1. Dit besluit stelt de gemeenschappelijke basissen vast, die dienen voor de berekening per onderhoudsdag van:

Vergelijkbare documenten
Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap

1. De verblijfkosten van de begunstigden worden per dag als volgt vastgesteld:

1. De verblijfkosten van de begunstigden worden per dag als volgt vastgesteld:

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 DECEMBER 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector

Loon- en arbeidsvoorwaarden

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten

1 het Fonds: het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

Privé-ziekenhuizen, Psychiatrische verzorgingstehuizen

Thuisverpleging

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van papier

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van papier

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig vanaf 1 FEBRUARI 2008

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten

In 3, a) worden de woorden "400 F" en "100 F " vervangen door de respectieve woorden"10 euro" en "2,50 euro".

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig vanaf 1 juli 2016

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

3 agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

VR DOC.1120/2BIS

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Laatste aanpassing: 27/03/ Paritair Comité voor de non-ferro metalen

VLAAMS FONDS VOOR SOCIALE INTEGRATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van lompen

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ).

CAO-bundeling Opvoederssector Vlaanderen (v )

Paritair Comité voor de houtnijverheid Houthandel

BETREFT: PAB en CAO 26 of Vlaamse inschakelingspremie (VIP)

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig van 1 FEBRUARI 2008 tot 31 MEI 2008

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van papier

Paritair Comité voor de landbouw

Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

VR DOC.0834/4BIS

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN 1. SALARISSCHALEN 2. VASTSTELLING VAN HET SALARIS BIJ BEVORDERING OF BIJ AANWERVING IN EEN HOGERE SUBGROEP

Zagerijen en aanverwante nijverheden

PARITAIR COMITÉ GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG LOONBAREMA'S geldig vanaf 1 JANUARI 2013

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Paritair Comité voor de casinobedienden

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Paritair Comité voor de banken

Paritair Comité voor de houtnijverheid Houthandel

Houthandel. Anciënniteitspremie... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 (94.291)... 2 Eco-cheques... 3

Zagerijen en aanverwante nijverheden

P.C. VOOR DE OPVOEDINGS- & HUIS- VESTINGSINRICHTINGEN & -DIENSTEN 319

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Paritair Comité voor opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en diensten

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP, Barema's in voege vanaf 1 maart 2012

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 43 VAN 2 MEI 1988 HOUDENDE WIJZI- GING EN COORDINATIE VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN NR.

PARITAIR COMITÉ GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG LOONBAREMA'S geldig van 1 JUNI 2008 tot 30 SEPTEMBER 2008

PARITAIR COMITÉ GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG LOONBAREMA'S geldig van 1 FEBRUARI 2008 tot 31 MEI 2008

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP, Barema's in voege vanaf 1 juli 2016

Aanvullend PC voor de werklieden

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP, Barema's in voege vanaf 1 oktober 2010

Aanvullend PC voor de werklieden

Provincieraadsbesluit

Paritair Comité voor de landbouw

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig vanaf 1 JANUARI 2013

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 23 VAN 25 JULI 1975 BETREFFENDE DE WAARBORG VAN EEN GEMIDDELD MINIMUM MAANDINKOMEN (1)

P.C. VOOR DE OPVOEDINGS- & HUIS- VESTINGSINRICHTINGEN & DIENSTEN 319

PARITAIR COMITÉ GESUBSIDIEERDE KINDEROPVANG LOONBAREMA'S geldig van 1 MAART 2012 tot 31 DECEMBER 2012

Aangepast loon bij ziekte of ongeval. Basisloon. Beroepsziekten - publieke sector. Code DMFA. Categorie Code DMFA Code. Omschrijving DMFA.

Behangpapier. Ploegenpremie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011 ( ) Overurentoeslag Jaarlijkse premie...

Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf

Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking. Werkkleding... 2

Diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Duitstalige Gemeenschap

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Serviceflats, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Luchtvaartmaatschappijen

(B.S. 15.VI.1973)1 2. [Art. 1bis.

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig van 1 OKTOBER 2010 tot 31 MEI 2011

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.

De hierna vermelde CAO s kunnen geraadpleegd worden op de site van de FOD WASO :

Groententeelt

PARITAIR COMITÉ 331 KINDEROPVANG LOONBAREMA'S geldig vanaf 1 juni of 1 juli 2016

Barema's 1 juli 2017

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

PARITAIR SUBCOMITÉ LOONBAREMA'S geldig van 1 MAART 2012 tot 31 DECEMBER 2012

CAO eindejaarspremie afgesloten in Paritair Comité 331

Paritair comité van het cementbedrijf Vezelcement

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Waalse Gewest

Serviceflats

Omschrijving. Omschrijving

LOONBAREMA'S per 1 SEPTEMBER 2005 PARITAIR SUBCOMITÉ

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

Aanvullend dubbel vakantiegeld CAO van 10 oktober 2007 (85.585) Eindejaarspremie... 3

HOOFDSTUK I. DE TEGEMOETKOMING IN DE REISKOSTEN (B.S. 4.VI.1969) 1. Art. 1.

Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden

Transcriptie:

KONINKLIJK BESLUIT van 30 MAART 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen Publicatie: 4.05.1973 Artikel 1. 1. Dit besluit stelt de gemeenschappelijke basissen vast, die dienen voor de berekening per onderhoudsdag van: 1. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) 2. de kosten van huisvesting, onderhoud, behandeling en opvoeding die door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten opgericht door het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 worden betaald aan de erkende inrichtingen, tehuizen of diensten om ten laste van het Fonds gehandicapten op te nemen. 2. Onder de term "begunstigde" wordt verstaan: 1. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) 2. elke gehandicapte in wiens voordeel het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, overeenkomstig voormeld koninklijk besluit van 10 november 1967, tegemoetkomt. [3. de persoon in wiens voordeel het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap tussenbeide komt krachtens de bepalingen van het artikel 8bis van het besluit van de Vlaamse [regering] van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.] (B.Vl.Reg. 28.IV.1993) (Decr. 4.V.1994) TITEL I. VASTSTELLING VAN DE DAGPRIJSELEMENTEN Hoofdstuk I. INRICHTINGEN MET EEN INTERNAATSTELSEL VOOR MINDERJARIGEN EN TEHUIZEN VOOR MEERDERJARIGE GEHANDICAPTEN

Art. 2. De dagprijs wordt voor elke inrichting of afdeling van een inrichting bepaald per begunstigde op grond van een theoretische aanwezigheid van 365 dagen per jaar met in aanmerkingneming van vier kostencategorieën: de verblijfkosten, de personeelskosten, de kosten voor het betrekken van de gebouwen, de bedragen van de afschrijving op meubilair en op medisch en niet-medisch materieel. Onder afdeling van een inrichting wordt verstaan een gedeelte van de inrichting of van het tehuis dat is erkend om een categorie van begunstigden op te nemen wier behandeling andere organisatie-, uitrustings- en werkingsvoorwaarden eist dan die welke voor de anderen, in de inrichting opgenomen, categorie(ën) van begunstigden moeten worden nageleefd. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) Afdeling 1. Verblijfkosten Art. 3. 1. De verblijfkosten van de begunstigden worden per onderhoudsdag als volgt vastgesteld: 0-3 jaar 3 tot 12 jaar 12 jaar en meer Voeding F 37 F 37 F 47 Kleding 5 13 16 Beddegoed 2 1,50 1,50 Was 7 7 7 Herstellen van schoenen - 0,50 0,50 Gewone farmaceutische kosten (0,50 0,50 0,50) Linnen 0,50 0,50 0,50 Toiletbenodigdheden en kappen 2 2 2 Educatieve activiteiten 1 5 7 Verzekeringen 3 3 3 Onderhoudsprodukten 0,80 0,80 0,80 Onderhoud van lokalen 5 5 5 Water-gas-elektriciteit-brandstoffen 13 13 13 Belastingen 0,20 0,20 0,20

