Bachelor Studiegids 2011/2012 - Electrical Engineering



Vergelijkbare documenten
Bachelor Studiegids 2010/2011 Electrical Engineering

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (ex artikel 7.13 en 7.59 WHW) Bacheloropleidingen UT

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE AARDWETENSCHAPPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Uitvoeringsregeling (art W.H.W.)

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding Molecular Science & Technology

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

bijlagee Opleidingsspecifieke Natuurwetenschappen Universiteit Twente. Advanced Technology Datum: 25 juli 2013 studentenstatuut

In Groningen wordt de opleiding in het Engels gegeven. Je kunt de opleiding in het Nederlands volgen in Eindhoven, Twente en Delft.

Introductie tot de cursus

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Beschrijving onderwijseenheden

Onderwijs- en examenregeling (OER)

Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding Molecular Science & Technology

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Minor in het buitenland Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleidingen Electrical Engineering en Mechatronics

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Eindhoven heeft in het eerste jaar een aantal gemeenschappelijke vakken voor alle eerstejaarsstudenten van de universiteit.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (artikel 7.13 WHW)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

OPLEIDING ELEKTROTECHNIEK

(art en 7.59 WHW)

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Uitvoeringsregeling (art W.H.W.)

Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) BACHELOROPLEIDINGEN MINORS

ONDERWIJS EN EXAMENREGELING (OER) BACHELOROPLEIDINGEN WERKTUIGBOUWKUNDE & MARITIEME TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Inhoud. Introductie tot de cursus

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

(art en 7.59 WHW) 1. De regels in deze bijlage zijn van toepassing op de voltijds bacheloropleiding Advanced Technology.

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleidingen Electrical Engineering en Mechatronics

Onderwijs- en examenregeling

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Studeren in een academische context

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar Deel B. HOOFDSTUK 1 - Doelstellingen en eindtermen van de opleiding

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling

UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE TECHNISCHE NATUURKUNDE

Bachelor Studiegids 2012/ Technische Informatica

Neerlandistiek CROHO 60849

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Studiewijzer BACHELOR KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE EXTRA KEUZENVAK VAK: C++ PROGRAMMEERMETHODEN

Technische Universiteit Delft

BACHELOROPLEIDING WERKTUIGBOUWKUNDE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Studeren in een academische context

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Lineaire Algebra voor E (VKO)

MASTEROPLEIDINGEN ELECTRICAL ENGINEERING EN MECHATRONICS

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Uitvoeringsregeling (art W.H.W.)

Elektrotechniek Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Universiteit Twente

De OER in gewoon Nederlands

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Studiebegeleiding aan de TU Delft

Erratum studiegids Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling (OER) (art W.H.W.) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Transcriptie:

Bachelor Studiegids 2011/2012 - Electrical Engineering Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Creative Technology Electrical Engineering Technische Informatica Technische Wiskunde www.utwente.nl/ewi/onderwijs

VOORWOORD Voorwoord Er bestaat waarschijnlijk geen habitat waar de mens zonder enige vorm van techniek kan bestaan. In de moderne wereld heeft techniek twee kanten: zij lost problemen op en is tegelijkertijd een bron van problemen die je dan weer met techniek moet oplossen. Ingenieurs zijn onmisbaar en zij dragen een enorme verantwoording. Het fundament van de moderne techniek is de natuurwetenschappen. Zij stellen ingenieurs in staat om betrouwbare modellen van hun uitvindingen te maken. Moderne technische systemen verouderen erg; tegelijkertijd worden ze complexer en wordt er van meerdere technische disciplines gebruik gemaakt. De moderne ingenieur moet daarom zijn leven lang blijven leren. Daarvoor is het nodig om de basis van elektrotechniek grondig te bestuderen. Elektrotechniek is uitgebreid tot een enorm groot vakgebied. De manipulatie van stroom en spanning staat centraal in elektrotechniek. Er is bijna geen technisch systeem te bedenken waar je dit niet doet: overal heb je elektrotechniek nodig! Maar elektrotechniek heeft zijn waarde ook in domeinen bewezen. Zo heeft bij voorbeeld de Club of Rome eind jaren 1960 wereldmodellen ter berekening van de stabiliteit van het mondiale economisch-ecologisch systeem opgesteld, die ontleend zijn aan netwerk theorieën. Het denken over systemen maakt de elektrotechnicus uniek en waardevol ook in beroepen en voor problemen die ver afstaan van elektrotechniek. Aan de Universiteit Twente volg je een opleiding tot academicus. Dat houdt niet alleen in dat je Elektrotechniek op hoog niveau zult beheersen maar ook kritisch bent over jezelf en je collega s, je vakgebied en je werk en de betekenis van je werk; dat je relevante informatie kunt oppikken, problemen herkent en aangaat met de passende middelen, dat je je kennis op adequate manier kunt communiceren, en zowel individueel als in teamverband kunt werken. Elektrotechniek geeft je de kans om een aantal gebieden te doorgronden, geeft je de mogelijkheid om onafhankelijk na te denken, je oordeel te vormen en je persoonlijkheid te ontwikkelen maak daar gebruik van, op dat je je verantwoordelijkheid als ingenieur waar kunt maken. Prof. Miko Elwenspoek, Mei 2011 Opleidingsdirecteur Electrical Engineering

INHOUDSOPGAVE DEEL A Bachelorprogramma Electrical Engineering Electrical Engineering 1.1 Doelen 12 1.2 Eindtermen 13 Electrical Engineering aan de Universiteit Twente 2.1 Bacheloropleiding 18 2.2 Organisatie 18 2.2.1 Opleidingsdirecteur 18 2.2.1 Bachelorcoördinator 18 2.3 Na de bacheloropleiding 18 2.3.1 Aansluitende masteropleidingen 18 2.3.3 Opleiding tot leraar 19 2.3.4 Arbeidsmarkt perspectieven 19 2.4 Extra curriculaire activiteiten 19 2.4.1 Honours programma 19 2.4.2 Wiskunde Excellence stream 19 2.4.3 Tweede bacheloropleiding 20 Opbouw van het studieprogramma 3.1 Algemeen 24 3.2 Het programma 25 3.2.1 Het eerste jaar 25 3.2.2 Het tweede jaar 27 3.2.3 Het derde jaar 27 3.2.4 Samenstelling van de opleiding naar vakgebied 28 3.3 Opleiding specifieke regelingen 29 3.4 De minor 30 3.5 Afsluiting van de Bachelorstudie 31 3.5.1 De Bacheloropdracht 31 3.5.2 Diploma 33 Onderwijsvormen en studiebegeleiding 4.1 Onderwijsvormen 36 4.2 Organisatie studiebegeleiding 37 4.2.1 Studentmentoren 37 4.2.2 mentoren 37 4.2.3 Studieadviseur 38 4.2.4 Studentendecanen en psychologen 38 4.2.5 Adviesbrieven 38 4.2.6 Studieplan 39 4.2.7 Academische- en Studievaardigheden 39 Toetsing en kwaliteit 5.1 Toetsing 42 5.1.1 Toetsvorm per vak 42 5.1.2 Derde kans regeling 43 5.1.3 Integratie: projecten 43 5.2 Kwaliteitszorg onderwijs 44 5.2.1 StOEL 44 5.2.2 Opleidingscommissie (OLC) 44 5.2.3 Examencommissie 44 5.2.4 Onderwijs Kwaliteit Commissie (OKC) 44 5.2.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 45 5.2.6 Studentenstatuut 45 5.2.7 Accreditatie 46 DEEL B Cursusinformatie Electrical Engineering 49 DEEL C Algemene Bijlagen 1 De faculteit EWI 72 1.1 Organogram EWI 72 1.2 Opleidingen 73 1.3 Diensten en Eenheden 74 1.4 Faciliteiten 77 2 De organisatie van het onderwijs 79 2.1 Studentenstatuut 79 2.2 (Her)inschrijving studie 79 2.3 Studenten en Onderwijs (S&O) 80 2.4 Communicatie en informatie 81 2.6 Jaarroosters 85 2.7 Colleges 85

