ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2016

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.9.2016 COM(2016) 623 final ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2016 Actualisering van kredieten ter weerspiegeling van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van migratie- en veiligheidskwesties, verlaging van betalings- en vastleggingskredieten ten gevolge van de algemene overschrijving, verlenging van de looptijd van EFSI, wijziging van de personeelsformatie van Frontex en actualisering van bestemmingsontvangsten (eigen middelen) NL NL

Gezien: het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie 1, en met name artikel 41, de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 2, die op 25 november 2015 is vastgesteld, de gewijzigde begroting nr. 1/2016 3, die op 14 april 2016 is vastgesteld, de gewijzigde begroting nr. 2/2016 4, die op 6 juli 2016 is vastgesteld, het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2016 5, dat op 30 juni 2016 is vastgesteld, dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2016 in. WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex (http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als budgettaire bijlage bijgevoegd. 1 2 3 4 5 PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. PB L 48 van 24.2.2016, blz. 1. PB L 143 van 31.5.2016, blz. 1. PB L 248 van 15.9.2016, blz. 1. COM(2016) 227 final van 30.6.2016. 2

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 4 2. ACTUALISERING VAN KREDIETEN ONDER RUBRIEK 3 NAAR AANLEIDING VAN DE MEEST RECENTE ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE- EN VEILIGHEIDSKWESTIES... 5 2.1 INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE... 5 2.2 FONDS VOOR ASIEL, MIGRATIE EN INTEGRATIE (AMIF)... 5 2.3 FONDS VOOR INTERNE VEILIGHEID (ISF)... 6 2.4 BESCHIKBAARSTELLING VAN DE MARGE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN VOOR VASTLEGGINGEN... 6 3. VOORZIENING VAN HET EFSI-GARANTIEFONDS: GEACTUALISEERD PROFIEL... 6 4. ANDERE HERSCHIKKINGEN VAN VASTLEGGINGSKREDIETEN... 7 5. VERLAGING VAN BETALINGSKREDIETEN TEN GEVOLGE VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE OVERSCHRIJVING... 8 5.1 RUBRIEK 1B ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG... 8 5.2 RUBRIEK 2 DUURZAME GROEI: NATUURLIJKE HULPBRONNEN... 9 5.3 RUBRIEK 3 - VEILIGHEID EN BURGERSCHAP... 10 5.4 RESERVE VOOR NOODHULP (EAR)... 10 6. WIJZIGING VAN DE PERSONEELSFORMATIE VAN FRONTEX... 10 7. SAMENVATTING PER MFK-RUBRIEK... 10 8. ACTUALISERING VAN BESTEMMINGSONTVANGSTEN... 12 8.1 TOTAAL EFFECT VAN OGB 4/2016 OP DE VERDELING VAN DE TOTALE EIGENMIDDELENAFDRACHTEN TUSSEN DE LIDSTATEN... 12 8.2 HERZIENING VAN DE RAMINGEN VAN TEM EN DE BTW- EN BNI-GRONDSLAGEN... 13 8.3 BRITSE CORRECTIE VOOR 2015, 2014 EN 2012... 15 8.4 BOETEN... 23 3

