1 Vandaag Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Johannes 14:6 Met het oog op het afscheid Deze woorden heeft de Heere Jezus gesproken kort voor Zijn arrestatie in Gethsémané. We noemen de hoofdstukken 14-16 uit het evangelie naar Johannes de afscheidsgesprekken die Jezus met Zijn discipelen voer de! Hierin treffen we de samenvatting aan van het onderwijs dat Jezus aan Zijn discipelen heeft gegeven. Zijn woorden zijn tegelijk een voorbereiding op het komende afscheid. De schaduw van het aanstaande lijden verhindert niet dat in deze woorden een blijde bemoediging ligt opgesloten. 9
Wat moet het voor de Heere Jezus betekend hebben dat Thomas juist op dat moment zegt: Wij weten niet waar Gij heengaat en hoe kunnen wij de weg weten? In antwoord op die uitdrukking van onwetendheid opent Jezus Zijn hart voor de discipelen. In het licht van het nabije afscheid zegt Hij heel duidelijk: Ik ben de Weg. Hij voegt er nog aan toe dat Hij de Waarheid en het Leven is. De Heere Jezus wijst niet maar de weg. Hij zegt het veel indringender: Ik ben de Weg. Het gaat om de heel persoonlijke kennis van de Heere Jezus. U kunt zeggen: om de geloofskennis die vrucht is van persoonlijk contact met Hem. Deze tekst heb ik gekozen als uitgangspunt voor wat verderop in dit boekje ter sprake komt. Wat een voorrecht dat Hij Zichzelf aan ons bekendmaakt! In Zijn woorden ontmoeten we Hem Zelf. Hij doet Zijn hart voor ons open. Wij mogen proeven wat er in Zijn hart leeft voor ons, zondaren! 10
Hij is de Weg tot de Vader. Wij zijn die Weg kwijtgeraakt door onze zonden. Daarmee hebben we ons van God afgekeerd. Het paradijs uitgestuurd, zijn we met Adam ballingen in de wereld geworden. We zijn verdwaald door onze zonden. We kunnen uit onszelf God niet vinden. Dat is onze geestelijke armoede en ellende. De weg terug Te midden daarvan openbaart Jezus Zich als de Weg. Er is een weg terug naar God. Wij zijn het niet die deze weg banen. Jezus wijst ons niet maar de weg. Hij is Zelf de Weg. Dat is het contact van het geloof. Je kunt een weg gewezen krijgen. Je kunt een weg zien liggen, zonder er gebruik van te maken. Jezus antwoord op de verlegenheid van Thomas betekent meer dan het wijzen van de weg. Die weg moet bewandeld, begaan worden. Wat is het geweldig dat Jezus Zichzelf aanwijst en ook aanprijst als de Weg naar God. 11
Hij is een volstrekt betrouwbare en begaanbare Weg. Eigenlijk is heel het onderwijs en het optreden van de Heere Jezus onder het volk, en vooral voor de oren en de ogen van Zijn discipelen, niets anders geweest dan het aanwijzen en aanprijzen van Zichzelf als de Weg tot de Vader; tot het hart en het huis van de Vader. Hier zien we het Evangelie in zijn volle diepte en omvang. De lezer zal begrijpen dat deze woorden van Jezus erom vragen geloofd te worden. Wat is dat geloven dan? De woorden van onze Heere Jezus verstaan en verwerken als komend uit Zijn hart en tegelijk gericht op ons hart. Jezus presenteert Zichzelf aan ons als de Middelaar Die de weg baant. Door onze zonden hebben wij de weg van ons uit naar God opgebroken. Jezus herstelt die weg en daarin het contact met God. 12
Alleen door het geloof Zijn woorden en Zijn offer willen geloofd worden. Geloof is de ontmoeting met Hem en als gevolg daarvan de kennis van Hem. Hij verzoent de schuld. Hij ruimt de barrière op. Hij vergeeft wat wij misdeden. Zo verandert Hij de vervreemding in terugkeer tot God, de Vader. Zo brengt Hij ons terug en thuis bij de Vader. Dat gebeurt alleen daar waar mensen zich ervan bewust worden dat ze door hun eigen schuld van God zijn vervreemd. Deze vervreemding is te wijten aan de breuk die de zonde tussen God en ons mensen heeft geslagen. Het wonder van het Evangelie is dat God ons niet aan onszelf overlaat. Hij wil de vervreemding veranderen in herstel van het contact. Dat gebeurt door de ontmoeting met de Middelaar, Jezus Christus. Hij brengt ons in Zijn zondaarsliefde terug bij God. Nog scherper gezegd: Hij betoont in woord en werk Gods zoekende liefde, die op ons gericht is. 13
Die boodschap te horen en te aanvaarden betekent door Hem bij God de Vader teruggebracht te worden. Ik mag ook zeggen: met God verzoend te worden. Geloven is dan gebruikmaken van de weg die ons bij God terugbrengt, zoals de verloren zoon opstond om naar zijn vader te gaan. Jezus roept ons met deze prediking van de weg tot omkeer, tot terugkeer naar de Vader, en dat alleen omdat Hij onze schuld op Zich wil nemen. U voelt, dit is meer dan een religieuze beschouwing. Dit is ingaan op een boodschap van genade. Dit is door Hemzelf tot de Vader teruggebracht worden. Dat hele gebeuren is nu de waarheid en het leven. Dat is God leren kennen als een God van barmhartigheid en genade en jezelf leren kennen als schuldig tegenover God. En dat alles door het gelovig contact met Jezus. Hij zet me op de weg en leert me de weg te gaan. Dat is de waarheid. Wie zo bij God terugkomt, ontvangt en ervaart het leven. Dat is ten diepste: God 14
kennen en jezelf kennen en Jezus als de Middelaar, Die de kloof overbrugt. Wat een geschenk om over Hem als de Weg teruggebracht te worden tot God. Dat is hetzelfde als met God verzoend te worden. Het herstel van die relatie, het hervinden van God in Zijn genade is het leven, het echte volle leven voor Gods aangezicht. Volsta er niet mee om dit woord te horen en de weg te zien liggen. Nee, Jezus zet onze voeten op de weg door geloof, vertrouwen in Hem en verbonden worden met Hem. Zo is Hij de Waarheid in de praktijk van ons bestaan. Dat contact, die verbondenheid is het leven. Er is geen leven buiten Jezus. Het echte leven bestaat hierin dat we door Hem (weer) met de Vader verbonden zijn. Je kunt je daar je leven lang dankbaar over verwonderen. Lezen: Johannes 14:1-11 15