INHOUDSOPGAVE 2.8 Vakken volgen 87 2.9 Wegwijs op de campus 87 2.10 Studiemateriaal 87 2.11 PC-privé regeling voor studenten en aanschaf pc/laptop/printer 89 2.12 Tentamens 89 3 UT regelingen 92 3.1 Studiefinanciering 92 3.2 Overgangsregelingen 92 3.3 Regeling afstudeersteun 92 3.4 Topsporters 92 3.5 Regeling Studentenactivisme 93 3.6 Studeren met een functiebeperking 93 4 UT faciliteiten 94 4.1 Bureau Onderwijszaken EWI 94 4.2. Union Shop 94 4.3. Notebook Service Centre 94 4.4 Bibliotheek/informatiespecialist EWI 95 4.5. Studentenrestaurant 96 5. Studentenactivisme 97

DEEL A Bachelorprogramma Electrical Engineering

1 Electrical Engineering

ELECTRICAL ENGINEERING 1.1 Doelen 1.2 Eindtermen De algemene doelstelling van de bacheloropleiding is het opleiden tot bachelors in Electrical Engineering. Een bachelor is een academisch gevormd persoon die opgeleid is om onder supervisie van een ingenieur of master te werken in onderzoek of ontwerp. In de praktijk houdt dat een combinatie van meerdere eigenschappen in. Denk aan nieuwsgierigheid, brede interesse, initiatief tonen, onafhankelijk denken, problemen in een breder kader zien, abstract redeneren, essentiële gedachten van ad hoc ideeën onderscheiden, generalisaties rechtvaardigen en creatief zijn bij het tot stand brengen van oplossingen in ontwerp- en onderzoeksproblemen. Als afgestudeerd bachelor Electrical Engineering ben je in staat om problemen tamelijk onafhankelijk op te lossen. Je bent in staat om nieuwe kennis op te doen en deze te integreren in je werk. Als bachelor kun je problemen identificeren en structureren. Daarbij moet je hoofdzaken van bijzaken kunnen scheiden en een tijdpad voor de oplossing van het probleem aan kunnen geven. Daarnaast zijn bachelors EE ook in staat om in (multidisciplinaire) groepen te werken. Electrical Engineering omvat de studie en toepassing van elektriciteit, elektronica en elektromagnetisme. De deelgebieden die worden behandeld zijn analoge en digitale elektronica, computertechniek, meet- en regeltechniek en communicatietechniek. Daarnaast omvat de opleiding de noodzakelijke basiskennis uit de wiskunde en natuurkunde. De algemene eindtermen voor de afgestudeerde van een bacheloropleiding van de afdeling Electrical Engineering zijn hieronder opgesomd in domein, werkwijze en context. Een afgestudeerde {Domein} wiskundige basiskennis 1. is in staat om vanuit het arsenaal van de calculus gebruik te maken van differentiaal- en integaalrekening, oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen, kansrekening en stochastiek teneinde fysische verschijnselen, componenten, signalen en schakelingen te beschrijven c.q. te modelleren. natuurkundige basiskennis 2. is in staat om eenvoudige elektromagnetische en mechanische situaties te beschrijven en tevens om een beschrijving van halfgeleidercomponenten te geven, alsmede het gedrag van, en informatieverwerving ten behoeve van fysische systemen te analyseren en te modelleren. elektronica 3. is in staat om een eenvoudige analoge schakeling functioneel te beschrijven en te onderzoeken in analytische vorm en dat functionele onderzoek bij schakelingen van toenemende complexiteit te doen met numerieke methoden en simulaties. computertechniek 4. is in staat om eenvoudige digitale schakelingen te analyseren en te synthetiseren en voor het ontwerpen van omvangrijke schakelingen daarbij gebruik te maken van een hardware beschrijvingstaal. De afgestudeerde is bekend met de organisatie van een computer en kent de deelsystemen ervan en is tevens in staat, na analyse, een probleem algoritmisch met een computertaal op te lossen. meet- en regeltechniek 5. is bekend met de functionaliteit en de opbouw van een meetsysteem en in staat meetfouten te identificeren en te analyseren om bij het ontwerpen en testen van schakelingen, gerealiseerd tijdens opdrachten en projecten, bewust met meetapparatuur om te kunnen gaan. 6. kan fysische systemen analyseren en ontwerpen die gebruik maken van een regelstrategie, zoals in elektronische schakelingen alsmede in robotica. 12 13

ELECTRICAL ENGINEERING communicatietechniek 7. is in staat een beschrijving te geven van communicatiesystemen in termen van gebruikte media, modulatiemethoden, coderingstechnieken en protocollen teneinde een uitspraak over de prestatie en kwaliteit van een dergelijk systeem te kunnen geven. {Context} 15. is in staat om na het voltooien van de opleiding een keuze te maken voor en zich te specialiseren in een masteropleiding, dan wel om een plek te vinden op de arbeidsmarkt. 16. is in staat technische en maatschappelijke gevolgen van nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied te analyseren en te bespreken met vakgenoten. {Werkwijze} 8. is in staat om de hoofdfunctie van een verlangde toepassing op een zinvolle manier onder te verdelen in deelfuncties teneinde een functioneel ontwerp van de toepassing op te stellen. 9. is in staat om deelfuncties van een functioneel ontwerp van een verlangde toepassing te vervullen met subsystemen, zodanig dat de realisatie het geheel der subsystemen- de toepassing mogelijk maakt, daarbij rekening houdend met gestelde eisen en voorwaarden. De afgestudeerde kan 17. is in staat vanuit een andere tak van wetenschap met een breder perspectief een oordeel te vormen over het eigen vakgebied. Een officiële versie van de eindtermen en meer informatie over de regels en richtlijnen van de Bachelor Electrical Engineering zijn te vinden in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding: www.utwente.nl/el/onderwijszaken/regels/ hierbij uit alternatieve systemen na evaluatie een verantwoorde keuze maken. 10. is in staat om mondeling en schriftelijk te rapporteren over opdrachten en projecten. 11. is in staat om samen te werken met teamgenoten en opdrachtverstrekkers tijdens opdrachten en projecten. 12. is in staat om voor opdrachten en projecten de vraagstelling te analyseren, benodigde informatie te verwerven, een onderzoeks- en/of ontwerpplan op te stellen en de uitvoering ervan te plannen. 13. is in staat om kennis te vergaren via wetenschappelijke boeken en tijdschriften al dan niet ontsloten via geautomatiseerde zoekmethoden. 14. is in staat om op een deelgebied een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek of ontwerp. 14 15

