HANDREIKING STAATLOOSHEID DECEMBER 2016, DEN HAAG
Inhoud 1. Wat is Staatloosheid?... 3 1.1 De iure staatloosheid... 3 1.2 De facto staatloosheid... 3 1.3 Nationaliteit onbekend in BRP... 3 1.4 Staatloosheid in BRP... 4 2. Oorzaken van Staatloosheid... 4 3. Oplossingen voor Staatloosheid... 5 3.1 Huidig beleid... 5 3.1.1 Naturalisatie... 5 3.1.2 Optie kinderen... 5 3.1.3 Opvolgende geboorte... 6 3.2 Openbare orde... 6 3.2.1 Intrekken/weigeren verblijfsvergunning... 6 3.2.2 Inreisverbod... 6 3.2.3 Ongewenstverklaring... 6 3.3 Wetsvoorstel... 7 3.3.1 Vaststellingsprocedure... 7 3.3.2 Uitbreiding optierecht kinderen... 7 4. Voorzieningen en Verblijf... 8 5. Overige Relevante Publicaties... 8
1. Wat is Staatloosheid? 1.1 De iure staatloosheid Het begrip staatloosheid wordt in de volksmond op verschillende manieren gebruikt. In juridische zin is iemand echter pas staatloos als geen enkel land, volgens de wetgeving van dat land, iemand als onderdaan beschouwt. Dit wordt de iure staatloosheid genoemd. De betrokkene heeft in dit geval geen enkele nationaliteit. Soms komt het voor dat mensen documenten hebben waaruit hun staatloosheid blijkt (vreemdelingenpaspoort), maar vaker heeft men helemaal niets om de identiteit en herkomst mee aan te tonen. Binnen de groep geregulariseerde Roma zijn mensen die daadwerkelijk, in juridische zin, geen nationaliteit hebben. Deze de iure staatloosheid was ook een van de redenen om in 1978 een groep Roma te regulariseren en daarmee uitzicht te geven op een nationaliteit. 1.2 De facto staatloosheid Onder een de facto staatloze verstaan we iemand die in juridische zin, dus volgens wetgeving, wel een nationaliteit heeft, maar diegene wordt niet als onderdaan erkend door het land van die nationaliteit. In dit geval kan het goed zijn dat de betrokkene beschikt over documenten, mogelijk zelfs documenten waaruit zijn/haar nationaliteit blijkt. Deze nationaliteit kan men alleen niet effectueren doordat het land van nationaliteit deze documenten niet erkent. Alhoewel een land verplicht is de eigen onderdanen terug te nemen, kan Nederland niet iemand uitzetten naar een land dat weigert de betrokkene als onderdaan terug te nemen. In het geval van Roma is het vaak lastig om over een document te beschikken waaruit de link met een land blijkt. Hierbij is het een probleem als herkomstlanden hun administratie niet op orde hebben. Vaak kan er een link worden gelegd tussen staatloosheid en het gebrek aan registratie van geboorte. Veel de facto staatlozen lopen tegen het probleem aan dat zij bij geboorte niet zijn geregistreerd, waardoor het aantonen van een nationaliteit wordt bemoeilijkt. 1.3 Nationaliteit onbekend in BRP Ruim 80.000 mensen, onder wie waarschijnlijk ook Roma, staan in de Basisregistratie Personen (BRP) geregistreerd met een onbekende nationaliteit. Zij worden met onbekende nationaliteit in de BRP opgenomen wanneer zij niet beschikken over de vereiste documenten waaruit de nationaliteit, of het ontbreken daarvan, blijkt. Van veel van de vreemdelingen zonder paspoort, staat in het vreemdelingendossier echter wel informatie over de nationaliteit. Omdat het geen wenselijke situatie is om veel vreemdelingen met een onbekende nationaliteit in de bevolkingsadministratie te hebben, kan de gemeente inmiddels advies vragen aan de IND en het daar bekende nationaliteitsgegeven inschrijven op grond van artikel 2.17 van de Wet BRP. Dit mag ook met terugwerkende kracht.
