Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Vergelijkbare documenten
Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

LESSTOF. Basisgrammatica

LESSTOF. Basisgrammatica

LESSTOF. Grammatica op maat

LESSTOF. Grammatica op maat

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Werkwoordspelling 1F. Doelgroepen Werkwoordspelling 1F. Omschrijving Werkwoordspelling 1F

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

(werkwoordelijk gezegde)

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Werkwoordspelling op maat

LESSTOF. Spelling Werkwoorden

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

LESSTOF. Grammatica 1F

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

LESSTOF. Spelling Werkwoorden

LESSTOF. Grammatica 1F

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 7 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat

LESSTOF. Werkwoordspelling 3F

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat

2 Lesstof Formuleren

LESSTOF. Werkwoordspelling 1F

LESSTOF. Werkwoordspelling 1F

LESSTOF. Werkwoordspelling 2F

LESSTOF. Grammatica 2F

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

LESSTOF. Formuleren 1F

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Leestekens 3F. Doelgroepen Leestekens 3F. Omschrijving Leestekens 3F

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Formuleren voor gevorderden

LESSTOF. Formuleren 2F

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Studievaardigheid op maat

Muiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Praktijkgericht Lezen 1

Online cursus spelling en grammatica

INHOUD INLEIDING... 3 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD Lesstof Leestekens 2

2 Lesstof Leestekens

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

LESSTOF. Verbanden 1F

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Lesstof. Formuleren 4F

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten.

Instructies zijn niet alleen visueel, maar ook auditief, met hoogkwalitatief ingesproken geluid (geen computerstem).

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

LESSTOF. Verbanden 1F

BASIS WERKWOORDSPELLING

Lesstof. Formuleren. voor gevorderden

Lesstof. Praktijkgericht lezen 1

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Lezen 2F is erop gericht om leerlingen te begeleiden naar het door Meijerink c.s. geformuleerde referentieniveau 2F voor begrijpend lezen.

Lesstof. Praktijkgericht lezen 1

1.Taalzee. 2. De zee Hieronder zie je een voorbeeld van hoe een stukje zee er uit kan zien.

LESSTOF. Studievaardigheid op maat

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Met behulp van Muiswerk Begrijpend Lezen 2 leren leerlingen informatie, betekenissen en bedoelingen uit teksten te halen.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

LESSTOF. Studievaardigheid op maat

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1.

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Schoolwoorden is bedoeld om de woordenschat te vergroten van allochtone leerlingen in het onderwijs.

LESSTOF. Basisspelling

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

Met behulp van Muiswerk Begrijpend Lezen 2 leren leerlingen informatie, betekenissen en bedoelingen uit teksten te halen.

LESSTOF. Gevarieerde Spelling

INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 5 INHOUD Lesstof Lezen 3

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen.

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Product Informatie Blad Toets Engels

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Product Informatie Blad - Taaltoets

LESSTOF. Lezen 3F-4F

Transcriptie:

Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding aan de orde. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica is bedoeld voor leerlingen in de eerste klassen van vmbo-bbl, -kbl en -gl. In de brugklassen van vmbo-tl, havo en vwo kan het programma gebruikt worden voor dyslectische of taalzwakke leerlingen voor wie Ontleden en Benoemen 1&2 nog wat te moeilijk is. In het mbo, het volwassenenonderwijs en de basiseducatie kan het programma gebruikt worden voor remediërende doeleinden. Omschrijving Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de belangrijkste woordsoorten en zinsdelen. Deze kennis vormt de basis voor onderwijs van de Nederlandse spelling en zinsbouw en ook voor het onderwijs in vreemde talen. Aan de orde komen: Zelfstandig naamwoord We beginnen met het schrijven en spellen met zelfstandige naamwoorden. Eerst wordt gewerkt met plaatjes, waarmee een beroep wordt gedaan op de intuïtie van de leerling. Leerlingen leren deze woordsoort vervolgens herkennen op basis van de inhoud: zelfstandige naamwoorden noemen een mens, een dier of een ding. Dat ding kan concreet of abstract zijn. Tenslotte komen in deze rubriek verschillende vormkenmerken aan bod: er hoort meestal een lidwoord bij het zelfstandig naamwoord, zelfstandige naamwoorden hebben

