Jaargang 10 N 2 Najaar 2011 ISSN 1377-6231 In deze editie: Voorwoord Leenrecht 1994-2011: het VEWA-arrest Nieuws uit de sector Reprobel in enkele cijfers Reprobel in het kort Opinie Leenrecht 2.0(12) Beste lezer(es), Op 30 juni 2011 heeft het Europese Hof van Justitie de Belgische leenrechtregeling, uitgewerkt in een Koninklijk Besluit van 25 april 2004, in strijd bevonden met het Europese Recht. Het Hof oordeelde met name dat een leenrechtregeling die alléén gebaseerd is op het aantal ontleners, en niet ook op het aantal ontleningen, niet spoort met het Europese recht en de rechthebbenden niet passend vergoedt voor de schade die ze lijden door het ontlenen van hun werken. Dat is een feitelijke vaststelling, zonder - met nadruk - dat Reprobel zich wentelt in leedvermaak. Het uitwerken van een collectieve vergoedingsregeling is een delicaat en moeilijk politiek proces, en bij delicate dingen gaat al eens iets fout. De nieuwe vergoedingsregeling die er moet komen, wordt trouwens ook geen sinecure: niet alleen is het leenrecht een domein waarin auteursrecht (federaal) en cultuur (gemeenschappen) elkaar ontmoeten, maar bovendien zal dit K.B. rekening moeten houden met het aantal ontleningen en dus met de grootte van de bibliotheken. Het valt alvast te hopen dat er betrouwbare cijfers voorhanden zijn over het aantal ontleningen aan de beide zijden van de taalgrens. Ook de problematiek van de dubbelinschrijvingen - één ontlener die lid is van meerdere bibliotheken - moet dringend worden uitgeklaard. Reprobel wil, als centraal innende instantie voor het leenrecht, graag van nabij betrokken worden bij het besluitvormingsproces dat aan het uitvaardigen van het nieuwe K.B. voorafgaat. Het dossier van het leenrecht kan trouwens niet los worden gezien van de andere collectieve vergoedingsregelingen die dit land kent, waarin ook nog behoorlijk wat regelgevend werk op tafel ligt. In al deze dossiers wil Reprobel een constructieve partner van de overheid zijn, die meedenkt over oplossingen en tariefstructuren die tegelijk oog hebben voor de belangen van uitgevers en auteurs en proberen tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de andere stakeholders, in de mate dat die gerechtigd zijn. Een moderne kenniseconomie is sterk gebaat bij een florerende creatieve sector, die inzet op ontwikkeling en innovatie en die in België nog in belangrijke mate lokaal is verankerd. Die sector - met auteurs en uitgevers (en dus ook Reprobel) als belangrijke exponenten - verdient het om passend te worden vergoed voor het gebruik van auteursrechtelijke werken in het raam van een collectieve vergoedingsregeling. Dit themanummer diept het thema van het leenrecht verder uit. Alle auteurs spreken in eigen naam. Veel leesplezier. Kurt Van Damme Voorzitter Reprobel
Reprobel in enkele cijfers Opinie Tabel 1 Inningen in de jaren 2007 t.e.m. 2010 (in euro) 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 12.521.775 9.109.000 Tabel 2 Uitbetaalde bedragen van de jaren 2007 t.e.m. 2010 (in euro) 23.518.759 1.531.640 448.849 4.644.547 23.611.264 18.874.212 24.031.883 14.139.820 10.887.145 698.155 1.828.344 1.483.067 22.548.816 27.553.464 25.603.418 13.422.228 10.310.749 3.950.301 578.160 1.691.624 21.653.117 26.002.761 25.142.849 12.486.763 10.229.095 3.203.802 2007 2008 2009 2010 501.047 1.747.219 2007 2008 2009 2010 21.939.047 24.964.124 Belgie Buitenland Totaal Totaal Leenrecht Buitenlandse rechten Rechten kopieën Toestellen Als ik een boek was, zou ik zeker vele lezers willen hebben. Ik zou in alle boekhandels, in alle bibliotheken willen liggen. De auteur en de uitgeverij hadden mij als goede ouders trouwens verteld dat het heel goed was om samen met andere werken in de vitrine te staan, en dat de gratis toegang tot al deze boeken door een passende vergoeding zou worden gecompenseerd. Ze geloofden in de Europese richtlijn van 1992, die stelde dat een auteur het uitlenen zonder winstoogmerk van zijn werk in openbare bibliotheken en gelijkaardige instellingen niet mocht verbieden, en dat hij daardoor een vergoeding voor de uitlening zou ontvangen. Maar ja, welkom in België! Tien jaar later kwam