3 Opbouw en karakteristieken van de PLC



Vergelijkbare documenten
INHOUD. KHLim dep IWT MeRa 1/22

Eigenlijk doet een PLC hetzelfde als een relaissturing,namelijk: 1. Ingangsinformatie opnemen via bedieningspaneel en signaalgevers

De computer als processor

1 graduaat Elektriciteit/elektronica KHLim - dep. IWT HALFGELEIDER-GEHEUGENS HALFGELEIDER GEHEUGENS STATISCH DYNAMISCH ROM PROM EPROM EEROM

BLOK. Doelstellingen. Verklaren hoe de ingangen en uitgangen van de PLC zijn geconstrueerd

RAM geheugens. Jan Genoe KHLim. Situering RAM-geheugens. Geheugens. Halfgeleider Geheugens. Willekeurig toegankelijk geheugen

520JHKHXJHQV -DQ*HQRH.+/LP

Vervolg. Eerste blad niet afdrukken. Document eindigen op een even pagina.

Tinyserir-RC5. Datasheet. Tinyserir-RC5 Page: 1 of 8

Een desktopcomputer kan uit de volgende onderdelen zijn opgebouwd:

Vervolg. Eerste blad niet afdrukken. Document eindigen op een even pagina.

OPTIMALISATIE VAN DE PLC-STURING VAN EEN KRATTENTRANSPORTSYSTEEM

11 Programmeren van elektrische schakelingen

6 Programmastructuren

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

Module nummer Elke speciale module krijgt een eigen module nummer om de betreffende module in te stellen en uit te lezen. Ethernet module FX3u-ENET

STROOMSENSOR BT21i Gebruikershandleiding

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE

OPTILOG-290. Opticom Engineering B.V.

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (4)

Foundation Fieldbus. Er zijn 2 soorten Foundation Fieldbus: FF HSE FF-H1

Registers & Adressering. F. Rubben, ing

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (4)

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

CODESYS 2 programmeerbare gateway voor het BL67 I/O-systeem Gateway voor PROFIBUS-DP BL67-PG-DP

Praktijkinstructie Industriële automatisering 3 (ICT09.3/CREBO:53270)

De hoognauwkeurige oplossing voor uw complexe toepassingen

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

Arduino CURSUS. door Willy - 09-juni-2017

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (2)

/ NUR 178

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC

Hfdst. 1: INLEIDING 1.1. DOEL VAN DE PLC: = Automatisering. 3 functionele onderdelen: Verwerkingsdeel. Relais. Contactor

ROM, het Read Only Memory, dat bestaat uit: - BIOS - CMOS RAM, het Random Acces Memory, ook wel het werkgeheugen genoemd.

I/O via Ethernet: BL2010-EIO (v1.01)

Uitbreidbaarheid max. aantal Suconet K/K1 deeln.: met 2 extra netwerkmodules

2 Algemene opbouw van een computersysteem

AP80 Display Controller

MURRELEKTRONIK IO-LINK, EN NU? Roel Janssen

De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (2)

NEDERLANDS SEL2641R433B4D. DIN-Rail ontvanger. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

Hardware. Robert Groen. Jim van Dijk. 13 september 2013 M44 ITTL

De CB channel controller TMS1022NL/NLL en TMS1023NL/NLL. ( Dit is een maskrom-programmed version van de Texas Instruments TMS1000 family)

Handleiding HCS VB5224

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Inleiding elektronica Presentatie 1

WinCCFlex. WinCC Flex MeRa 1/22

informatica. hardware. overzicht. moederbord CPU RAM GPU architectuur (vwo)

Gedecentraliseerde I/O

14 Oefeningen Basisinstructies

Stappenmotor Interface. Controller

Hoofdstuk 2. De Von Neumann-architectuur

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

AP22 Analoog Display

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

In- en uitgangssignalen van microprocessoren

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

AP40 Display Controller

+31 (0) E:

06-RIS-02: Een inleiding in LogoSoft. VTI Brugge Realisaties Industriële Sturingen

De Arduino-microcontroller in de motorvoertuigentechniek (3)

In gebruik nemen en testen. 11. Technische gegevens 13. Bijlage 1 14

Handleiding HCS VB5248

Digitale technieken Microprocessoren

Logisch verbinden van binaire sensoren en actuatoren in het veldbereik Excellence in Automation & Drives : Siemens

Een Step 7 project aanmaken

-Een stukje geschiedenis van de PC (personal computer)

WLP1 systeem : Continue controle van het waterverbruik, detectie van waterverliezen en lekdetectie in slechts 1 toestel.