1. INLEIDING Dit ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4 voor 2016 heeft tot doel: 1. het niveau van de kredieten in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) bij te werken om rekening te houden met de stand van zaken betreffende de besteding en om de meest recente ontwikkelingen op het gebied van migratie- en veiligheidskwesties te weerspiegelen, met een verhoging van 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 10 miljoen EUR aan betalingskredieten voor het instrument voor noodhulp binnen de Unie, een verhoging van 130 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), en een verhoging van 70 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het Fonds voor interne veiligheid (ISF). Gezien het gebrek aan marge in rubriek 3, moet voor deze verhogingen van de vastleggingskredieten in totaal 240,1 miljoen EUR van de marge voor onvoorziene uitgaven beschikbaar worden gesteld, waarbij rekening is gehouden met de herschikking van 9,9 miljoen EUR van het Europees Geneesmiddelenbureau in Londen naar aanleiding van de veranderingen in de koers van de euro ten opzichte van het Britse pond. De Commissie heeft voorgesteld deze terbeschikkingstelling in 2016 volledig te verrekenen met de niet-toegewezen marges van rubriek 5 (Administratie) in 2016; 2. het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) 2015-2018 vervroegd met middelen te voorzien met een verhoging van 73,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten om rekening te houden met de voorgestelde verlenging van de looptijd van het fonds tot 2020 6. De Commissie stelt voor de verhoging te financieren door de kredieten van de financiële instrumenten onder het onderdeel "energie" van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen in 2018 met een overeenkomstig bedrag te verlagen; 3. vastleggingskredieten gespreid over verschillende begrotingsonderdelen in rubriek 2 (Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen) met 14,7 miljoen EUR te verlagen om deze aan de meest recente behoeftebeoordeling aan te passen; 4. het niveau van betalingskredieten te verlagen met 7 284,3 miljoen EUR, voornamelijk in de begrotingsonderdelen in rubriek 1b (Economische, sociale en territoriale samenhang) en in mindere mate in de rubrieken 2 (Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen) en 3 (Veiligheid en burgerschap) alsook van de reserve voor noodhulp, waarbij rekening is gehouden met de in de algemene overschrijving (DEC 23/2016) voorgestelde herschikkingen; 5. in 2016 een deel van de versterking van het personeelsbestand van Frontex te vervroegen, die reeds in de ontwerpbegroting 2017 is voorgesteld met het oog op de toekomstige inwerkingtreding van de nieuwe verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht. Hiertoe moet de personeelsformatie van Frontex worden gewijzigd, zonder extra kredieten in 2016. In totaal is het netto-effect van OGB 4/2014 aan de uitgavenzijde van de begroting 2016 een verhoging met 225,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en een verlaging met 7 274,3 miljoen EUR aan betalingskredieten. Aan de inkomstenzijde omvat dit OGB ook de herziening van de raming van de traditionele eigen middelen (d.w.z. douanerechten en suikerheffingen), de btw- en de bni-grondslag, en de begroting van de relevante Britse correcties en de financiering daarvan, wat gevolgen heeft voor de verdeling van de eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting. 6 COM(2016) 597 final van 14.9.2016. 4

2. ACTUALISERING VAN KREDIETEN ONDER RUBRIEK 3 NAAR AANLEIDING VAN DE MEEST RECENTE ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE- EN VEILIGHEIDSKWESTIES 2.1 Instrument voor noodhulp binnen de Unie Het nieuwe instrument voor noodhulp binnen de Unie is in maart 2016 gecreëerd 7 om financiële ondersteuning te bieden aan lidstaten die worden geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie waar zij organisatorisch niet tegen opgewassen zijn en waarin grote aantallen mensen dringende humanitaire bijstand nodig hebben. De middelen die in 2016 voor het nieuwe instrument nodig zijn, worden in het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie 8 geraamd op 300 miljoen EUR aan vastleggingskredieten. 199 miljoen EUR is reeds ter beschikking gesteld: een eerste tranche van 100 miljoen EUR in de gewijzigde begroting nr. 1/2016 die in april 2016 is vastgesteld 9 en een bijkomende 99 miljoen EUR via een interne overschrijving in augustus 2016. De eerste tranche van 100 miljoen EUR aan vastleggingskredieten was in augustus 2016 volledig gebruikt; naar verwachting zal tegen eind september 75 % van de tweede tranche zijn gebruikt. Voor het laatste kwartaal van het jaar blijft er dus slechts 25 miljoen EUR over, wat onvoldoende is in geval van plotse veranderingen in de migratiestromen. De Commissie stelt voor een bijkomende 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 10 miljoen EUR aan betalingskredieten in de begroting op te nemen. Deze extra kredieten zullen het mogelijk maken maatregelen te financieren die momenteel in het kader van het instrument voor noodhulp op het terrein worden uitgevoerd en tegelijkertijd tot het einde van het jaar de nodige speelruimte te behouden om op mogelijke nieuwe ontwikkelingen te reageren. Begrotingsonderdeekredietekredieten Vastleggings- Betalings- 18 01 04 05 Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie 500 000 500 000 18 07 01 Noodhulp binnen de Unie 49 500 000 9 500 000 Totaal 50 000 000 10 000 000 2.2 Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) De eerste twee tranches voor het nieuwe instrument voor noodhulp binnen de Unie, dat in het voorgaande punt is behandeld, zijn beide uit het fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) ter beschikking gesteld. Uit de bijgewerkte beoordeling van de behoeften van het AMIF in 2016 is gebleken dat de momenteel beschikbare vastleggingskredieten (ten bedrage van ongeveer 209 miljoen EUR) inderdaad tegen het einde van het jaar volledig zullen zijn gebruikt, met name voor een aantal verzoeken om noodhulp die momenteel worden verwerkt of die worden verwacht. De middelen zullen meer bepaald ondersteuning bieden om de asielstelsels en opvangcapaciteiten in de lidstaten te versterken. Rekening houdend met de huidige stand van zaken betreffende de uitvoering van de twee besluiten van de Raad betreffende de herplaatsing van vluchtelingen 10, de verwachte vaststelling in oktober 2016 van de voorgestelde wijziging van het tweede besluit van de Raad, die een bijkomende toezegging voor de hervestiging van maximaal 54 000 personen inhoudt 11, en de aanhoudende druk op de buitengrenzen van de Unie, is de Commissie van oordeel dat de gedeeltelijke aanvulling van het AMIF met 130 miljoen EUR aan vastleggingskredieten nodig is om het fonds in staat te stellen in het 7 8 9 10 11 PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1. COM(2016) 115 van 2.3.2016. PB L 143 van 31.5.2016. PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146 en PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80. COM(2016) 171 van 21.3.2016. 5

