RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 juni 2001 (22.06) (OR. fr) 10184/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0119 (COD) LIMITE SAN 82 CODEC 637



Vergelijkbare documenten
9UDJHQHQDQWZRRUGHQRYHUWDEDNVUHFODPH

Zaak C-380/03. Bondsrepubliek Duitsland tegen. Raad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 303 def.

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 1997 over bestrijding van het tabaksgebruik 1,

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2001 (09.10) (OR. en) 12244/01 LIMITE JUR 283 SAN 107

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

PUBLIC. Brusel,7december1999(11.01) (OR.f) RAADVAN DEEUROPESEUNIE 12985/99 LIMITE PV/CONS68 SAN180

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

GEMEENSCHAPPELIJKE BELEIDSLIJNEN Aanvraagtermijn overleg:

6986/01 CS/vj DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

PUBLIC. Brussel, 4 juli 2002 (11.07) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 10673/02 LIMITE JUR 252 AGRI 160 MI 131 E V 386 DE LEG 44 CO SOM 63 SA 108

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

betreffende met GGO's geproduceerde levensmiddelen

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

2009R0041 NL

A8-0189/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2016)0758 C8-0529/ /0374(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

8620/01 AL/td DG H I NL

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

11558/02 jv 1 DG G I

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 juni 2001 (22.06) (OR. fr) 10184/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0119 (COD) LIMITE SAN 82 CODEC 637 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 21 juni 2001 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument - COM(2001) 283 def. Bijlage: COM(2001) 283 def. 10184/01 aa 1 DG I NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.5.2001 COM(2001) 283 definitief 2001/0119 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten (door de Commissie ingevolge artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het EG-Verdrag ingediend) 1

TOELICHTING 1. INLEIDING Dit voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad is bedoeld om de reclame en sponsoring voor tabaksproducten te regelen, behalve die op televisie, die al onder andere communautaire wetgeving valt. Het behelst ook, in zoverre dat voor de voltooiing van de interne markt nodig is, voorschriften inzake tabaksreclame die gebruik maakt van de diensten van de informatiemaatschappij, en de verspreiding om niet van tabaksproducten, die deze bepalingen kunnen ondermijnen. Het voorstel is bedoeld ter vervanging van Richtlijn 98/43/EG van 6 juli 1998, die door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen nietig is verklaard 1. Het houdt ook rekening met de wetgeving van de lidstaten en de ontwikkeling van internationale voorschriften ter zake. Doel van het voorstel is de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten teneinde belemmeringen voor het functioneren van de interne markt uit de weg te ruimen, met het doel het vrije verkeer van goederen en diensten te waarborgen die de regels van de richtlijn in acht nemen. Dit voorstel heeft geen betrekking op onderwerpen als indirecte reclame, toezicht op de reclame-uitgaven van tabaksbedrijven of verkoopautomaten, die zullen worden behandeld in het kader van een voorstel voor een aanbeveling van de Raad op grond van de artikelen 152 en 153 van het Verdrag, waaraan op het ogenblik door de Commissie wordt gewerkt. 2. ACHTERGROND De reglementering van reclame en sponsoring voor tabaksproducten door de lidstaten wordt ingegeven door de bezorgdheid omtrent het verband tussen tabaksverbruik en tabaksreclame. De preventie van het tabaksverbruik heeft in het volksgezondheidsbeleid van de lidstaten hoge prioriteit en een groot aantal lidstaten heeft besloten de tabaksreclame te beperken en te reglementeren teneinde dit verslavende product minder aantrekkelijk te maken. Daarbij hebben de verschillen in de nationale wet- en regelgeving aanleiding gegeven tot verschillen in behandeling van de economische subjecten in de interne markt. 3. RECHTSGROND Dit voorstel is gebaseerd op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het Verdrag, waarbij als grondslag een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid is genomen. Ook wordt rekening gehouden met door de lidstaten aan de orde gestelde volksgezondheidsproblemen, die onder de aandacht van de Commissie zijn gebracht (artikel 95, lid 8). 1 Zaak C-376/98 van 5 oktober 2000, Duitsland tegen Parlement en Raad. 2

Bij de opstelling van dit voorstel heeft de Commissie rekening gehouden met bovengenoemd arrest van het Hof van Justitie. Bij dit arrest werd Richtlijn 98/43/EG inzake tabaksreclame nietig verklaard en werden de eisen verduidelijkt waaraan richtlijnen die gebaseerd zijn op de door artikel 95 van het EG-Verdrag verschafte rechtsgrondslag, moeten voldoen 2. 4. OVERZICHT VAN DE NATIONALE WETGEVING De meeste lidstaten beschikken al over wetgeving om de reclame en sponsoring voor tabaksproducten te reglementeren. Andere werken daaraan. De werkingssfeer van deze nationale wetgeving verschilt sterk van land tot land. Alle lidstaten hebben echter Richtlijn 89/552/EEG omgezet, die televisiereclame voor tabaksproducten verbiedt (artikelen 13 en 17). Vergelijkt men de nationale wetgeving inzake reclame voor tabaksproducten en de sponsoring op dat gebied, dan kunnen drie categorieën landen worden onderscheiden. 4.1. Beperkte restricties op tabaksreclame 4.1.1. Luxemburg 3 Reclame is alleen toegestaan in verkoopruimten, in de pers en onder bepaalde voorwaarden op affiches. Er gelden beperkingen ten aanzien van de inhoud van de reclame en gezondheidswaarschuwingen zijn verplicht. 4.1.2. Zweden 4 Bij alle vormen van reclame voor tabaksproducten dient de nodige terughoudendheid te worden betracht; zo is bijvoorbeeld reclame in de open lucht op openbare plaatsen niet toegestaan; hetzelfde geldt voor reclame binnen op plaatsen die overwegend door jongeren onder de 20 jaar worden bezocht. Ten aanzien van verspreiding om niet en sponsoring geldt dezelfde voorwaarde van terughoudendheid. Commerciële reclame in de pers, op radio en televisie is verboden in zoverre met de reclame wordt beoogd tabaksproducten aan consumenten aan te prijzen. Een verbod op indirecte reclame is in de maak (hiervoor is echter een wijziging van de wet op de persvrijheid vereist). 4.1.3. Spanje 5 Tabaksreclame is alleen verboden op televisie en op plaatsen waar de verkoop en de consumptie van tabak verboden zijn. Sponsoring van tv-programma s door personen of bedrijven is verboden indien hun hoofdactiviteit bestaat in de vervaardiging of verkoop van producten waarvoor reclame verboden is. Enkele Autonome Gemeenschappen gaan verder en verbieden bijvoorbeeld reclame in programma s of publicaties voor minderjarigen, of buitenreclame, of verspreiding om niet (voor minderjarigen of voor iedereen). 2 3 4 5 Zie de punten 98, 100, 111 en 117 van het arrest. Wet van 24.3.1989 op de beperking van tabaksreclame en een rookverbod op bepaalde plaatsen. Groothertogelijke uitvoeringsverordening van 6.3.1995. Tabakswet (1993: 581), uitgevaardigd in Stockholm, 3 juni 1993. Nationale wetgeving: Wet nr. 34/1988 op reclame, Wet nr. 25/1994. 3

