Instructie NVW / VVW, Branche Richtlijnen (werken op de Perrons), Instructie Taak Eigen Veiligheid in opdracht van ProRail Stations Roger Speck René Lubbers Edgar Vittali Adviseur Veiligheid ProRail-Stations Procesmanager Veiligheid NS-Stations V&G Coördinator Uitvoeringsfase RailSupport BV
Agenda Wet en Regelgeving Proces Veilig werken vanuit ProRail Stations en NS Stations Arbeidshygiensche strategie Maatregelen aanrijdgevaar en elektrocutiegevaar Zone Indeling & passeersnelheid op perrons DVP en BVT Werkzaamheden op de perrons Reizigersveiligheid op de perrons Instructie taak eigen veiligheid Aan- afvoer, transport en oversteken richting werkplek Kleding Eisen Hoe te werken met A-trap Hoe te werken met Zuig/Schrob machine
Wet en regelgeving NVW VVW Trein Brancherichtlijnen Oversteken van sporen Brancherichtlijnen Werken op perrons Brancherichtlijnen PW en GW activiteiten Brancherichtlijnen Fysieke afscherming afbakening Brancherichtlijnen Borgen veiligheid bij functieherstel Brancherichtlijnen Eenduidige werktreininstructie Best Practices CROW 96b bij overwegen Best Practices Werkplek ontrekkingstekening
Voorschriften Veilig werken aanrijdgevaar en elektrocutiegevaar Het VVW is van toepassing op binnen Nederland aanwezige hoofdsporen, lokaalsporen, spooraansluitingen, aan- en aftakkingen en raccordementen inclusief alle daartoe behorende technische en elektrotechnische installaties. In het VVW staan specifieke regels voor de arbeidsveiligheid bij het werken in of nabij de railinfra, in het bijzonder voor het voorkomen dan wel beheersen van aanrijd- en elektrocutiegevaar bij activiteiten in of in de nabijheid van de gevarenzones. Het doel van het VVW is om, met specifieke voorschriften voor opdrachtgevers, opdrachtnemers en werknemers, ervoor te zorgen dat iedereen veilig kan werken en veilig en gezond weer thuis komt.
Proces Veilig werken vanuit NS-Stations Eigenaren: NS Stations/ProRail V&G dossier Checklist ARBO-NVW Inventarisatie risico s Inkoop diensten JA V&G O nodig Nee Ontwerpplan (V&GO) Overdracht VGCO VGCU Leveranciers Uitvoeringsplan (V&GU) Uitvoering werkzaamheden Opdrachtgever werkzaamheden Controle Melden incident V&G coördinator Check NIET OKE Checken OKE Incidentregistratie Analyse
Arbeidshygiensche strategie
Arbeidshygiensche strategie De Arbeidshygiënische strategie (AHS) is voorgeschreven in de Arbowet. De AHS is een werkwijze waarbij voor het hoogste niveau van veiligheid wordt gekozen (bronaanpak) als er maatregelen worden getroffen om risico s te minimaliseren. Afwijken naar een lager niveau is slechts toegestaan op basis van duidelijke redenen (technische, operationele en/of economische) waaraan een gemotiveerde en aantoonbare afweging ten grondslag ligt. Voor elke stap naar een lager niveau moet deze afweging opnieuw worden gemaakt. De AHS wordt in een RI&E vertaald naar de beheersmaatregelen met daarin opgenomen de werkmethoden en veiligheidsmaatregelen die er genomen dienen te worden voor de uit te voeren activiteiten.
Maatregelen Aanrijdgevaar Buitendienststelling (BD) Buitendienststelling in centraal bediend gebied Buitendienststelling in niet-centraal bediend gebied Beheerste Toelating (BT) Technisch nog niet mogelijk Fysieke Afscherming (FA) Gegarandeerde Waarschuwing (GW) Persoonlijke Waarneming Persoonlijke Waarneming Grenswachter (PW- GRW) en (PW-GRW/A) Persoonlijke Waarneming Veiligheidsman (PW- VHM) Taak eigen veiligheid (voorheen Alleengaande)
Maatregelen Elektrocutiegevaar Bij werkzaamheden met hoog reikende werktuigen in het valbereik van de bovenleiding, dienen elektrotechnische maatregelen. Bijv: (rol)steiger, trappen, water stralen en tuckerpool sytemen. Borgen van werktuigen en eventueel aarde dit wordt door de werkverantwoordlijke beoordeeld. Werkzaamheden op de daken denk dan aan afspanners, stroomafnemers en bovenleidingcontructies deze bevinden zich vaak binnen de 1,5 meter van spanningvoerende delen.