Kantoorkosten 2 2 5 Godsdienst of lekenmoraal - 1 1 TOTAAL 79 92 110 [De verblijfkosten worden van 1 juli 1974 af met 12 F. verhoogd.] (K.B. 21.XI.1974) [De verblijfkosten worden van 1 september 1975 af, voor wat de hiernavermelde rubrieken betreft, als volgt verhoogd: Water - gas - elektriciteit - brandstoffen: met acht frank. Kantoorkosten: met twee frank. Deze verhogingen worden aan de drie leeftijdsgroepen toegekend.] (K.B. 20.VII.1976) [De rubrieken betreffende de verblijfkosten worden voor de drie leeftijdsgroepen aangevuld met: Dienstverplaatsingen personeel: F. 1,5 Allerlei: F. 2,0] (K.B. 12.VI.1978) [1 [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) 2 De verblijfkosten worden met ingang van 1 december 1990 voor de drie leeftijdsgroepen aangevuld met een rubriek: "toelage voor syndicale premie: 0,35 frank".] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [De bedragen in de rubriek "Gewone farmaceutische kosten" worden voor de drie leeftijdsgroepen vervangen door 1 F.] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989) 2. Wanneer de inrichting over niet meer dan 30 bedden beschikt kunnen de bedragen bepaald onder de rubriek "voeding" worden verhoogd met: voor de inrichtingen die minderjarigen opnemen; 9,5 F. voor de bezigheidstehuizen. Die verhoging wordt niet toegestaan wanneer zij wordt aangevraagd voor één of meer afdelingen van een inrichting waarvan het totaal opnemingsvermogen meer dan 30 bedden bedraagt.

Dezelfde bedragen kunnen met 7,50 F. worden verhoogd voor de tehuizen die extern werkende begunstigden opnemen en die een hoofdmaaltijd op de plaats van de tewerkstelling gebruiken. 3. [...] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989)4 [ 4. De bedragen vastgesteld onder de rubriek "beddegoed" worden verhoogd met 2 frank voor de drie leeftijdsgroepen voor de inrichtingen of afdelingen van inrichtingen en voor de tehuizen die bedlegerige, zwaar verstandelijk of incontinente gehandicapten opnemen.] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989)5 [ 5. De bedragen vastgesteld onder de rubriek "farmaceutische kosten" dekken het gebruik van gewone geneesmiddelen. Naargelang de aard van de behandelde handicap worden deze met volgende bedragen verhoogd: Voor: - doven en/of blinden: 0,5 F - minderjarige matig mentaal gehandicapten: 1 F - minderjarige ernstig en zwaar mentaal gehandicapten: 2 F - minderjarige motorisch en/of fysiek gehandicapten: 2 F - minderjarige meervoudig gehandicapten: 3,5 F - meerderjarige matig mentaal gehandicapten: 1,5 F - meerderjarige ernstig en zwaar mentaal gehandicapten: 2 F - meerderjarige motorisch en/of fysiek gehandicapten: 4 F Er wordt geen supplement toegekend aan inrichtingen of afdelingen die hoofdzakelijk licht mentaal gehandicapten of gehandicapten met karakterstoornissen opnemen.] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989)6 6. [...] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) 7. [...] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Afdeling 2. Personeelskosten Art. 4.

De personeelskosten bestaan uit de bezoldiging van het personeel berekend volgens de in bijlage van dit besluit vermelde weddeschalen alsook uit de [wettelijke patronale lasten] met uitzondering van de voordelen in natura en van alle andere bijkomende vergoedingen. Er wordt met deze kosten rekening gehouden binnen de perken van de normen die, respectievelijk, worden vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu [...]. (K.B. 7.VII.1975) (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) [Met ingang van 1 november 1990 zijn de bepalingen houdende de toekenning van de eindejaarstoelage, alsook deze die betrekking hebben op de wijziging van de weddeschalen, op de invoering van weddecomplementen, de toekenning van een toelage voor zaterdagwerk en op de gewaarborgde bezoldiging genomen ten gunste van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse [regering] van toepassing voor de berekening van de bezoldigingen bedoeld in voorgaand lid. (Decr. 4.V.1994) [De toelage voor zaterdagwerk wordt niet toegekend aan de personeelsleden met een loonschaal 130 of hoger.] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) Op de weddecomplementen en de toelage voor zaterdagwerk is vanaf 1 november 1990 de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, van toepassing; zij worden verbonden aan de spilindex van kracht op 1 november 1990. Met ingang van 1 november 1990 wordt een bedrag in overeenstemming met de bepalingen houdende de toekenning van de maaltijdcheques aan de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse [regering] van toepassing in aanmerking genomen voor de berekening van de betoelaagbare personeelskost. De [Vlaamse minister] bepaalt verdere voorwaarden en modaliteiten.] (B.Vl.Reg. 7.XI.1990)7 8 (Decr. 4.V.1994) [De bepalingen houdende de toekenning van een haard- en standplaatstoelage aan het personeel der ministeries zijn van toepassing voor de berekening van de bezoldiging bedoeld in het eerste lid. Het bedrag van deze toelagen wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de dagtoelagen: - aan 50 p.c. met ingang van 1 september 1989; - aan 100 p.c. met ingang van 1 december 1990.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [De opvoeders van de klasse II die de voorwaarden vervullen om toegelaten te worden tot de klasse II A, in dienst op datum van de bekendmaking van de ministeriële besluiten houdende vaststelling van de toegangsvoorwaarden en kwalificaties tot laatstvermelde functie, mogen verder de wedde en vergoedingen blijven genieten die vroeger voor de klasse II werden

toegekend, indien het bedrag hiervan voordeliger blijkt te zijn dan dit verbonden aan de weddeschaal II A.] (K.B. 18.IV.1977) [Elke werknemer in dienst op 1 december 1991 behoudt het door hem verworven functieniveau en de daaraan gekoppelde weddeschaal.] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) Art. 4bis. In afwijking van artikel 4, eerste lid, worden voor sommige categorieën van personeelsleden als personeelskosten in aanmerking genomen: 1. Een niet aan het indexcijfer van de consumptieprijzen gekoppelde jaarlijkse bijzondere toelage van maximum [12.600 F], betaalbaar bij maandelijkse schijven van maximum [1.050 F]. (B.Vl.Reg. 19.VII.1989)9 De personeelsleden die deeltijdse prestaties verstrekken genieten deze bijzondere toelage in verhouding tot de duur van de geleverde prestaties en rekening houdende met de betoelaagbare personeelsnormen; 2. Een weddesupplement van [100] p.c. op basis van het betoelaagbaar uurloon, voor bepaalde prestaties verstrekt op zondagen. (B.Vl.Reg. 19.VII.1989 - W. 1.XII.1990) 3. Een niet aan het indexcijfer van de consumptieprijzen gekoppelde bijzondere forfaitaire dagvergoeding van [1.000 F.] betaald aan de begeleidende personeelsleden tot dekking van hun bijkomende werkelijke lasten gedurende de vakantieverblijven door de inrichtingen zelf georganiseerd en die recht geven op de begrensde terugbetaling van de gemaakte kosten. (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) De toekenningsmodaliteiten van de in het voorgaande lid voorziene personeelskosten worden respectievelijk vastgesteld door [...] de Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu. (K.B. 12.VI.1978) (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) [Op het bedrag van 1.000 frank is met ingang van 1 september 1991 van toepassing de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichting op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld; het wordt verbonden aan de spilindex van kracht op 1 september 1991.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [ 4. Met ingang van 1 september 1989, een weddesupplement van 25 p.c. op basis van het betoelaagbaar uurloon voor de prestaties verstrekt op wettelijke feestdagen. Met ingang van 1 december 1990 wordt dit weddesupplement vastgesteld op 50 p.c. op basis van het betoelaagbaar uurloon.