Microcontrollers Week 1 Introductie microcontroller Jesse op den Brouw INLMIC/

Oxix TRANSMITTER VOOR OPGELOSTE ZUURSTOF BROCHURE NL 5.40 OXIX BROCHURE 1401

POLARIS PROGRAMMEERBARE STURING

IH_NL_BRA_SCHEMA_RA.doc. Aansluitschema s

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Data sheet. MJK Automation B.V. Castricummer Werf 144 NL-1901 RS Castricum Tel.: Fax:

Dubbel besparen met ASi-Safe

Inzetten van PROFISAFE voor pneumatische aandrijvingen

WINDOWS 8. Windows Training voor 50-plussers

Meervoudige Smart-Card Duplicator. Gebruiksaanwijzing

AP90 Display Controller

Technisch Bureau Nico Veeken. Industrial Air Filtration

AP22 Analoog Display

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

Montagevoorschriften

...een product van BEKA

PROFIBUS & PROFINET Nederland PROFIBUS, PROFINET en IO-Link. Wat is IO-Link? Ede, 12 november 2009

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

CA45. Technische handleiding. Stand-alone toegangscontrole centrale. Aanvullende informatie. Artikelnummer : CA45 Versie : 2.0.

AP21 SSI Display. Display voor positie en snelheid Nokkencontroller Signaalomvormer Display voor niet lineaire bewegingen. 96 mm

+31 (0) E:

Windows Basis - Herman Van den Borre 1

Intro S datum: onderwerp: door: aan: dinsdag 11 juni 2013 Introductie S onder TIA Portal Industrial Automation

FORTH op de 80C535 processor met het ATS535 board.

PROGRAMMEERBARE STURING

11/05/2015. Deel 1. Hardware en sporendragers. Hardware en sporendragers. Hardware en sporendragers. Hardware en sporendragers

Visietechnologie. Deel 3: De camera

Hfdst. 2: COMBINATORISCH PROGRAMMEREN

GOEDGEKEURDE LUSGEVOEDE ALARMGEVERKAART MET ISOLATIE-EENHEDEN EN BEWAAKTE EVACUATIE-INGANG

OPTILOG-990 OPTILOG-990-SWO

CA45-AX50. Technische handleiding. Stand-alone toegangscontrole centrale Voor Axiom 50 bit kaarten. Aanvullende informatie

Handleiding HCS VB5118

Transcriptie:

3 Opbouw en karakteristieken van de PLC 3.1 Blokschema Een PLC bestaat uit 3 delen: - een voeding of PS (Power Supply). Deze zet de netspanning van 230V AC om in 24V DC. - een centrale verwerkingseenheid of CPU (Central Processing Unit). Deze zorgt voor de uitvoer van het gebruikersprogramma. - een aantal in- en uitgangsbouwgroepen. Deze kunnen geïntegreerd zijn (bv 314IFM die we in het labo gebruiken), als extra module in het centraal rack bij te plaatsen of als decentrale periferie (DP) (Er is dan een busverbinding tussen CPU en in/uitgangskaart. Bv PROFIBUS / ASI / Ethernet ) Als randapparatuur hebben we een programmeerapparaat (PG of PC). Deze is enkel nodig bij ontwerp/wijzigen en indienstname van een sturing. Eens opgestart werkt een PLC standalone. KHLim dep IWT MeRa 8/141

