Voorschriften voor het toelaten van GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTING op de begraafplaatsen die in eigendom en beheer zijn van de parochie Edith Stein in de gemeente Vught. Dit betreft de Rooms-Katholieke begraafplaatsen van de parochie Edith Stein, gelegen aan het Mr. Loeffplein, het Mariaplein, de Elisabethstraat, de Lidwinastraat te Vught en aan de Kerkweg te Vught- Cromvoirt. De begraafplaats aan het Mariaplein is in september 2001 opgenomen in het register BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN (onder nummer: 525796). In verband hiermee dienen de grafmonumenten op deze begraafplaats in overeenstemming te zijn met de in 1938 voorgeschreven modellen. Er kan dus uitsluitend een monument van de hierna onder artikel 3 beschreven categorie worden gekozen. De uniformiteit van de grafmonumenten dient te worden gehandhaafd en gewaarborgd. Deze voorschriften zijn een uitwerking van artikel 33 van Het Reglement voor het beheer begraafplaatsen van R.-K. parochie Edith Stein voornoemd, vastgesteld door het bestuur van de Edith Stein parochie te Vught op 16 januari 2014 Artikel 1 1. Bij de beheerder van de begraafplaats ligt voor iedere belanghebbende het indelingsplan van de begraafplaats ter inzage. 2. Voor het begraven naar de verschillende klassen, indien van toepassing, worden op de begraafplaats afzonderlijke afdelingen aangewezen. 3. Het bestuur is bevoegd het indelingsplan te wijzigen en/of aan te vullen. Artikel 2 1. De toestemming om een grafsteen te plaatsen en/of beplanting aan te brengen kan op aanvraag van de rechthebbende verleend worden. 2. (Geldt niet voor de begraafplaats Lidwinastraat) De aanvraag geschiedt schriftelijk bij het bestuur onder overlegging van een tekening. In de aanvraag verklaart de rechthebbende zich te onderwerpen aan de bepalingen en voorschriften van dit reglement. 3. (Geldt niet voor de begraafplaatsen Mariaplein, Lidwinastraat en Kerkweg) Op de graven gelegen in een afdeling eerste klasse is het plaatsen van grafstenen verplicht. Aan deze verplichting dient binnen zes maanden na de begrafenis (of bijzetting) te zijn voldaan. Het bestuur kan op verzoek van de rechthebbende deze termijn verlengen. 4. (Geldt niet voor de begraafplaatsen Mariaplein, Lidwinastraat en Kerkweg) Voor de tweede klasse, alsmede voor de afdeling van de kindergraven, bestaat geen verplichting tot het plaatsen van graftekens. De gehele oppervlakte van het graf is dan beschikbaar voor grafbeplanting. 5. Graftekens en/of grafbeplanting die niet voldoen aan de door het bestuur gestelde voorwaarden of voorschriften kunnen geheel worden geruimd zonder dat het bestuur daarvoor enige vergoeding of teruggave van betaalde rechten verschuldigd kan zijn. 6. In geval van ruiming als bedoeld in lid 5 zal de rechthebbende, zo mogelijk, vooraf in kennis worden gesteld. Artikel 3 Uitsluitend voor de begraafplaatsen Loeffplein, Elisabethstraat en Kerkweg Cromvoirt: 1. De afmetingen van de verschillende soorten graven zijn als volgt vastgesteld: A. familiegraf: lengte 180 cm, breedte 160 cm; B. enkel graf: lengte 180 cm, breedte 82 cm: C. dubbel graf: lengte 180 cm, breedte 82 cm; D. kindergraf: lengte maximaal 150 cm, breedte 60 cm; E. urnengraf: volgens aangebracht model in de urnenmuur. Indien het urnengraf zich op een urnenveld bevindt is de afmeting maximaal 50 x 50 cm volgens het standaard model. 2. De grafbedekking mag de hierboven genoemde, of door het bestuur nader bepaalde afmetingen, niet overschrijden. 3. Het plaatsen van een grafteken en/of grafbeplanting is slechts toegestaan na verkregen toestemming van het bestuur. 1
Artikel 3 Uitsluitend voor de begraafplaats Mariaplein: 1. Op de graven van de EERSTE klas dient een staand kruis te worden geplaatst van Belgische hardsteen (= arduin) met een lengtebalk van 47 cm hoogte (+ een puntje van 2 à 3 cm hoog met met afgeplatte zijden) x 19 cm d. x 17 cm br. en een dwarsbalk van 35 cm br. x 15 cm h. x 19 cm d. Het kruis dient te staan op een hardstenen voet van 1.00 m br. en vanaf de zijkanten van 25 cm oplopend naar een hoogte van 37 cm. Vanaf de onderkant van de dwarsbalk lopen aan beide kanten cirkelvormige schijven tot op de zijkant van de sokkel. Voor het kruis dient een dekplaat van Belgisch hardsteen te worden aangebracht van 2.00 meter bij 1.00 meter bij 15 cm. Onder de dekplaat komen Belgisch hardstenen aflopende plinten. De totale hoogte van het opstaande deel van het monument moet 137 cm (inclusief puntje) bedragen. 