. Is het verboden je jonge dieren te leewieken als je de ouderdieren in een "overdekte" ruimte houdt en de jongen bestemd zijn voor de verkoop en meestal dus in een onoverdekte ruimte (handelaren) terechtkomen? Ook volgend artikel geeft daarover geen uitsluitsel. Wie het weet mag het zeggen.
Kortwieken, leewieken, klapwieken? Wetswijziging per 1 september 2001 Per 1 september 2001 vindt een wijziging plaats onder artikel 40 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD). Dit is geen wereldschokkend nieuws omdat deze maatregel reeds vijf jaar geleden was aangekondigd. Toch lijkt het ons juist hier enige aandacht aan te schenken in het kader van de handhaving. Artikel 40 luidt: "Het is verboden een of meer lichamelijke ingrepen bij een dier te verrichten, waarbij een deel of delen van het lichaam wordt of worden verwijderd of beschadigd." In hetzelfde artikel zijn uitzonderingen op deze regel opgenomen zoals het onvruchtbaar maken van dieren en natuurlijk de ingrepen waarvoor een diergeneeskundige noodzaak bestaat. Indien dit artikel letterlijk zou worden toegepast dan zouden veel ingrepen die wij normaal vinden en die dagelijks plaatsvinden, niet meer mogelijk zijn. Daarom is er een zogenaamd "Ingrepenbesluit" waarin een lijst is opgenomen met ingrepen die uitdrukkelijk wel worden toegestaan. Het komt erop neer dat alle ingrepen welke niet dienen voor het onvruchtbaar maken van een dier of waarvoor geen diergeneeskundige noodzaak bestaat, niet meer zijn toegestaan tenzij hiervoor een bij wet vastgestelde uitzondering werd gemaakt. Het leewieken van vogels wordt in het Ingrepenbesluit toegestaan in artikel 2, lid 1 onder d. Als toegestane ingreep wordt aangewezen "het leewieken van vogels, indien de vogels in een grote groep loslopend op de grond worden gehouden of indien de vogels in een niet-gesloten ruimte worden gehouden." De zinsnede "indien de vogels in een grote groep loslopend op de grond worden gehouden" zal volgens artikel 4 van het besluit vijf jaar na inwerkingtreding, dus op 1 september 2001, komen te vervallen. Per 1 september is het leewieken van vogels dus alleen nog toegestaan bij vogels die in een niet-gesloten ruimte worden gehouden. Bron: Politie, Dier en Milieu, kwartaalblad van de vereniging Politie, Dier- en Milieubescherming.
Het verschil tussen kortwieken en leewieken Indien men vogels wil beletten om weg te vliegen kan men overgaan tot kortwieken of leewieken. In beide gevallen wordt ervoor gezorgd dat de vogel uit balans raakt, door een van beide vleugels te verkorten. Kortwieken Foto s boven: links ziet u een complete vleugel, rechts een gekortwiekte vleugel. Kortwieken is het afknippen van een punt van de slagpennen. Meestal laat men de buitenste slagpennen ongemoeid, zodat bij opgevouwen vleugel niet te zien is dat het dier gekortwiekt is. Kortwieken mag niet beschouwd worden als een "lichamelijk ingreep" zoals bedoeld in artikel 40 van de wet. Alleen de veren worden geknipt en daarmee is de behandeling te vergelijken met het knippen van nagels of haren. Kortwieken is een tijdelijke oplossing want na de rui groeien weer nieuwe slagpennen uit. Om wegvliegen te voorkomen moet deze behandeling dus steeds herhaald worden. Kortwieken was en blijft gewoon toegestaan. Leewieken Leewieken is een lichamelijke ingreep want hierbij wordt een middenhandsbeentje (met daaraan vast slagpennen) geamputeerd. Dit is definitief en kan dus nooit meer aangroeien. De ingreep wordt uitgevoerd hij de zeer jonge vogel (eendagskuiken). Slechts bij één vleugel wordt behandeld.