3.2 CPU of centrale verwerkingseenheid De centrale verwerkingseenheid of CPU is het brein van de PLC. De CPU verwerkt al de aangeboden informatie. Deze informatie wordt in verschillende vormen aangeboden aan de CPU. - Instructies: het gebruikersprogramma en systeemprogramma - Ingangssignalen Het is deze CPU die de performantie van de PLC bepaald. Vroeger waren dit 8-bit processoren, vandaag 16 en 32-bit. Niet alleen de snelheid is van belang maar ook de ongevoeligheid voor storing die in industriële omgeving steeds aanwezig zijn. De CPU bestaat uit: - Logische eenheid (processor): deze verwerkt het programma, dat in het programmageheugen staat, instructie per instructie (serieel) in tegenstelling tot de klassieke sturingen waarbij de verwerking parallel geschied dwz dat meerdere logische functies gelijktijdig uitgevoerd kunnen worden. Hierbij moet zeker rekening gehouden worden bij het schrijven van het programma. - Controle Unit. Deze zorgt voor onderlinge synchronisatie en het geven van de besturingssignalen aan alle modules. (bv bij inlezen van PII) - Accumulatoren: geheugen plaatsen voor het opslaan van tussenresultaten (dataaccumulatoren (2 of 4)) en adres van de uit te voeren instructie (adresaccumulator) - Geheugens: programmageheugen, systeemgeheugen, werkgeheugen. - PII / PIQ: periferie input image, periferie output image. - Bussysteem - Voedingseenheid: deze zet de 24V DC van de PS om in 5V DC nodig voor de processor - bufferbatterij KHLim dep IWT MeRa 9/141

Eigenschappen van een CPU 314IFM / systeemfamilie standaard CPU s 300 reeks Siemens KHLim dep IWT MeRa 10/141

KHLim dep IWT MeRa 11/141

Karakteristieken van de CPU die de keuze van een geschikte CPU bepalen (zie P 10) - Work memory: geheugengebied dat gebruikt wordt voor de verwerking van het programma (RAM) - Load memory: geheugengebied voor de opslag van het programma. (RAM/EEPROM/ SD) - System memory: geheugengebied met het systeem programma (ROM) - Speed: snelheid van uitvoeren van de instructies, uitgedrukt in ms of s per 1k byte instructies - Memory bits (*) : hulpgeheugen of merkers - Tellers/counters (*) - Clock memories: aantal memory bits (merkers) die ingesteld kunnen worden als clock memory. Meestal 8 bits (1 byte ). Deze zullen allen een pulstrein generen met een verschillende frequentie, die niet instelbaar is. Deze pulstrein kan in het gebruikersprogramma gebruikt worden voor het aansturen van bv een knipperlicht. - Retentive data area: Instelbaar gedeelte van het datageheugen dat bij spanningsuitval ook zonder bufferbatterij zijn waarde niet verlies (vb meetgegevens). - Digitale en analoge in- en outputs : max aantal in- of uitgangen (digitaal/analoog) die geadresseerd kunnen worden en eventueel het aantal geïntegreerde in/uitgangen (onboard) - Proces image: PII/POQ - Blocks: max aantal blokken in het gebruikersprogramma. - MPI: aantal MPI (Multi point interface) verbindingen - Configuration: max aantal modules/racks (*) adjustable retentively : de waarde gaat niet verloren bij spanningsonderbreking. Het aantal hiervan is meestal instelbaar. 3.3 In- en uitgangskaarten 3.3.1 ingangseenheden Signalen van besturing en proces worden aan de PLC aangeboden via de ingangskaarten. Deze kaarten bestaan uit : - storingsfilter: Dit is een RC netwerk om storingen buiten de PLC te houden. Deze storingen kunnen bv contactdender zijn. Nadelig aan deze filter is echter de vergroting van de responsietijd. Zo zal de PLC een ingangssignaal tussen 0 en 5 V aanzien als een logisch 0, en pas vanaf een drempelwaarde van bv 13V een logisch 1 genereren. - galvanische scheiding. Ingangen zijn galvanisch gescheiden van de centrale verwerkingseenheid, zodat uitwendige fouten geen invloed hebben op het processorgedeelte. Dit is een optische koppeling mbv een opto-coupler. Hierbij wordt het ingangssignaal omgezet in een optisch signaal (licht) en vervolgens terug naar een elektrisch signaal. KHLim dep IWT MeRa 12/141