2. Op de graven van de TWEEDE klas dient een staand kruis te worden geplaatst van Belgisch hardsteen met een lengtebalk van 72 cm h. x 20 cm b. x 17 cm d. en een dwarsbalk van 52 cm b. x 16 cm h. x 17 cm d. Op de lengtebalk dient een puntje van 2 à 3 cm hoog met vier afgeplatte zijden te worden aangebracht. Op de kruising van lengte- en dwarsbalk dienen kwartsegmenten van een cirkelvorm te worden aangebracht. Het kruis dient te staan op een hardstenen sokkel van 52 cm b. x 38 cm h.; de diepte van de sokkel dient te lopen van 18 cm aan de bovenkant naar 32 cm aan de onderkant. De hoogte van het kruis dient bovengronds 133 cm (inclusief puntje) te zijn. 3. Op de graven van de DERDE klas dient een staand kruis te worden geplaatst van Belgisch hardsteen met een lengtebalk van 70 cm h. x 16 cm b. en 8 cm d. en een dwarsbalk van 49 cm b. x 18 cm h. x 8 cm d. Op de lengte- en de dwarsbalk dient een puntje van 2 à 3 cm met twee aan de voor- en achterkant afgeplatte zijden te worden aangebracht. 4. Op de KINDERGRAVEN dient een staand kruis te worden geplaatst van Belgisch hardsteen met een lengtebalk van 55 cm h x 12 cm b x 8 cm d. en een dwarsbalk van 37 cm b. x 12 cm h. x 8 cm d. 5. Indien het grondstuk van de graven van de TWEEDE en DERDE klas bedekt wordt met een plaat dient deze te worden vervaardigd uit Belgisch hardsteen of impala met een dikte van 5 cm, de grootte is afhankelijk van het eigen graf en de belendende graven. Indien aan de voorkant van de sokkel een plaat met inscriptie wordt aangebracht, dient deze eveneens te worden vervaardigd uit genoemd materiaal. 6. Op deze begraafplaats mogen geen urnen worden geplaatst. Artikel 3 Uitsluitend voor de begraafplaats Lidwinastraat: 1. Op de familiegraven dient een staand kruis op voetstuk met twee stenen tafels geplaatst te worden, uitgevoerd in hardsteen overeenkomstig het door het bestuur vastgestelde model. Andere graftekens zijn niet toegestaan. Op de familiegraven zijn liggende zerken en grafbeplanting toegestaan in de maximale afmeting 178 x 70 cm. 2. Op de kindergraven dient een staand kruis op voetstuk geplaatst te worden, overeenkomstig het door het bestuur vastgestelde model. Andere graftekens zijn niet toegestaan. Op de kindergraven zijn liggende zerken of grafbeplanting toegestaan met een maximale afmeting van 117 x 45 cm. Artikel 4 Het bestuur kan nadere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van grafzerken en graftekens. Het bestuur kan een afwijkend model toestaan mits het ontwerp daarvan tevoren afzonderlijk en schriftelijk door het bestuur is goedgekeurd. Artikel 5 (niet van toepassing op begraafplaats Mariaplein) 1. In de vakken/afdelingen betreffende de eerste klasse (indien aanwezig) dienen graftekens te worden vervaardigd uit een stuk weerbestendig natuursteen. 2. In de vakken/afdelingen tweede klasse en kindergraven worden graftekens toegelaten vervaardigd van ander materiaal dat eveneens weerbestendig is (materiaalkeuze bij het 2
Artikel 6 ontwerp vermelden) 1. Zerken en graftekens moeten worden geplaatst op een doelmatige fundering ten genoege van het bestuur. Wanneer in een vak door het bestuur doorgaande funderingsstroken zijn aangebracht dient hiervan gebruik te worden gemaakt. 2. Urnen die op een graf worden bijgezet, dienen hecht aan de ondergrond te worden verbonden ten genoege van het bestuur. Artikel 7 1. De grafbeplanting mag niet bestaan uit bomen, heesters of coniferen, anders dan als bodembedekkers. 2. De stroken tussen de graven mogen niet beplant worden of bestrooid met grind of marmerslag. 3. Achter de graven mag geen beplanting worden aangebracht. 4. Vóór het graf is geen vaste beplanting toegestaan. Wel mogen er zomerplanten worden gezet, die echter in het najaar moeten worden opgeruimd. 