meestal een enkelvoud en een meervoud en ook vaak een verkleinwoord. De leerling moet uiteindelijk in staat zijn een zelfstandig naamwoord te herkennen in de context van een zin of een tekst. De afdeling bestaat uit acht oefeningen en er zijn zes verschillende oefenvormen gebruikt. Oefening A5: de leerling wijst de stenen aan waar een meervoudsvorm in staat. Bijvoeglijk naamwoord Ook bij het bijvoeglijk naamwoord aandacht voor zowel betekenis als vorm. Het bijvoeglijk naamwoord noemt een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord (betekenis). Het heeft vaak een vergrotende en overtreffende trap (snel- sneller- snelst) en meestal is sprake van twee vormen (groot en grote). Uiteindelijk moet de leerling kunnen aangeven welk woord een bijvoeglijk naamwoord is en ook welke vorm wanneer gebruikt wordt. De leerling ontmoet bij deze afdeling zes oefeningen in vijf verschillende oefenvormen. Werkwoord Deze rubriek over het werkwoord vormt de basis van enkele rubrieken die volgen (tijden, persoonsvorm, voltooid deelwoord). Eerst wordt weer gewerkt met plaatjes, waarmee we een beroep doen op de intuïtie van de leerling. Het werkwoord wordt vervolgens uitgelegd aan de hand van de inhoud: een werkwoord zegt wat iets of iemand doet. Dan komen enkele vormkenmerken aan de orde: de verschillende vormen die een werkwoord aan kan nemen; het bestaan van splitsbare en onsplitsbare werkwoorden. De acht oefeningen zijn weer gevarieerd: er zijn zes oefenvormen. De tijden van het werkwoord De tijd van het werkwoord is als basis voor de spelling zó belangrijk dat we hier een aparte afdeling aan wijden. Met tegenwoordige en verleden tijd worden de noties nu en vroeger verbonden. In deze afdeling ook aandacht voor het verschijnsel dat veel werkwoorden in de verleden tijd van klank veranderen (sterke werkwoorden). Er zijn vijf oefeningen met drie verschillende oefenvormen.

Persoonsvorm Als leerlingen eenmaal weten wat een werkwoord is en wat tijden zijn, dan kan de persoonsvorm aan bod komen. De afdelingen zijn dus niet toevallig in deze volgorde gezet. In eerste instantie worden alleen simpele enkelvoudige zinnen behandeld; sommige mét en ander zonder tweede werkwoord. Bij de laatste oefeningen ook eenvoudige samengestelde zinnen. In het belang van de werkwoordspelling moeten leerlingen ook bij deze zinnen in staat zijn te bepalen of een werkwoord een persoonsvorm is. Voltooid deelwoord We hebben ervoor gekozen het voltooid deelwoord apart te behandelen omdat deze werkwoordsvorm bij de werkwoordspelling meestal ook apart behandeld wordt. Een leerling die het voltooid deelwoord aan zijn vorm herkent, maakt meestal minder fouten bij de spelling van zowel persoonsvorm als het voltooid deelwoord zelf. De afdeling bestaat uit zes variabele oefeningen en er zijn vijf verschillende oefenvormen gebruikt. Zinsdelen Om enig zicht te krijgen op de zinsbouw, is het belangrijk dat leerlingen leren dat zinnen opgebouwd zijn uit zinsdelen. Om te zien welke woorden samen een zinsdeel vormen, moet je de volgorde van de zin veranderen. Je kunt ook proberen welke woorden samen vóór de persoonsvorm kunnen staan. Die woorden zijn een zinsdeel. Vijf oefeningen in deze afdeling en drie verschillende oefenvormen. Oefening G5: welke zin is goed verdeeld in zinsdelen? Onderwerp Voor het kunnen schrijven zonder fouten is het nodig dat leerlingen weten wat het onderwerp van de zin is, of in elk geval het onderwerp dat bij de persoonsvorm hoort. De onderwerpvraag (Wie of Wat + werkwoord(en)) wordt hier als methode gebruikt om het onderwerp te vinden. Dit vinden wordt eerst op een intuïtieve manier geprobeerd in (H1) en later wat formeler. Bij de hogere oefeningen ook aandacht voor moeilijke onderwerpen als men of directie, die taalkundig enkelvoud zijn, terwijl ze inhoudelijk aan meervoud doen denken. Zes oefeningen in deze afdeling en daarbij worden vijf oefenvormen gebruikt.