2 Electrical Engineering aan de Universiteit Twente

ELECTRICAL ENGINEERING AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE 2.1 Bacheloropleiding De bachelor Electrical Engineering bestaat uit een samenhangend programma van vakken uit de Elektronica, Natuurkunde, Meet- en regeltechniek, Computertechniek, Wiskunde. Daarnaast zijn er ondersteunende vakken en projecten. 2.3.2 Stage (in het buitenland) Een stage is bij de meeste masteropleidingen een onderdeel van het programma. Het is mogelijk om dit in het buitenland te laten plaatsvinden. Voor meer informatie kun je terecht bij de stagecoördinator Maarten Korsten: m.j.korsten@utwente.nl 2.2 Organisatie 2.2.1 Opleidingsdirecteur De opleidingsdirecteur van de bachelor Electrical Engineering is Prof. Dr.Miko Elwenspoek; Carré kamer 1407; telefoon +31 53 489 3845; email m.c.elwenspoek@utwente.nl. Als er zaken spelen waar je graag eens met hem over van gedachten wilt wisselen, dan kun je altijd een afspraak bij hem maken via Karin Veldhuis. Zilverling kamer 1032; telefoon +31 53 489 5450; email k.veldhuis@utwente.nl. 2.2.1 Bachelorcoördinator De bachelorcoördinator van Electrical Engineering is dr.ir. Cora Salm. Carré kamer 2611; telefoon +31 534 489 2648; email c.salm@utwente.nl. Voor vragen over het bachelorprogramma kun je bij haar terecht. 2.3.3 Opleiding tot leraar Met een bachelordiploma in de Elektrotechniek is het mogelijk om bij het instituut ELAN een onderwijsbevoegdheid voor Natuurkunde, Wiskunde of informatica te behalen. Er zullen echter extra vakken moeten worden gevolgd. Meer informatie kun je vinden op www.utwente.nl/elan/ 2.3.4 Arbeidsmarkt perspectieven Doordat de bachelor-master structuur nog niet zolang bestaat zijn bedrijven nog onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden, die een afgestudeerd bachelor Electrical Engineering heeft. De meeste afgestudeerde bachelorstudenten besluiten echter door te studeren aan een masteropleiding. 2.4 Extra curriculaire activiteiten 2.4.1 Honours programma Het Honours programma is bedoeld voor de getalenteerde, geïnteresseerde en gemotiveerde student. In bijna anderhalf jaar wordt er een programma van 30 EC aangeboden. Het programma is voor topstudenten van alle opleidingen. Studenten worden intensief begeleid door wetenschappers met een uiteenlopende achtergrond en maken kennis met grote wetenschappers en de praktijk van wetenschapsbeoefening. Ze krijgen boeiende vraagstukken en maken een individueel project, waarbij 2.3 Na de bacheloropleiding 2.3.1 Aansluitende masteropleidingen De Master of Science opleiding in Electrical Engineering, Systems and Control, Embedded Systems en Nanotechnology zijn direct toegankelijk na de bachelor EE. Andere masters zijn, al dan niet met compenserende vakken, toegankelijk. Elk jaar vindt er in december een informatiedag plaats, waarbij de verschillende masteropleidingen vertegenwoordigd zullen zijn. Meer informatie over de masteropleidingen kun je vinden op www.utwente.nl/master ze een onderzoeksvoorstel schrijven binnen hun eigen vakgebied. Meer informatie is te vinden op www.utwente.nl/honours 2.4.2 Wiskunde Excellence stream De Excellence-onderwijslijn past bij het reguliere wiskundeonderwijs. Excellence is hier bedoeld als verdieping van het wiskundig niveau. Het wiskundeonderwijs wordt met een hoger abstractieniveau gegeven. De excellencelijn biedt een volledig parallelprogramma voor de wiskundevakken die in de opleiding aan bod komen. De beste (en gemotiveerde) studenten van technische opleidingen (ca. 10%) komen in aanmerking voor het excellenceprogramma dat wordt verzorgd door de opleiding Technische Wiskunde. Meer informatie over de Excellence stream kun je je vinden op www.utwente.nl/excellence 18 19

ELECTRICAL ENGINEERING AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE 2.4.3 Tweede bacheloropleiding Wanneer een student de ambitie heeft om twee bacheloropleidingen te volgen, kan in overleg met de studieadviseur een voorstel voor een individueel programma aan de examencommissie worden voorgelegd. Meer informatie over de studieadviseur van Electrical Engineering vind je in hoofdstuk 4.2.3 van deze studiegids. Meer informatie over de hoogte van het college geld voor een tweede studie: www.utwente.nl/so/studentservices/geldzaken/collegegeld/ 20 21

3 Opbouw van het studie programma

OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA 3.1 Algemeen Het curriculum is gebaseerd op een achttal domeinen die verdeeld zijn over drie bachelorjaren. Het betreffen de domeinen: 1. Elektronica Vakken: Introductie Elektronica en Elektrotechniek; Netwerkanalyse; Elektronische Basisschakelingen; Elektronische Functies. 2. Natuurkunde basis Vakken: Elektromagnetische Veldtheorie; Mechanica en Transductietechniek; Halfgeleiders Devices; Elektrodynamica; Optische Basisfuncties en Microsystemen. 3. Meet- en regeltechniek Vakken: Meettechniek; Regeltechniek; Dynamische systemen. 3.2 Het programma De vakken uit de acht verschillende domeinen zijn verdeeld over drie studiejaren. De verdeling is zodanig dat er een zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd programma is. Het eerste jaar van de bachelorfase wordt ook wel de propedeuse (P) genoemd. Een collegejaar bestaat uit twee semesters. Een semester is opgedeeld in twee kwartielen van acht onderwijsweken en twee tentamenweken. 3.2.1 Het eerste jaar Semester 1 Semester 2 1A 1B 2A 2B 4. Computertechniek Introductie Electronica Netwerkanalyse Electronische Elektronische functies Vakken: Inleiding Objectgeoriënteerde Programmeren; Basisbegrippen Digitale en Elektrotechniek (6,5 EC) basisschakelingen + + Practicum (3.5 EC) Technieken; Computer Organisatie; Computer Systemen; Informatie Opslag. (6,5 EC) Practicum (7,5 EC) 5. Communicatietechniek Inleiding Object- Basis Begrippen Lineaire structuren Elektromagnetische Vakken: Telematica; Embedded Signal Processing; Random georiënteerd Digitale Technieken (3 EC) veldtheorie (7 EC) Signalen en Ruis; Inleiding Communicatie Systemen. programmeren (3 EC) (5 EC) 6. Wiskundebasis Calculus 1 (5 EC) Practicum Calculus 2 (3 EC) Eind P project (4,5 EC) Vakken: Calculus 1; Lineaire structuren; Calculus 2; Kansrekenen; Meetinstrumenten en Lineaire differentiatie- en differentiaal; Lineaire Systemen. Netwerkanalyse (2 EC) 7. Projecten Project IEEE (2EC) Mid P project (1,5 EC) Vakken: Introductie Elektronica en Elektrotechniek; Mid-P project; Eind P project; Mechatronica project; B2 project; Practicum Realiseren Materialen; Bachelor opdracht. Een studiejaar komt overeen met 60 studiepunten (EC). Een EC staat voor 28 uur studie-inspanning. 8. Ondersteunend Vakken: Communicatie; Masteroriëntatie; Inleiding Energietechniek. Eerste semester In het eerste jaar wordt begonnen met het vak Introductie Electronica en Elektrotechniek (IEEE). Het vak geeft direct aan het begin van de studie een overzicht van de inhoud, de studievormen en de zwaarte van de bachelor Electrical Engineering. Aan het eind van het vak IEEE volgt het project IEEE, waarin de opgedane kennis wordt geïntegreerd en toepast in een groepsproject. Daarna begin je aan Netwerkanalyse, een basis elektronica vak, met daaraan gekoppeld het practicum Meetinstrumenten- Netwerkanalyse (MINA). Naast het uitvoeren van de proeven, ligt de nadruk op het leren journaliseren. 24 25

OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA Het vak Calculus I geeft de basiskennis wiskunde die nodig is voor een groot deel van de wiskunde en EE vakken binnen het programma. Object georiënteerd programmeren is een bouwblok voor de systeemgeoriënteerde vakken die, net als de basisbegrippen digitale techniek, het deel van het vakgebied beslaat wat grenst aan de informatica. 3.2.2 Het tweede jaar Semester 1 Semester 2 1A 1B 2A 2B Kansrekenen (3 EC) Meettechniek (4 EC) Dynamische Communicative Tweede semester sistemen (3 EC) vaardigheden (1 EC) In het tweede kwartiel volgt het elektronica onderwijs met de vakken Elektrische basisschakelingen Lineaire differentiatie- Lineaire systemen Regeltechniek (4 EC) B2 project (11 EC) en Elektronische functies, en de in elkaar overlopende bijbehorende practica. Ook het wiskunde en differentiaal- (6 EC) onderwijs wordt in het tweede kwartiel verdiept met Calculus II en Lineaire structuren. Met Elektromagnetische veldtheorie komt ook de voor EE belangrijke natuurkundige basiskennis aan de orde in het eerste jaar. Tenslotte zijn er twee groepsprojecten in het tweede semester. Bij het eind-p project zal je voor het eerst zelf een projectonderwerp gaan definiëren. vergelijkingen (5 EC) Computer organisatie (3 EC) Telematicasystemen en toepassingen (5 EC) Mechanica en Project Mechatronics (4 EC) transductietechniek (3 EC) Computersystemen (5 EC) Halfgeleiders devices (4 EC) In het tweede jaar komen veel toegepaste EE onderwerpen aan de orde. In het eerste semester worden vakken uit de communicatietechniek en de computertechniek gecomplementeerd met ondersteunende wiskunde. Ook begint het cluster meettechniek. Daarnaast worden met Halfgeleiderdevices en Mechanica & Transductietechniek de natuurkundige grondbeginselen verder uitgediept. 3.2.3 Het derde jaar Semester 1 Semester 2 1A 1B 2A 2B Minor (20 EC) Embedded signal Optische processing (6 EC) basisfuncties en microsystemen(3 EC) Practicum realiseren Inleiding elektronische Random signalen Inleiding materialen (1,5 EC) energietechniek (3 EC) en ruis (4 EC) communicatie systemen (3 EC) Elektrodynamica Informatieopslag Bachelor opdracht (4 EC) (3 EC) (11,5 EC) 26 27

OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA Eerste semester Een groot deel van het eerste semester is vrijgeroosterd voor de minor. De minor wordt gekozen in het tweede semester van het tweede jaar. Het is van belang om een weloverwogen keuze te maken over hoe je deze ruimte gaat invullen. Hierbij spelen je persoonlijke interesses, kwaliteiten en ambities een rol. Ook het studieverloop tot dan toe kan een rol spelen. De vakken Elektrodynamica en practicum RIM zorgen voor een prettige vakinhoudelijke afwisseling. Tweede semester Met Random signalen en ruis, Inleiding communicatie systemen en Embedded signal processing heeft het tweede semester een belangrijke communicatie techniek signatuur. Het vak Embedded signal processing legt daarbij de link met de elektronica basis die eerder in de opleiding is gelegd. Informatie opslag en optische basisfuncties geven meer natuurkundige achtergrond kennis. Het tweede semester in het derde jaar wordt afgerond met de bachelor eindopdracht. Hier legt de student in een individueel onderzoekproject een proeve van bekwaamheid af. 3.2.4 Samenstelling van de opleiding naar vakgebied Hieronder vind je een overzicht van de verdeling van de aandacht die voor verschillende deelvakgebieden in het programma gegeven wordt: Practica en Projecten meestal (maar niet noodzakelijk) elektrotechnisch georiënteerd Electrical Engineering Informatica Natuurkunde Wiskunde Anders voornamelijk de minor in het 3e jaar Over de jaren heen is er veel aandacht voor praktische activiteiten. Er is een stevige component Electrical Engineering. Wiskundige vakken zijn geconcentreerd in de eerste twee jaar. 3.3 Opleiding specifieke regelingen De vakken, als onderdelen van de domeinen van het bachelorprogramma worden, zoals hierboven omschreven, in een bepaalde volgorde aangeboden. Het is aan te bevelen om deze volgorde zo veel mogelijk aan te houden. Mochten er redenen zijn om hier van af te wijken dan is het van belang om rekening te houden met onderstaande regelingen: Het propeuse diploma is behaald als alle 60 EC s van het programma van het eerste jaar zijn behaald; Indien aan het einde van het tweede jaar de propedeuse nog niet is behaald en er zijn totaal minder dan 80 EC s behaald dan is het niet mogelijk om onderdelen af te sluiten van de postpropedeutische fase; Om mee te kunnen doen aan het B2 project moet de propedeuse zijn afgerond en minimaal 17 EC s uit het bachelorprogramma behaald zijn; Om de bacheloropdracht te kunnen doen zijn er tenminste 88 EC s nodig en moet het B2 project zijn behaald. De vakgroep waarbij de opdracht wordt gedaan kan eisen dat bepaalde vakken behaald zijn; Voor het uitvoeren van de bacheloropdracht bij een leerstoel buiten de afdeling elektrotechniek dient vooraf toestemming verkregen te worden van de opleidingsdirecteur; De vakken Mechanica & Transductietechniek, Meettechniek, Dynamische Systemen en Regeltechniek dienen te zijn gevolgd om deel te kunnen nemen aan het project Mechatronica. Het is mogelijk om mastervakken te volgen terwijl de bachelor nog niet is afgesloten (verweven studeren). Er mag echter niet meer dan 30 EC open staan uit het bachelorprogramma. De examencommissie dient hiervoor toestemming te verlenen. Om in aanmerking te komen dient er een studieplan te worden opgesteld, waaruit blijkt wanneer het bachelordiploma gehaald wordt en welke mastervakken er worden gedaan. Indien het bachelorexamen niet binnen een jaar is behaald, dan mogen er geen tentamens meer worden gedaan in de mastervakken. Het is niet mogelijk om aan de stage te beginnen of de afstudeeropdracht te doen zonder in het bezit te zijn van het bachelordiploma. Bij Bureau Onderwijszaken kan een formulier worden opgehaald waarmee een voorlopige inschrijving als masterstudent kan worden gerealiseerd. Het formulier is te downloaden via www.utwente.nl/el/onderwijszaken/formulieren/ Wanneer de examencommissie geen toestemming verleend, dan is het niet mogelijk om de vakken te volgen en tentamens te doen. Gebeurt dit toch dan worden de tentamenresultaten als niet geldig beschouwd. Afwijkingen van deze regelingen dienen altijd door de examencommissie te worden goedgekeurd. 28 29

OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA Aanpassingen aan de vraag vanuit de maatschappij, ontwikkelingen binnen de wetenschap en binnen het middelbare onderwijs hebben ervoor gezorgd dat er in de loop der jaren een aantal curriculum veranderingen hebben plaatsgevonden. De studieadviseur kan geraadpleegd worden voor regelingen, die hiermee te maken hebben en het bepalen van adequate stappen in de studievoortgang. De regelingen van de afgelopen negen jaar komen op de website van EE te staan: www.utwente.nl/el Naast opleidingspecifieke regelingen zijn er UT-brede regelingen. Deze staan vermeld in deel C van deze studiegids. Elk jaar wordt er een nieuw Onderwijs en Examen Reglement (OER) vastgesteld. Deze bevat zowel een UT-breed als een opleidingspecifiek gedeelte. De OER wordt aan het begin van het collegejaar aan alle 3.5 Afsluiting van de Bachelorstudie 3.5.1 De Bacheloropdracht De bacheloropdracht (BO) of Individuele Onderzoek Opdracht (IOO) is de afsluiting van het bachelorprogramma. In deze opdracht wordt een onderzoek bij een vakgroep gedaan. Het is de gelegenheid om het geleerde in de praktijk te brengen. Met de BO of IOO wordt de mate van initiatief nemen, plannen, rapporteren en presenteren van de student getoetst. Het niveau van de opdracht past bij de eindtermen van de bacheloropleiding en de tot dan toe gevolgde vakken. Tijdens de BO of IOO wordt zelfstandig gewerkt, onder de supervisie en begeleiding van de BO/IOO-begeleider. eerstejaarsstudenten uitgereikt. 3.4 De minor Een minor is een gestructureerd, samenhangend en afgerond onderwijspakket van minstens 20 EC. Het is mogelijk om de keuze te maken om kennis te maken met een ander vakgebied of juist de diepte in te duiken in een specialisatierichting. Er is een zekere mate van vrijheid om binnen randvoorwaarden je eigen minor samen te stellen. De opleidingsminors en de themaminors zijn onderwijsprogramma s die door de UT vooraf zijn samengesteld. In de opleidingsminor wordt in het kort kennis gemaakt met één van de UT-bacheloropleidingen (anders dan degene die gevolgd wordt). In de themaminors wordt dieper op een wetenschappelijk onderwerp ingegaan. Het is ook mogelijk om zelf een minor samen te stellen. Dit kan in overleg met de docentmentor, studieadviseur en/of vakdocent. Deze vrije minor moet door de examencommissie van de opleiding worden goedgekeurd. Er zijn een aantal speciale minors waaraan een verblijf in het buitenland gekoppeld is, bijvoorbeeld de minor International Management. Voor de minor Muziek moet auditie worden gedaan. Meer informatie vind je op: www.utwente.nl/majorminor. Ook kun je een kijkje nemen op de minor informatiemarkt in april, waar vertegenwoordigers van verschillende minoren zich zullen presenteren. Ingangseisen minor Op een van tevoren aangekondigd meetmoment moet de student tenminste 80 EC hebben behaald om toegelaten te worden tot een minor. Bij deze meting worden de resultaten van tentamens aansluitend aan het vierde kwartiel meegeteld. Resultaten van tentamens in de zomervakantie niet. De examencommissie kan individuele dispensatie verlenen voor deze 80 EC-eis. Voor de BO/IOO gelden de volgende opdrachteindtermen: De studenten hebben in de bacheloropdracht aangetoond dat ze in staat zijn om: 1. een bij hen passende keuze te maken voor een vakgroep, supervisor en onderzoeksvoorstel (informatie verwerven, zelfkennis, communiceren); 2. een logboek bij te houden (documenteren, integreren van kennis en skills, reflectie); 3. het onderzoeksvoorstel concreet te maken (interpreteren, uitwerken, operationaliseren, via 30 31

OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA literatuurstudie en oefening met instrumenten/ tools, tot een concrete onderzoeksvraag of ontwerpspecificatie met motivatie waarom dit van belang is); 4. een onderzoeksplan te maken (totaaloverzicht geven met stappenplan en tijdplan); 5. het onderzoeksplan doelgericht uit te voeren en zonodig in overleg met de supervisor bij te stellen als voortschrijdend inzicht hiertoe noopt (doelgericht werken, plan bijstellen); 6. een voortgangsrapportage te leveren (verantwoorden dat in de juiste richting naar de kerndoelen 3.5.2 Diploma Om in aanmerking te komen voor het bachelordiploma dient men zich aan te melden bij Bureau Onderwijszaken. Deze aanmelding kan iedere maand, met uitzondering van de maand juli. Er zal worden bekeken of aan alle voorwaarden is voldaan. Eén keer per jaar, in de maand oktober, vindt er een collectieve bachelor diploma-uitreiking plaats. Ook vindt er één keer per jaar, eind september of begin oktober, een UT-brede Propedeuse-uitreiking plaats. wordt gewerkt); 7. een heldere probleemstelling te maken waarin de kernstructuur van werk en verslag tot uitdrukking komt, bijv. in de vorm van een introductie, samenvatting of poster; 8. data voor begeleidingsgesprekken af te spreken en afspraken na te komen (communiceren); 9. afspraken te maken over hoe de beoordeling plaats vindt en welke criteria voor het cijfer worden gehanteerd (communiceren, bijv. wanneer je een 10 krijgt en wanneer een onvoldoende); 10. afspraken te maken over wat er gebeurt bij overschrijding van deadlines of de totale tijdsduur, of bij een onvoldoende (communiceren); 11. een (verplicht!) eindverslag te maken (logische doelgerichte presentatie van het werk naar het technisch-wetenschappelijk forum); 12. een (verplichte!) eindvoordracht over het werk te houden (mondelinge presentatie voor een publiek van BSc-EL medestudenten en vakgroepmedewerkers aan de hand van een powerpoint presentatie). De student is zelf verantwoordelijk voor het leren beheersen van de genoemde punten. Hoe meer het initiatief van de student uitgaat (dit omvat ook het stellen van vragen), hoe beter aangetoond is dat de eindtermen behaald zijn. Het eindcijfer wordt bepaald door de inhoudelijke kwaliteit van het werk (het niveau), het eindverslag, de eindvoordracht en de gevolgde werkwijze die o.a. blijkt uit de bovengenoemde tussenproducten. Deze laatste kunnen of mondeling of schriftelijk worden geleverd, volgens afspraak tussen supervisor en student. 32 33

4 Onderwijsvormen en studiebegeleiding

ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING 4.1 Onderwijsvormen De vakken worden aangeboden in diverse onderwijsvormen: hoorcolleges, werkcolleges, colstructies, practica, individuele- of groepsbesprekingen met een docent en zelfstudie. 4.2 Organisatie studiebegeleiding Om de studie zo efficiënt en effectief te kunnen doorlopen worden binnen en buiten de opleiding EE een aantal diensten ingezet. In de volgende paragrafen zullen enkele diensten worden besproken. Onderwijsvorm Hoorcollege Werkcollege Practicum Colstructie Individuele of groepsbespreking met docent Bespreking/werkoverleg binnen projectgroep Zelfstudie Omschrijving onderwijsvorm De docent geeft plenair een toelichting en/of aanvulling op de leerstof Er wordt aan opdrachten gewerkt ter verwerking van de lesstof. De werkcolleges zijn interactiever van aard Groepsgewijs of individueel wordt aan een bepaald project, onderwerp of een specifiek computerprogramma gewerkt Dit is een combinatie van een hoor- en werkcollege Bij opdrachten kunnen op verschillende momenten besprekingen met een begeleidend docent plaatsvinden: vooraf, gedurende het proces en/of ter afronding Binnen de verschillende vakken zijn er opdrachten die uitgevoerd worden in een projectgroep bestaande uit medestudenten. Buiten de college-uren spreekt men af voor werkbespreking of samenwerking. Hierdoor wordt er geoefend in professioneel samenwerken, taken verdelen en rapporteren Via zelfstandig studeren wordt de leerstof eigen gemaakt 4.2.1 Studentmentoren De studentmentoren zijn ouderejaars studenten Electrical Engineering. Zij gebruiken hun expertise als student EE aan de UT om de eerstejaars studenten wegwijs te maken binnen de opleiding en de universiteit. Daarnaast kunnen zij ondersteunend zijn bij het studeren van de leerstof en studievaardigheden. Het student zijn is een terugkerend onderwerp. In het eerste kwartiel zijn een aantal contactmomenten groepsgewijs ingeroosterd. Buiten de verroosterde uren is er ook contact met de studentmentor mogelijk. 4.2.2 mentoren mentoren zijn meestal docenten, die gedurende het eerste jaar lesgeven. Bij aanvang van de studie krijgt elke student een docentmentor toegewezen. Gedurende het eerste jaar zullen er een drietal individuele (ingeroosterde) ontmoetingen plaatsvinden. Gedurende het tweede en derde jaar van de bachelorfase zijn de contactmomenten niet ingeroosterd. Contact is dan afhankelijk van de vraag en behoefte van de student. De studievoortgang overzichten (SV), die aan het einde van het academische jaar, samen met een adviseringsbrief van de opleidingsdirecteur naar de student worden gestuurd kunnen een aanleiding vormen voor de docentmentor om contact met de student op te nemen. Eerdere SV s en individuele contacten kunnen ook een aanleiding voor een uitnodiging voor een gesprek De werkvormen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de doelen van het vak. In vakken die vooral gericht zijn op het verwerven van kennis en inzicht bestaan de contactmomenten grotendeels uit hoor- en werkcolleges. In vakken die gericht zijn op het verwerven van specifieke vaardigheden of het oefenen van competenties (combinatie van kennis, vaardigheden en houding) wordt het onderwijs gegeven in de vorm van practica, colstructies, projecten of opdrachten. In de loop van de studie verandert de verhouding tussen contacturen en zelfstudie. Er wordt van de student verwacht dat deze steeds beter zijn/haar eigen studieproces kan vormgeven. De opbouw van het programma zorgt ervoor dat de student steeds zelfstandiger wordt en steeds meer complexere problemen aankan. vormen. De docentmentoren zetten hun ervaringen als docent in. Ze zijn getraind om studiegerelateerde- en persoonlijke onderwerpen adequaat met de student te behandelen. Ze kunnen de student doorverwijzen naar de studieadviseur en/of de centrale diensten van studenten decanen en psychologen. De docentmentoren kunnen altijd door de student worden benaderd. De docentmentoren voor de studenten, die in 2011 met hun studie BSc EE beginnen zijn: Anne Johan Annema, Carré 2629, tel. 053 489 2649, email: a.j.annema@utwente.nl Leon Abelmann, Carré 1411, tel. 053 489 6216, email: l.abelmann@utwente.nl Jan Eijkel, Carré 2415, tel. 053 489 2839, email: j.c.t.eijkel@utwente.nl Hans Groenland, Carré 1349, tel. 053 489 6182, email: j.p.j.groenland@utwente.nl Cora Salm, Carré 2611, tel. 053 489 2648, email: c.salm@utwente.nl 36 37

ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING Wouter Olthuis, Carré 2409, tel. 053 489 2688, email: w.olthuis@utwente.nl Chris Roeloffzen, Carré 2023, tel. 053-489 2804. email: c.g.h.roeloffzen@utwente.nl Mark Bentum, Carré 2021, tel. 053-489 2108, email: m.j.bentum@utwente.nl Arjan Meijerink, Carré 2011, tel. 053-489 2238, email: a.meijerink@utwente.nl De docentmentoren van de studenten die voor 2011 aan hun studie zijn begonnen staan vermeld op de website, www.utwente.nl/el/studiebegeleiding/mentoren/ 4.2.3 Studieadviseur De studieadviseur kan benaderd worden voor alle studie- en persoonlijke gerelateerde onderwerpen. Naast studieplanning, studievaardigheden, studiekeuze en individuele- en universitaire regelingen, kunnen motivatie, activisme en overstap gerelateerde zaken aan de orde komen. De studieadviseur kan de student doorverwijzen naar studentendecanen en psychologen. 4.2.6 Studieplan Volgens de Onderwijs- en Examenregeling dient elke bachelorstudent bij aanvang van elk semester een studieplan te maken. Voor elke eerstejaarsstudent zal de studieadviseur een advies over het door hem of haar gemaakte studieplan geven. Voor de overige studenten geldt dat ze in contacten met de studieadviseur te allen tijde een recent studieplan moeten kunnen laten zien. 4.2.7 Academische- en Studievaardigheden In de eerste week van het academisch jaar zal er een college efficient en effectief studeren worden gegeven aan de eerstejaars studenten van de faculteit. Tijdens het studentmentoraat, docentmentoraat en in het curriculum zitten ook elementen van academische- en studievaardigheden. Op de website www.utwente.nl/el/studiebegeleiding staan studietips en diverse vormen van ondersteuning met betrekking tot het studeren. Naar aanleiding van de studieresultaten kan zij, al dan niet in samenspraak met de docentmentor, de student benaderen om de studievoortgang samen met de student door te nemen. De studieadviseur is de vertrouwenspersoon voor de studenten. Je kunt te allen tijde contact opnemen met de studieadviseur. De studieadviseur voor Electrical Engineering is Thea de Kluijver: Zilverling 1003, tel 3697, E-mail: t.h.dekluijver@utwente.nl 4.2.4 Studentendecanen en psychologen Op UT-breed niveau kun je terecht bij de studentdecanen en psychologen. Meer informatie hierover vind je paragraaf 2.3 van de bijlagen Studenten Services. 4.2.5 Adviesbrieven In het vierde kwartiel van het academische jaar wordt naar elke student een studievoortgangoverzicht, samen met een advisering van de opleidingsdirecteur verstuurd. De eerstejaarsstudenten zullen in november of december een preadvies brief krijgen. De brief is gebaseerd op het aantal EC s dat tot dan toe behaald is en de indruk die de docentmentor van je heeft. In de loop van de studie worden er een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd over onder andere de inrichting van het 2e en 3e jaar, keuzevakkenvoorlichting, minormarkt en de voorbereiding op de masterkeuze. 38 39

5 Toetsing en kwaliteit

TOETSING EN KWALITEIT 5.1 Toetsing Gedurende de opleiding wordt er op verschillende manieren geëxamineerd. Hiervoor worden verschillende toetsingsinstrumenten gebruikt. 5.1.1 Toetsvorm per vak De meeste vakken worden schriftelijk getentamineerd. Het vak Informatieopslag wordt door middel van opdrachten getentamineerd en het vak Elektromagnetische veldtheorie wordt met een mondeling tentamen afgesloten. Bij de vakken Meettechniek, Computersystemen en Embedded Signal Processing maakt een praktische oefening deel uit van het assessment. Deze praktische oefening moet met een voldoende resultaat afgerond worden voordat aan een tentamen deel kan worden genomen. 5.1.2 Derde kans regeling Een student die voor een vak nog geen voldoende heeft en voor de derde keer een tentamenpoging wil doen dient volgens de Onderwijs- en Examenregeling daarvoor toestemming te moeten krijgen aan de examencommissie. Dit moet gebeuren door het indienen van een aanvraag, ondertekend door de studieadviseur en de docent van het vak, vergezeld van een plan van aanpak en een studieplan. De student neemt tenminste zes weken voor de herkansingsdatum contact op met de docent en de studieadviseur en dient uiterlijk vijf werkdagen voor het sluiten van de tentameninschrijving een verzoek tot inschrijving in bij de examencommissie. Pas na het verkrijgen van goedkeuring van de examencommissie is het mogelijk zich voor het betreffende vak in te schrijven. Instructies voor de student zijn te vinden in de bijlage van deze gids. De examinator van een practicum kan eisen dat één of meerdere verslagen gemaakt moeten worden, dat een journaal bijgehouden wordt en/of dat een presentatie gehouden wordt. De beoordeling over een practicum wordt gegeven op grond van de prestaties gedurende dat practicum. De vorm waarin de onderdelen van de minor getentamineerd worden, wordt bepaald door de Onderwijsen Examenregeling van de opleiding die verantwoordelijk is voor de minor. De toetsvormen staan beschreven in de vakomschrijvingen in deel B van deze studiegids. 5.1.3 Integratie: projecten Om de integratie uit de verschillende vakken of juist uit een vak te bevorderen en om de prestaties te monitoren worden er een aantal projecten gedaan, die met een presentatie en/of een verslag worden afgesloten. Naast onderstaande projecten zijn er het mid-p -, het eind P- en het Mechatronica project. B2-project Het B2-project wordt normaliter gedaan in groepen van 4 studenten. De beoordeling van het B2-project wordt verkregen op grond van de prestaties gedurende de opdracht, van een tussenvoordracht en een eindvoordracht en een schriftelijk verslag over de verrichte werkzaamheden. Er kan een tussenverslag geëist worden. Bacheloropdracht De beoordeling van de Bacheloropdracht wordt verkregen op grond van de wijze van werken gedurende de opdracht, een eindvoordracht, en een schriftelijk verslag over de verrichte werkzaamheden. De leerstoel wijst een begeleidingscommissie aan die bestaat uit tenminste twee personen. In de begeleidingscommissie heeft tenminste één lid van het wetenschappelijk personeel in vaste dienst van de faculteit zitting. De begeleidingscommissie wijst een dagelijkse begeleider aan uit haar midden. In de begeleidingscommissie heeft tenminste één examinator zitting. Voor het uitvoeren van de opdracht buiten de afdeling elektrotechniek van de Universiteit Twente, is toestemming nodig van de opleidingsdirecteur. 42 43

