Ontwerp Inspraaknotitie Peilbesluit Haarrijn 2012 Samenvatting Gedurende de periode van 30 mei tot 11 juli 2012 heeft de inspraak op het ontwerp peilbesluit Haarrijn plaatsgevonden. Tijdens de inspraakperiode is 1 reactie binnengekomen. In deze inspraaknotitie wordt de zienswijze behandeld.
Toelichting inspraaknotitie In deze inspraaknotitie is de zienswijze en het antwoord van het waterschap opgenomen. Ook is aangegeven of de zienswijze tot een wijziging van het peilbesluit heeft geleid. De inspraaknota bestaat uit drie kolommen: 1. Reactie inspreker: In deze kolom zijn de binnengekomen zienswijzen opgenomen. De reacties zijn kort samengevat. 2. Reactie waterschap: In deze kolom is het commentaar van het waterschap weergegeven. 3. Aanpassing: In deze kolom is aangegeven of de zienswijze tot een aanpassing van het peilbesluit leidt.
Reactie inspreker Reactie waterschap Aanpassing Inspreker 1 (DM 562679) a Inspreker geeft aan dat de onderzoeken met betrekking tot de fundaties van de schuren van Haarrijnweg 7, zoals aangegeven in figuur 5 van de toelichting bij het Peilbesluit Haarrijn 2012, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid. Inspreker vreest voor een aanzienlijke zettingsschade. Adviesbureau WARECO, ingeschakeld door het waterschap, heeft uitgebreid en adequaat onderzoek uitgevoerd. Op 20 juni 2012 heeft de projectleider van het waterschap de conclusies van dit onderzoek persoonlijk aan inspreker nader toegelicht. Op het perceel van inspreker staan 3 gebouwen. Deze staan in figuur 5 aangegeven. Elk bouwwerk heeft een andere kleur. 1. De stenen schuur aan de voorkant van de woning is felgroen gekleurd; 2. Het woonhuis en de garage zijn lichtgroen gekleurd; 3. De twee houten schuren achter de woning zijn oranje gekleurd. De felgroene kleur betekent dat het bouwwerk buiten de invloedssfeer van de peilverlaging valt, ongeacht het type fundering. Dit is dan ook de reden dat er in de tekst van hoofdstuk 4.2.1 geen verdere aandacht aan dit bouwwerk is gegeven. De tekst in hoofdstuk 4.2.1. zal worden uitgebreid. Een uitsnede van figuur 5 uit de toelichting is hieronder weergegeven. Deze zienswijze geeft geen aanleiding het ontwerp-peilbesluit aan te passen. In de toelichting bij het ontwerppeilbesluit wordt de tekst in hoofdstuk 4.2.1 uitgebreid en worden de gebruikte definities nader toegelicht.