eindelijk de beslissing vanuit het parlement: het leenrecht zou een aparte wettelijke licentie vormen. Pas in 2004 werd dan een Koninklijk Besluit gepubliceerd, dat de zaak volledig moest uitklaren. Akkoord, maar terwijl de wet federaal is, is het wel aan de Gemeenschappen of de bibliotheken om de inningen en vergoedingen te organiseren. Erbarmelijke vergoedingen die op zich lieten wachten. Mijn ouders waren ontgoocheld: één euro of een halve euro per lezer en per jaar, 8 keer minder dan de prijs van een filmticket! En ik, het boek, was goed voor het OCMW, dit nieuwe Openbaar Centrum voor Misdeelde Woordkunstenaars En stel nu dat mijn liefdesverhaal of mijn wetenschappelijke informatie eerder in een dagblad was opgenomen: dan zou ik helemaal geen recht hebben gehad op een vergoeding. Ik zou gewoon asielzoeker zijn, zoals het al het geval is bij de school- of universitaire bibliotheken! Als we gratis worden uitgeleend bij bibliotheken, worden ik (het boek) of mijn zusters (de audio- en de videodragers) werkelijk opgeofferd. We krijgen geen eerlijke compensatie, en worden ook niet erkend voor onze culturele bijdrage. Door de dalende verkoopcijfers zakken ook de inkomsten van onze ouders, de rechthebbenden aanzienlijk. Wat denkt u daarvan? De ene of de andere wordt uitgewonnen, en het enige criterium om ons als bestaansminimum een euro of vijftig cent toe te kennen is het aantal lezers. Dat is niet eerlijk. Maar dan nog hadden we deze aalmoes graag wat vroeger ontvangen. Mocht ik een boek zijn, dan zou ik misschien meer kans maken op het web, in één van die digitale bibliotheken. Gelooft u zoiets echt? Tabel 3 Percentage werkingskosten t.o.v. de inningen 2007 2008 2009 2010 9,80% 9,90% 11,74% 11,66% Christian Cherdon Ondervoorzitter Reprobel
Leenrecht 1994-2011: het VEWA-arrest Het leenrecht werd in België ingevoerd bij K.B. van 25 april 20041. Toch was er geen vreugde alom. Vooreerst kwam het K.B. 10 jaar te laat. De verplichting om auteurs te vergoeden voor het uitlenen van hun werken was immers reeds voorzien in een Europese richtlijn van 1992 met uitwerking in 1994. Niet dat de auteurs bij de Overheid niet hadden aangedrongen. Ook VEWA (Vereniging van Educatieve en Wetenschappelijke Auteurs) bleef niet bij de pakken zitten. Ik had tot tweemaal toe een onderhoud met de Minister van Justitie Verwilghen. Ten einde raad werd klacht neergelegd bij de Europese Commissie; België werd in 2003 door het Europees Hof van Justitie veroordeeld voor het niet omzetten van de richtlijn van 1992. Onderwijl werd een forum Leenrecht opgericht, met vertegenwoordigers van auteurs en uitgevers. Het Forum had tot driemaal toe een onderhoud met Premier Verhofstadt, VEWA eveneens met Minister Fientje Moerman. Het KB kwam er uiteindelijk in 2004, maar wat een ontgoocheling. Waar de Eerste Minister nog een vergoeding van 6 euro per lezer voorstelde in een brief d.d. 5 december 2002, bevat het KB. een miezerig tarief van 1 euro per volwassene en een halve euro per minderjarige lezer. Meer nog: de bibliotheken van de educatieve en wetenschappelijke sector werden uitgesloten; de vergoeding wordt enkel betaald voor werken die effectief worden meegenomen (dus raadpleging van werken ter plaatse komt niet in aanmerking). Voor een lezer die ingeschreven is in meerdere bibliotheken moet slechts een keer betaald worden. Welke van die bibliotheken moet dan betalen? Er bleef niets over dan naar de rechter te stappen. Er werd vooreerst een zaak ingeleid bij de burgerlijke rechter te Brussel om een vergoeding te bekomen voor de 10 jaar dat geen leenrecht werd uitbetaald: 1994-2004. De Belgische staat werd inmiddels veroordeeld door het Hof van Beroep in Brussel, maar de Staat diende een verhaal in bij het Hof van Cassatie, waar de zaak nu rust. Wij wachten af. VEWA diende ook een verhaal in bij de Raad van State, o.m. tegen de te lage vergoeding. Na 6 jaar velde de Raad een arrest waarbij het aan het Europees Hof van Justitie te Luxemburg de vraag stelde of een dergelijke vergoeding wel beantwoordde aan de Europese regelgeving. Het Hof sprak een belangrijk arrest uit en wel op 30 juni 20112. Het zette de