Notitie Concept Contactpersoon D. Dekker Datum 11 maart 2014 Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Bij alle ruimtelijke ingrepen en plannen dient aannemelijk gemaakt te worden dat het voornemen uitvoerbaar is. Een inschatting van eventuele belemmeringen op het gebied van natuurbescherming is hier onderdeel van. Al tijdens de planvorming moet daarom inzichtelijk gemaakt worden of: effecten optreden op beschermde natuurwaarden maatregelen nodig zijn om effecten te voorkomen een ontheffing nodig is In opdracht van de heer S. Rubens heeft Tauw bv onderzoek gedaan naar de consequenties van natuurwetgeving voor de aanleg van strandpaviljoen Oog en Al in Utrecht. Het plangebied is gelegen op strand Oog in Al, de Noordpunt van de wijk Oog in Al. De Noordpunt ligt op het punt waar het Amsterdam-Rijnkanaal en het Merwedekanaal samenkomen. De afstand van het plangebied tot het meest nabij gelegen deel van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) bedraagt minimaal 3000 meter. De afstand van de planlocatie tot het (dichtstbijzijnde) Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen bedraagt circa 5000 meter. Gelet op deze afstand en het zeer lokale karakter van de ingreep zijn effecten op de EHS en Natura 2000 uitgesloten. Hierdoor is alleen de Flora- en faunawet van toepassing. 1.2 Werkwijze De mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten is bepaald aan de hand van: Een oriënterend veldbezoek op 21 februari 2014 Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en -data Tijdens het oriënterende veldbezoek is gecontroleerd of de locatie voldoet aan de eisen van beschermde soorten. Dit resulteert in een overzicht van de beschermde soorten die in of nabij de planlocatie verwacht worden. Getoetst is of het beoogde voornemen een effect heeft op deze soort(en). Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept 1\8
1.3 Situatie en beoogde ontwikkeling Het plangebied is gelegen op strand Oog in Al, de Noordpunt van de wijk Oog in Al in Utrecht. De Noordpunt ligt op het punt waar het Amsterdam-Rijnkanaal en het Merwedekanaal samenkomen. Figuur 1.1 geeft de ligging van het plangebied weer. Figuur 1.1 Ligging van het plangebied 2\8 Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept
Het plangebied bestaat uit een grasland met enkele bomen en resten van verhard oppervlakte. De omgeving wordt gekenmerkt door beide kanalen met walbeschoeiing, een parkje aan de zuidzijde en een enkel huis met woonerf. De onderstaande foto geeft een impressie van het plangebied. In het parkje aan de zuidzijde staan een aantal oudere bomen dicht bij elkaar en vanuit dit park loopt een bomenrij richting het zuiden langs de voetbalvelden en het kanaal. Figuur 1.2 Impressie van het plangebied De beoogde ontwikkeling betreft de aanleg van een paviljoen voor recreatieve doeleinden. Het strandpaviljoen betreft een horecagelegenheid welke tot 0.00 uur s avonds open is. Het terrein is openbaar toegankelijk. De voorgenomen activiteiten binnen het plangebied zijn vergelijkbaar met de activiteiten in de periode 2007-2011. Zo zullen hier verschillende (meerdaagse) feesten worden gehouden met enkele honderden mensen. Het stadsstrand was destijds in de winterperiode, van 1 oktober tot en met 1 mei gesloten, dit zal nu ook het geval zijn. De uitgangspunten zijn als volgt: Op het terrein komen enkele honderden mensen De horecagelegenheid sluit om 0.00 uur Er worden geen bomen gekapt Het terrein blijft, zoals in de huidige situatie, openbaar toegankelijk Verlichting schijnt niet op de bomen en boomkronen De horecagelegenheid is open van 1 mei t/m 1 oktober Er vinden geen licht- of vuurwerkshows plaats Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept 3\8
2 Toetsing Flora- en faunawet 2.1 Beschermde soorten Het plangebied is gecontroleerd op de aanwezigheid van de door de Flora- en faunawet beschermde soorten. Hiervoor is op 21 februari 2014 een veldbezoek uitgevoerd. Voor tabel 1 soorten geldt voor de beoogde ontwikkeling een vrijstelling. De toetsing richt zich daarom alleen op tabel 2/3 soorten van de Flora- en faunawet. Gelet op de ligging en verspreidingsgegevens ligt de focus op beschermde planten, zoogdieren (vleermuizen) en vogels. Overige beschermde soorten worden niet op het terrein verwacht. Planten De grasweide biedt geen geschikt leefgebied voor beschermde soorten planten. De aanwezigheid van beschermde flora is uitgesloten. Zoogdieren Op basis van verspreidinggegevens kunnen eekhoorns in het plangebied voor komen. Tijdens het plangebied zijn geen eekhoornnesten