1.4 Staatloosheid in BRP Volgens het Advies van de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) uit 2013 1 stonden er zo n 2000 personen als staatloos ingeschreven in de BRP. Inmiddels zijn daar zo n 3000 staatloze Syrische Palestijnen bijgekomen. Voor inschrijving in de BRP is rechtmatig verblijf een voorwaarde. Onder een rechtmatig verblijf wordt verstaan dat iemand verblijf heeft met instemming van het bevoegd gezag, doorgaans in de vorm van een verblijfsvergunning. Staatlozen zonder dit rechtmatige verblijf, staan als zodanig niet in het BRP. Hoeveel illegale staatlozen Nederland kent, kunnen we dus niet met zekerheid stellen. De VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR schat dat er ruim 670.000 staatlozen zijn binnen Europa. Er zijn twee VN verdragen over de status van staatlozen en over het voorkomen en bestrijden van staatloosheid (1954 en 1961) 2. Beide verdragen zijn door Nederland geratificeerd. Deze gaan echter alleen over de iure staatlozen. Binnen de Nederlandse wetgeving gaan begunstigende uitzonderingen ook enkel over de iure staatlozen, waarbij bovendien de voorwaarde geldt dat het BRP je als staatloze kent en je rechtmatig verblijf hebt. Deze begunstiging houdt in: recht op een vreemdelingenpaspoort, versnelde naturalisatie tegen een lager tarief en optierecht voor het Nederlanderschap als je staatloos in Nederland bent geboren. Alle drie zijn gekoppeld aan een verblijfsvergunning. 2. Oorzaken van Staatloosheid Er zijn wereldwijd verschillende oorzaken van staatloosheid. Deze oorzaken kunnen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar voorkomen. Willekeurige ontzegging van nationaliteit waarbij moedwillig het burgerschap wordt ontzegd. Het betreft hier bewuste discriminatie. Conflicterende nationaliteitsregimes waardoor een kind noch via het bloed een nationaliteit aan zijn ouders kan ontlenen (ius sanguinis), noch aan het land van geboorte door geboorte op dat grondgebied (ius soli). Geboren worden uit staatloze ouders. In Nederland verkrijg je je nationaliteit op basis van de status van je ouders (ius sanguinis). Op deze manier wordt een staatloze status van de ouders overgegeven op het kind. Discriminatie van vrouwen waarbij in wetgeving is vastgelegd dat vrouwen hun nationaliteit niet kunnen doorgeven aan hun kinderen. Dit resulteert bij een overleden, onbekende of staatloze vader in een kind zonder nationaliteit. Dekolonisatie (de belangrijkste reden voor staatloosheid in Afrika en Azië) en statenopvolging (voormalige Sovjet-Unie/voormalig Joegoslavië), waarbij bepaalde bevolkingsgroepen doelbewust of door praktische omstandigheden worden uitgesloten van het verkrijgen van een nationaliteit. In de praktijk geldt het uitsluiten van bepaalde bevolkingsgroepen van registratie als een geëigende methode. 1 ACVZ (2013), Geen land te bekennen, ACVZ: Den Haag. 2 1954 Convention relating to the Status of Stateless Persons en 1961 Convention on the Reduction of Statelessness
Ontbreken van identiteitsdocumenten doordat men geen toegang heeft tot de geboorteregistratie, door vernietiging van de burgerlijke administratie en bij twijfel omtrent de identiteit. Een aantal landen staat bekend om de slechte geboorteregistratie van Roma, waarvan drie binnen de EU en de meesten op de Balkan (Italië, Griekenland en Roemenië en verder Albanië, Kosovo, Macedonië, Montenegro, Bosnië Herzegovina, Servië, Slowakije, Rusland en Oekraïne). Verschillende mogelijke factoren die spelen onder Roma dragen bovendien niet bij aan het oplossen van staatloosheid. Hierbij kan worden gedacht aan een gebrek aan bewustzijn van het belang van registratie, een gebrek aan vertrouwen in de gevestigde instituties en de aanwezigheid van taalbarrières. Ook wanneer de geboorte plaatsvindt binnen informele, niet als gemeenten erkende, nederzettingen en niet in het ziekenhuis, kan dit ten koste gaan van registratie. Met name wanneer men in afgelegen gebieden woont en geen geld heeft voor de reiskosten die zijn verbonden aan registratie. 3. Oplossingen voor Staatloosheid 3.1 Huidig beleid 3.1.1 Naturalisatie Binnen het huidige beleid is er een aantal aanknopingspunten voor staatlozen. Door middel van naturalisatie wordt men Nederlander. Voor een staatloze betekent dit dat men überhaupt een nationaliteit verkrijgt of een nationaliteit die wel de geëigende bescherming biedt. Het ACVZ advies uit 2013 3 meldt dat veel Roma, met name uit de geregulariseerde groep, geen Nederlander zijn geworden omdat zij niet aan één of meerdere voorwaarden konden voldoen. De verschillende voorwaarden betreffen geen openbare orde bezwaren (zie ook 3.2 ), een aangetoonde inburgering, een paspoort en/of geboorteakte en het kunnen voldoen van de leges van 831. De voorwaarde van geen openbare orde bezwaren is een struikelblok, zowel bij het kunnen verlenen van verblijf als bij het verlenen van het Nederlanderschap. Wat betreft de inburgeringseis gelden wel mogelijkheden van ontheffing en vrijstelling (medische redenen, laaggeletterdheid of analfabetisme, laag opleidingsniveau of laag leervermogen) en bij het ontbreken van een paspoort of identiteitsbewijs kan een uitzondering worden gemaakt in verband met bewijsnood. 3.1.2 Optie kinderen Staatloos in Nederland geboren kinderen kunnen vanaf drie jaar na geboorte opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: een kind moet staatloos in Nederland zijn geboren, er moet sprake zijn van rechtmatig verblijf gedurende een onafgebroken periode van drie jaar en een kind moet staatloos zijn sinds geboorte. Ook moet worden voldoen aan de leges. Er geldt geen leeftijdslimiet om te kunnen opteren. 3 ACVZ (2013), Geen land te bekennen, ACVZ: Den Haag.