laatste kwartaal van 2016 op andere mogelijke gerechtvaardigde verzoeken op dit onstabiele gebied te in te spelen. Begrotingsonderdeekredieten Vastleggings- 18 03 01 01 Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten 130 000 000 Totaal 130 000 000 2.3 Fonds voor interne veiligheid (ISF) De Commissie stelt voor de gedeeltelijke aanvulling van het AMIF (130 miljoen EUR) te combineren met een versterking van het onderdeel "grenzen" van het Fonds voor interne veiligheid (ISF-Grenzen) met 70 miljoen EUR aan vastleggingskredieten om tegemoet te komen aan in behandeling zijnde en verwachte verzoeken om noodhulp, met name van Bulgarije. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de momenteel in de begroting 2016 beschikbare noodhulp in het kader van het ISF bijna volledig is gebruikt. 2.4 Beschikbaarstelling van de marge voor onvoorziene uitgaven voor vastleggingen De vastleggingskredieten die in de begroting 2016 voor rubriek 3 zijn goedgekeurd, zijn hoger dan het desbetreffende maximumbedrag voor uitgaven; voor rubriek 3 en rubriek 4 (Europa als wereldspeler) samen is reeds het volledige flexibiliteitsinstrument (1 530 miljoen EUR ) aangewend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de MFK-verordening. Bijgevolg is de beschikbaarstelling van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2016 het enige instrument dat voorhanden is om tegemoet te komen aan de hierboven beschreven bijkomende behoeften voor rubriek 3. Rekening houdend met de 9,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten die kunnen worden herschikt van het Europees Geneesmiddelenbureau, stelt de Commissie voor 240,1 miljoen EUR uit de marge voor onvoorziene uitgaven beschikbaar te stellen 12 ; dat bedrag wordt in 2016 volledig verrekend met de niet-toegewezen marges in rubriek 5, zonder hierbij een voorschot te nemen op de speelruimte voor de komende jaren. Begrotingsonderdeekredieten Vastleggings- 18 02 01 01 Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken 70 000 000 Totaal 70 000 000 Begrotingsonderdeekredieten Vastleggings- 17 03 12 01 Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau -9 900 000 Totaal -9 900 000 3. VOORZIENING VAN HET EFSI-GARANTIEFONDS: GEACTUALISEERD PROFIEL Het voorstel van de Commissie 13 om de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) tot 2020 te verlengen, houdt een actualisering van het vastleggingsprofiel in dat in de financiële programmering is vastgelegd: de Commissie stelt voor in 2016 73,9 miljoen EUR vervroegd uit te trekken om het EFSI-garantiefonds met middelen te voorzien (begrotingsartikel 01 04 05) door dit bedrag over te schrijven van de financiële instrumenten onder het onderdeel "energie" van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (begrotingspost 32 02 01 04). Het bedrag dat in 2016 voor het EFSI vervroegd wordt uitgetrokken, zal in 2018 aan de CEF-Energie worden geretourneerd. Het is niet nodig de betrokken betalingskredieten te wijzigen. 12 13 COM(2016) 624 van 30.9.2016. COM(2016) 597 van 14.9.2016. 6