TOETSING EN KWALITEIT 5.2 Kwaliteitszorg onderwijs De kwaliteit van het onderwijs krijgt binnen de faculteit EWI, waaronder EE valt, veel aandacht. Voor goed onderwijs is een grote betrokkenheid van docenten en studenten nodig en een goede onderlinge communicatie. De kwaliteitscyclus bestaat uit de volgende instrumenten: 5.2.1 StOEL Om de kwaliteit van het onderwijs bij de opleiding Electrical Engineering te waarborgen is het Studenten Overleg EL (StOEL) actief. Deze commissie bestaat uit een aantal studenten die zich bezig houden met de kwaliteit van het onderwijs en het evalueren van de opleiding Electrical Engineering. Zo wordt elk kwartiel van de Bachelor los geëvalueerd en is het StOEL het centrale aanspreekpunt voor studenten met klachten of opmerkingen over het onderwijs. Voor problemen, klachten en/of ideeën kan contact worden opgenomen met het StOEL stoel@scintilla.utwente.nl Meer informatie is te vinden op: www.scintilla.utwente.nl/stoel/ 5.2.2 Opleidingscommissie (OLC) De OLC bestaat zowel uit studenten als docenten. Het is een adviesorgaan voor de opleidingsdirecteur en moet over alle onderwijszaken gehoord worden. Het gaat hier onder meer om onderwijsprogramma s, studielast, roosters, klachtenafhandeling en vakevaluaties. 5.2.3 Examencommissie De examencommissie bestaat uit stafleden en heeft een zelfstandige bevoegdheid over alles wat te maken heeft met de verschillende examens. De commissie stelt de regels op over examens, wel of niet slagen, met lofregeling, etc. In deze commissie wordt vastgesteld welke studenten wanneer voor welk examen geslaagd zijn. Ook rendementscijfers en fraudegevallen komen ter sprake. 5.2.4 Onderwijs Kwaliteit Commissie (OKC) De Onderwijs Kwaliteit Commissie heeft tot taak: het informeren van de decaan en de OLC over de voortgang van het onderwijsproces; het uitbrengen van rapportages aan de examencommissie over de bijdrage/rol van de docent aan het onderwijsproces door middel van intercollegiale toetsing door een lid van de wetenschappelijke staf die zitting heeft in de OKC. Hiertoe dienen de vakken van het verplichte curriculum systematisch te worden geëvalueerd; het uitbrengen van evaluaties aan de examencommissie, de OLC en de betreffende docent van keuzevakken van het niet-verplichte deel van het curriculum; het uiterlijk binnen 6 weken aan de decaan, de OLC en de betreffende docent uitbrengen van een OKC-rapportage omtrent gehouden tentamens; het jaarlijks uitbrengen van een verslag van haar werkzaamheden en een plan voor het komende jaar ten behoeve van de examencommissie en de OLC. 5.2.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Het wetenschappelijk onderwijs is geregeld door de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Hierin worden globale regels gegeven over de doelstellingen van het wetenschappelijk onderwijs en wordt de bestuursstructuur van de Universiteiten geregeld. De WHW regelt de cursusduur van de initiële opleidingen, geeft aan op welke manieren men ingeschreven kan zijn en regelt de toelating tot de verschillende examens. De WHW geeft aan de faculteitsdecaan een centrale taak voor wat betreft de inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening. De decaan stelt de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vast, en ook het faculteitsreglement waarin het bestuur en de inrichting van de faculteit nader geregeld wordt. In de OER wordt een groot aantal belangrijke punten met betrekking tot het onderwijs en de tentamens/ examens geregeld, waaronder: de inhoud van de opleiding; de studielast van de onderdelen (vakken, practica, projecten, stage, opdrachten); welke examens er zijn; het aantal malen per studiejaar dat tentamens en examens afgelegd kunnen worden; de geldigheidsduur van beoordelingen. Meer informatie is te vinden op: utwente.nl/el/onderwijszaken/regels 5.2.6 Studentenstatuut De WHW schrijft ook voor dat er een Studentenstatuut is. Het Studentenstatuut kent een instellingsspecifiek deel, geldig voor de hele universiteit (waarin bijvoorbeeld de financiële 44 45

TOETSING EN KWALITEIT ondersteuningsregelingen van de universiteit geregeld zijn) en een opleidingsspecifiek deel waarin bijvoorbeeld informatie over de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten opgenomen moet zijn. Voor meer informatie zie hoofdstuk 2.1 van de bijlagen van deze studiegids. 5.2.7 Accreditatie In Nederland moet een opleiding geaccrediteerd zijn om in aanmerking te komen voor bekostiging door de overheid. Accreditatie is het verlenen van een keurmerk dat aangeeft dat aan bepaalde maatstaven is voldaan. Ook de toekenning van studiefinanciering aan de studenten is afhankelijk van accreditatie. De opleiding Electrical Engineering is geaccrediteerd in 2010 opnieuw door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie. 46 47

DEEL B Cursusinformatie Electrical Engineering

CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING Cursusinformatie Electrical Engineering Op het moment waarop deze studiegids wordt gedrukt zijn niet alle gegevens overgehaald en verwerkt in de nieuwe onderwijscatalogus van OSIRIS, www.utwente.nl/onderwijscatalogus. Kijk voor de meest recente cursusinformatie in OSIRIS: http://osiris.utwente.nl. Bachelor 1 Semesteroverzicht Semester 1 Semester 2 Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4 Cursusinformatie Introductie Elektronica en Elektrotechniek 191211600 EC 6,5 Toetsvorm Tentamen 1A Vakinhoud Introductie in de kerngebieden van de elektrotechniek waarbij fysische en mathematische aspecten uitgebreid en expliciet worden belicht; wiskunde herstelonderwijs; afsluitend project. Deze cursus geeft een inleidend overzicht in de diverse onderdelen van de elektrotechniek. Eventuele hiaten in de voorkennis van de studenten met betrekking tot wiskunde en/of fysisch inzicht of begrip worden weggewerkt. Tegelijkertijd worden deze vaardigheden gebruikt bij het verkrijgen van nieuwe kennis op het gebied van specifieke elektrotechnische deelgebieden zoals elektronische componenten, signalen, systemen, meten en karakteriseren. In dit college wordt een duidelijke link gelegd tussen het elektronische en andere fysische domeinen. Leerdoelen Werkhouding leren, introductie EL, wiskundige basisvaardigheden, fysisch inzicht Dr. Ir. C. Salm Materiaal Dictaat Werkvormen Werkcollege (1A), Hoorcollege (1A), Zelfstudie (1A), Project (1A, 1B) Introductie Electronica en Elektrotechniek (6,5EC) 191211600 Inleiding Objectgeorienteerd programmeren (3 EC) 192110174 Netwerkanalyse (6,5 EC) 191210050 Basis Begrippen Digitale Techniek (5 EC) 192130014 Electronische basisschakelingen + practicum (7,5 EC) 191211750/ 191211760 (practicum Elbas) Lineaire structuren (3 EC) 191510103 Elektronische functies + practicum (3.5 EC) 191211770/ 191211780 Elektromagnetische veldtheorie + practicum (7 EC) 191211290/ 191210080 Practicum Introductie Elektronica en Elektrotechniek 191211580 EC 2 Toetsvorm Toets/test 1A Vakinhoud Dit practicum is verweven met de cursus Introductie Electronica en Elektrotechniek (191211580). De opgedane kennis in IEEE wordt in dit practicum in de praktijk gebracht. Er wordt een begin gemaakt met het leren omgaan met elektrische meetinstrumnten. Daarnaast zijn er voorbeelden van de concrete toepassingen van elektrotechnische principes waarvan de theorie in latere vakken uitgebreider behandeld zal worden. Het leren journaliseren is onderdeel van dit vak.. Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen. Smits, S.M.; Bentum, M.J. Materiaal Practicumhandleiding Calculus 1 (5 EC) 201000177 Practicum Meetinstrumenten en Netwerkanalyse (2 EC) 191211610 Project IEEE (2EC) 191211580 Calculus 2 (3 EC) 191511040 Mid P project (1,5 EC) 191211620 Eind P project (4,5 EC) 191211790 Inleiding Objectgeörienteerd-programmeren 192110174 EC 3 Toetsvorm Tentamen 1A Vakinhoud In dit vak maken de studenten kennis met een moderne, ontwikkel- en programmeer-omgeving, gebaseerd op de programmeertaal Java. Tevens leren ze algoritmisch te denken door analyse van niet-triviale problemen. Aan de orde komen elementaire objectgeoriënteerde concepten als klasse, instantie, methode, attribuut en overerving. Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen. Diepen van, N.M. Materiaal Handboek Objectgeörienteerd programmeren, Jan Beurgh, 2e druk, Van Duuren Media, ISBN 90-5940-117-4 Werkvormen Hoorcollege (1A), Zelfstudie (1A), Practicum (1A) 50 51

CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING Calculus I 201000177 EC 5 Toetsvorm Toets/test 1A Vakinhoud Een gedegen kennis van de wiskunde en er vlot mee om kunnen gaan is noodzakelijk bij het begrijpen en toepassen van de stof die in de vakken van de eigen opleiding aan de orde komt. De wiskunde van het VWO is hiervoor een eerste aanzet, maar dit is nog lang niet voldoende. Calculus I is aan het begin van het curriculum geplaatst om deze wiskundige basis uit te breiden. In het vak zal uitvoerig worden ingegaan op begrippen als continuïteit en differentieerbaarheid, die keurig gedefinieerd worden door gebruik te maken van limieten. Deze limieten zijn van belang. Veel problemen (ook uit de praktijk) zijn namelijk zo lastig dat er niet meteen een analytische oplossing voorhanden is en er een vereenvoudiging van het probleem gemaakt moet worden. Deze vereenvoudigingen bevatten veelal begrippen die gedefinieerd zijn als limieten. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan analytische oplosmethoden zoals integralen en bepaalde differentiaalvergelijkingen, en zal er kennis gemaakt worden met complexe getallen. En omdat bij het bestuderen van fysische en technische vragen vaak functies voorkomen die van meerdere variabelen afhangen (denk aan plaats (x,y) en tijd (t)) zal er ook een korte inleiding gegeven worden over functies van twee variabelen. Begrippen die aan bod komen zijn: elementaire functies, differentiëren, extrema, limiet, continuïteit, afgeleide, Riemansom, systematisch integreren, Taylor-ontwikkeling, complexe getallen, 2e orde differentiaalvergelijkingen (met vaste constanten) en functies van twee variabelen. Het eigen maken van deze begrippen, de bijbehorende methoden en het daadwerkelijk toepassen ervan zal geoefend worden met behulp van talrijke opgaven (en uitgewerkte voorbeelden) en door middel van een practicum. Dit practicum is verplicht en zal bestaan uit het leren werken met en het toepassen van het wiskundeprogramma Maple. Bij het niet of onvoldoende uitvoeren van dit practicum zal geen cijfer worden toegekend voor het vak. Naast de colleges zijn er voor de opleidingen TN, ST en EL ook twee verplichte practica waarin in groepen van vier personen gewerkt wordt aan cases die gerelateerd zijn aan de betreffende opleiding. Het vak kan worden afgerond door middel van een aantal toetsen of door een tentamen af te leggen. Het cijfer wordt alleen dan geregistreerd als ook het maplepracticum en de cases voldoende zijn. Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen. dr.ir. G.F. Post Materiaal Calculus, early transcendentals; 6th ed., James Stewart, ISBM 0-495-38273-6 Werkvormen Colstructie (1A), Zelfstudie (1A), Practicum (1A) Netwerkanalyse 191210050 EC 6,5 Toetsvorm Tentamen 1B Vakinhoud Het vak geeft een inleiding in het op een systematische wijze berekenen van spanningen, stromen en vermogens in elektrische netwerken en daarmee een van de basisvakken voor de elektrotechniek. De beschouwde netwerken zijn opgebouwd uit netwerkelementen: bronnen, weerstanden, condensatoren en spoelen. Diverse analysemethoden worden behandeld, te beginnen bij de analyse van statische netwerken met bronnen en weerstanden behulp van knooppuntanalyse, serie- en parallelschakelingen, spanning- en stroomdeling, superpositie en bronsubstitutie. Voor deze analyse vormen de wetten van Kirchoff en de elementvergelijkingen de belangrijkste ingredienten. Vervolgens worden methoden gepresenteerd voor het berekenen van tijdafhankelijke signalen in netwerken met spoelen en condensatoren met behulp van differentiaalvergelijkingen, wijzertransformaties, overdrachtsfuncties, Bode diagrammen, Fourier reeksen en Convolutie. Tenslotte komen vermogensoverdracht voor statische en sinusvormige signalen aan de orde en tweepoorten. Leerdoelen Hoofddoel: Kennismaking met elektrische netwerken en methoden om die te analyseren. De student kan: 1. knooppuntsanalyse toepassen op een eenvoudig netwerk. 2. differentiaalvergelijkingen opstellen en oplossen voor 1e en 2e orde netwerken. 3. een netwerk naar het wijzerdomein transformeren. 4. de overdrachtsfunctie van een netwerk bepalen en de bijbehorende Bodediagrammen schetsen. 5. vermogensberekeningen uitvoeren. 6. de Fourierreeks voor eenvoudige periodieke signalen bepalen. Spreeuwers, L.J.; Rootseler van, R.T.A Materiaal Electronic Circuits, 8th/9th Ed., Nilsson & Riedel, Pearson International Edition, ISBN: 0-13-503165-6 + Handouts Werkvormen Hoorcollege (1B), Werkcollege (1B) Voorkennis Calculus I (201000177) Practicum Meetinstrumenten/Netwerkanalyse 191211610 EC 2 Toetsvorm - 1B Vakinhoud Dit practicum wordt gegeven tijdens het blok Netwerkanalyse (191210050). Het is een vervolg op het practicumdeel van het college Inleiding Elektronica en Elektrotechniek en het heeft een tweeledig doel. De student maakt enerzijds tijdens het deel Meetinstrumenten kennis met enige meetinstrumenten uit de elektrotechniek en verdiept daarmee de experimentele vaardigheden opgedaan tijdens bovengenoemde inleiding. Aandacht wordt met name besteed aan de invloed van het intstrument op de te bemeten elektrische schakeling en aan de meetonnauwkeurigheid van het instrument. Anderzijds beoogt het deel netwerkanalyse de toetsing aan de orde te laten komen van een model van een schakeling aan de praktijk. Dit deel bestaat uit een aantal inleidende metingen aan schakelingen in het tijd- en het frequentiedomein. Het practicum wordt afgesloten met enige proeven, waarbij beide aspecten van het experiment, de analyse van een schakeling en de aandacht voor het meetinstrument, geïntegreerd aan de orde komen. Inschrijving geschiedt automatisch. Inhoud: Gelijkspanningsmetingen, multimeters, Wheatstone brug, oscilloscoop en functiegenerator, wisselspanningsmetingen, Bode diagram, filters, Fourier analyse van signalen, tweepoorten Leerdoelen Systematisch leren experimenteren met elektrische meetinstrumenten Smits, S.M.; Bentum, M.J. Materiaal Handleiding Practicum Meetinstrumenten en Netwerkanalyse + Algemene practicumhandleiding Werkvormen Practicum (1B) Voorkennis Introd. Elektronica en Elektrotechniek (191211580) + Pract.Intro.Elektronica en Elektrotechn. (191211600) Basisbegrippen Digitale Techniek 192130014 EC 5 Toetsvorm - 1B Vakinhoud In dit vak worden elementaire kennis en vaardigheden uit de digitale techniek behandeld (binair/ hexadecimaal tellen, Booleaanse logica). De theorie die in dit vak wordt besproken, zal worden toegepast in een practicum. Het vak legt een uitgebreide basis voor de vervolgvakken over digitale techniek. Belangrijk in dit vak is de analyse van standaardschakelingen, zowel combinatorisch als sequentieel. Hierbij zal geabstraheerd worden op transistor-niveau en lager. Ook zal het ontwerpen van schakelingen met zowel combinatorische als sequentiële onderdelen op grond van specifieke informatie aan bod komen. Het toepassen en uitdiepen van de behandelde theorie zal plaatsvinden tijdens het practicum. In dit practicum zal er een grote digitale schakeling ontworpen moeten worden, waarbij de student gebruik kan maken van de hardware-beschrijvingstaal VHDL. Het practicum zal bestaan uit 2 delen, het eerste deel is verplicht, het tweede facultatief. Het voldoende afronden van het facultatieve deel van het practicum levert een deel van de tentamenpunten op. Een tentamencijfer wordt alleen toegekend als het eerste deel van het practicum voldoende is afgerond. Leerdoelen - Elementaire kennis verkrijgen van een digitaal systeem - Digitale vaardigheden kunnen gebruiken - Onderscheid kunnen maken in combinatorische en sequentiële digitale schakelingen - De werking van enkele digitale componenten begrijpen - Bovenstaande kennis/ vaardigheden kunnen toepassen in een digitaal systeem Kerkhoff, H.G.; Smit, G.J.M.; Molenkamp, E. Materiaal Studie- en practicumhandleiding; via Blackboard beschikbaar + M. Mano en Ch. Kime: Logic and computer design fundamentals, 4thd ed., ISBN 0-13-206711-0 Werkvormen Hoorcollege, Zelfstudie, Practicum (1B) 52 53