3.1.3 Opvolgende geboorte In Nederland geboren kinderen van ouders met een niet-nederlandse nationaliteit of van staatloze ouders, worden Nederlander door zogenoemde opvolgende geboorte. Dat geldt voor de derde generatie. Een kind dat is geboren in Nederland, uit een ouder die in Nederland geboren is, die op zijn/haar beurt uit een ouder is geboren die ten tijde van deze geboorte van zijn/haar kind hoofdverblijf had in Nederland, is van rechtswege Nederlander. Hierbij geldt dus de voorwaarde van driemaal hoofdverblijf. Rechtmatig verblijf is hiervoor geen voorwaarde, waardoor men niet generaties lang illegaal én zonder nationaliteit blijft. 3.2 Openbare orde 3.2.1 Intrekken/weigeren verblijfsvergunning Overtreding van de openbare orde geldt als reden om een verblijfsvergunning te weigeren of in te trekken. Alhoewel het openbare orde beleid in Nederland streng is, moet zo n beslissing wel proportioneel zijn. In een dergelijk geval wordt de betrokkene geacht Nederland te verlaten. Doet de betrokkene dit niet, dan kan hij/zij in vreemdelingenbewaring worden opgenomen om vervolgens gedwongen te worden uitgezet. Vreemdelingenbewaring is overigens alleen toegestaan als er een redelijk uitzicht op uitzetting is. Een gebrek om de identiteit aan te tonen of te kunnen vaststellen en bovendien het gebrek aan mogelijkheden om documenten te verkrijgen, vormen flinke obstakels in deze procedure. Iemand vervolgens niet uit kunnen zetten en desondanks de vergunning intrekken, betekent dat, wanneer men niet zelf uit Nederland vertrekt, geen enkele aanspraak kan worden gemaakt op voorzieningen terwijl iemand wel in Nederland verblijft. 3.2.2 Inreisverbod Naast weigering of intrekking van de vergunning kan de overheid aanvullende maatregelen treffen, waaronder een inreisverbod. Een inreisverbod met een daaraan voorafgaande terugkeerbesluit kan worden uitgevaardigd tegen vreemdelingen die Nederland onmiddellijk moeten verlaten. Dit is bijvoorbeeld mogelijk in het geval dat een vreemdeling onherroepelijk is veroordeeld voor een misdrijf. Bij oplegging van het inreisverbod moet echter wel rekening gehouden te worden met de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling. De duur van het inreisverbod bedraagt meestal één of twee jaar, maar kan onder omstandigheden oplopen tot vijf of tien jaar. Gedurende de duur van het inreisverbod is het niet mogelijk en zelfs strafbaar om te verblijven in de landen die vallen onder het Schengengebied. De termijn waarvoor een inreisverbod is opgelegd, gaat pas van start op het moment dat de vreemdeling het Schengengebied heeft verlaten. Hiervoor zijn echter opnieuw documenten met betrekking tot identiteit, nationaliteit en reisdocumenten essentieel. 3.2.3 Ongewenstverklaring Een ongewenstverklaring kan door de IND worden opgelegd als er sprake is van een onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf en de betrokkene een actuele, werkelijke en ernstige bedreiging is
voor de openbare orde. Na een ongewenstverklaring moet de vreemdeling Nederland verlaten. Verblijf in Nederland na een ongewenstverklaring is strafbaar. Voorafgaande aan het opleggen van een ongewenstverklaring moet wel worden getoetst of het in Nederland uitgeoefend gezinsleven zich tegen de maatregel verzet. Met andere woorden: kan het gezin mee naar het buitenland? Een ongewenstverklaring wordt opgelegd voor maximaal 10 jaar en geldt alleen in Nederland. Een ongewenstverklaring wordt alleen opgelegd aan EU-burgers. Je moet dus wel weten wat de nationaliteit van betrokkene is, wil je deze maatregel kunnen opleggen. 