Verzamelrubriek: alle behandelde woordsoorten en zinsdelen. De afdeling Alles is een verzamelrubriek waarin alles bij elkaar komt wat in dit programma behandeld is. Voorafgaand aan een grote toets kan de docent de ene oefening van de rubriek laten maken. Voor deze oefening is gebruikgemaakt van drie verschillende teksten. De oefening kan dus herhaald worden en de leerling krijgt dan een andere tekst en andere vragen. De stof is opgesplitst in twee delen. Het eerste deel gaat over de (drie) woordsoorten; het tweede deel over de rest. Er is voor elk deel een afzonderlijke toets, maar het programma bevat ook een overkoepelende toets, waarin de complete stof bevraagd wordt. Basisgrammatica bestaat uit 51 oefeningen. Er zijn 88 uitlegschermen met plaatjes, schema's en tekst. De leerling werkt met dertien verschillende oefenvormen. In totaal zijn in dit lesbestand ruim 2000 variaties van zinnen en woorden en 27 teksten opgenomen. Het programma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Het vormt een basis die ook nodig is voor het leren van vreemde talen. Zowel allochtone als niet-allochtone leerlingen kunnen er hun voordeel mee doen. Alleen de belangrijkste woordsoorten en zinsdelen komen in dit programma aan bod. De vrijwel complete traditionele grammatica komt aan bod in het Muiswerkprogramma Ontleden en Benoemen 1&2. En speciaal voor allochtone leerlingen is het programma Grammatica I-III NT2. OVERZICHT OEFENINGEN BASISGRAMMATICA Links in het overzicht staan de onderwerpen. In de tweede kolom de namen van de oefeningen die over het onderwerp gaan. Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A zelfstandig naamwoord 1 Zelfstandige naamwoorden Plaatje klikken 1 13 2 De of het sorteren Rijen 1 20 3 Verkleinwoorden zoeken Wijs aan in tekst 2 9.. 12 4 Meervoud -en of -s Rijen 1 20 5 Meervoud herkennen Stenen 1 20 6 Zelfstandige nw aanwijzen Wijs aan in zin 2 10 7 Zelfstandige nw in tekst Wijs aan in tekst 2 13.. 17 8 Zelfstandig naamwoord Meerkeuze 1 12 B bijvoeglijk naamwoord 1 Bijvoeglijk nw kiezen Meerkeuze 1 10 2 Trappen aanwijzen Wijs aan in tekst 3 10.. 12 3 Trappen invullen Open vraag 1 15 4 Groot of grote Open vraag 2 10 5 Bijvoeglijke nw aanwijzen Wijs aan in tekst 2 9.. 13 6 Bijvoeglijk naamwoord Meerkeuze 3 12 C werkwoord 1 Werkwoorden typen Open vraag 1 10 2 Hele werkwoord typen Open vraag 2 10 3 Werkwoorden aanwijzen Stenen 2 20 4 Werkwoord aanwijzen Wijs aan in zin 2 10 5 Werkwoorden in tekst Wijs aan in tekst 3 12.. 15 6 Splitsbaar of niet Rijen 1 20 7 Werkwoorden plaatsen Plaats woord 3 18.. 21

Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 8 Werkwoord Wijs aan in zin 4 12 D tijden 1 Nu of toen Rijen 1 20 2 Tijd kiezen Meerkeuze 1 12 3 Andere tijd gebruiken Open vraag 1 10 4 Sterk of zwak Rijen 1 20 5 Tijden Meerkeuze 2 15 E persoonsvorm 1 Persoonsvorm of niet Meerkeuze 2 10 2 Persoonsvorm kiezen Kies woord in zin 2 10 3 Persoonsvorm in zin Wijs aan in zin 2 10 4 Persoonsvormen in tekst Wijs aan in tekst 2 13.. 15 5 Meer persoonsvormen Wijs aan in tekst 2 15.. 18 6 Persoonsvorm Meerkeuze 2 10 F voltooid deelwoord 1 Voltooid deelwoord in zin Wijs aan in zin 2 10 2 Hele werkwoord typen Open vraag 1 10 3 Voltooid deelwoord typen Open vraag 2 10 4 Voltooide deelwoorden in tekst Wijs aan in tekst 3 10.. 11 5 Voltooid deelwoord herkennen Stenen 2 20 6 Voltooid deelwoord Meerkeuze 3 12 G zinsdelen 1 Persoonsvorm in zin plaatsen Slepen 1 10 2 Zinsdeel voor persoonsvorm Meerkeuze 1 10 3 Zinnen maken Volgorde 1 8 4 Zinnen verdelen Slepen 2 8 5 Zinsdelen Meerkeuze 2 10 H onderwerp 1 Over wie of wat Open vraag 1 10 2 Onderwerp plaatsen Slepen 1 8 3 Onderwerp kiezen Meerkeuze 1 10 4 Onderwerp aanwijzen Wijs aan in zin 1 10 5 Moeilijker onderwerpen Meerkeuze 2 9 6 Onderwerpen in tekst Wijs aan in tekst 2 12.. 14 I [alles] 1 Alle onderwerpen Meerkeuze 7 22