Zone Indeling & Passeersnelheid op de perrons
Zone indeling vs passeersnelheid op het perron Zone indeling afhankelijk van passeersnelheid: Zone A tot 40 km/u : 2.00 meter Zone A tot 140 km/u: 2.25 meter Zone A tot 160 km/u: 2.40 meter
Digitaal Veiligheidspaspoort en/of Bewijs van toegang BTR komt te vervallen vanaf 1 Juli en daarmee ook het BVT. Voor wie DVP? Iedereen die in opdracht van ProRail werkzaamheden verricht in de gevarenzone A, nabijheidzone B of op een bouwplaats. Toegang met een BVT alleen in opdracht of met toestemming van ProRail in nabijheidzone C en verder. Dagpas DVP voor personen die minder dan tien keer per jaar in zone A, B, C of bouwplaats komen voor bezoek of werken. Voor werkzaamheden die niet onder de spoorwegwet/nvw vallen is minimal een RI&E vanuit de ARBO-wet verplicht.
Werkzaamheden op perrons Zone A Werkplek & werkende in zone A Werplek in zone A werkende in nabijheidzone B bij acuut gevaar Sporen Buitendienst Inzet Grenswachter
Werkzaamheden op perrons in Gevarenzone A Bij Acuut gevaar voor reizigers en personeel (verzakte tegel, Sneeuw)
Statische werkzaamheden (Onderhouds) werkzaamheden aan een (vast) object of infra element. Het reinigen van objecten valt hier niet onder Te beveiligen door Fysieke afscherming (menskerend) of door Afbakening ketting/lint (voelbaar gewaarschuwd)
Voortschrijdende werkzaamheden Werkzaamheden waarbij men gedurende een kort tijdsbestek met een activiteit op een specifieke locatie/object bezig is, waarna men op een volgende specifieke locatie/object verder gaat. Het betreft werkzaamheden welke met klein handgereedschap kunnen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld het leegmaken van afvalbakken, reinigen van objecten, veegwerkzaamheden etc..
Stations situaties
Werkzaamheden op perrons in nabijheidzone B Nabijheidzone B Statische werkplek Voortschrijdende werkplek Werken op hoogte Werken met materieel (gemotariseerd) Werkplek isoleren Fysieke afscherming of afbakening Taak Eigen Veiligheid Met vaste val voorziening, geen aanvullende maatregelen Met zelfstoppende functie (dodemansknop actief) Geen aanvullende maatregelen Inzet Grenswachter Zonder vaste val voorziening, borging plaatsen of maken zodat werkende niet in Gevarenzone A kunnen komen of binnen 1,5 BVL Materieel zonder actieve dodemans, Inzet Grenswachter
Werkzaamheden op perrons in nabijheidzone B
Stations situaties
Werkzaamheden op perrons in nabijheidzone C Nabijheidzone C Handmatige Werkzaamheden Werken met materieel (eigen aandrijving) Taak Eigen Veiligheid Met zelfstoppende functie (dodemansknop actief) Geen aanvullende maatregelen Onbedoeld kunnen komen gevarenzone A Inzet Grenswachter Materieel zonder actieve dodemans, Inzet Grenswachter
Werkzaamheden op perrons in nabijheidzone C
Stations situaties tijdens het werk
Reizigersveiligheid op de perrons
Reizigersveiligheid op de perrons Reguliere beheeractiviteiten 1. Geen werkzaamheden in reizigersstromen uitvoeren tijdens de spitstijden 7:00-9:30 en 16:00-19:00; 2. De werkplek dient te worden afgescheiden, zodat reizigers de werkplek niet kunnen betreden; 3. Een afscheiding dient goed zichtbaar te zijn voor reizigers en voelbaar waar te nemen voor blinden en slechtzienden; 4. De werkplek dient zodanig beheerd te worden dat personen niet ongemerkt toegang hebben tot de werkplek, gereedschappen of materialen; 5. Struikelgevaar dient voorkomen te worden. Slangen, kabels etc. dienen niet in reizigersstromen op de grond gelegd te worden; 6. De werkplek dient zodanig ingericht te worden dat de toegang tot perrons, treinen en gebouwen niet geblokkeerd wordt. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met het parkeren van voertuigen; 7. Indien de werkplek afgescheiden moet worden en zich in de gevarenzone bevindt, dient het veilig in- en uitstappen van reizigers geborgd te zijn. In dat verband mag de werkplek maximaal 8 meter lang zijn, zodat er tijdens werkzaamheden maximaal 1 balkon van de trein gelijktijdig belemmerd is; 8. De werkplekafbakening of maatregelen dienen zodanig te zijn dat blinde en slechtziende reizigers niet belemmerd worden in een goede doorloop. Mocht de goede doorloop niet gewaarborgd kunnen worden dan dienen alternatieve maatregelen te worden genomen; 9. Langs de afgebakende werkplek dient een vrije loop zone beschikbaar te zijn van tenminste 1 meter breed. De gevarenzone (van perronrand tot de onderbroken lijn) mag niet worden gebruikt als loop zone; 10. Met uitzondering van hulpverleners die daarvoor op het perron moeten zijn, mogen er geen voertuigen (auto s en busjes) op het perron aanwezig zijn tijdens de treindienst. Dit verbod geldt niet voor voertuigen die voor de uitvoering van de werkzaamheden gebruikt moeten worden (hoogwerkers e.d.); 11. De snelheid van voertuigen op het perron is maximaal 5 km/u.