Dit weddesupplement is niet cumuleerbaar met het weddesupplement bedoeld in 2.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [ 5. [Voor elk uur actief nachtwerk gepresteerd tijdens een aaneensluitende periode van 8 uren, door elke voorziening te bepalen in het dagschema tussen 22 uur en 8 uur] een weddesupplement van: - 10 p.c. op basis van het subsidieerbaar uurloon met ingang van 1 september 1989; - 20 p.c. op basis van het subsidieerbaar uurloon met ingang van 1 december 1990.] (B.Vl.Reg. 9.V.1990) (B.Vl.Reg. 19.VII.1989)10 [ 6. Voor slapende nachtdienst verricht van 22 uur tot [8 uur] een weddesupplement voor maximum 3 uur per nacht van: - 10 p.c. op basis van het subsidieerbaar uurloon met ingang van 1 september 1989; - 20 p.c. op basis van het subsidieerbaar uurloon met ingang van 1 december 1990. (B.Vl.Reg. 9.V.1990)1 In geval van actief nachtwerk gedurende de slapende nachtdienst, zal de gepresteerde werktijd dubbel tellen zonder dat in totaal de 8 uur kunnen overschreden worden. Voor deze gepresteerde werktijd wordt het weddesupplement berekend door toepassing te maken van de bepaling van artikel 4bis, 5.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [ 7. Voor prestaties geleverd door nachtwakers (werkliedenpersoneel), belast met de veiligheid van de begunstigden en van de gebouwen, een niet aan het indexcijfer van de consumptieprijzen gekoppelde forfaitaire premie van 640 frank per maand. De nachtwakers die deeltijdse prestaties verrichten, genieten deze premie in verhouding tot de duur bepaald in het arbeidscontract.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [De maandelijkse globale som van in de 5 en 6 bedoelde weddesupplementen mag niet hoger zijn dan 10 p.c. van het bruto subsidieerbaar maandloon van de belanghebbende.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) [ 8. Voor elk gepresteerd uur tijdens een aaneensluitende periode van 4 uur tussen 18 uur en 24 uur, door elke voorziening te bepalen in het dagschema, wordt een weddesupplement van 40 frank in aanmerking genomen voor het bepalen van de subsidieerbare personeelskost. Deze aaneensluitende periode van 4 uren kan noch geheel, noch gedeeltelijk samenvallen met de aaneensluitende periode van 8 uur bedoeld in artikel 4bis, 5. Op dit bedrag is vanaf 1 november 1990 de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de

consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, van toepassing; het wordt verbonden aan de spilindex van kracht op 1 november 1990]. (B.Vl.Reg. 7.XI.1990) [Het weddesupplement van F 40 voor prestaties tussen 18 uur en 24 uur wordt niet toegekend aan personeelsleden met een loonschaal 130 of hoger.] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) Art. 4ter. In afwijking van artikel 4, eerste lid, wordt met ingang van 1 januari 1989 tevens als personeelskost beschouwd, de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 februari 1984 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen van bejaarde werknemers, in artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 houdende een nieuwe reglementering van toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen en in het koninklijk besluit van 20 augustus 1986 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. Deze aanvullende vergoeding wordt slechts in aanmerking genomen tot beloop van het bedrag dat bekomen wordt door toepassing van de berekeningswijze die gehanteerd wordt in artikel 5 en volgende van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, en op voorwaarde dat de betrokkene vervangen wordt door een kandidaat die maximaal bij aanvang aanspraak maakt op de wedde voorzien voor een personeelslid met een geldelijke anciënniteit van vijf jaar.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Art. 4quater. 1. In afwijking van artikel 4, eerste lid wordt tevens als personeelslast beschouwd, een éénmalige kwalificatiepremie toegekend aan de opvoeders klasse I ten bedrage van 10.000 frank uit te betalen in de maand mei 1990, en ten bedrage van 5.000 frank, uit te betalen in de maand mei 1991. 2. De in 1 bedoelde premie wordt uitgekeerd in verhouding tot de arbeidsprestaties, respectievelijk geleverd tijdens het jaar 1989 en 1990.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Art. 5. [Voor het bepalen van de geldelijke anciënniteit komen in aanmerking de arbeidsdagen die het personeelslid telt als werknemer in een voltijdse of deeltijdse betrekking verworven in inrichtingen of diensten waarop de bepalingen van dit besluit van toepassing zijn en, in de inrichtingen en diensten die door de [Vlaamse minister] die ter zake bevoegd is, daarmede gelijkgesteld worden, vanaf de datum dat het personeelslid de leeftijd bereikt die vereist is voor de uit te oefenen functie en mits in het bezit te zijn van het vereiste diploma. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "arbeidsdagen" verstaan: de arbeidsdagen zoals omschreven in artikel 24 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; evenals de zaterdagen en de zondagen, vakantiedagen en wettelijke feestdagen, waarop geen arbeid wordt verricht en de vervangingsdagen die hiervoor in de plaats komen. Komen eveneens in aanmerking voor de berekening van de anciënniteit, de dagen van inactiviteit die voor rijksambtenaren meegerekend worden voor de berekening van anciënniteit.

Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de geldelijke anciënniteit verworven op 31 december 1988. Ingeval eenzelfde persoon verscheidene deeltijdse functies verricht, worden deze slechts ten laste van de dagprijs gelegd voor maximaal de duur die met een voltijdse betrekking overeenkomt. Het bewijs van de gepresteerde diensten wordt door de betrokkene geleverd aan de hand van stortingen bij een organisatie van sociale zekerheid, of bij een pensioenkas, aangevuld met de werkgeversattesten, of op de wijze door de [Vlaamse minister] bepaald. Elk ander bewijsstuk kan door de bevoegde diensten worden geëist. Deze bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989 zonder dat bij toepassing van onderhavig artikel, voor de voorgaande periode, aanspraak kan worden gemaakt op een herziening van de bezoldiging en van de betoelaging.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) (Decr. 4.V.1994) [De dienstanciënniteit is de anciënniteit berekend op basis van de werkelijke diensten die zonder vrijwillige onderbreking werden verricht in de sector bijzondere jeugdbijstand of gehandicaptenzorg.] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) Art. 5bis. [...] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Art. 6. [...] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989)11 Art. 6bis. [...] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Art. 7. [...] (K.B. 7.VII.1975) Afdeling 3. Kosten voor het betrekken van de gebouwen Art. 8. [Aan de inrichtingen of afdelingen van inrichtingen en aan de tehuizen wordt een toelage toegekend van 17 frank per onderhoudsdag voor het betrekken van de gebouwen. Dit bedrag wordt op 12 frank teruggebracht voor de inrichtingen, afdelingen van inrichtingen of tehuizen waarvan de gebouwen opgericht of verbouwd werden met Rijks- of Gemeenschapstoelagen.]