4.1.4. Griekenland 6 Directe of indirecte tabaksreclame is verboden op radio en televisie. In andere media - bioscoop of pers - is tabaksreclame alleen toegestaan als die vergezeld gaat van een gezondheidswaarschuwing. Reclame voor tabaksproducten is verboden in gezondheidszorginstellingen, onderwijsinstellingen, jongerencentra en sportfaciliteiten. 4.1.5. Duitsland 7 Tabaksreclame op radio en televisie is verboden. Voor de overige media gelden beperkingen ten aanzien van de inhoud van de reclame: zij mag geen beweringen of beschrijvingen bevatten die de indruk zouden kunnen wekken dat het gebruik van tabaksproducten onschadelijk is voor de gezondheid; zij mag niet op een jong publiek gericht zijn; zij mag roken niet aanprijzen; zij mag tabaksproducten niet als natuurlijk voorstellen. Ook is het verboden reclame voor tabaksproducten te maken met misleidende of bedrieglijke middelen. 4.1.6. Oostenrijk 8 Tabaksreclame is in bepaalde gevallen verboden: op radio en televisie, tijdens bioscoopvoorstellingen die toegankelijk zijn voor jongeren, binnen het zicht van scholen en jongerencentra, of wanneer de reclame zich speciaal op jongeren richt. Ten aanzien van de reclame voor bepaalde sigaretten (zonder filter ) of de inhoud van deze reclame (het opvoeren van jonge rokende modellen of het gebruik van strips ) gelden een aantal beperkingen. De verspreiding om niet van tabaksproducten is verboden, evenals de verspreiding van artikelen die door kinderen of adolescenten met tabaksproducten kunnen worden geassocieerd, of de distributie van reclameartikelen voor kinderen. Bovendien mag reclame voor tabaksproducten niet worden gecombineerd met reclame voor andere producten; reclame op affiches, andere gedrukte media of in de bioscoop moet een gezondheidswaarschuwing bevatten. De beperkingen mogen niet worden omzeild door indirecte reclame voor producten die er uitzien als tabaksproducten. Sponsoring is toegestaan als die aan bovenstaande beperkingen voldoet. 4.2. Volledig verbod op tabaksreclame 4.2.1. Frankrijk 9 Frankrijk kent regelgeving die gebaseerd is op een volledig verbod op (directe en indirecte) reclame voor tabaksproducten, ofschoon uitzonderingen zijn toegestaan (reclame op verkooppunten, onder strikte voorwaarden). Het verbod geldt ook voor sponsoring en verspreiding om niet. Elk tabaksproduct moet van een gezondheidswaarschuwing voorzien zijn. 6 7 8 9 Twee ministeriële besluiten van 29 mei 1989 betreffende tabaksreclame. Wet van 9.9.1997, gewijzigd op 20.7.2000. Tabakswet (BGBl. 431/1995). Wet nr. 91-32 van 10.1.1991 op de bestrijding van tabaks- en drankmisbruik (de zgn. wet-evin). 4

4.2.2. Italië 10 Alle vormen van directe of indirecte reclame voor tabaksproducten en andere producten (met een symbool van een tabaksproduct) die ten doel of tot gevolg hebben de consumptie van tabak te bevorderen, zijn verboden. Op de tabaksverpakking moet een gezondheidswaarschuwing zijn aangebracht. De sponsoring van evenementen ten voordele van tabaksproducten is niet geregeld. 4.2.3. Portugal 11 Portugal kent een volledig verbod op alle vormen van reclame voor tabaksproducten, door middel van ongeacht welk medium dat onder de jurisdictie van de Portugese staat valt (afwijking voor bepaalde sportevenementen tot 2001). Sponsoring van tv-programma s door personen of bedrijven wier hoofdactiviteit bestaat in de vervaardiging of verkoop van tabaksproducten, is verboden. 4.2.4. Finland 12 Directe of indirecte reclame voor tabak, tabaksproducten, tabaksimitaties en rookbenodigdheden is verboden. Indirecte reclame omvat de promotie van tabaksproducten door middel van reclame voor andere artikelen die gebruik maken van een herkenbaar symbool van een tabaksproduct; het combineren van tabak met de verkoop van andere producten of de levering van diensten is verboden. Deze wet is niet van toepassing op advertenties in buitenlandse gedrukte publicaties waarvan de reclame voor tabak niet het eerste doel is. 4.3. Wetswijzigingen onderweg 4.3.1. Verenigd Koninkrijk 13 De Tabaksreclamewet verbiedt reclame en promotieactiviteiten die ten doel of tot gevolg hebben een tabaksproduct te bevorderen; hieronder valt ook reclame in de pers of via elektronische media, verspreiding om niet, brandsharing en sponsoring (indien het doel of gevolg is een tabaksproduct te promoten). De belangrijkste vrijstellingen betreffen reclame op verkooppunten; mededelingen voor de tabakshandel aan bij die handel betrokken personen; reclame in publicaties die hoofdzakelijk op het buitenland gericht zijn. Gespecialiseerde tabakshandelaren mogen binnen en buiten hun winkel op ruimere schaal reclame maken. 4.3.2. Ierland Huidige situatie: De Wet op Tabaksproducten (beperking van reclame, sponsoring en verkoopbevordering) van 1978 (nr. 27 van 1978). Bepalingen van afgeleid recht (Statutory Instruments) volgden in 1991, 1996 en 2000. 10 11 12 13 Wet nr. 52 van 22.2.1983, Ministerieel Besluit nr. 425 van 30.11.1991. Besluit nr. 421/80 van 30.9.1980, Besluit nr. 226/83 van 23.5.1983, gewijzigd bij Besluit nr. 330/90 van 23.10.1990 (Reclamevoorschrift) en bij Besluit nr. 275/98 van 9.9.1998. Wet inzake maatregelen ter vermindering van het roken, 693/1976 (wijzigingen sinds 1976). Tabaksreclamewet, 14 december 2000 (Wet nr. 6). 5