aangetroffen, de aanwezigheid van verblijfplaatsen van eekhoorns zijn dan ook uitgesloten. Gezien het stedelijke karakter van de omgeving is het plangebied geen belangrijk onderdeel van het leefgebied van deze soort. Overige beschermde zoogdieren zijn gelet op de terreinkenmerken en verspreidingsgegevens uitgesloten. De aanwezigheid van beschermde zoogdieren is dan ook uitgesloten. Vleermuizen Uit verspreidingsgegevens blijkt dat de volgende soorten vleermuizen in de omgeving van het plangebied voorkomen: watervleermuis, kleine dwergvleermuis, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, meervleermuis, laatvlieger, ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis. Er zijn geen gebouwen in het plangebied en daardoor geen verblijfplaatsen van de gebouwbewonende soorten: kleine dwergvleermuis, meervleermuis en laatvlieger. In één boom in het plangebied zijn een aantal spechtengaten aangetroffen. De holen worden gebruikt door een grote bonte specht. Verschillende soorten vleermuizen zijn aangetroffen in holen die tegelijkertijd door spechten worden gebruikt. De holen zijn daarom in principe geschikt voor de boombewonende soorten vleermuizen. De boom is niet geschikt als verblijfplaats voor de gewone grootoorvleermuis of watervleermuis. Het betreft een solitair staande boom, deze soorten hebben alleen verblijfplaatsen in bosjes en dergelijke. Incidenteel kan de boom gebruikt worden als zomer- of paarverblijf voor de gewone ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis. De bomen worden niet gekapt, mogelijke effecten beperken 4\8 Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept
zich tot verstoring door geluid of licht. Bovendien bevinden zich in het park meerdere bomen die meer beschut liggen en daarom een vele male geschikter foerageergebied bieden voor vleermuizen. Wanneer muziek wordt gedraaid wordt geluid geproduceerd dat (uiteraard) voor het menselijk gehoor is bedoeld. De mens kan in principe geluid waarnemen tussen de frequenties 80 tot 100 Hz ( voelbaar laag ) aan de onderkant en 8 tot 16 khz aan de bovenkant. Voor hoogfrequent geluid (± 4 khz tot ± 16 khz) geldt dat het in de lucht sterk wordt gedempt, waardoor het ook maar op beperkte afstand kan worden waargenomen. Vleermuizen maken gebruik van voor de mens nauwelijks tot niet waarneembaar geluid (sonar). De frequenties die vleermuizen gebruiken voor het lokaliseren van prooien, barrières en vliegroutes ( echolocatie ) zijn per soort verschillend en goed bekend. Voor de uit de omgeving van het plangebied verwachte vleermuissoorten zijn de frequenties (Limpens et al., 1997) als volgt: Rosse vleermuis 23-25 khz tot 50-60 khz (20 tot 80 khz) Gewone dwergvleermuis piekfrequentie 45-50 khz, in meer open omgeving 42-45 khz Ruige dwergvleermuis piekfrequentie 36-40 khz, daarnaast sociale geluiden in het zomerseizoen van 15 tot 35-45 khz De door vleermuizen gemaakte geluiden hebben dus een geheel andere frequentie dan het door mensen gehoorde en door het feest of menselijk geproduceerde geluid. Daaruit kan worden geconcludeerd dat geen sprake zal zijn van maskering van het vleermuisgeluid door muziek. Geluid van een feest heeft daarom geen effect op de waarde van het plangebied als foerageergebied van vleermuizen. Vleermuizen zijn gevoelig voor licht. Wanneer tijdens schemer en nacht de boom met spechtenholten en de omliggende boomkronen niet worden verlicht zijn effecten op het leefgebied van vleermuizen uitgesloten. Effecten op vleermuizen treden niet op mits de boom met spechtenholen en omringende boomkronen niet worden verlicht. Vogels De bomen in het plangebied worden niet gekapt. Tijdens de inventarisatie zijn geen (jaarrond beschermde) nesten aangetroffen in het plangebied en omgeving. Tijdens het veldbezoek is de grote bonte specht aangetroffen. Deze soort behoort tot categorie 5 en is jaarrond beschermd wanneer hiervoor ecologische redenen voor zijn. Gezien de stijgende trend van het aantal broedvogels over de laatste 10 jaar (Sovon & CBS, 2014) is dit niet het geval. Holten van de grote bonte specht zijn daarom niet jaarrond beschermd. Mogelijke effecten beperken zich tot algemene broedvogels. Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept 5\8