(B.Vl.Reg. 29.VII.1989)12 Afdeling 4. Kosten van afschrijving op meubilair en materieel Art. 9. [Aan de inrichtingen, afdelingen van inrichtingen of tehuizen wordt een vergoeding toegekend van 5,5 F. per onderhoudsdag voor het meubilair en het niet-medisch materieel.] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989)13 Art. 10. [Aan de inrichtingen, afdelingen van inrichtingen of tehuizen wordt een vergoeding toegekend van 1 F per onderhoudsdag voor medisch materieel. Deze vergoeding bedraagt 1,5 F voor de inrichtingen die gehandicapten opnemen met zware gehoor- of spraakstoornissen. Deze bepalingen gelden niet voor de inrichtingen die hoofdzakelijk licht verstandelijk gehandicapten of gehandicapten met karakterstoornissen opnemen.] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989)14 Hoofdstuk II. PRIVATE PERSONEN DIE BEGUNSTIGDEN IN HUN GEZIN OPNEMEN Art. 11. Private personen die begunstigden in hun gezin opnemen kunnen een toelage per dag ontvangen van: 137 F. per begunstigde van minder dan 3 jaar; 146 F. per begunstigde van 3 tot 12 jaar; 156 F. per begunstigde van 12 jaar en meer. Deze toelagen worden niet toegekend indien meer dan 5 personen in het gezin worden opgenomen tegen vergoeding, al of niet ten laste van de openbare besturen. [...] (B.Vl.Reg. 20. XII.1989) Hoofdstuk III. DIENSTEN VOOR PLAATSING IN GEZINNEN Art. 12. De diensten voor plaatsing in gezinnen die erkend zijn door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten [...] kunnen per dag en per begunstigde, boven de dagprijs te betalen aan de pleeggezinnen een vergoeding ontvangen voor hun personeels- en werkingskosten. (B.Vl.Reg. 20.XII.1989)

Art. 13. De personeelskosten bestaan uit de vergoedingen berekend op grond van de bepalingen van hoofdstuk I, afdeling 2. Art. 14. [De werkingskosten van de dienst geven recht op een forfaitaire vergoeding van 20,35 frank per dag en per begunstigde waarin onder meer alle reis- en verblijfkosten van het personeel zijn begrepen, alsook de toelage voor de syndicale premie.] (B.Vl.Reg. 19.VII.1989) Art. 14bis. 1. De in artikel 14 bedoelde forfaitaire vergoeding wordt met de in 2 hierna vermelde toelage verhoogd, voorzover de in artikel 12 bedoelde diensten jaarlijks vóór 1 juli het bewijs leveren van de storting van een bedrag, minstens gelijk aan de op basis van 2 ontvangen toelage, aan een dienstverlenend samenwerkingsverband voor plaatsing in gezinnen. 2. De toelage voor een dienstverlenend samenwerkingsverband bedraagt 2 frank per dag en per begunstigde.] (B.Vl.Reg. 27.I.1988) Art. 15. De dagprijs die werkelijk aan de pleeggezinnen moet worden betaald, wordt per begunstigde vastgelegd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II. Art. 16. Een supplement bij de dagprijs waarvan sprake in artikel 15 wordt toegekend aan de gezinnen die begunstigden opnemen, geplaatst door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. Dit supplement bedraagt: 45 F per zwaar verstandelijk gehandicapte, per gehandicapte met zware motorische stoornissen of met zware karakterstoornissen; 35 F per middelmatig verstandelijk gehandicapte, per gehandicapte met lichte karakterstoornissen of zware gezichtsstoornissen; 25 F per licht verstandelijk gehandicapte of gehandicapte met zware gehoor- of spraakstoornissen. De aanvraag tot verhoging moet gericht zijn aan het voormelde fonds en gestaafd met de nodige bewijsstukken. Art. 17-22bis. [...]

(B.Vl.Reg. 20.XII.1989) TITEL II. BEREKENING VAN DE DAGPRIJS Art. 23. [De personeelskosten zijn de uitgaven gedaan met betrekking op het jaar voor hetwelk de dagprijs moet worden bepaald en die werkelijk werden uitgegeven voor de bezoldiging van het personeel en de wettelijke patronale lasten, met uitsluiting van enig voordeel in natura of van om het even welke bijkomende vergoeding. Het totaal van die uitgaven wordt, in voorkomend geval, verminderd overeenkomstig artikel 24. Het aldus bekomen bedrag wordt gedeeld door het totaal aantal onderhoudsdagen voor het jaar waarop de bewuste uitgaven slaan, zonder dat bij die berekening onderscheid wordt gemaakt tussen ten laste van de overheid geplaatste begunstigden en de anderen.] (K.B. 7.VII.1975) [...] (B.Vl.Reg. 23.XII.1987) [Het totaal van de uitgaven met betrekking tot de hierna vermelde patronale lasten en vergoedingen: - forfaitaire dagvergoeding uitbetaald aan de begeleidende personeelsleden tot dekking van de werkelijke lasten gedurende de vakantieverblijven; - verzekeringspremie arbeidsongevallen; - verzekeringspremie burgerlijke aansprakelijkheid; - kosten voor arbeidsgeneeskunde; - kosten voor werkkledij; - de wettelijke verplichte tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten naar en van het werk van de werknemer; - prestaties uitgevoerd door private firma's of gekwalificeerde personen die niet tot het personeel van de inrichting behoren; worden in de dagprijs opgenomen tot beloop van een forfaitair vastgesteld percentage van de hierna vermelde loonkosten: - het brutoloon; - de jaarlijkse bijzondere toelage;

- het weddesupplement voor prestaties geleverd op zondag; - het weddesupplement voor prestaties geleverd op wettelijke feestdagen; - het weddesupplement voor prestaties tijdens de nacht; - de forfaitaire premie van nachtwaker; - de kosten van overuren; - de eindejaarstoelage; - de haard- en standplaatstoelage; - de vergoeding van de overuren; - het vakantiegeld, uitgezonderd het vakantiegeld bij uitdiensttreding van de personeelsleden die werkelijk de inrichting verlaten; - het bijkomend vakantiegeld voor arbeiders; - en alle werkgeversbijdragen in het kader van de Rijkssociale Zekerheid der Werknemers. Dit percentage wordt vastgesteld op: - Voor inrichtingen, afdelingen van inrichtingen en tehuizen en de diensten voor plaatsing in gezinnen: [3,2 pct.]; (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) - Voor tehuizen erkend als nursingtehuis: [3,9 pct.]; (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) - [...]] (B.Vl.Reg. 29.VII.1989) (B.Vl.Reg. 23.VI.1998) Art. 23bis. [...] (B.Vl.Reg. 23.XII.1987) Art. 23ter. [...] (B.Vl.Reg. 23.XII.1987) Art. 24. [Van de werkelijke uitgaven worden afgetrokken:

- met ingang van 1 januari 1975, de bezoldigingen betaald aan de op pensioen gestelde personeelsleden die krachtens de pensioenwetgeving een niet-toegestane beroepsbezigheid uitoefenen; - met ingang van 1 januari 1975, de bezoldigingen betaald aan de personeelsleden die worden tewerkgesteld boven de bezetting door de normen vastgesteld, ter uitvoering van hoofdstuk I, afdeling 2. - Echter wanneer het aantal onderhoudsdagen geboekt tijdens twee opeenvolgende jaren, voor elk van deze jaren, geen 80 % bereikt van de erkende capaciteit van de inrichting, wordt de subsidieerbare personeelsbezetting van het daaropvolgende jaar herleid in functie van de werkelijke onderhoudsdagen en van de wettige afwezigheden van dit jaar; [ Dit percentage wordt op 90 gebracht voor voorzieningen die erkend zijn als tehuis voor werkenden en op 95 voor voorzieningen die erkend zijn als tehuis voor niet werkenden of als nursingtehuis. Voor deze laatsten blijft het percentage op 90 als de capaciteit niet meer bedraagt dan 10. ] (B.Vl.Reg. 24.VII.1996) [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) - met ingang van 1 maart 1973, het deel van de bezoldigingen en van de wettelijke patronale lasten, dat de bedragen overschrijdt die ontstaan uit de toepassing van de weddeschalen die in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de dagprijs; - met ingang van 1 augustus 1975, het deel van de bezoldigingen en van de wettelijke patronale lasten dat de bedragen overschrijdt die ten laste worden genomen door de openbare besturen voor een volledige dagtaak behoudens de betaling van toegelaten overuren en de prestaties verricht in het kader van het onderwijs voor sociale promotie ingericht ten voordele van personeelsleden in dienst in de inrichtingen bedoeld bij artikel 1, 1 van dit besluit. Als overgangsmaatregel worden van de werkelijke uitgaven niet afgetrokken, het deel van de bezoldigingen en van de wettelijke patronale lasten van de personeelsleden die vóór 1 augustus 1975 in dienst waren in een inrichting en bovendien een andere bezoldigde functie uitoefenen.] (K.B. 17.VIII.1976) Art. 25. De inrichtingen, de tehuizen en de [...] erkende diensten voor plaatsing in gezinnen mogen, behalve wat betreft bijzondere bepalingen over de terugbetaling van welbepaalde kosten, geen supplement vragen, boven de dagprijs, aan openbare instellingen of private personen. (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) Art. 26. Het totaal van de bedragen ontstaan uit de bepalingen van onderhavig besluit wordt eventueel verminderd tot beloop van de toelagen die openbare besturen of door hen gesubsidieerde instellingen aan de inrichting hebben uitgekeerd.