puntjes op de i. Het Hof vertrekt van het exclusief recht van de auteur om zijn werk uit te lenen. De Europese richtlijn laat, zo zegt het Hof, evenwel toe dat de Lidstaten van dit uitsluitende recht kunnen afwijken, m.a.w. een wettelijke licentie tot uitlenen toestaan. Dit evenwel op voorwaarde dat de auteurs een vergoeding voor die uitlening krijgen. Het Hof schenkt klare wijn en die geldt voor alle auteurs en uitgevers van de 27 lidstaten van de EU: 1) Het zijn de instellingen, die moeten betalen; 2) die leenvergoeding moet aan de auteurs een passend inkomen verschaffen; 3) bij het bepalen van de vergoeding moet men rekening houden met het aantal werken dat een instelling uitleent evenals met het aantal lezers. Dus een onderscheid tussen grote en kleine bibliotheken. 4) Een systeem van lezers, meermalen lid, met een eenmalige betaling wordt afgewezen. Met het VEWA-arrest werd Europese geschiedenis geschreven. Besluit: het K.B. van 2004 is strijdig met het Europees recht, nietig en dient herschreven. Er moet een behoorlijke vergoeding komen: VEWA denkt dan aan 9 euro per lezer voor grote bibliotheken en aan 6 euro voor kleinere bibliotheken. Blijft nog het uitsluiten van de educatieve en wetenschappelijke sector. VEWA maakte die zaak samen met JAM en Assucopie aanhangig bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Het Verdrag beschermt immers ook het eigendomsrecht, intellectuele eigendom inbegrepen. Het exclusief leenrecht van de educatieve en wetenschappelijke auteurs, wier werken hoofdzakelijk in de scholenuniversiteiten worden uitgeleend, in die sector afschaffen zonder vergoeding komt immers neer op een onwettelijke onteigening. Kortom, wij zijn er nog niet. Wij kunnen alleen maar hopen dat de aankomende regering het auteursrecht echt ter harte gaat nemen. Roger Blanpain Voorzitter VEWA 1. Betreffende de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en producenten van eerste vastleggingen van films (B.S., 14 mei 2005). 2. www.curia.europa.eu.
www.reprobel.be Nieuws uit de sector Website Reprobel heeft haar website grondig vernieuwd. Gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid stonden hierbij centraal. De overzichtelijke structuur en de toegevoegde zoekfunctie leiden de gebruiker snel naar de gewenste informatie. De informatie is beschikbaar in de drie Belgische officiële talen, naast het Engels. Reprobel ontving reeds tal van positieve reacties over de uitgebreide lijst van FAQ s die de meest gestelde vragen van haar doelgroepen beantwoordt, zowel van vergoedingsplichtigen als van auteurs en uitgevers. Nieuw logo reprobel Quantum Comm ontwierp voor Reprobel een nieuw logo dat visueel heel bewust de opsplitsing maakt tussen enerzijds de activiteit in zwart (reproductierechten) en anderzijds de signatuur van de organisatie in rode typografie (nationaal Belgisch). De rechthoek verwijst naar het klassieke blad papier én naar de nieuwe media (scherm, tablet,...). De gedeeltelijke herhaling van dit element symboliseert de reproductie. Enkel de kleurencombinatie zwart en bordeaux werd overgenomen van de vorige huisstijl om de continuïteit van de organisatie te bevestigen. De baseline for authors & publishers verduidelijkt de activiteiten van Reprobel voor wie er niet of onvoldoende mee vertrouwd is. Gebruik van hyperlinks : waar ligt de grens? Het gewone gebruik van hyperlinks werd tot hiertoe meestal beoordeeld als zijnde in overeenstemming met het auteursrecht, indien dit geen verwarring met zich brengt over de identiteit van de eigenaar van de inhoud (men denkt aan technieken zoals framing). In het Verenigd Koninkrijk waar deze materie zoals in België voortkomt uit de Europese wetgeving, lijkt de rechtbank deze vooronderstelling in twijfel te trekken in een zaak tussen uitgevers van kranten en een bedrijf dat aan zijn klanten een persopvolging op basis van trefwoorden aanbiedt. De rechtbank meent dat de klant ook een licentie moet aanvragen op grond van het feit dat de kopieën die op de computer van de eindgebruiker gecreëerd worden het gevolg zijn van (.) de toegang tot de website van de uitgever door op de link te klikken. Salon de