Reclame in elektronische en gedrukte media is verboden (met zeer beperkte afwijkingen), alsmede sponsoring die aanleiding geeft tot reclame voor tabaksproducten. Nieuw wetsvoorstel: alle vormen van reclame voor tabaksproducten of voor de naam van de fabrikant of het merk zal worden verboden, ook reclame op verkooppunten. De verkoop, de verspreiding of het maken van materiaal dat tabaksreclame bevat, worden strafbaar. Alle vormen van sponsoring worden verboden, met inbegrip van sponsoring die niet rechtstreeks tot reclame leidt. 4.3.3. Nederland Huidige situatie: de tabaksindustrie hanteert een zelfreguleringscode voor alle vormen van tabaksreclame (uitgezonderd die op radio en televisie en de sponsoring van televisieprogramma s door tabaksbedrijven, waarvoor een algemeen verbod geldt - Tabakswet, Mediawet): het gaat hierbij vooral om beperkingen van tabakscommercials in bioscopen, het uitreiken van monsters en reclame die op de jeugd is gericht. Wetsvoorstel: de regering heeft een nieuw wijzigingsvoorstel op het huidige wetsvoorstel bij het parlement ingediend om de Tabakswet aan te scherpen (Kamerstukken II, 1998-1999, 26 472, nrs. 1-7). Alle vormen van directe en indirecte marketing, reclame, promotie en sponsoring worden zo spoedig mogelijk verboden (vrijstelling voor beperkte vormen van reclame op de verkooppunten). Een afwijking geldt ten aanzien van de datum van inwerkingtreding voor sponsoring en persreclame. 4.3.4. Denemarken 14 Alle vormen van tabaksreclame zijn verboden. De voornaamste vrijstellingen hebben betrekking op informatie ten behoeve van vakmensen binnen de branche; reclame op verkooppunten (onder strenge voorwaarden); advertenties in publicaties die in andere landen worden uitgegeven, tenzij het hoofddoel het maken van reclame voor tabak in Denemarken is; het gebruik van een voor 13.12.2000 zowel voor tabaksproducten als voor andere producten in gebruik zijnde naam om voor die andere producten reclame te maken in een vorm die zich in uiterlijk duidelijk onderscheidt van de naam van het tabaksproduct; het gebruik van een naam die bekend is van tabaksproducten, in reclame voor andere producten en diensten, op voorwaarde dat het andere product of die andere dienst alleen in een beperkt geografisch gebied wordt verkocht. Sponsoring voor tabaksproducten is verboden, evenals elke vorm van distributie gericht op de bevordering van de verkoop van tabaksproducten. 4.3.5. België 15 Tabakssponsoring en -reclame zijn zowel in directe als in indirecte vorm verboden (verspreiding om niet en reclame voor producten die het gevolg zijn van merkdiversificatie, worden als indirecte vormen van reclame beschouwd). De uitzonderingen hebben betrekking op verkooppunten en buiten België gedrukte publicaties die niet in de eerste plaats op België gericht zijn. 14 15 Wet nr. L 134, ingediend op 13 december 2000 (Voorstel voor een wet tot het verbieden van tabaksreclame), die volgens plan op 1 juli 2001 in werking moet treden. Wet van 10.12.1997 houdende verbod op de reclame voor tabaksproducten. 6

Het Arbitragehof (Beschikking nr. 102/99 van 30.09.1999) heeft de bepalingen betreffende de sponsoring van internationale evenementen en indirecte reclame vernietigd. Andere rechtszaken zijn nog hangende. 5. INTERNATIONALE AANBEVELINGEN EN OVEREENKOMSTEN Deze maatregelen zijn in overeenstemming met de aanbevelingen van het Raadgevend Comité voor kankerpreventie van de Commissie 16 en die van de Wereldgezondheidsassemblee van de WHO 17. De voorgestelde maatregelen houden ook rekening met het op 14 juni 1998 goedgekeurde advies van het Consumentencomité van de Commissie over een maatschappelijk verantwoord gemeenschappelijk tabaksbeleid. Speciale aandacht wordt gevestigd op de binnen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) lopende werkzaamheden inzake de preventie van het roken. De 52e Wereldgezondheidsassemblee besloot op 24.5.99 een intergouvernementele onderhandelingsgroep in het leven te roepen voor de opstelling van en het voeren van onderhandelingen over een voorgestelde kaderovereenkomst van de WHO voor de bestrijding van het tabaksgebruik en bijbehorende protocollen, die openstaat voor deelname door organisaties voor regionale economische integratie. De Commissie neemt aan de onderhandelingen deel op grond van een in oktober 1999 door de Raad verstrekt mandaat. De eerste onderhandelingssessie heeft al plaatsgevonden en de tweede vond plaats van 29 april tot 5 mei 2001. In het kader van de onderhandelingen over deze overeenkomst wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van bepalingen die tabaksreclame, sponsoring en andere vormen van promotie reglementeren. Dit zal gevolgen hebben voor het bestaande acquis communautaire. Het verslag van de Wereldbank over de bestrijding van het tabaksgebruik 18 concludeert dat een verbod op reclame en promotie effectief blijkt, maar alleen als het een algeheel verbod betreft en het voor alle media en alle vormen van gebruik van merknamen en logo s geldt. 6. ONTWIKKELING VAN COMMUNAUTAIRE REGELS Tabaksreclame en -sponsoring op televisie is volledig verboden bij Richtlijn 89/552/EEG van de Raad, zoals gewijzigd, betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten. De tekst voorziet in een verbod op alle vormen van televisiereclame voor sigaretten en andere tabaksproducten (art. 13). Ook wordt bepaald dat tv-programma s niet door tabaksfabrikanten gesponsord mogen worden (art. 17). Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten werd op 5 oktober 2000 in zaak C-376/98 door het Hof van Justitie vernietigd. 16 17 18 Slotbijlage bij COM(96) 609 def. Tobacco or Health, a status report, WHO, Genève, 1997, blz. 49. Curbing the Epidemic, Wereldbank, Washington, 1999. 7