Begrotingsonderdeekredieten Vastleggings- 01 04 05 Voorziening van het EFSI-garantiefonds 73 908 000 32 02 01 04 Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten -73 908 000 Totaal 0 4. ANDERE HERSCHIKKINGEN VAN VASTLEGGINGSKREDIETEN Naar aanleiding van een gedetailleerde behoefteanalyse stelt de Commissie voor een verlaging van de vastleggingskredieten met 14,7 miljoen EUR door te voeren gespreid over zeven begrotingsonderdelen. 1,3 miljoen EUR voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) naar aanleiding van de annulering van enkele maatregelen die door gesplitste kredieten worden gefinancierd. 1,4 miljoen EUR voor proefprojecten omdat uit een verdere analyse is gebleken dat twee van de proefprojecten die in de begroting 2016 zijn opgenomen niet zullen worden uitgevoerd, aangezien zij onder het toepassingsgebied van lopende initiatieven in het kader van Horizon 2020 vallen (blauwe groei en met name oproeponderwerp BG-14-2017 ("Monitoring and assessing fish stocks, other pelagic species and habitats with an automated, non-invasive, optoacoustic system")). Gezien het ontbreken van een marge in rubriek 1a (Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid) mogen de vrijgegeven vastleggingskredieten niet worden overgeschreven van rubriek 2, waarin zij waren opgenomen. 0,4 miljoen EUR voor de bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme), voornamelijk wegens de verlaging van de administratieve begroting van het agentschap (lager aanwervingstempo, besparingen op uitgaven voor gebouwen en ICT). De betalingskredieten worden met hetzelfde bedrag verlaagd (zie punt 5.2.1). 5 miljoen EUR voor het EFMZV in direct beheer naar aanleiding van de annulering van de actie "Huur/aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters voor controle" in 2016. De betalingskredieten worden ook verlaagd (zie punt 5.2.1). 2,9 miljoen EUR voor de bijdrage van de begroting van de Europese Unie aan de biocidenactiviteiten van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in Helsinki. De inkomsten uit vergoedingen vanuit de bedrijfstak waren hoger dan verwacht, waardoor de kostendekkende bijdrage in 2016 minder hoog moet zijn. De betalingskredieten worden met hetzelfde bedrag verlaagd (zie punt 5.2.3). 3,8 miljoen EUR voor de Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij ter weerspiegeling van de staat van de onderhandelingen en de beoordeling van de mogelijke data van inwerkingtreding. De betalingskredieten worden ook verlaagd (zie punt 5.2). Begrotingsonderdeekredieten Vastleggings- 05 08 03 Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes -1 250 000 08 02 77 07 Proefproject Optimalisering van non-invasieve in situ detectie onder water van vis met behulp van een UFO preprototype, ten behoeve van beoordelingen van bestanden op EEA-basis en een betere -200 000 uitvoering van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) 08 02 77 08 Proefproject Ontwikkeling van een geautomatiseerd optisch-akoestische UFO-testopstelling voor waarneming van biodiversiteit en andere indicatoren van de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) in -1 200 000 belangrijke mariene gebieden 11 01 06 01 Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) -370 000 11 06 62 02 Controle en handhaving -5 000 000 17 04 07 Europees Agentschap voor chemische stoffen Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving -2 870 000 40 02 41 Reserve voor partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij -3 830 000 Totaal -14 720 000 7