5. Afval van bloemen en planten dient gedeponeerd te worden in de container van de begraafplaats. Gebroken glas e.d. dient heel zorgvuldig te worden verwijderd. In de container mag geen puin of stenen worden gestort. Artikel 8 De inscripties, zerken, graftekens en urnen mogen niet storend of grievend zijn voor nabestaanden of bezoekers. Artikel 9 Op de begraafplaats worden niet toegelaten: a. grafbanden met ingestrooid grind of marmerslag; b. ijzeren hekken; c. palen met buizen of kettingen; d. opgeschroefde platen of schilden; e. behoudens schriftelijke toestemming van het bestuur, meubilair Artkel 10 Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame op zerken of graftekens is niet toegestaan. Artikel 11 De uitvaartverzorgers en leveranciers van graftekens en zerken worden geacht kennis te dragen van het reglement van de begraafplaats. Artikel 12 Betreffende de werkzaamheden op de graven bepaalt artikel 6 van het reglement van de begraafplaats: 1. Het delven of dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden. 2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op de tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder. 3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen of tijdens begravingen. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht in opdracht van rechthebbenden, maar is uitsluitend de grafverzorging door de nabestaanden toegelaten. 3
4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzing van de beheerder. Artikel 13 Voor het plaatsen van zerken en graftekens en het bijzetten van urnen worden door het bestuur geen leges geheven. Artikel 14 Vóór het plaatsen van een zerk of grafteken en voór het bijzetten van een urn dient de rechthebbende of de leverancier namens de rechthebbende-, schriftelijk op te vragen bij de beheerder de juiste ligging van een graf, met vermelding van de naam van de overledene, de datum van begraving, de naam van de rechthebbende met vermelding van de naam van de leverancier. De grafaanduiding zal door de beheerder schriftelijk aan de aanvrager worden medegedeeld. Artikel 15 Een zerk of een grafteken dient voor een bijzetting zo spoedig mogelijk na het overlijden doch uiterlijk 24 uur voor de begraving zodanig van het graf te worden verwijderd, dat het graf kan worden gedolven. Funderingsresten dienen op aanwijzing van de beheerder te worden verwijderd. Zerk of grafteken dient van de begraafplaats te worden afgevoerd of tijdelijk te worden opgeslagen op aanwijzing van de beheerder. Artikel 17 Voor werkzaamheden op de graven door beroepskrachten is de begraafplaats geopend op de 5 werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur. Voor bezoekers is de begraafplaats bovendien toegankelijk op de zaterdagen van 08.00 tot 17.00 uur en op zon- en feestdagen van 12.00 tot 17.00 uur. Buiten deze uren is het ook de uitvaartverzorgers en leveranciers van zerken en graftekens en urnen niet toegestaan zich op de begraafplaats te bevinden, tenzij met goedvinden van de beheerder. Het is de beheerder niet toegestaan aan de ondernemers de sleutel van de begraafplaats te geven. Artikel 18 Het is niet toegestaan voor werkzaamheden op de graven gedeelten van beplanting of de groenvoorziening, niet tot het graf behorende, te verwijderen. Bij vermeende hinder wordt contact opgenomen met de beheerder. Artikel 19 Alleen verharde wegen en paden,door de beheerder daartoe aangewezen, mogen worden bereden door vervoermiddelen van de ondernemers. De beheerder is bevoegd een vervoermiddel met een naar zijn oordeel te hoge wieldruk of te grote afmeting de toegang tot de begraafplaats geheel te ontzeggen. Artikel 20 De ondernemers zijn aansprakelijk voor letsel en schade, toegebracht aan personen of zaken op de begraafplaats. Artikel 21 Personen, belast met de werkzaamheden op de graven, dienen minstens 16 jaar oud te zijn en naar het oordeel van de beheerder behoorlijk gekleed, ook in de zomer. Gebruik van radioapparatuur is verboden. Artikel 22 De ondernemers dienen zorg te dragen voor voldoende eigen personeel voor laden, lossen en transport. Zij mogen geen beroep doen op assistentie door het personeel van de begraafplaats of de werknemers 4
van de tuinonderhoudsdienst. Een verzoek tot het verlenen van hulp in bijzondere omstandigheden dient te worden gericht tot de beheerder. In gevallen waarin deze voorschriften niet voorzien, beslist het Bestuur. Dit reglement wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2014. Op die datum vervallen de eerder ter zake vastgestelde Voorschriften. Aldus vastgesteld door het Kerkbestuur van de parochie Edith Stein te Vught in de vergadering van 16 januari 2014 M. Mesch, Th. Kalb, voorzitter secretaris 5