7. INHOUD VAN DIT VOORSTEL 7.1. Inleiding De verspreiding van informatie in de vijftien lidstaten geschiedt in toenemende mate grensoverschrijdend. Als gevolg daarvan komen de mensen in de ene lidstaat steeds meer in aanraking met de media van andere lidstaten, zij het in de vorm van radio, televisie, filmvertoningen, de geschreven pers, diensten van de informatiemaatschappij en affiches. Ook de reclame voor tabaksproducten volgt deze trend, vooral omdat die gecentraliseerd van aard is en de multinationale fabrikanten gebruik maken van thema s die in de hele Gemeenschap om niet te zeggen de hele wereld aantrekkingskracht uitoefenen. Reclame is een belangrijke economische activiteit die voortspruit uit de meest fundamentele rechten. De wetgevers in de lidstaten hebben het evenwel noodzakelijk geacht de uitoefening van die rechten te beperken teneinde het openbaar belang en met name de gezondheid te beschermen. Deze beperkingen, die dikwijls neerkomen op een algeheel verbod, betreffen in het bijzonder de reclame voor bepaalde producten, ongeacht of de verkoop daarvan al dan niet legaal is. Dergelijke beperkingen bestaan in de lidstaten voor drugs, wapens, geneesmiddelen, alcohol, speelgoed, enz. 7.2. Tabaksreclame en de interne markt Bovengenoemde verschillen in regelgeving tussen de lidstaten creëren belemmeringen voor het verkeer van reclamemedia, -producten en -diensten. Deze belemmeringen zijn niet alleen in potentie aanwezig, maar zijn reëel. In dit verband heeft de Commissie reeds klachten uit diverse lidstaten ontvangen. Voor de in artikel 14 van het Verdrag bedoelde totstandbrenging van de interne markt moeten de nationale bepalingen inzake reclame voor tabaksproducten in bepaalde informatiemedia, waaronder radio-uitzendingen, worden geharmoniseerd. Het is belangrijk het vrij verkeer van producten, de reclamemiddelen daarvoor en de vrije dienstverlening op dit gebied te waarborgen en te voorkomen dat de handel wordt belemmerd vanwege niet-naleving van nationale bepalingen inzake directe reclame voor tabaksproducten en sponsoring op dat gebied. In dit verband kan, gezien de huidige stand van de wetgeving van de lidstaten en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 19, harmonisatie logischerwijze alleen gebaseerd worden op een verbod van reclame in de pers en andere gedrukte publicaties, alsook van sponsoring waarbij meer dan een lidstaat betrokken is. Internetreclame en verspreiding om niet moeten ook onder deze bepalingen vallen om de toepasbaarheid en coherentie te garanderen. De gezondheidsbeschermingsvereisten worden duidelijk vermeld in de bepalingen van artikel 95 van het Verdrag, dat betrekking heeft op de totstandbrenging van de interne markt. Artikel 95, lid 3, luidt: "De Commissie zal bij haar in lid 1 bedoelde voorstellen op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de milieubescherming en de consumentenbescherming uitgaan van een hoog beschermingsniveau ". Daarom moet de communautaire wetgever rekening houden met de vereisten inzake gezondheidsbescherming die rechtstreeks van invloed zijn op de totstandbrenging en het functioneren van de interne markt. 19 Zaak C-376/98 van 5 oktober 2000. 8

Zoals wij in het overzicht van de nationale wetgeving gezien hebben, is er in de lidstaten sprake van een tendens naar hoe langer hoe strengere reclamebeperkingen. Uiteindelijk lijkt, zelfs bij uitblijven van een communautair optreden, de natuurlijke ontwikkeling op dit gebied te leiden tot wetgeving in de afzonderlijke lidstaten die gaat in de richting van een algeheel verbod op tabaksreclame. Deze tendens ten spijt, bestaan er nog aanzienlijke verschillen in aanpak en inhoud op nationaal niveau. Deze zelfde ontwikkeling zien we ook op internationaal vlak, zoals bij de lopende onderhandelingen over een kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van het tabaksgebruik. Daarom zou op dit gebied een eerste stap in de harmonisatie door de reglementering van reclame in de pers en grensoverschrijdende sponsoring ertoe bijdragen het vrije verkeer, zonder belemmeringen, van dergelijke reclamemiddelen en producten te waarborgen. Een aanvullende bepaling betreffende reclame in diensten van de informatiemaatschappij, op de radio en door middel van verspreiding om niet lijkt ook nodig om deze internemarktvoorschriften te voltooien en ontduiking ervan te voorkomen. De mededingingsvoorwaarden kunnen ook worden beperkt door verschillen in de voorschriften betreffende tabakssponsoring, met name bij sportevenementen. 7.3. Gezondheidseffecten van tabaksgebruik In de Europese Unie is de consumptie van tabak en meer in het bijzonder het roken van sigaretten over het algemeen een aanvaard sociaal gebruik geworden, dat onder invloed van de reclame met name door jongeren met een positief imago wordt geassocieerd. Tabaksgebruik is thans een van onze grootste gezondheidsproblemen geworden. De gevaren van het roken kunnen in twee categorieën worden verdeeld: 7.3.1. Risico s voor de rokers zelf: de helft komt uiteindelijk aan de gevolgen van roken te overlijden, tenzij ze ermee stoppen Onderzoek naar de gevaren waaraan hardnekkige rokers van sigaretten, die als jonge volwassene met roken beginnen en daarmee doorgaan, zich blootstellen, wijst uit dat het risico groot is. Over het geheel genomen sterft uiteindelijk de helft van alle hardnekkige rokers ten gevolge van het tabaksgebruik, een kwart op oudere leeftijd en een kwart op middelbare leeftijd (35-69) 20. Zij die op oudere leeftijd als gevolg van tabaksgebruik komen te overlijden, zouden enkele jaren later misschien aan iets anders gestorven zijn, maar zij die op middelbare leeftijd sterven, zien hun levensverwachting met gemiddeld 20-25 jaar bekort. Maar zelfs op middelbare leeftijd lopen degenen die stoppen met roken voordat zij ziek worden, aanzienlijker minder kans om aan de gevolgen van roken te overlijden, en stoppen met roken voor de middelbare leeftijd verkleint die kans zelfs nog verder 21. 20 21 Doll R, Peto R, Wheatley K, Gray R, Sutherland I. Mortality in relation to smoking: 40 years' observations on male British doctors. BMJ 1994; 309: 901-11. Peto R, Lopez AD, Boreham J, Thun M, Heath C Jr. Mortality from smoking in developed countries 1950-2000. Oxford University Press, Oxford, 1994. 9