Met die toelagen wordt alleen rekening gehouden voor zover ze worden verleend tot dekking van uitgaven die in aanmerking komen voor de bepaling van de dagprijs. [De voordelen die voortspruiten uit de toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de nonprofitsector, komen niet in aanmerking voor de toepassing van dit artikel.] (B.Vl.Reg. 8.XII.1998) Art. 27. [De wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, is van toepassing op de bedragen waarvan sprake in dit besluit met uitzondering van de uitgaven voor lonen en wedden; deze vallen onder de toepassing van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld; alle bedragen en uitgaven zijn verbonden aan de spilindex 114,20.] (K.B. 10.III.1978) [De weddeschalen opgenomen in bijlage B bij dit besluit zijn verbonden aan de spilindex van kracht op 1 januari 1990 (102,02).] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) TITEL III Art. 28-32. [...] (B.Vl.Reg. 10.XII.1986) TITEL IV. BEDRAG EN VEREFFENING VAN DE TOELAGEN Art. 33. De financiële tegemoetkoming van de openbare besturen is beperkt tot het aantal dagen dat een begunstigde in een inrichting, bij een private persoon of in een gezinsvervangend tehuis heeft doorgebracht. Er wordt slechts één dag aangerekend voor de dag van de opneming en de dag van het ontslag: hij wordt bestempeld als dag van de opneming. De dagprijs wordt eventueel verminderd met alle andere voor de begunstigde uitgekeerde bedragen, namelijk de kinderbijslagen, de studietoelagen of alle andere bijdragen ten laste gelaten van de begunstigde of van zijn familie.

Art. 33bis. 1. De financiële tegemoetkoming van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een handicap wordt bepaald overeenkomstig de regels die in de desbetreffende reglementeringen worden vastgesteld, met dien verstande dat volgende combinaties toegelaten zijn: - pleeggezin en semi-internaat of dagcentrum; - pleeggezin en kort verblijf; - pleeggezin en kort verblijf en semi-internaat of dagcentrum; - semi-internaat of dagcentrum en kort verblijf; - semi-internaat of dagcentrum en thuisbegeleiding; - semi-internaat of dagcentrum en zelfstandig wonen; - kort verblijf en thuisbegeleiding. 2. In geval van deeltijdse opvang zijn volgende combinaties toegelaten - internaat en semi - internaat; - tehuis voor niet-werkenden en dagcentrum; - dagcentrum en tewerkstelling in een beschutte werkplaats.]] (B.Vl.Reg. 23.XII.1987)(B.Vl.Reg. 24.III.1998) Art. 34. De wijze waarop de toelagen toegekend overeenkomstig de bepalingen van onderhavig besluit worden vereffend, wordt bepaald door de Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) TITEL V. OPHEFFINGS-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Art. 35. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) Art. 36.

Het koninklijk besluit van 2 juli 1965 houdende regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, uit te keren aan instellingen die op overheidskosten geplaatste minderjarigen opnemen, artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 november 1967 houdende vaststelling van de prijs per dag onderhoud van aan geestes- of karakterstoringen lijdende behoeftige kinderen, van behoeftige doofstommen, blinden of gebrekkigen, geplaatst in inrichtingen die als internaat zijn opgericht en het koninklijk besluit van 20 november 1967 tot voorlopige vaststelling van de toelagen per dag onderhoud en opvoeding waarop de in artikel 70, 2e lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming bedoelde inrichtingen en particulieren aanspraak kunnen maken, zijn opgeheven. Art. 37-40. [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) Art. 40bis. 1. Als overgangsmaatregel wordt de dagprijs, die op de instellingen en diensten bedoeld bij titel I, hoofstuk I en III, voor de periode van 1 maart 1973 tot 31 december 1973 van toepassing is, berekend tijdens het eerste kwartaal van het jaar 1974. De personeelskosten die in aanmerking genomen worden voor de berekening van deze dagprijs, zijn de bezoldigingen en sociale lasten die betrekking hebben op de periode van 1 maart 1973 tot 31 december 1973. Het bedrag verkregen na toepassing van artikel 24 wordt gedeeld door het totaal aantal onderhoudsdagen met betrekking tot de periode van 1 maart 1973 tot 31 december 1973. [ 2.] Onverminderd de toepassing van het koninklijk besluit van 30 maart 1973, inzonderheid van de artikelen 27, 32 en 40, eerste lid, kunnen de instellingen en diensten bedoeld bij titel I, hoofdstuk I en III, verder tot [31 december 1973] de dagprijs genieten die hun werd uitgekeerd op 28 februari 1973 aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer.] (K.B. 17.XII.1973) (K.B. 7.VII.1975) (K.B. 26.X.1976) [ 3. In het geval de toelagen met inbegrip van de voorschotten uitbetaald voor de periode van 1 januari tot 31 december 1974 hoger liggen dan de dagprijzen berekend, voor dezelfde periode, in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 1973, blijven de inrichtingen deze toelagen met inbegrip van de voorschotten verder genieten.] (K.B. 26.X.1976) Art. 41. Onderhavig koninklijk besluit treedt in werking op 1 maart 1973 met uitzondering van: 1 de artikelen 8 en 22 waarvan de datum van inwerkingtreding later zal worden bepaald;15 2 het artikel 9 dat in werking treedt op 1 januari 1974. Tot op die datum wordt de vastgestelde vergoeding beperkt tot 3 F per dag en per begunstigde.