3.3 Wetsvoorstel 3.3.1 Vaststellingsprocedure Het kabinet is op basis van het ACVZ advies tot de conclusie gekomen dat er in Nederland onvoldoende mogelijkheden bestaan om staatloosheid te kunnen vaststellen. Er is op dit moment een wetsvoorstel in consultatie waarin de wettelijke basis van een vaststellingsprocedure wordt gecreëerd. Voorgesteld wordt om een procedure open te stellen bij de Rechtbank Den Haag, waarin de rechter kan vaststellen dat de verzoeker inderdaad zonder nationaliteit is. Het idee is om er een laagdrempelige procedure van te maken, die gevolgd kan worden zonder voorwaarde van verblijf en met toegevoegde rechtsbijstand. In de procedure moet de verzoeker aannemelijk maken dat hij/zij staatloos is, maar de rechter kan ook de Staat gelasten onderzoek te doen, zodat de verzoeker er niet alleen voor staat. Aantonen dat je iets niet hebt, is immers ingewikkeld. In de procedure zal dus ook goed gekeken moeten worden naar bewijsnood. Het kabinet is van oordeel dat staatloosheid geen grond voor een verblijfsvergunning mag zijn. Staatloos zijn is dus geen reden om een verblijfsvergunning te kunnen krijgen. Veel staatlozen hebben een land van herkomst of eerder verblijf waar ze naar kunnen terugkeren en er rust geen absolute verplichting op Nederland hen in dat geval bescherming te bieden. Echter, staatloosheid kan wel een complicerende factor zijn bij terugkeer. Is terugkeer buiten de schuld van betrokkenen niet mogelijk, dan kan men aanspraak maken op een buitenschuldvergunning. Mogelijk kan dit een oplossing zijn voor staatloze Roma, die op dit moment geen verblijf hebben. 3.3.2 Uitbreiding optierecht kinderen In het wetsvoorstel wordt ook voorgesteld het optierecht voor staatloos in Nederland geboren kinderen uit te breiden naar kinderen zonder rechtmatig verblijf. Vijf jaar feitelijk en onafgebroken verblijf is dan voldoende om de verantwoordelijkheid van Nederland voor de nationaliteit van het kind te vestigen. Voorwaarde is wel dat kind en ouders ook vijf jaar bekend zijn bij hetzij IND, COA, Vreemdelingenpolitie (VP) of Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Ouders die zich volledig onttrekken aan toezicht, kunnen niet opteren voor het kind.
4. Voorzieningen en Verblijf Voor de vraag of men in Nederland in aanmerking komt voor voorzieningen als werk, huisvesting, ziektekostenverzekering of een bijstandsuitkering is het niet zo relevant of men staatloos is. De toegang tot voorzieningen is alleen gekoppeld aan het hebben van rechtmatig verblijf, niet aan de nationaliteit of het ontbreken ervan. Hetzelfde geldt voor het kunnen verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Een Roma met verblijfsrecht kan de Nederlandse nationaliteit aanvragen, een staatloze Roma met verblijfsrecht kan voor een versoepelde naturalisatie in aanmerking komen en een staatloos in Nederland geboren kind kan na drie jaar opteren voor de Nederlandse nationaliteit, mits er is sprake is van rechtmatig verblijf. Voor een reguliere verblijfsvergunning is in principe een paspoort vereist, maar ook daarbij wordt rekening gehouden met bewijsnood. Voorwaarden mogen alleen in redelijkheid worden gesteld. 5. Overige Relevante Publicaties ACVZ (2013), Geen land te bekennen, ACVZ: Den Haag. Beschikbaar via http://acvz.org/wpcontent/uploads/2015/05/04-12-2013_geenlandtebekennen.pdf. ACVZ (2013), Waar een wil is, maar geen weg, ACVZ: Den Haag. Beschikbaar via https://acvz.org/wp-content/uploads/2015/05/01-07-2013_advies38-acvzweb1.pdf. Dokters van de Wereld (2010), Stateloos maakt radeloos, Dokters van de Wereld: Amsterdam. Beschikbaar via http://www.woonwagenwijzer.nl/download/bram/romasinti/stateloos-maaktradeloos.pdf. Usmany, R. (2010), Staatloosheid onder Roma, Wetenschapswinkel: Tilburg. Beschikbaar via OWRS http://www.owrs.nl/documenten/staatloosheid-onder-roma-in-nederland.pdf.