7.3.2. Risico s voor de EU-bevolking: 0,5 miljoen tabaksdoden per jaar (0,4 miljoen mannen + 0,1 miljoen vrouwen) In de meeste Europese landen beginnen mannen eerder met roken dan vrouwen. Ofschoon de epidemie onder mannen zich thans heeft gestabiliseerd op 0,4 miljoen tabaksdoden in de EU per jaar, neemt de epidemie onder vrouwen nog steeds toe (inmiddels al 0,1 miljoen tabaksdoden in de EU per jaar). Hierbij gaat het in 0,2 miljoen van de gevallen om kanker en in 0,3 miljoen van de gevallen om andere ziekten. Tabak veroorzaakt thans ongeveer 25% van alle sterfgevallen ten gevolge van kanker in de EU (39% mannen, 8% vrouwen maar het aantal tabaksdoden onder vrouwen neemt nog steeds toe). Sterven op oudere leeftijd is onvermijdelijk, maar sterven op middelbare leeftijd is dat niet, en een kwart van alle sterfgevallen in de EU op middelbare leeftijd wordt veroorzaakt door tabak. Indien de huidige sterftepatronen doorzetten, dan komen we de komende 40 jaar uit op 20 miljoen tabaksdoden in de EU, de helft op middelbare leeftijd en de helft op oudere leeftijd, en alleen als de volwassenen die nu roken, massaal stoppen, zullen deze aantallen aanmerkelijk dalen 22. Wat de subtiele gevolgen van reclame voor een product als tabak betreft, is het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk veelzeggend. In deze lidstaat verklaart twee derde van de volwassen rokers te willen stoppen, maar de helft is het eens met de stelling dat roken niet zo gevaarlijk kan zijn, want anders zou de regering tabaksreclame niet toestaan 23. Die wordt in deze lidstaat nu aangepakt via ontwerp-wetgeving. Zo ook wordt in een in opdracht van het Duitse Ministerie van Volksgezondheid opgesteld rapport geconcludeerd dat "de gegevens zo overtuigend zijn dat een pakket gezondheidsmaatregelen, waaronder een verbod op reclame, gerechtvaardigd is" 24. De lidstaten zijn zich van deze situatie bewust en hebben de preventie van roken al in 1986 tot een van de prioritaire doelstellingen van het programma "Europa tegen kanker" verheven. In daaropvolgende programma s is deze prioriteit gehandhaafd. Bovendien werd in oktober 1996 in Helsinki door het Comité van vooraanstaande kankerdeskundigen van de Commissie een aanbeveling goedgekeurd die werd opgenomen in de bijlage bij de mededeling van de Commissie betreffende de huidige en voorgestelde rol van de Gemeenschap bij de bestrijding van het tabaksgebruik 25. Deze prioritaire doelstelling vind ook zijn weerslag in het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio s over de vooruitgang in verband met de bescherming van de volksgezondheid tegen de schadelijke effecten van het tabaksgebruik 26. 22 23 24 25 26 Peto R, Darby S, Deo H, Silcocks P, Whitley E, Doll R. Smoking, smoking cessation, and lung cancer in the UK since 1950: combination of national statistics with two case-control studies. BMJ 2000; 321: 323-9. Economics & Operational Research Division. Effects of tobacco advertising on tobacco consumption (bladzijde 21). UK Department of Health 1992. Advertising and tobacco consumption, Harewinkel en Pohl, Kiel, 1998. COM(96) 609 def. COM(1999) 407 def. 10