5. VERLAGING VAN BETALINGSKREDIETEN TEN GEVOLGE VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE OVERSCHRIJVING De Commissie stelt voor het niveau van de betalingskredieten voor bepaalde begrotingsonderdelen aan te passen om deze beter af te stemmen op de laatste ramingen van de behoeften, waarbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de door de Commissie in het kader van de zogeheten algemene overschrijving afzonderlijk aangevraagde herschikking van betalingskredieten tussen begrotingsonderdelen door het Europees Parlement en de Raad zal worden aanvaard (DEC 23/2016). De totale verlaging (7 286,8 miljoen EUR) van het niveau van de betalingskredieten die in dit OGB wordt gevraagd, betreft voornamelijk rubriek 1b en in mindere mate de rubrieken 2 en 3 alsook de reserve voor noodhulp. 5.1 Rubriek 1b Economische, sociale en territoriale samenhang De Commissie stelt een verlaging voor van 6 956 miljoen EUR 14 aan betalingskredieten voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) onder rubriek 1b. Deze verlaging is het gevolg van lagere betalingsbehoeften dan die welke in de begroting 2016 waren opgenomen voor de programmeringsperioden 2007-2013 en 2014-2020. De betalingsbehoeften voor de programma's voor 2007-2013 in de begroting 2016 zijn geraamd op basis van een verwachte achterstand aan het eind van 2015 van 20 miljard EUR. Er zijn echter aanzienlijk minder betalingsverzoeken ingediend dan verwacht, waardoor de achterstand eind 2015 slechts 8 miljard EUR bedroeg. De herziene betalingsprognoses die de lidstaten in juli hebben ingediend, bevestigen grotendeels de prognoses van januari. De doelstelling om de zogenaamde "abnormale" achterstand tegen eind 2016 volledig weg te werken, zal worden gehaald en de "normale" achterstand zal voornamelijk bestaan uit de laatste opschortingen, die nog niet zijn opgeheven vóór de afsluiting. Na analyse van de door de lidstaten ingediende gegevens en rekening houdend met de ervaring uit het verleden, die leert dat de meeste facturen aan het eind van het jaar binnenkomen, wordt voor de programma's voor 2007-2013 een verlaging met 3 041 miljoen EUR aan betalingskredieten voorgesteld. Alle operationele programma's voor de programmeringsperiode 2014-2020 zijn goedgekeurd. Het totale bedrag aan tussentijdse betalingen voor deze programma's zal echter lager zijn dan oorspronkelijk verwacht, zoals ook blijkt uit de laatste prognoses van de lidstaten (13 % lager dan de prognoses van januari en 27 % lager dan de prognoses van juli 2015). Rekening houdend met de herhaaldelijke overschatting door de lidstaten en de achterstand bij het aanduiden van nationale autoriteiten (momenteel is slechts 48 % bij de Commissie aangemeld), wordt een verlaging van 3 915 miljoen EUR aan betalingskredieten voorgesteld. Begrotingsonderdeekredieten Betalings- 04 02 17 Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds Convergentie (2007-2013) -645 000 000 04 02 60 Europees Sociaal Fonds Minder ontwikkelde regio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid -528 000 000 04 02 61 Europees Sociaal Fonds Overgangsregio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid -192 000 000 04 02 62 Europees Sociaal Fonds Meer ontwikkelde regio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid -480 000 000 13 03 16 Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Convergentie -1 072 000 000 13 03 18 Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid -1 097 000 000 13 03 19 Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Europese territoriale samenwerking -227 000 000 13 03 60 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Minder ontwikkelde regio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid -1 069 000 000 13 03 61 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Overgangsregio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid -636 000 000 14 Nog eens 254 miljoen EUR is gebruikt in de algemene overschrijving. 8

5.2 Rubriek 2 Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen 5.2.1 Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) Voor het EFMZV stelt de Commissie een verlaging voor met 118 miljoen EUR aan betalingskredieten in gedeeld beheer en 21 miljoen EUR in direct beheer. Wat het EFMZV in gedeeld beheer betreft (begrotingsartikel 11 06 60), is de verlaging het gevolg van de neerwaartse herziening in de prognoses die eind juli door de lidstaten zijn ingediend (waarbij ook rekening wordt gehouden met de historische herhaaldelijke overschatting) en van de achterstand bij het aanduiden van nationale autoriteiten voor twintig lidstaten. Wat het EFMZV in direct beheer betreft (begrotingsartikel 11 06 61 en begrotingspost 11 06 62 02), zijn de betalingsbehoeften in 2016 verlaagd wegens de verlenging van de looptijd van een aantal acties en wordt een deel van de desbetreffende uitstaande verplichtingen (doorgaans "reste à liquider" of "RAL" genoemd) vrijgemaakt. Wat de begrotingsposten 11 01 06 01 en 11 06 62 02 betreft, is de verlaging van de betalingskredieten het gevolg van de gedetailleerde analyse van de behoefte aan vastleggingskredieten zoals beschreven in deel 4. Begrotingsonderdeel 13 03 62 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Meer ontwikkelde regio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid 13 03 63 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's - Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid Totaal Betalingskredieten -1 000 000 000-10 000 000-6 956 000 000 Begrotingsonderdeekredieten Betalings- 11 01 06 01 Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) -370 000 11 06 60 Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het -117 681 000 gemeenschappelijk visserijbeleid 11 06 61 Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie -5 149 000 11 06 62 02 Controle en handhaving -15 595 000 Totaal -138 795 000 5.2.2 Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij Zoals in deel 4 beschreven, kan na een gedetailleerde analyse van de staat van onderhandelingen in verband met de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij en de beoordeling van de mogelijke data van inwerkingtreding 6,7 miljoen EUR aan betalingskredieten worden vrijgegeven. Begrotingsonderdeekredieten Betalings- 40 02 41 Reserve voor partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij -6 735 000 Totaal -6 735 000 5.2.3 Gedecentraliseerde agentschappen (ECHA-biociden) Zoals toegelicht in deel 4 is de bijdrage van de begroting van de Europese Unie aan de biocidenactiviteiten van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in Helsinki neerwaarts herzien. Bijgevolg kan het desbetreffende niveau van betalingskredieten met 2,9 miljoen EUR worden verlaagd. Begrotingso Betalingskrediet nderdeel en 17 04 07 Europees Agentschap voor chemische stoffen Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving -2 870 000 9