- LED indicatie: Op de ingangskaart wordt voor iedere ingang zichtbaar een LED gemonteerd zodoende dat de toestand van een ingang zeer makkelijk te controleren is. Hierbij moet men wel rekening houden met het arbeids- of ruststroomprincipe (*) - Voeding: meestal 24C VC (*) Arbeidsstroomprincipe: als de sensor of schakelaar bediend is zal er een stroom vloeien naar de ingangskaart. Voorbeeld hiervan is een startknop Ruststroomprincipe: als de sensor of schakelaar niet bediend is zal er een stroom vloeien naar de ingangskaart. Dit wordt gebruikt bij stopsignalen bv een stopknop, eindeloop contact. Dit verhoogt de veiligheid aangezien een draadbreuk wordt aanzien als een stopcommando. Soorten ingangskaarten: - digitale ingangskaarten zowel op DC (24V) als op AC (24, 42, 110, 230V) verkrijgbaar. De AC versie wordt tegenwoordig bijna niet meer toegepast. - Analoge ingangskaarten: o spanningsgestuurde 0-10V / -10 10V (zeer gevoelig voor storingen, vooral bij gebruik van lange aansluitdraden) o stroomgestuurde 0-20mA / 4 20mA (minder storingsgevoelig) - snelle tellerkaarten: kunnen ingangssignalen met zeer hoge frequentie verwerken. De duurtijd of intervaltijd van de pulsen mag kleiner zijn dan de cyclustijd van de centrale verwerkingseenheid. De tellerfrequentie kan zelfs tot 750 khz bedragen. - positioneringsmodules: voor positionering van bv transportbanden - interrupt ingangen: bij signaalverandering wordt de cyclische programmaverwerking onderbroken en overgeschakeld naar een interruptroutine, waarna de cyclische verwerking wordt verdergezet. - KHLim dep IWT MeRa 13/141

3.3.2 uitgangseenheden De resultaten van de uitvoering van het gebruikersprogramma, opgeslagen in de PIQ,worden aan de machine doorgegeven mbv de uitgangskaarten. Deze kaarten bestaan uit: - galvanische scheiding - LED indicatie Soorten uitgangskaarten: - digitale uitgangskaarten: hierin kunnen we enkele types onderscheiden o Relaisuitgang: toepasbaar voor zowel gelijk als wisselspanning, nadeel: traag (lage schakelfrequentie) en onderhevig aan slijtage. Voordeel: bij kaarten met potentiaal vrije contacten kunnen toestellen met verschillende spanning worden aangesloten aan 1 kaart, tevens is de max toegelaten stroom vrij groot (van 100mA tot 3A) o transistoruitgang: enkel toepasbaar voor gelijkspanning. Is sneller en niet onderhevig aan slijtage maar kan enkel voor 24V DC o solide-state uitgang. Een solid state relais ( SSR ) is een interface tussen het besturingscircuit en vermogencircuit. Er zijn geen bewegende onderdelen Dit type uitgang is zeer snel, geschikt voor AC, niet onderhevig aan slijtage maar is zeer duur en een foutieve aansluiting kan leiden tot een blijvend defect. - analoge uitgangskaarten (0-10V / -10 10V / 0-20mA / 4-20mA) Keuze van in - en uitgangseenheden Bij de keuze van een in- en/of uitgangskaart houden we rekening met volgende eigenschappen: - aantal in/uitgangen (kaarten van 8 /16 of 32 DI / DO) - aansluitspanning (AC / DC) - stoorgevoeligheid (spanning / stroomsturing bij analoog) - analoog / digitaal - snelheid van ingangssignaal (standaard of snelle tellerkaart) - dient de ingang het programma te onderbreken of niet? (interrupt) SM 321 (16DI) SM 322 (16DO) Digitale in en uitgangsmodule voor S7 300 KHLim dep IWT MeRa 14/141