7.4. De invloed van reclame op het tabaksgebruik In dit verband blijkt reclame een van de factoren die verantwoordelijk zijn voor de uitbreiding van de markt voor tabaksproducten. In de overvloed aan woorden en beelden waarmee wordt geprobeerd de consumptie van tabaksproducten te bevorderen, wordt iedere toespeling op de schadelijkheid van tabak zorgvuldig vermeden en worden jongeren aangezet tot wat een sociaal aanvaardbaar gedragspatroon lijkt te zijn. Ofschoon het niet onomstotelijk vaststaat dat reclame er als enige direct verantwoordelijk voor is dat mensen aan het roken gaan of eraan verslaafd raken, blijft het feit dat zij een fundamentele rol speelt in de promoting van tabaksproducten. Het roken wordt in de meeste gevallen in de kinder- of puberjaren aangeleerd. Ongeveer 60% van de rokers begint op 13-jarige leeftijd, en meer dan 90% begint voor het twintigste levensjaar. Aangezien slechts zo n 10% van de huidige rokers pas als volwassene met roken beginnen, vormen de adolescenten de groep waaruit de meeste nieuwe rokers worden gerekruteerd 27. Door zijn verslavende karakter onderscheidt dit product zich van andere consumentenproducten die op een dergelijke intensieve manier aan de man worden gebracht. Volgens de tabaksindustrie wordt met de reclame alleen beoogd rokers over te halen op een ander merk over te stappen, en bevordert zij aldus de concurrentie tussen de verschillende producten op de markt 28. Iedere vorm van reclame streeft er per definitie naar het marktaandeel van het product in kwestie te vergroten. Verschillende studies wijzen echter uit dat rokers erg merkvast zijn en dat sigaretten tot de producten behoren met de hoogste merkvastheid 29. De alomtegenwoordige tabaksreclame beïnvloedt het bewustzijn van alle geledingen van de bevolking, kinderen en volwassenen, rokers en niet-rokers, om van de rokers die ermee zouden willen ophouden, nog maar te zwijgen. Met name onder de kinderen maakt een groot aantal op zeer jonge leeftijd kennis met het roken van sigaretten, zodat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij, opgevoed als zij door de reclame zijn tot merkvastheid, om die reden alleen al regelmatige rokers kunnen worden. Als reclame geen effect zou hebben op de feitelijk geconsumeerde hoeveelheid, dan zou het tabaksverbruik ongetwijfeld heel snel inzakken als gevolg van de demografische ontwikkelingen en het vroegtijdig overlijden van rokers aan met tabaksgebruik samenhangende ziekten. Het accentueren van de rol van reclame voor tabaksproducten betekent niet dat er geen andere factoren zijn die ertoe bijdragen dat jongeren beginnen te roken, waaronder het gedrag van vrienden, leraren, ouders en familie, en persoonlijkheden die een modelrol vervullen. Het is echter een feit dat tabaksreclame nu precies erop uit is een beeld van sympathie, avontuur en persoonlijkheidscultus op te roepen, met andere woorden reclame spreekt tot de verbeelding. 27 28 29 Tye, J.B., Warner, K.E., en Glanz, S.A., "Tobacco advertising and consumption: evidence of a causal relationship". World Smoking and Health. 1988, blz. 6-13. Royal College of Physicians of London. "Smoking and Health. The third report of the Royal College of Physicians of London". London, Pitman Medical, 1987, blz. 104. Chapman, S. "Cigarette advertising and smoking: A review of the evidence", British Medical Association, London, 1985. Tye, J.B., Warner, K.E., en Glanz, S.A., " Tobacco advertising and consumption: evidence of a causal relationship". Public Health Policy. 1988, blz. 492-508. Agence FCB/Autres produits. Kapferer en Laurent, 1983. 11

In de vijftien lidstaten komt het reclamebudget voor tabaksproducten niet uit boven de 3% van het totale reclamebudget voor producten en diensten. In Noorwegen, waar sinds 1975 tabaksreclame volledig verboden is, nam in de acht jaar die aan de toepassing van het verbod voorafgingen, de verkoop van advertentieruimte - voor alle soorten reclame - met 3,9% toe, terwijl er in de acht jaar na het van kracht worden van het verbod sprake was van een stijging van 5,6%. Dit voorbeeld uit Noorwegen laat zien dat een reclameverbod de economische situatie van de pers niet verslechtert. 8. HERZIENING EN VERSLAGUITBRENGING Het is duidelijk dat de wetenschappelijke gegevens over tabak en het gebruik daarvan voortdurend in ontwikkeling zijn. Bovendien moeten de technische elementen van de reclame voor dergelijke producten in het oog gehouden worden, bijvoorbeeld wat betreft de definitie van de diensten van de informatiemaatschappij, de handhaving van de beperkingen op tabaksreclame door de diensten van de informatiemaatschappij en de methoden van indirecte reclame, terwijl tevens een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid gewaarborgd moet worden en rekening moet worden gehouden met nieuwe wetenschappelijke feiten, en de consumentenbescherming en -voorlichting. Nieuwe ontwikkelingen in de wetgeving van de lidstaten maken ook een herziening noodzakelijk. Een herzieningsprocedure is dus belangrijk om een soepel functioneren van de interne markt te waarborgen. Om doorzichtigheid en een snelle uitwisseling van informatie te waarborgen, wordt daarom voorgesteld dat de Commissie verslag uitbrengt aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van dit voorstel voor een richtlijn en zo nodig verdere voorstellen doet om het aan te passen aan de ontwikkelingen op het gebied van de reclame voor tabaksproducten en rekening te houden met eventuele nieuwe ontwikkelingen gebaseerd op wetenschappelijke feiten, uitgaande van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid (artikel 95). 9. SANCTIES OP OVERTREDINGEN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT OP HET GEBIED VAN DE INTERNE MARKT De mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de rol van sancties voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving op het gebied van de interne markt 30 van 3 mei 1995 stelt eerste richtsnoeren vast voor sancties op het gebied van de interne markt. Deze werd gevolgd door de resolutie van de Raad van 29 juni 1995 over de eenvormige en doeltreffende toepassing van het Gemeenschapsrecht en over sancties op overtredingen daarvan op het gebied van de interne markt 31. Na de intensieve wetgevende activiteit voor de totstandbrenging van de interne markt, is het nu belangrijk zich te concentreren op de daadwerkelijke toepassing van de ingevoerde gemeenschappelijke regels. Er moet met name voor gezorgd worden dat de communautaire maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. 30 31 COM(95) 162 def. PB C 188, 22.7.1995, blz. 1. 12

Daarom is een standaardclausule opgenomen om ervoor te zorgen dat de lidstaten met het oog op de controle op de toepassing van de in het kader van deze richtlijn genomen nationale maatregelen, met inachtneming van hun nationale wetgeving, in passende en doeltreffende middelen voorzien. Ook is voorzien in de mogelijkheid voor personen of organisaties met een rechtmatig belang bij de beëindiging van activiteiten die niet verenigbaar zijn met deze richtlijn, om in rechte op te treden. 10. CONCLUSIE Dit voorstel voor een richtlijn is bedoeld om de reclame voor tabaksproducten en de sponsoring op dat gebied te reglementeren, uitgezonderd die op televisie, die al in andere communautaire wetgeving geregeld wordt. Doel ervan is de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten onderling aan te passen teneinde belemmeringen voor het functioneren van de interne markt uit de weg te ruimen en aldus het vrije verkeer van goederen en diensten met inachtneming van de voorschriften van de richtlijn te waarborgen. Ten slotte voorziet het in een verslaguitbrengingsprocedure om met name rekening te houden met nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen in zoverre die van invloed zijn op de totstandbrenging en werking van de interne markt. 13