Voor- en nadelen Beide methoden hebben voor- en nadelen. Eerst komt natuurlijk de vraag of vogels wel behandeld moeten worden. De keuze die daarbij gemaakt moet worden is of je een vogel altijd in een hok, volière of vliegkooi wilt houden of dat je juist door zo n behandeling, de vogel "vrije" leefruimte kunt bieden. Denk hierbij aan eenden, ganzen, kraanvogels, flamingo s etc. Vogels niet behandelen betekent het einde van parkvijvers met sierwatervogels en van een perk met kraanvogels in de dierentuin. Dat betekent alle vogels in kooien. Een ander - zeker niet onbelangrijk- aspect is het risico van faunavervalsing. Als liefhebberij, maar ook bij productiebedrijven (dons), dierentuinen en gemeenteparkjes worden allerlei soorten vogels gehouden. Indien men deze dieren niet leewiekt of onzorgvuldig is wat betreft het kortwieken, dan kunnen deze op de vleugels gaan en veel soorten zullen in Europa blijken te kunnen overleven (er zijn al goed gedijende populaties Nijlganzen, Halsbandparkieten, Canadese ganzen en Carolina-eenden in Europa). Kortwieken of leewieken? Het kortwieken moet zorgvuldig worden bijgehouden. Dit betekent dat de vogels steeds weer gevangen en in de hand genomen moeten worden. Hierbij bestaat kans op vangincidenten en het geeft veel stress bij de vogels. Vogels die vaker ruien, moeten ook vaker worden gekortwiekt. Het leewieken daarentegen hoeft slechts eenmaal te gebeuren en is een betrekkelijk kleine ingreep bij de zeer jonge vogel, maar het is en blijft een lichamelijke ingreep. Bij deze methode loopt men echter geen risico wat betreft faunavervalsing. Er zal destijds heftig gediscussieerd zijn over deze maatregel. Waarmee is het welzijn van de vogel maar ook van de natuur in het algemeen het meest gediend? Uiteindelijk heeft men bedacht dat er geen noodzaak is om vogels die in gesloten ruimtes gehouden worden te leewieken. Blijkbaar heeft men ook ingezien dat vogels die zich in redelijke vrijheid in vijvers en perken kunnen bewegen, daarmee beter af zijn dan met een verbod op kort- of leewieken en vanwege het risico op faunavervalsing zou hierbij dan zelfs de voorkeur gegevens kunnen worden aan leewieken.
Wat zijn de gevolgen van deze maatregel? Men is dus in overtreding op het moment dat bij controle een geleewiekte vogel wordt aangetroffen in een gesloten ruimte want daarmee zou de ingreep dus niet toegestaan en dus verboden zijn. Op dat moment is ook artikel 41 van de GWWD van toepassing. Daarin wordt deelname aan tentoonstellingen, keuringen, wedstrijden, het ten verkoop in voorraad hebben, kopen, verkopen etc. van dieren waarbij sprake is van een verboden ingreep, strafbaar gesteld. Wanneer we dat letterlijk nemen, dan doen zich toch wat problemen voor. Valt een over palen bevestigd net bijvoorbeeld ook onder afgesloten ruimte? (het antwoord daarop is ja). Mogen geleewiekte sierwatervogels die normaal buiten gehouden worden dan niet meer naar de tentoonstelling? Veel tropische vogels moeten s winters naar binnen. Is men dan in overtreding? Mag men een zieke vogel nog wel naar binnen halen? Omdat hierbij toch problemen te verwachten waren, heeft ondergetekende contact opgenomen met liefhebbers en dierentuinen om te vragen welke problemen zij hiermee verwachtten en vervolgens met het ministerie van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer om enige duidelijkheid te krijgen over het te voeren handhavingsbeleid. Hierdoor gewaarschuwd heeft er op de valreep nog overleg tussen partijen plaatsgehad en werd nog een oplossing gevonden voor enkele knelpunten. Ten behoeve van de handhaving, stelt het ministerie van LNV ons nu voor om de volgende beleidspunten te hanteren: Uitgangspunt bij de beoordeling of sprake is van een strafbare situatie, is de reguliere houdsituatie van het dier. Hieruit volgt: Zieke geleewiekte vogels mogen binnen worden verpleegd; Tijdens tentoonstellingen kunnen geleewiekte vogels tijdelijk in een gesloten ruimte worden gehouden; Tijdens de eerste 4-5 weken mogen geleewiekte vogels binnen worden gehouden ten behoeve van de opfok; Geleewiekte vogels waarvan kan worden aangetoond dat ze niet bestand zijn tegen de Nederlandse winters, mogen in die periode binnen worden gehouden, zoals bijvoorbeeld flamingo s. Vragen blijven er echter nog genoeg. Bijvoorbeeld: hoe om te gaan met artikel 41, lid 3 van de GWWD bij controle van vogelmarkten en -beurzen? Geldt daarvoor hetzelfde als voor tentoonstellingen (tijdelijke en geen reguliere houdsituatie)? Ook de praktische uitvoering van controle zal niet eenvoudig zijn. De noodzaak tot controle beperkt zich dus tot afgesloten ruimten, maar bij sommige vogels kan men op enige afstand en met gevouwen vleugels niet zien of het dier geleewiekt is (het dier kan ook nog gekortwiekt zijn aan de buitenste pennen). Daartoe zal het dier dus in de kooi, volière of vliegkooi gevangen moeten worden teneinde een uitgespreide vleugel te kunnen bekijken. Onnodig te zeggen dat een dergelijke controle niet bevorderlijk zal zijn voor het welzijn van de vogels en dat de controleur daarom niet altijd zal kunnen rekenen op de welwillende medewerking van de eigenaar. Tesja de Groot, Adviseur dierenwetgeving werkgroep regelgeving PDM