Totaal -2 870 000 5.3 Rubriek 3 - Veiligheid en burgerschap Zoals toegelicht in deel 2 is de bijdrage van de begroting van de Europese Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau in Londen neerwaarts herzien. Bijgevolg kan het desbetreffende niveau van betalingskredieten met 9,9 miljoen EUR worden verlaagd. 5.4 Reserve voor noodhulp (EAR) Het saldo aan betalingskredieten dat midden september in de EAR beschikbaar was voor 2016 bedraagt 190 miljoen EUR. Op basis van de meest recente prognose kan 170 miljoen EUR aan betalingskredieten worden vrijgegeven, waarbij enige reserve overblijft voor mogelijke nieuwe noodsituaties tot het einde van het jaar. Begrotingsonderdeekredieten Betalings- 17 03 12 01 Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau -9 900 000 Totaal -9 900 000 Begrotingsonderdeekredieten Betalings- 40 02 42 Reserve voor noodhulp -170 000 000 Totaal -170 000 000 6. WIJZIGING VAN DE PERSONEELSFORMATIE VAN FRONTEX Na het snelle politieke akkoord van juni 2016 over het voorstel van de Commissie om Frontex te veranderen in het Europees grens- en kustwachtagentschap 15, is de nieuwe verordening op 14 september 2016 door het Europees Parlement vastgesteld; naar verwachting treedt zij op 6 oktober 2016 in werking. Om het agentschap in staat te stellen zo snel mogelijk te beginnen met de uitoefening van zijn herzien mandaat, stelt de Commissie voor Frontex toe te laten reeds in 2016 50 extra tijdelijke functionarissen aan te werven van de 130 extra ambten in de personeelsformatie die in de ontwerpbegroting 2017 worden gevraagd voor 2017. Het doel van deze vervroegde personeelsaanwerving is met name de versterking van de terugkeeroperaties en de bijstand voorafgaand aan de terugkeer, de gezamenlijke operaties en risicoanalysen, en de gebundelde middelen. Bovendien is op het gebied van personele middelen en ICT administratief ondersteunend personeel nodig. Volgens een nauwkeurige analyse van de uitgavebehoeften van het agentschap tot eind 2016 kan de aanwerving van de gevraagde extra personeelsleden in het laatste kwartaal van 2016 binnen de huidige begroting van het agentschap voor dit jaar worden gefinancierd. Bijgevolg is het niet nodig de bijdrage van de Europese Unie aan Frontex te versterken. De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage. 7. SAMENVATTING PER MFK-RUBRIEK Rubriek Begroting 2016 Ontwerp van gewijzigde begroting Begroting 2016 (incl. GB 1-2 en OGB 3/2016) nr. 4/2016 (incl. GB 1-2 en OGB 3-4/2016) VK BK VK BK VK BK 1. Slimme en inclusieve groei 69 841 150 263 66 246 697 648-6 956 000 000 69 841 150 263 59 290 697 648 waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen 54 000 000 543 000 000 maximum 69 304 000 000 69 30 00 000 15 COM(2015) 671 van 15.12.2015. 10