1. De stenen schuur voor de woning staat nu al sterk onder invloed van het peil dat in de gemeentewatergang (-1,60m+NAP) en het peil dat in de watergang rondom de hondenkennel (-1,38m+NAP) wordt gehandhaafd. De verlaging van het boezempeil in de Haarrijn heeft dan ook verder geen invloed op het grondwaterpeil ter plaatse van de schuur voor de woning. Zetting wordt dan ook niet verwacht. Dit bouwwerk valt buiten de invloedsfeer van de peilverlaging. 2. Het grondwaterpeil onder de woning en garage wordt wel beïnvloed door de verlaging van het boezemwaterpeil. Dit bouwwerk heeft een zogenoemde paalfundering. Dit zijn houten palen met een betonbalk en betonopzetters van tenminste 1 meter. Er wordt niet verwacht dat de ingreep in het watersysteem zal leiden tot droogstand van het funderingshout. Er wordt dan ook geen zettingsschade verwacht. 3. Het grondwaterpeil onder de twee houten schuren achter de woning wordt eveneens beïnvloed door de verlaging van het boezemwaterpeil. De schuren hebben een zogenoemde fundering op staal. Een fundering op staal is een funderingswijze waarbij de muren of wanden, meestal door tussenkomst van een verbrede voet, rechtstreeks op de draagkrachtige bodem rusten. De benaming fundering op staal heeft niets te maken met het materiaal staal. De term komt uit het Oudgermaans stal en Oudfrans estal, wat stand, vaste plaats of staan op, rusten op betekent, vergelijk met opstal. Staal betekent eigenlijk, ondergrond, harde bodem. Funderen op staal wordt in Nederland voornamelijk toegepast bij kleinere bouwwerken. Mogelijk kan bij de twee schuren wel zetting optreden. De mate van zetting wordt voornamelijk bepaald door het gewicht van de constructie. Omdat het houten schuren betreft, en daarmee de belasting gering is, wordt geen constructieve schade verwacht. [zie rapport WARECO- literatuurlijst 6] Opnamen Vóór en na de uitvoering van de werkzaamheden worden opnamen gemaakt van de omliggende gebouwen. Ook worden in deze perioden regelmatig grondwaterstandmetingen uitgevoerd. Mocht er onverhoopt toch schade ontstaan, dan kan een verzoek tot nadeelcompensatie worden ingediend op grond van de nadeelcompensatieverordening Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden 2009.
b Inspreker geeft aan op 7 februari 2012 een brief te hebben ontvangen waarmee hij geïnformeerd is over het project. Daarnaast is hij ook persoonlijk geïnformeerd door de projectleider (22 februari 2012) Inspreker vindt het spijtig dat, onder toezegging van een vervolg afspraak, pas na de publicatie van de bekendmaking in dag- en regiobladen het contact met het waterschap wordt hersteld. c Inspreker bedankt voor de brief d.d. 19 juni 2012 en de bijlagen maar merkt op dat de brief niet ondertekend was. Op 20 juni 2012 wordt inspreker opnieuw persoonlijk door de projectleider geïnformeerd over de plannen en de consequenties van het peilbesluit. Inspreker merkt op dat voor 11 juli 2012 definitieve afspraken nog niet zijn gemaakt. Op 22 februari 2012 heeft de projectleider van het waterschap in een persoonlijk gesprek de plannen toegelicht, voorafgaand aan de informatieavond van 1 maart. Toegezegd is dat voor de peilbesluit-procedure opnieuw contact gezocht zou worden Helaas is het ons niet gelukt voor 30 mei 2012 opnieuw contact te hebben. Dit betreuren wij. Op 6 juni is de afspraak gemaakt met inspreker. Dit gesprek heeft (binnen de inspraakperiode) plaatsgevonden op 20 juni 2012. Met dit gesprek is begonnen met het maken van de afspraken (zie punt c). De brief dd 19 juni kan worden gezien als een concept-overeenkomst. Dit soort overeenkomsten bespreken wij eerst met de belanghebbenden voordat wij deze definitief maken. De brief kan worden beschouwd als een eerste stap voor definitieve afspraken. De inhoud van de betreffende brief is met inspreker besproken op 20 juni. De brief is ter overweging bij inspreker gelaten en vormt het uitgangspunt voor een vervolg gesprek. Zodra beide partijen (belanghebbende en waterschap) akkoord zijn over de inhoud van de brief wordt deze definitief gemaakt. De brief met daarin de definitieve afspraken wordt uiteindelijk ondertekend namens dijkgraaf en hoogheemraden. Wij vinden het jammer dat wij deze gang van zaken op 20 juni onvoldoende duidelijk hebben gemaakt. Deze zienswijze geeft geen aanleiding het projectplan aan te passen Deze zienswijze geeft geen aanleiding het projectplan aan te passen
Colofon DM# 564162-v2 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Afdeling Planvorming & Advies Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: 030 634 57 00 Fax: 030 634 59 97 Website: www.destichtserijnlanden.nl Email: post@hdsr.nl