3.4 Geheugens Geheugens kunnen we op verschillende manieren indelen: - Leesgeheugens: deze geheugens kunnen enkel gelezen worden - Lees- en schrijfgeheugens: deze geheugens kunnen zowel gelezen als geschreven worden. Verder kunnen we ook een onderscheid maken als volgt: - remanent of niet-vluchtig: de inhoud van het geheugen blijft behouden bij spanningsuitval. - niet-remanent of vluchtig: de inhoud van het geheugen blijft niet behouden bij spanningsuitval De types geheugen die er bestaan zijn: - RAM: Random Access Memory : Lees- en schrijfgeheugen met vluchtig karakter. Meestal wordt een buffer batterij voorzien om de gegevens niet te verliezen bij spanningsstoring. - ROM: Read Only Memory: Leesgeheugen. Kan niet geprogrammeerd worden. Deze geheugens worden door de fabrikant reeds voorzien van de nodige inhoud. - PROM: Programmable Read Only Memory. Dit is een ROM geheugen dat door de gebruiker 1 keer kan geprogrammeerd worden mbv een PROM programmeertoestel. Na programmatie is het enkel een leesgeheugen. - EPROM: Erasable Programmable Read Only Memory. Een PROM die o.i.v. UV licht kan gewist worden waarna programmatie weer mogelijk is. Dit proces kan men 10 tot 100 keer herhalen. EPROM chip - EEPROM: Electrically Erasable Programmable Read Only Memory. EPROM die mbv spanningspulsen kan geschreven en ook weer gewist worden. - SD of MC : memory card. Gegevens kunnen gelezen en geschreven worden. KHLim dep IWT MeRa 15/141

Geheugens gebruikt in de CPU: - Work memory: geheugengebied dat gebruikt wordt voor de verwerking van het programma (RAM) - Load memory: geheugengebied voor de opslag van het programma. (RAM/EEPROM/SD) - System memory: geheugengebied met het systeem programma (ROM) Oudere PLC s zijn voorzien van een ingebouwde EEPROM voor de opslag van het programma of er is een EEPROM slot om een EEPROM card in te pluggen. Het opslaan van het programma op EEPROM heeft als voordeel dat we geen bufferbatterij meer nodig hebben om het programma te behouden bij spanningsuitval. Het wissen van deze EEPROM is echter nogal omslachtig zodat enkel programma s die reeds uitvoerig getest zijn, worden opgeslagen op EEPROM. Tijdens de testperiode wordt echter enkel het RAM geheugen gebruikt zodat het programma indien nodig snel kan worden aangepast. Na de testperiode wordt het definitieve programma opgeslagen in het EEPROM geheugen. Bij spanningsuitval en afwezigheid van een buffer batterij, zal de CPU automatisch het programma van EEPROM kopiëren naar RAM. Deze EEPROM is echter niet noodzakelijk voor de goede werking van de PLC. De CPU is voorzien van een systeemgeheugen en een RAM geheugen. Indien een bufferbatterij aanwezig is, is deze EEPROM dus niet noodzakelijk. De nieuwere PLC s worden voorzien van een SD slot. De gebruiker kan zelf een kleine of grotere SD kaart plaatsen. Op deze kaart kan dan naast het programma ook extra gegevens worden opgeslagen zoals symbolen, commentaar, Word documenten, Let er wel op dat deze PLC s niet kunnen functioneren zonder deze SD kaart. De CPU s zijn enkel voorzien van een systeemgeheugen en geen laadgeheugen. Hiervoor wordt de SD kaart gebruikt. De PLC is niet meer voorzien van een bufferbatterij. 3.5 Voeding De voeding zal de netspanning omzetten in een gelijkspanning van 24V. Er zijn verschillende voedingen van verschillende grootte : 2 / 5 en 10A. De keuze is afhankelijk van het aantal in- en uitgangskaarten. Soms wordt ook een aparte voeding voorzien voor de uitgangskaarten, dit om zo veel mogelijk storingen te vermijden. Voedingseenheid PS 307 ( Siemens ) KHLim dep IWT MeRa 16/141