Art. 42. Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu [...] is belast met de uitvoering van onderhavig besluit. (B.Vl.Reg. 20.XII.198) BIJLAGE I Bijlage A [...] (B.Vl.Reg. 20.XII.1989) Bijlage B [Tabel van de weddeschalen in aanmerking te nemen voor het bepalen van de prijs per dag onderhoud 1. Logistiek personeel KLASSE 4 KLASSE 3 KLASSE 2 KLASSE 1 NR. LOONSCHAAL 74 L. 81 L. 88 L. 100 L. LEEFTIJD 18j. 18j. 20j. 21j. AANTAL JAAR 0 443.004 466.020 497.760 599.868 1 449.172 471.348 507.936 611.736 2 455.328 78.512 519.864 623.604 3 461.496 493.824 536.508 635.460 4 461.496 493.824 536.508 635.460 5 474.096 518.940 563.784 655.800 6 474.096 518.940 563.784 655.800 7 497.040 544.056 591.072 754.116 8 497.040 544.056 591.072 754.116 9 519.984 569.172 618.360 774.468 10 519.984 569.172 618.360 774.468 11 542.940 594.300 645.660 794.808 12 542.940 594.300 645.660 794.808

13 565.884 619.416 672.936 815.148 14 565.884 619.416 672.936 815.148 15 588.828 644.520 700.224 835.488 16 588.828 644.520 700.224 905.556 17 611.772 669.636 727.512 925.896 18 611.772 669.636 727.512 955.020 19 634.716 694.752 754.800 975.360 20 634.716 694.752 754.800 975.360 21 657.660 719.868 782.088 995.700 22 657.660 719.868 782.088 995.700 23 680.616 744.996 809.376 1.016.040 24 680.616 744.996 809.376 1.016.040 25 703.548 770.100 836.652 1.036.380 26 703.548 770.100 836.652 1.036.380 27 726.504 795.228 863.952 1.056.720 1bis. Overgangsmaatregelen loonschalen logistiek personeel OND II OND III OND IV OND IV OND V NR.LOONSCHAAL 74L.1 74L.2 81L.1 88L.1 88L.2 LEEFTIJD 18j. 18j. 18j. 18j. 20j. AANTAL JAAR 0 452.376 477.804 492.828 492.827 523.908 1 458.544 483.972 498.996 503.229 528.204 2 464.712 490.140 505.164 519.861 532.500 3 470.880 496.308 511.320 536.502 536.808 4 470.880 496.308 511.320 536.502 536.808 5 475.236 500.664 518.940 563.788 563.784 6 475.236 500.664 518.940 563.788 563.784 7 497.040 505.020 544.056 591.074 591.072 8 497.040 505.020 544.056 591.074 591.072 9 519.984 519.984 569.172 618.359 618.360 10 519.984 519.984 569.172 618.359 618.360 11 542.940 542.940 594.300 645.654 645.660

12 542.940 542.940 594.300 645.654 645.660 13 565.884 565.884 619.416 672.940 672.936 14 565.884 565.884 619.416 672.940 672.936 15 588.828 588.828 644.520 700.226 700.224 16 588.828 588.828 644.520 700.226 700.224 17 611.772 611.772 669.636 727.511 727.512 18 611.772 611.772 669.636 727.511 727.512 19 634.716 634.716 694.752 754.797 754.800 20 634.716 634.716 694.752 754.797 754.800 21 657.660 657.660 719.868 782.083 780.288 22 657.660 657.660 719.868 782.083 782.088 23 680.616 680.616 744.996 809.378 809.376 24 680.616 680.616 744.996 809.378 809.376 25 703.548 703.548 770.100 836.654 836.652 26 703.548 703.548 770.100 836.654 836.652 27 726.504 726.504 795.228 863.949 863.952 2. Administratief personeel KLASSE 3 KLASSE 2 KLASSE 1 NR. LOONSCHAAL 81 A. 88 A. 100 A. LEEFTIJD 18j. 20j. 21 j. AANTAL JAAR 0 457.548 497.760 599.868 1 463.200 507.936 611.736 2 478.512 519.864 623.604 3 493.824 536.508 635.460 4 493.824 536.508 635.460 5 518.940 563.784 655.800 6 518.940 563.784 655.800

7 544.056 591.072 754.116 8 544.056 591.072 754.116 9 569.172 618.360 774.468 10 569.172 618.360 774.468 11 594.300 645.660 794.808 12 594.300 645.660 794.808 13 619.416 672.936 815.148 14 619.416 672.936 815.148 15 644.520 700.224 835.488 16 644.520 700.224 905.556 17 669.636 727.512 925.896 18 669.636 727.512 955.020 19 694.752 754.800 975.360 20 694.752 754.800 975.360 21 719.868 782.088 995.700 22 719.868 782.088 995.700 23 744.996 809.376 1.016.040 24 744.996 809.376 1.016.040 25 770.100 836.652 1.036.380 26 770.100 836.652 1.036.380 27 795.228 863.952 1.056.720 2bis. Overgangsmaatregelen loonschalen administratief personeel KLERK BOEKHOUDER ECONOOM STENOTYPIST KLASSE II NR. LOONSCHAAL 81 A.1 88 A.1 100 A.1 LEEFTIJD 18j. 20j. 21 j. AANTAL JAAR 0 466.020 514.704 599.868

1 471.348 524.880 611.736 2 478.512 535.056 623.604 3 493.824 545.232 635.460 4 493.824 545.232 635.460 5 518.940 563.784 655.800 6 518.940 563.784 655.800 7 544.056 591.072 676.140 8 544.056 591.072 676.140 9 569.172 618.360 702.684 10 569.172 618.360 702.684 11 594.300 645.660 733.704 12 594.300 645.660 733.704 13 619.416 672.936 764.700 14 619.416 672.936 764.700 15 644.520 700.224 795.708 16 644.520 700.224 795.708 17 669.636 727.512 826.716 18 669.636 727.512 826.716 19 694.752 754.800 857.724 20 694.752 754.800 857.724 21 719.868 782.088 888.732 22 719.868 782.088 888.732 23 744.996 809.376 919.752 24 744.996 809.376 919.752 25 770.100 836.652 950.748 26 770.100 836.652 950.748 27 795.228 86.3952 981.756

3. Begeleidend en verzorgend personeel BEGELEIDEND BEGELEIDEND BEGELEIDEND VERZORGEND PERSONEEL & VERZORGEND PERSONEEL & VERZORGEND PERSONEEL PERSONEEL KLASSE 3 KLASSE 2B KLASSE 2A NR. LOONSCHAAL 81 B. 84 BV. 88 BV. 95 V. LEEFTIJD 18 j. 20 j. 20 j. 21 j. AANTAL JAAR 0 469.164 503.820 524.160 554.664 1 474.492 513.984 532.632 564.840 2 479.832 524.160 541.104 575.004 3 493.824 534.324 549.588 585.180 4 493.824 534.324 549.588 585.180 5 518.940 544.500 563.784 608.640 6 518.940 544.500 563.784 608.640 7 544.056 564.204 591.072 638.088 8 544.056 564.204 591.072 638.088 9 569.172 590.256 618.360 696.492 10 569.172 590.256 618.360 696.492 11 594.300 616.308 645.660 716.832 12 594.300 616.308 645.660 716.832 13 619.416 642.348 672.936 737.172 14 619.416 642.348 672.936 737.172 15 644.520 668.400 700.224 757.512 16 644.520 668.400 700.224 757.512 17 669.636 694.440 727.512 785.376 18 669.636 694.440 727.512 785.376 19 694.752 720.492 754.800 814.836

20 694.752 720.492 754.800 814.836 21 719.868 746.532 782.088 844.296 22 719.868 746.532 782.088 844.296 23 744.996 772.584 809.376 873.756 24 744.996 772.584 809.376 873.756 25 770.100 798.624 836.652 903.204 26 770.100 798.624 836.652 903.204 27 795.228 824.676 863.952 932.676 3. Begeleidend en verzorgend personeel (vervolg) OPVOEDEND HOOFDOPVOEDER GROEPSCHEF PERSONEEL KLASSE I NR. LOONSCHAAL 100 107 112 OG. LEEFTIJD 21 j. 21 j. 21 j. AANTAL JAAR 0 599.868 677.844 747.912 1 611.736 689.712 759.780 2 623.604 701.580 771.636 3 635.460 713.436 783.504 4 635.460 713.436 783.504 5 655.800 733.776 803.844 6 655.800 733.776 803.844 7 676.140 754.116 824.184 8 676.140 754.116 824.184 9 702.684 774.468 844.524 10 702.684 774.468 844.524 11 733.704 794.808 864.864 12 733.704 794.808 864.864