Alle broedende vogels zijn beschermd. Door Tauw is in 2012 (Jeurink & Oudega, 2012) onderzoek uitgevoerd naar effecten van festivalgeluid op broedvogels waaronder buizerd, sperwer, kleine bonte specht en groene specht. In het onderzoek werden alle broedvogels in de directe omgeving van het festival gemonitord in vijf ronden; voorafgaand aan het festival, tijdens de opbouwwerkzaamheden, tijdens het festival, na het festival en na de afbouw werkzaamheden. Uit de monitoringsronden bleek dat het aantal broedende vogels niet significant was afgenomen en dat er geen nesten waren verlaten. Ook tijdens het festival bleven vogels op hun nest zitten en gingen door met het voeren van jongen en zingen. De conclusie dat het festivalgeluid geen directe effecten heeft op broedende vogels werd ook ondersteund door een theoretisch geluidsmodel. Kanttekening hierbij is dat uilen een uitzondering vormen, welke wel gevoelig zijn voor geluid. Het plangebied is wordt onvoldoende geschikt geacht voor uilen en verblijfplaatsen worden ook niet verwacht. Rondom de parkeerplaatsen en de weg naar het terrein worden alleen algemeen voorkomende broedvogels verwacht, zoals merel, koolmees, pimpelmees. Deze soorten worden pas op een afstand tot enkele meter verstoord en zijn daarom weinig verstoringsgevoelig [Krijgsveld, 2008]. Daarnaast zijn deze broedvogels al gewend aan mensen en voertuigen gezien het parkachtige karakter. Tevens hebben in de periode van 2007-2011 al regelmatig feesten plaatsgevonden. Uit onderzoek bij grote festivals blijkt dat broedvogels geen significante negatieve effecten ondervinden (Krijgsveld et al., 2012). Beperkte duur van feesten (maximaal enkele dagen) draagt bij aan het afwezig blijven van ernstige verstoring. Er vinden geen licht- of vuurwerkshows plaats. Negatieve effecten op broedvogels worden daarom niet verwacht. Overige beschermde soorten: De aanwezigheid van beschermde soorten (tabel 2/3) uit de volgende soortgroepen is op voorhand uitgesloten: Vissen: geen oppervlaktewater aanwezig niet plangebied. Effecten in het nabij gelegen kanaal treden niet op Amfibieën en reptielen: geen geschikt leefgebied en komen niet in omgeving voor Ongewervelden: geen geschikt leefgebied en komen niet in omgeving voor 6\8 Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept
3 Conclusie Alleen vleermuizen en vogels komen in het plangebied en omgeving voor. Effecten op overige beschermde soorten zijn op voorhand uitgesloten. Vleermuizen Negatieve effecten van verlichting op foeragerende vleermuizen, vliegroutes en verblijfplaatsen zijn uitgesloten omdat er genoeg alternatief foerageergebied is in de omgeving. Om de tijdelijke verstoring te minimaliseren wordt verlichting van de boom met spechtenholen en de omliggende boomkronen afgericht. Vogels Er vinden geen licht- of vuurwerkshows plaats waardoor effecten op broedvogels zijn uitgesloten. Algemene conclusie De voorgenomen activiteiten hebben geen negatieve effecten op beschermde flora en fauna. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig. 4 Literatuur Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff & de Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland. Verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna 7. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. Broekhuizen S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Creemers, R.C.M. & J.J.C.W. van Delft, 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. Dijkstra, K.D. B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar & M.J.T. van der Weide, 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse fauna 4. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. EIS-Nederland, de Vlinderstichting & de Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, 2007. Waarnemingenverslag 2007. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen. European Invertebrate Survey - Nederland, de Vlinderstichting & de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept 7\8
Herder J.E., A. van Diepenbeek & R.C.M. Creemers, 2009. Verspreidingsonderzoek reptielen en amfibieën 2008. Rapport 2009-03. Stichting RAVON, Nijmegen. Hustings F., C. Borggreve, C. van Turnhout & J. Thissen, 2004. Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN-criteria. SOVON-onderzoeksrapport 2004/13. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Jeurink N. & J. T. Oudega, 2012. Natuurtoets drie festivals Wijthmenerplas Zwolle. Tauw. Rapport kenmerk R001-1207738PMM-mfv-V01-NL. Krijgsveld K.L., R.J. Jonkvorst & F. van der Vliet, 2012. Effecten van dancefestival Amsterdam Open Air op broedvogels. Rapport 12-115. Bureau Waardenburg bv. Limpens H., K. Mostert & W. Bongers, 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Ministeries van LNV en VROM & de provincies, 2007. Spelregels EHS. Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. 8\8 Natuurtoets strandpaviljoen Oog in Al - versie 1 - Concept