Reizigersveiligheid op de perrons Langdurige projecten (tijdsduur langer dan 1 week) 1. De werkzaamheden mogen geen overlast voor reizigers in de transferruimte veroorzaken; 2. Indien de bouwplaats afgescheiden moet worden en zich in de gevarenzone bevindt, dient het veilig in- en uitstappen van reizigers geborgd te zijn. In dat verband mag de werkplek maximaal 8 meter lang zijn, zodat er tijdens werkzaamheden maximaal 1 balkon van de trein gelijktijdig belemmerd is; 3. Indien de werkplek een onderbreking van de blindegeleidestrook veroorzaakt, dient hiervoor in overleg met de opdrachtgever een alternatieve oplossing te worden gerealiseerd; 4. De bouwplaats dient ten allen tijde goed verlicht te zijn. Werkverlichting mag het treinverkeer niet storen; 5. Bouwafscheidingen mogen geen extra schaduwwerking in de transferruimte tot gevolg hebben; 6. Uitstekende delen van de bouwafscheiding (betonvoeten, schoren e.d.) dienen binnen de bouwschutting te vallen en mogen geen struikel- of stootgevaar voor de reiziger opleveren; 7. De (effecten van de) bouwplaats mogen de doorstroom van hulpbehoevende reizigers niet belemmeren; 8. Bij het plaatsen van afscheidingen dient rekening te worden gehouden met reizigerstromen bij in-/uitgangen en daal- en stijgpunten, zodanig de veilige doorloop gewaarborgd blijft.
Reizigersveiligheid op de perrons In de praktijk kom je verschillende werkwijzen tegen goed bedoeld maar toch net niet
Taak eigen veiligheid Op het laagste niveau van individuele risicobeheersing bestaat de mogelijkheid dat een medewerker met een gerichte instructie de taak Eigen Veiligheid uitvoert. In dat geval is de medewerker zelf verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid. Aan deze beheersmaatregel zijn stringente eisen gesteld. Een persoon met de taak eigen veiligheid mag: - zich buiten de gevarenzone (zone A) verplaatsen (van en naar de werkplek); - Mag wel sporen oversteken (uitsluitend met een instructie TEV) - buiten de gevarenzone (zone A) uitsluitend inspecties en opnames uitvoeren; - op basis van een (locatie)specifieke instructie in dienst zijnde sporen oversteken. Een persoon met de taak eigen veiligheid moet aantoonbaar over de algemene en specifieke lokale risico s zijn geïnstrueerd. De taak eigen veiligheid mag maximaal door twee personen gezamenlijk worden uitgevoerd.
Instructie Taak eigen veiligheid Activiteiten Aan en afvoer Transport (Kruiwagen, bolderkar) Datum en Tijd (van / tot) locatie risico omschreven Per locatie risico omschreven Veiligheidsrisico s en maatregelen Passeersnelheid / zone A, B en C Betrokkenen Instructie gegeven door Erkende V&G-CU of WB-U en mogelijk door de (dienstdoende) LWB
Voorkomende werkzaamheden persoon met Taak eigen veiligheid Werkzaamheden langs het spoor Opname Inspectie Aan en afvoer route om bij bepaalde locaties te kunnen komen Technische ruimtes Rail gebonden gebouwen (OS, SS RH en dergelijke) Kijfhoek, Nedtrain gebieden gelden de regels van de beheerder zelf denk aan de VWAM regels bij Nedtrain (meld plicht) Verlichtingsmasten Werkzaamheden op het perron Aan en afvoer route op het en richting het perron Herstel Onderhoud Schoonmaak Storing
Aan- afvoer transport door persoon met taak met eigen veiligheid via routes die voor publiek zijn bedoeld. Aan - afvoer transport door persoon met taak met eigen veiligheid via station afhankelijke routes over in dienst zijnde sporen (openbare overweg/pad, niet actief beveiligd) Is toegestaan. Aan - afvoer transport door persoon met taak met eigen veiligheid via routes over in dienst zijnde sporen (Niet openbare overweg/pad, niet actief beveiligd) Hier mag niet worden overgestoken. Aan - afvoer transport door persoon met taak met eigen veiligheid via routes over in dienst zijnde sporen (Niet openbare overweg/pad op niet centraal bediend gebied Stations. Niet bij de heuvelinstallatie Uitsluitend op de daarvoor bestemde overpaden en overwegen Op basis van een risicoafweging. Aan - afvoer van materieel (rolsteiger, hoogwerker, en gemotoriseerd voertuig met vrijloop via station afhankelijke routes over in dienst zijnde sporen (via bewaakt overpad of overweg) Maakt gebruik van de GW installatie en neemt in acht dat: Aanwezigheid van veilige wijkplaats. persoon met taak met eigen veiligheid bevindt zich niet meer dan 5 sec in gevarenzone A en kan 15 sec voor passeren trein de wijkplaats bereiken na aankondiging van de GW installatie. Transporteren in vrijloop stand.