13 764.700 818.232 885.216 14 764.700 818.232 885.216 15 795.708 851.412 905.556 16 797.708 851.412 905.556 17 826.716 884.592 925.920 18 826.716 884.592 955.020 19 857.724 917.760 975.360 20 857.724 917.760 975.360 21 888.732 950.940 995.700 22 888.732 950.940 995.700 23 919.752 984.132 1.030.116 24 919.752 984.132 1.030.116 25 950.748 1.017.300 1.064.832 26 950.748 1.017.300 1.064.332 27 981.756 1.050.480 1.099.572 3bis. Overgangsmaatregelen loonschalen begeleidend en verzorgend personeel A.D.L. ASSISTENT NR. LOONSCHAAL 84 BVI LEEFTIJD 20 j. AANTAL JAAR 0 494.592 1 501.252 2 507.912 3 548.484 4 553.812 5 559.152 6 564.480 7 569.808

8 575.136 9 590.256 10 590.256 11 616.308 12 616.308 13 642.348 14 642.348 15 668.400 16 668.400 17 694.440 18 694.440 19 720.492 20 720.492 21 746.532 22 746.532 23 772.584 24 772.584 25 798.624 26 798.624 27 824.676 4. Medisch, paramedisch, sociaal en therapeutisch personeel SOC. PARAM. LIC. PSYCH GENEESHEER GENEESHEER- & THERAP. PEDAG. OMNIPRACTICUS KINES SPECIALIST PERSONEEL NR. LOONSCHAAL 100 SPT. 127 10/3 13/3

LEEFTIJD 21 j. 22 j. 24 j. 24 j. AANTAL JAAR 0 599.868 791.988 978.444 1.300.524 1 611.736 815.712 1.002.180 1.300.524 2 623.604 839.448 1.025.916 1.351.380 3 635.460 863.184 1.049.640 1.351.380 4 635.460 891.960 1.049.640 1.402.236 5 655.800 928.416 1.091.172 1.402.236 6 655.800 928.416 1.091.172 1.453.080 7 754.116 964.860 1.132.704 1.453.080 8 754.116 964.860 1.132.704 1.503.936 9 774.468 1.001.304 1.503.936 2.471.136 10 774.468 1.001.304 1.174.236 1.554.792 11 794.808 1.037.748 1.215.768 1.554.792 12 794.808 1.037.748 1.215.768 1.605.648 13 815.148 1.074.192 1.257.300 1.605.648 14 815.148 1.074.192 1.257.300 1.656.504 15 835.488 1.110.636 1.298.820 1.656.504 16 905.556 1.110.636 1.298.820 1.707.360 17 925.896 1.147.092 1.340.352 1.707.360 18 955.020 1.147.092 1.340.352 1.758.216 19 975.360 1.183.536 1.381.884 1.758.216 20 975.360 1.183.536 1.381.884 1.809.072 21 995.700 1.219.980 1.423.416 1.809.072 22 995.700 1.219.980 1.423.416 1.859.916 23 1.016.040 1.256.424 1.464.948 1.859.916 24 1.016.040 1.256.424 1.464.948 1.859.916 25 1.036.380 1.256.424 1.464.948 1.859.916

26 1.036.380 1.256.424 1.464.948 1.859.916 27 1.056.720 1.256.424 1.464.948 1.859.916 5. Directiepersoneel NR. LOONSCHAAL VERANTWOORDELIJKE ONDERDIRECTEUR DIRECTEUR DIRECTEUR OF DIRECTEUR 6-12 BEDDEN 13-29 BEDDEN 112 D 135 130 D1 130 D2 LEEFTIJD 22 j. 22 j. 22 j. 22 j. AANTAL JAAR 0 747.912 74.7912 718.824 747.912 1 759.780 771.996 743.412 759.780 2 771.636 797.508 767.976 771.636 3 783.504 823.044 792.564 792.564 4 783.504 823.044 792.564 792.564 5 803.844 864.900 832.872 832.872 6 803.844 864.900 832.872 832.872 7 824.184 906.756 873.180 873.180 8 824.184 906.756 873.180 873.180 9 844.524 948.384 913.488 913.488 10 844.524 948.384 913.488 913.488 11 864.864 990.492 953.808 953.808 12 864.864 990.492 953.808 953.808 13 885.216 1.032.348 994.116 994.116 14 885.216 1.032.348 994.116 994.116 15 905.556 1.074.204 1.034.424 1.034.424 16 905.556 1.074.204 1.034.424 1.034.424 17 925.920 1.116.072 1.074.732 1.074.732 18 955.020 1.116.072 1.074.732 1.074.732

19 975.360 1.157.928 1.115.040 1.115.040 20 975.360 1.157.928 1.115.040 1.115.040 21 995.700 1.199.784 1.155.348 1.155.348 22 995.700 1.199.784 1.155.348 1.155.348 23 1.030.116 1.241.664 1.195.668 1.195.668 24 1.030.116 1.241.664 1.195.668 1.195.668 25 1.064.832 1.283.508 1.235.964 1.235.964 26 1.064.832 1.283.508 1.235.964 1.235.964 27 1.099.572 1.325.376 1.276.284 1.276.284 5. Directiepersoneel (vervolg) DIRECTEUR DIRECTEUR DIRECTEUR 30-59 BEDDEN 60-89 BEDDEN +90 BEDDEN NR. LOONSCHAAL 140 145 150 LEEFTIJD 22 j. 22 j. 22 j. AANTAL JAAR 0 774.120 801.768 829.416 1 800.592 829.188 857.772 2 827.052 856.584 886.128 3 853.524 884.004 914.496 4 853.524 891.960 914.496 5 896.940 928.968 961.008 6 896.940 928.968 961.008 7 940.344 973.932 1.007.508 8 940.344 973.932 1.007.508 9 983.748 1.018.884 1.053.756 10 983.748 1.018.884 1.053.756 11 1.027.176 1.063.860 1.100.544 12 1.027.176 1.063.860 1.100.544

13 1.070.592 1.108.824 1.147.056 14 1.070.592 1.108.824 1.147.056 15 1.113.996 1.153.776 1.193.568 16 1.113.996 1.153.776 1.193.568 17 1.157.400 1.198.740 1.240.080 18 1.157.400 1.198.740 1.240.080 19 1.200.816 1.243.704 1.286.592 20 1.200.816 1.243.704 1.286.592 21 1.244.220 1.288.656 1.333.092 22 1.244.220 1.288.656 1.333.092 23 1.287.648 1.333.632 1.379.616 24 1.287.648 1.333.632 1.379.616 25 1.331.040 1.378.584 1.426.116 26 1.331.040 1.378.584 1.426.116 27 1.374.468 1.423.548 1.472.640] (B.Vl.Reg. 2.VIII.1991) BIJLAGE II [...] 1 Gewijzigd bij: K.B. 17.XII.1973 (B.S. 21.XII.1973) K.B. 10.IV.1974 (B.S. 25.IV.1974) K.B. 21.XI.1974 (B.S. 4.XII.1974) K.B. 7.VII.1975 (B.S. 31.VII.1975) K.B. 20.VII.1976 (B.S. 7.IX.1976) K.B. 17.VIII.1976 (B.S. 15.IX.1976) K.B. 26.X.1976 (B.S. 4.XII.1976) K.B. 6.XII.1976 (B.S. 18.XII.1976) K.B. 18.IV.1977 (B.S. 6.V.1977) K.B. 10.III.1978 (B.S. 20.IV.1978) K.B. 12.VI.1978 (B.S. 23.VI.1978) K.B. 27.II.1980 (B.S. 25.III.1980) K.B. 3.VIII.1981 (B.S. 22.XII.1981) B.Vl.Reg. 11.V.1983 (B.S. 21.VI.1983) M.B. 11.V.1983 (B.S. 21.VII.1983) B.Vl.Reg. 28.VII.1983 (B.S. 30.IX.1983) B.Vl.Reg. 12.III.1986 (B.S. 24.VI.1986) B.Vl.Reg. 10.XII.1986 (B.S. 7.VII.1987) B.Vl.Reg. 23.XII.1987 (B.S. 12.III.1988) B.Vl.Reg. 27.I.1988 (B.S. 26.IV.1988) B.Vl.Reg. 19.VII.1989 (B.S. 5.XII.1989) B.Vl.Reg. 29.VII.1989 (B.S. 5.XII.1989), gewijzigd door B.Vl.Reg. 30.I.1991 (B.S. 1.III.1991) B.Vl.Reg. 20.XII.1989