Voorstel voor een 2001/0119 (COD) RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95, Gezien het voorstel van de Commissie 32, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité 33, Gezien het advies van het Comité van de Regio s 34, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 35, Overwegende hetgeen volgt: (1) Er bestaan verschillen tussen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame voor tabaksproducten en de sponsoring op dat gebied. Deze reclame en sponsoring reiken in sommige gevallen over de grenzen van de lidstaten heen of betreffen internationale evenementen, en zijn activiteiten waarop artikel 49 van het Verdrag van toepassing is. De verschillen in nationale wetgeving kunnen toenemende belemmeringen vormen voor het vrije verkeer tussen de lidstaten van producten of diensten die als drager voor dergelijke reclame en sponsoring dienen. In het geval van persreclame is men reeds op bepaalde belemmeringen gestuit. In het geval van sponsoring kunnen verstoringen van de mededingingsvoorwaarden toenemen en dergelijke verstoringen zijn reeds waargenomen ten aanzien van de organisatie van bepaalde grote sport- en culturele evenementen. (2) Deze belemmeringen moeten worden weggenomen en daartoe moeten de regels betreffende de reclame voor tabaksproducten en de sponsoring op dat gebied in specifieke gevallen onderling worden aangepast. Met name dient te worden bepaald in welke mate tabaksreclame in bepaalde categorieën publicaties is toegestaan. 32 33 34 35 PB C van, blz. PB C van, blz. PB C van, blz. Advies van het Europees Parlement van 14

(3) Artikel 95, lid 3, van het Verdrag verlangt dat de Commissie bij haar voorstellen voor de totstandbrenging en werking van de interne markt op het gebied van de gezondheid uitgaat van een hoog beschermingsniveau. Binnen hun respectieve bevoegdheden trachten ook het Europees Parlement en de Raad deze doelstelling te verwezenlijken. De onderling aan te passen wetgeving van de lidstaten is bedoeld om de volksgezondheid te beschermen door de verkoopbevordering van tabak te regelen, een verslavend product dat verantwoordelijk is voor meer dan een half miljoen sterfgevallen in de Gemeenschap per jaar, en te voorkomen dat mensen door de reclame op jonge leeftijd met roken beginnen en eraan verslaafd raken. (4) Het vrije verkeer in de interne markt van publicaties zoals periodieken, kranten en tijdschriften kan aanzienlijk worden belemmerd door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die tabaksreclame in die media verbieden of reglementeren. Teneinde het vrije verkeer van al deze media in de interne markt te waarborgen, is het noodzakelijk de tabaksreclame daarin te beperken tot die tijdschriften en periodieken die niet voor het grote publiek bestemd zijn, zoals vakbladen en tot in derde landen uitgegeven en gedrukte publicaties, die niet in de eerste plaats voor de communautaire markt bestemd zijn. (5) De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende bepaalde soorten sponsoring voor tabaksproducten met grensoverschrijdende effecten geven aanleiding tot een aanzienlijk risico van verstoring van de mededingingsvoorwaarden voor deze activiteit binnen de interne markt. Teneinde aan deze verstoringen een einde te maken, is het noodzakelijk deze sponsoring uitsluitend voor activiteiten of evenementen met grensoverschrijdende effecten te verbieden, zonder louter nationale sponsoring te reglementeren, welke anders een manier zou kunnen zijn om de beperkingen op directe vormen van reclame te omzeilen. (6) In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van de diensten van de informatiemaatschappij om reclame voor tabaksproducten te maken; in dezelfde mate neemt ook de publieke consumptie van en toegang tot dergelijke diensten toe. Deze diensten, alsmede radio-uitzendingen, die ook via diensten van de informatiemaatschappij kunnen worden doorgegeven, zijn bijzonder aantrekkelijk en toegankelijk voor jonge consumenten. Tabaksreclame via deze media is door haar aard zelf grensoverschrijdend en moet op communautair vlak worden gereglementeerd. (7) De verspreiding om niet van tabaksproducten is in verscheidene lidstaten reeds aan beperkingen onderhevig, omdat de verslavende werking daarvan groot is. Er hebben zich gevallen van verspreiding om niet voorgedaan in het kader van de sponsoring van evenementen met grensoverschrijdende effecten en deze moeten daarom worden verboden. (8) Op het ogenblik worden met het oog op de opstelling van een kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake de bestrijding van het tabaksgebruik besprekingen gevoerd over internationaal geldende normen voor reclame voor tabaksproducten en sponsoring op dat gebied. Deze besprekingen zijn bedoeld om bindende internationale regels te scheppen in aanvulling op die in deze richtlijn. 15

(9) De uitvoering van deze richtlijn in de lidstaten en de vaststelling van verdere belemmeringen voor het soepel functioneren van de interne markt moeten regelmatig opnieuw worden bezien. Daartoe dient te worden bepaald dat de Commissie een verslag moet opstellen, zo nodig vergezeld gaande van de nodige voorstellen. In de desbetreffende Gemeenschapsprogramma s moet worden voorzien in controle op de gevolgen van deze richtlijn voor de volksgezondheid. (10) De lidstaten moeten met het oog op de controle op de toepassing van de in het kader van deze richtlijn genomen nationale maatregelen, met inachtneming van hun nationale wetgeving, in passende en doeltreffende middelen voorzien, zoals bepaald in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de rol van sancties voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving op het gebied van de interne markt 36 en in de resolutie van de Raad van 29 juni 1995 over de eenvormige en doeltreffende toepassing van het Gemeenschapsrecht en over sancties op overtredingen daarvan op het gebied van de interne markt 37. Dergelijke middelen moeten in de mogelijkheid voorzien dat personen of organisaties met een rechtmatig belang bij de beëindiging van activiteiten die niet met deze richtlijn verenigbaar zijn, in rechte optreden. (11) De sancties waarin deze richtlijn voorziet, dienen eventuele andere sancties of rechtsmiddelen waarin het nationale recht voorziet, onverlet te laten. (12) Reclame voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik valt onder Richtlijn 92/28/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende reclame voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik 38. Reclame voor rookontwenningsproducten valt niet binnen de werkingssfeer van deze richtlijn. (13) Deze richtlijn laat Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten 39, waarbij alle vormen van televisiereclame voor sigaretten en andere tabaksproducten wordt verboden, onverlet. Richtlijn 89/552/EEG bepaalt dat televisieprogramma s niet mogen worden gesponsord door natuurlijke of rechtspersonen welker voornaamste activiteit bestaat in de vervaardiging of de verkoop van producten of de levering van diensten waarvoor reclame bij die richtlijn verboden is. Telewinkelen in tabaksproducten is ook bij Richtlijn 89/552/EEG verboden. (14) Het transnationale karakter van reclame wordt erkend in Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake misleidende reclame 40. Richtlijn 2001/37/EG van X.X.2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten 41 bevat bepalingen inzake 36 37 38 39 40 41 COM(95) 162 def. PB C 188 van 22.7.1995, blz. 1. PB L 113 van 30.4.1992, blz. 13. PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60). PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/55EG (PB L 290 van 23.10.1997, blz. 18). PB L van, blz. 16