l Éducation 2011 te Namen Eind oktober kwamen op het EDUC-salon meer dan 200 exposanten gespecialiseerd in onderwijs in de brede zin van het woord samen. Franstalige educatieve en wetenschappelijke auteurs werden er vertegenwoordigd door hun beheersvennootschap Assucopie. De onderwijsactoren konden hun vragen stellen aan Assucopie en konden ook forums bijwonen over e-learning en auteursrecht in het onderwijs. Ministeriële goedkeuring voor de vijfjaarlijkse studie naar het kopieergedrag in België Reprobel is bij Koninklijk Besluit verplicht om om de vijf jaar een studie uit te voeren in verschillende sectoren (privésector, overheid en onderwijs) teneinde o.m. te bepalen hoeveel en in welke sectoren beschermde werken worden gereproduceerd. De resultaten van de vorige studie waren aan een update toe. In overleg met de voornaamste belanghebbenden werd een methodologie ontworpen om zo representatief mogelijke steekproeven (10.000 telefonische interviews) te bekomen. Daarenboven zullen meer dan duizend proefpersonen over een periode van twaalf maanden tijdens een volledige week een dagboek bijhouden waarin alle door hen gemaakte reproducties worden genoteerd. De resultaten worden verwacht begin 2013.
Reprobel in het kort Reprobel is een coöperatieve beheersvennootschap, opgericht in 1994. Er werken momenteel 25 mensen. Reprobel vertegenwoordigt veertien Belgische beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers. Die beheersvennootschappen beheren collectieve auteursrechten van schrijvers, journalisten, auteurs van educatiefwetenschappelijk werk, fotografen, illustratoren, drama-auteurs, componisten en uitgevers van kranten, tijdschriften, boeken en partituren. Via wederkerigheidsakkoorden vertegenwoordigt Reprobel ook buitenlandse auteurs en uitgevers. Reprobel is de enige erkende onderneming die in België uit naam van de rechthebbenden kopieerrechten en leenrechten mag innen en verdelen. In 2010 verdeelde Reprobel in totaal 25,1 miljoen euro onder binnen-en buitenlandse beheersvennootschappen, als vergoeding voor hun rechthebbende auteurs en uitgevers. De eigen werkingskosten lagen in 2010 op 11,66 % van de totale inningen in dat jaar. Het geïnde geld bestaat vooral uit kopieervergoedingen (reprografie) en in mindere mate uit vergoedingen voor het uitlenen van werken in openbare bibliotheken (het openbaar leenrecht). Voor de kopieervergoeding put Reprobel uit twee bronnen. De forfaitaire vergoeding wordt geheven op kopieertoestellen die in België op de markt gebracht worden. De evenredige vergoeding wordt betaald door instellingen en bedrijven op basis van het aantal kopieën van beschermde werken dat ze met de apparaten maken. Particulieren betalen die evenredige vergoeding in de regel niet. De leenrechtvergoeding is de jaarlijkse vergoeding die openbare bibliotheken betalen per lener om auteurs en uitgevers te compenseren voor het uitlenen van hun werken. In de Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap betaalt de overheid die vergoeding collectief aan Reprobel. Hoewel die rechten en het vergoedingssysteem bij wet geregeld zijn, is Reprobel een privéonderneming. Reprobel wordt gecontroleerd door de Controledienst bij de bevoegde minister, door een commissaris, door zijn eigen boekhoudkundige dienst en natuurlijk ook door de leden/ rechthebbenden. Reprobel wil deze transparantie nog verder maximaal bevorderen in de toekomst. REPROBEL BULLETIN is de nieuwsbrief van REPROBEL en verschijnt tweemaal per jaar. U kunt zich gratis abonneren via www.reprobel.be of door een bericht te sturen naar reprobelbulletin@reprobel.be. Hoofdredactie: Benoît Proot (Algemeen directeur) Redactiecomité: Axel Beelen, Prof. Roger Blanpain, Christian Cherdon (Ondervoorzitter), Marjorie Dedryvere, Evelien De Vos, Piet Dewaele, Kurt Van Damme (Voorzitter) Concept en lay-out: www.quantumcomm.be Redactieadres: Reprobel, Informatie & Communicatie, de Meeûssquare 23/3, B-1000 Brussel, reprobelbulletin@reprobel.be Verantwoordelijke uitgever: Benoît Proot REPROBEL BULLETIN, le bulletin d information de REPROBEL, existe également en français. Lid van de Unie van de Periodieke Pers.