(B.S. 17.III.1990) B.Vl.Reg. 9.V.1990 (B.S. 22.VIII.1990) B.Vl.Reg. 7.XI.1990 (B.S. 5.II.1991) B.Vl.Reg. 2.VIII.1991 (B.S. 14.XII.1991) B.Vl.Reg. 28.IV.1993 (B.S. 28.VII.1993) Decr. 4.V.1994 (B.S. 23.VI.1994) B.Vl.Reg. 24.VII.1996 (B.S. 13.XI.1996) B.Vl.Reg. 24.III.1998 (B.S. 16.V.1998) B.Vl.Reg. 23.VI.1998 (21.VIII.1998) B.Vl.Reg. 8.XII.1998 (B.S. 17.III.1999) 2 Dit besluit is met ingang van 1 januari 1990 opgeheven, voor zover het geen betrekking heeft op het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. (B.Vl.Reg. 20.XII.1989, art. 122, 2 ) 3 " 1. De inrichtingen, tehuizen en diensten kunnen voor de berekening van de dagprijzen van de jaren 1987, 1988,[1989 en 1990] de gezamenlijke toepassing vragen van de bepalingen opgeheven en vervangen met ingang van 1 januari 1987 bij dit besluit en bij het besluit van de Vlaamse [regering] van dezelfde datum tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen. (B.Vl.Reg. 30.I.1991) (Decr. 4.V.1994) In dit geval wordt artikel 9 van dit besluit niet toegepast. De aanvraag wordt per aangetekende brief overgemaakt aan het bestuur minder-validen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap uiterlijk: - op 30 september 1989 voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1987; - op 31 maart 1990 voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1988; - met het dagprijsdossier 1989; [- op 30 juni 1991 voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1990]. (B.Vl.Reg. 30.I.1991) tenzij de [Vlaamse minister] die bevoegd is voor het beleid inzake gehandicapten een latere datum vaststelt. (Decr. 4.V.1994) 2. Indien de toepassing van 1 niet aangevraagd wordt voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1987, kan deze niet aangevraagd worden voor de berekening van de dagprijzen van de jaren 1988 en 1989 [en 1990]. (B.Vl.Reg. 30.I.1991) Indien de toepassing van 1 niet aangevraagd wordt voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1988, kan deze niet aangevraagd worden voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1989 [en 1990]. (B.Vl.Reg. 30.I.1991) [Indien de toepassing van 1 niet aangevraagd wordt voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1989 kan deze niet aangevraagd worden voor de berekening van de dagprijs van het jaar 1990]. (B.Vl.Reg. 30.I.1991) (B.Vl.Reg. 29.VII.1989, art. 10) 4 Versie art. 3, 3 vóór opheffing door B.Vl.Reg. 29.VII.1989: "De bedragen bepaald onder de rubriek "Kleding" kunnen worden verhoogd ten voordele van de inrichtingen of afdelingen van inrichtingen die zwaar fysisch of verstandelijk gehandicapten opnemen. De aanvraag tot verhoging wordt aan het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten gestuurd en moet vergezeld gaan van de bewijsstukken." 5 Versie art. 3, 4 vóór vervanging door B.Vl.Reg. 29.VII.1989: "De bedragen vastgesteld onder de rubrieken "beddegoed" en "was" kunnen met maximum 50 pct. worden verhoogd voor de inrichtingen of afdelingen van inrichtingen en voor de tehuizen die bedlegerige, zwaar verstandelijk of incontinente gehandicapten opnemen. De aanvraag tot verhoging wordt overeenkomstig 3 ingediend." 6 Versie art. 3, 5 vóór vervanging door B.Vl.Reg. 29.VII.1989: - "De bedragen vastgesteld onder de rubriek "farmaceutische kosten" dekken het gebruik van gewone geneesmiddelen. In

de inrichtingen voor gehandicapten schommelen deze bedragen van 2 F tot 5,5 F naargelang de aard van de behandelde handicap; ze kunnen 15 F bedragen als het gaat om meerdere handicaps. Deze bedragen dekken eveneens het gebruik van de specifieke geneesmiddelen noodzakelijk voor de behandeling van de gehandicapten waarvoor de inrichting of het tehuis is erkend. zij worden vastgesteld rekening houdend met de tegemoetkomingen van de ziekteen invaliditeitsverzekering. [Deze bepalingen gelden niet voor de instellingen die hoofdzakelijk licht verstandelijk gehandicapten of gehandicapten met karakterstoornissen opnemen.] (B.Vl.Reg. 28.VII.1983)" 7 Deze bepalingen zijn van toepassing op de in het kader van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten erkende inrichtingen, afdelingen van inrichtingen of diensten die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren. (B.Vl.Reg. 7.XI.1990, art. 1) 8 Voor het jaar 1992 wordt, in overeenstemming met artikel 2, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse [regering] van 7 november 1990 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, de subsidieerbare personeelskost voor de uitkering van een bedrag in de vorm van een bijzondere vergoeding of voordeel bepaald op 3.000 F per voltijdse prestatie (toekenningsmodaliteiten: M.B. 18.XII.1992, B.S. 3.IV.1993).(Decr. 4.V.1994) 9 "Deze bedragen worden respectievelijk vervangen: - met ingang van 1 september 1989 door "19.740" en "1.645"; - met ingang van 1 december 1990 door "26.880" en "2.240". Indien op basis van het protocol van 1 juni 1989 aangegaan door de werkgevers en werknemers vertegenwoordigd in het paritair comite voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, in de schoot van dit comité een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten waarbij zowel de - orthoptist; - kinesitherapeut; - logopedist; - ergotherapeut; - gebrevetteerde verpleger; - verpleger A1; - maatschappelijk assistent; - assistent verpleger; - sociaal verpleger; - assistent in de psychologie, aanspraak kunnen maken op de jaarlijkse bijzondere toelage, worden de hiervoren vermelde bedragen respectievelijk van "19.740" en "1.645" en van "26.880" en "2.240" teruggebracht tot "18.096" en "1.508" met ingang van 1 september 1989 en tot "24.636" en "2.053" met ingang van 1 december 1990. Op de bedragen van "26.880" en "2.240" of "24.636" en "2.053" naar gelang van het geval, is vanaf 1 december 1990 van toepassing de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld; zij worden verbonden aan de spilindex van kracht op 1 december 1990." (B.Vl.Reg. 19.VII.1989, art. 7) 10 De bepalingen van het B.Vl.Reg. 9.V.1990 zijn enkel van toepassing op de in het kader van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten erkende inrichtingen, afdelingen van inrichtingen of diensten die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren. (B.Vl.Reg. 9.V.1990, art.1) 11 "Deze bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989 zonder dat bij toepassing van onderhavig artikel, voor de voorgaande periode, aanspraak kan worden gemaakt op een herziening van de bezoldiging en van de betoelaging." (B.Vl.Reg. 19.VII.1989, art.19)