Aan en afvoer via bewaakte overweg
Aan en afvoer via onbewaakte overweg Aan en afvoer via de zijde van het stations gebouw
Toegang WIDO Aan - afvoer transport door persoon met taak met eigen veiligheid via routes over in dienst zijnde sporen (Waarschuwing installatie Dienst Overpad (WIDO) Randvoorwaarden bij oversteken WIDO Alleen oversteken met handgereedschap Als de WIDO knippert, is het verboden om over te steken. Oversteken is zowel overdag als s nachts toegestaan.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) De Arbowet verplicht iedere werkgever om alle werknemers goed voor te lichten over veilig werken en het gebruik van PBM s Elke werknemer is verplicht de voorgeschreven PBM s te dragen volgens de voorschriften en te gebruiken zoals is aangeven in de gebruiksaanwijzing. Alle PBM s zijn voorzien van een CE keurmerk alleen deze PBM s mogen dan ook worden gebruikt.
Kleding eisen Alle personen die zich op spoorwegterreinen begeven (niet zijnde reizigers op perrons en stations) moeten voldoen aan de geldende huisregels en/of de procedure toegangsbeheer. In de huisregels zijn onder andere eisen beschreven aan (zichtbaarheid van) kleding. 2. Algemene eisen VHM s en GRW s dragen een fluorescerend oranje vest/jas met reflecterende strepen. Alle uitvoerenden en overige aanwezigen op de werkplek dragen een fluorescerend geel vest/jas met reflecterende strepen. Personen met de taak eigen veiligheid dragen een fluorescerend geel vest/jas met reflecterende strepen. Signalerende kleding moet voldoen aan de eisen van NEN-EN-20471. De kleding moet zijn voorzien van ten minste één horizontale signalerende streep en ten minste twee verticale signalerende strepen die over de schouders doorlopen (zie afbeelding). Kleding met X-vormige reflecterende strepen is niet toegestaan.
Transport Vuil Container Transport over het perrron (vuil-container, bolderwagen, electrocar of dergelijke) langs de sporen maakt gebruik van de aanwezige zichtlijnen zoals blindegeleidelijn of de witte markeerlijn. Minimale afstand tot hart spoor (2,25 of 2,45) afhakelijk van passeersnelheid (zie Overzicht zones van Objecten per perron) Duwen alleen indien personeel over de (container) heen kan kijken.
Transport rolcontainer Transport over het perrron (rol/vuil-container, bolderwagen, electrocar of dergelijke) langs de sporen maakt gebruik van de aanwezige zichtlijnen zoals blindegeleidelijn of de witte markeerlijn. Minimale afstand tot hart spoor (2,25 of 2,45) afhakelijk van passeersnelheid (zie Overzicht zones van Objecten per perron) Duwen alleen indien personeel over de (container) heen kan kijken. FOUT FOUT GOED
Hoe te werken met A-trap FOUT FOUT GOED
Hoe te werken met A-trap Transport van een ladder of trap over het perron dient zo uitgevoerd te worden dat deze niet binnen gevarenzone A kan komen (over de witte markeerlijn) denk hierbij ook altijd aan de reizigers. Opstellen van de ladder of trap op het perron. - Trap uitsluiten een A-trap en haaks op het spoor zodat als deze valt op het perron valt - Ladder altijd borgen aan trapborgingspunt en/of aan een object op het perron. - Bij beide gevallen wel op letten werken op hoogte kunnen komen binnen 1,5 meter bovenleiding.
Hoe te werken met Veeg & Schrobzuigmachine Werkzaamheden in nabijheidzone B met een Veeg & schrobzuig machine met Taak Eigen Veiligheid Werkzaamheden in Gevarenzone A met een Veeg & schrobzuig machine in buitendienststelling
Werkzaamheden op het perron in de buurt van (vertrek) seinen
Bedankt voor Uw aandacht zijn er nog vragen?