het gebruik van misleidende beschrijvingen op de etiketten van tabaksproducten waarvan het grensoverschrijdende effect ook is erkend. (15) Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten 42 is door het Hof van Justitie bij een arrest in zaak C-376/98, Duitsland/Europees Parlement en Raad nietig verklaard 43. Verwijzingen naar Richtlijn 98/43/EG dienen derhalve te worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige Richtlijn. (16) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling van de goede werking van de interne markt te verwezenlijken, passend en noodzakelijk bepalingen vast te stellen inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten. Deze Richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. (17) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Deze richtlijn beoogt meer bepaald te waarborgen dat het grondrecht van vrije meningsuiting wordt geëerbiedigd. HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Voorwerp en werkingssfeer Deze richtlijn beoogt de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame voor tabaksproducten en de aanprijzing daarvan: (a) (b) (c) (d) in de pers en andere gedrukte publicaties, in radio-uitzendingen, in de diensten van de informatiemaatschappij, en door middel van sponsoring voor tabaksproducten, met inbegrip van de verspreiding om niet van tabaksproducten 42 43 PB L 213 van 30.7.1998, blz. 9. Jurispr. 2000, blz. I-8419. 17

Zij beoogt het vrije verkeer van de betrokken media en aanverwante diensten te waarborgen en de belemmeringen voor de werking van de interne markt uit de weg te ruimen. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: (a) (b) (c) (d) tabaksproducten : alle voor roken, snuiven, zuigen of pruimen bestemde producten die, al is het slechts ten dele, uit tabak bestaan. reclame : elke vorm van commerciële mededeling die de aanprijzing van een tabaksproduct tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft. sponsoring : iedere vorm van openbare of particuliere bijdrage aan evenementen, activiteiten of personen, die de aanprijzing van een tabaksproduct tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft. diensten van de informatiemaatschappij : diensten in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad. 44 Artikel 3 Reclame in de gedrukte media en in de diensten van de informatiemaatschappij 1. Reclame in de pers en in andere gedrukte publicaties wordt beperkt tot publicaties die uitsluitend bestemd zijn voor de bedrijfstak van de handel in tabaksproducten, en publicaties die worden uitgegeven en gedrukt in derde landen, mits deze publicaties niet hoofdzakelijk voor de communautaire markt bestemd zijn. Andere reclame in de pers en in andere gedrukte publicaties wordt verboden. 2. Reclame die niet in de pers en in andere gedrukte publicaties is toegestaan, is evenmin toegestaan in diensten van de informatiemaatschappij. Artikel 4 Radioreclame en sponsoring 1. Alle vormen van radioreclame voor tabaksproducten zijn verboden. 2. Radioprogramma s mogen niet worden gesponsord door ondernemingen welker hoofdactiviteit in de vervaardiging of verkoop van tabaksproducten bestaat. 44 PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37, 18

Artikel 5 Sponsoring van evenementen 1. De sponsoring van evenementen of activiteiten waarbij meer dan een lidstaat betrokken is, die in meer dan een lidstaat plaatsvinden of die anderszins grensoverschrijdende effecten hebben, is verboden. 2. Iedere verspreiding om niet van tabaksproducten in het kader van de sponsoring van de in lid 1 bedoelde evenementen welke het aanprijzen van dergelijke producten ten doel of tot rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg heeft, wordt verboden. Artikel 6 Verslag Niet later dan vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn brengt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité verslag over de uitvoering van deze richtlijn uit. Dit verslag gaat eventueel vergezeld van de voorstellen tot wijziging van deze richtlijn welke de Commissie noodzakelijk acht. Artikel 7 Handhaving De lidstaten stellen het stelsel van sancties, van toepassing op schendingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, vast en treffen alle nodige maatregelen om de daadwerkelijke toepassing van die sancties te waarborgen. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 10 genoemde datum van de desbetreffende bepalingen in kennis en delen haar alle latere wijzigingen ervan zo spoedig mogelijk mede. Dit systeem dient bepalingen te omvatten die personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een rechtmatig belang hebben bij het verwijderen van reclame, sponsoring of aanverwante zaken die met de onderhavige richtlijn onverenigbaar zijn, de mogelijkheid bieden tegen dergelijke reclame of sponsering in rechte op te treden, dan wel dergelijke reclame of sponsering onder de aandacht van een bestuursrechtelijke instantie te brengen die bevoegd is zelf over de klacht uitspraak te doen of een passende gerechtelijke procedure in te stellen. Artikel 8 Vrij verkeer van producten en diensten De lidstaten mogen het vrije verkeer van producten of diensten die aan deze richtlijn voldoen, niet verbieden of beperken. 19

Artikel 9 Verwijzingen naar Richtlijn 98/43/EG Verwijzingen naar Richtlijn 98/43/EG worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Artikel 10 Tenuitvoerlegging De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk op 30 juli 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 12 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement De Voorzitster Voor de Raad De Voorzitter 20