Nieuws uit de sector IFRRO S inbreng in de Europese richtlijn over toegestane gebruiken van verweesde werken IFRRO (The International Federation of Reproduction Rights Organisations) zorgt er als onafhankelijke organisatie voor dat het collectieve beheer van reprografierechten en andere rechten i.v.m. auteursrechtelijk beschermd werk internationaal gehandhaafd worden door samen te werken met nationale beheersvennootschappen, zoals Reprobel in België. IFRRO streeft telkens naar een evenwicht tussen de toegankelijkheid van de werken voor de gebruiker en het verzekeren van de billijke vergoeding voor de rechthebbenden. Vanuit deze visie gaf IFRRO dan ook haar opmerkingen bij het ontwerp van de Europese richtlijn m.b.t. verweesde werken. Auteursrechtelijk beschermde werken kunnen verweesd zijn omdat hun auteur onbekend is of niet met redelijke inspanningen kan worden opgespoord door auteurs, uitgevers of hun vertegenwoordigers (beheersvennootschappen) in de lidstaat waarin het werk het eerst werd gepubliceerd. Naar aanleiding van de digitalisering van het Europees cultureel erfgoed (o.m. via Europeana) rees de vraag of verweesde werken desgevallend ook gedigitaliseerd mogen worden. Volgens IFRRO kunnen privaat-publieke samenwerkingen worden aangegaan tussen bibliotheken, onderwijs-en erfgoedinstellingen en commerciële partners om verweesde werken openbaar te maken, zonder dat zij daarbij enig recht op het werk verkrijgen. In principe zouden die commerciële partners dan wel een bijdrage moeten leveren aan collectieve beheersvennootschappen die voldoende auteurs en uitgevers van hetzelfde type werken vertegenwoordigen voor het geval dat de auteur van een verweesd werk zou opduiken om een vergoeding op te eisen. Internationale leenrechtconferentie Van 22 tot 24 september 2011 werd in Brussel de negende internationale Public Lending Right Conference gehouden over het leenrecht. Reprobel werkte samen met PLR International het programma uit. Naast Europese landen namen ook afgevaardigden uit Australië, Kenia, Zuid-Afrika, Vietnam en Taiwan deel aan de discussies over de toekomst van het leenrecht. Op vrijdagavond begeesterde mevr. Stephanie Duncan, Digital Media Director bij Bloomsbury Publishing de aanwezigen op het diner met een lezing over openbare onlinebibliotheken: een digitaal model voor de 21e eeuw. Mevr. Elaine Miller, beleidsmedewerker bij de DG Internal Market & Services van de Europese Commissie, gaf ter gelegenheid van de conferentie een overzicht van de huidige krachtlijnen van het Europese beleid m.b.t. het leenrecht in de verschillende lidstaten van de Europese Unie. Professor Roger Blanpain schetste de historiek van het Belgische leenrechtsysteem en de belangrijke veranderingen die op til zijn n.a.v. het recente VEWA-arrest van het Europees Hof van Justitie. Jim Parker, Registrar van het UK PLR Office, leidde als keynote speaker de verschillende sessies in. Lidstaten mogen gebruiken van verweesde werken toestaan die verder gaan dan de digitalisering voor het algemeen belang door bibliotheken, onderwijs-en erfgoedinstellingen, via het uitschrijven van licenties. Voor dergelijke licenties moet eveneens een vergoeding worden betaald aan de betrokken beheersvennootschap, voor het geval de auteur zich alsnog kenbaar maakt. Librius lanceert Sinbad, een anti-piracy webcrawler voor boeken In samenwerking met de BAF (Belgian Anti-Piracy Federation) lanceerde Librius in de zomer van 2011 SINBAD ( Searching the Internet for Non-authorised Books And Displays ), de eerste performante anti-piracy webcrawler voor boeken. En met resultaat: in juli werden meteen 29.000 (!) illegale links naar boeken van Vlaamse uitgevers gevonden en neergehaald: 19.000 voor algemene boeken en 10.000 voor strips. Dat is beduidend meer dan wat in 2010 voor Vlaamse films en tv-series toch ook niet bepaald onpopulair werd neergehaald. SINBAD is echter maar een deel van het anti-piracy beleid van Librius/Boek.be. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op kwalitatieve en aantrekkelijk geprijsde legale content (bv. via het vernieuwde www.e-boek.org) en wordt de focus verlegd van consumenten die dus in de regel niet worden geviseerd - naar hosts en uploaders.