Rubriek Begroting 2016 Ontwerp van gewijzigde begroting Begroting 2016 (incl. GB 1-2 en OGB 3/2016) nr. 4/2016 (incl. GB 1-2 en OGB 3-4/2016) VK BK VK BK VK BK marge 5 849 737 5 849 737 1a Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid 19 010 000 000 17 402 423 594 19 010 000 000 17 402 423 594 waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen 543 000 000 543 000 000 1b 2. maximum 18 467 000 000 18 467 000 000 marge Economische, sociale en territoriale samenhang 50 831 150 263 48 844 274 054-6 956 000 000 50 831 150 263 41 888 274 054 maximum 50 837 000 000 50 837 00 000 marge 5 849 737 5 849 737 Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen 62 484 234 833 55 120 803 654-14 720 000-148 400 000 62 469 514 833 54 972 403 654 maximum 64 262 000 000 64 262 000 000 marge 1 777 765 167 1 792 485 167 waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) - marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen 42 220 335 824 42 212 046 297 42 220 335 824 42 212 046 297 3. Veiligheid en burgerschap 4 051 966 698 3 022 287 739 240 100 000 100 000 4 292 066 698 3 022 387 739 waarvan in het kader van het flexibiliteitsinstrument 1 505 966 698 1 505 966 698 waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven 240 100 000 240 100 000 maximum 2 546 000 000 2 546 000 000 marge 4. Europa als wereldspeler 9 167 033 302 10 155 590 403 9 167 033 302 10 155 590 403 waarvan in het kader van het flexibiliteitsinstrument 24 033 302 24 033 302 maximum 9 14 000 000 9 143 000 000 marge 5. Administratie 8 951 016 040 8 950 916 040 8 951 016 040 8 950 916 040 maximum 9 483 000 000 9 483 000 000 waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven -240 100 000-240 100 000 marge 531 983 960 291 883 960 waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen 7 134 869 560 7 134 769 560 7 134 869 560 7 134 769 560 submaximum 7 679 000 000 7 679 000 000 waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven -240 100 000-240 100 000 6. Compensaties marge 544 130 440 304 030 440 maximum marge Totaal 154 495 401 136 143 496 295 484 225 380 000-7 104 300 000 154 720 781 136 136 391 995 484 waarvan in het kader van het flexibiliteitsinstrument 1 530 000 000 832 817 382 1 530 000 000 832 817 382 waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen 543 000 000 543 000 000 waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven 240 100 000 240 100 000 maximum 154 738 000 000 144 685 000 000 154 738 000 000 144 685 000 000 waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven -240 100 000-240 100 000 marge 2 315 598 864 2 021 521 898 2 090 218 864 9 125 821 898 Andere speciale instrumenten 524 612 000 389 000 000-170 000 000 524 612 000 219 000 000 Totaal-generaal 155 020 013 136 143 885 295 484 225 380 000-7 274 300 000 155 245 393 136 136 610 995 484 11

8. ACTUALISERING VAN BESTEMMINGSONTVANGSTEN 8.1 Totaal effect van OGB 4/2016 op de verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten tussen de lidstaten De verlaging van de betalingskredieten van de begroting 2016 in dit OGB zal een effect hebben op het totale bedrag dat de lidstaten voor deze begroting moeten afdragen. Er moet echter ook rekening worden gehouden met twee aanpassingen aan de ontvangstenzijde van de begroting. De eerste aanpassing betreft een actualisering van de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) en de btw- en bni-middelen, die worden geactualiseerd ingevolge meer recente economische prognoses. De tweede aanpassing aan de ontvangstenzijde is een actualisering van de Britse correctie. Deze twee aanpassingen worden in de delen 8.2 en 8.3 toegelicht. Onderstaande overzichtstabel geeft het totale effect weer van de aanpassingen van zowel de ontvangsten als de uitgaven in dit OGB. In deze tabel wordt ook de verdeling van de totale eigenmiddelenbetalingen tussen de lidstaten weergegeven zoals opgenomen in de begroting 2016, zoals gewijzigd in gewijzigde begroting nr. 2/2016 16 en ten slotte zoals gewijzigd in dit ontwerp van gewijzigde begroting. 16 OGB 3/2016 (COM(2016) 310 van 30.6.2016) heeft geen effect op de ontvangsten. 12

Verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten per lidstaat (in miljoen EUR) Begroting 2016 OGB 2/2016 OGB 4/2016 (1) (2) (3) BE 5 518,8 5 480,8 5 375,0 BG 449,0 445,1 437,9 CZ 1 588,8 1 575,0 1 547,3 DK 2 818,6 2 793,0 2 636,0 DE 30 112,7 29 827,3 28 440,4 EE 215,8 213,9 205,0 IE 1 775,8 1 760,3 1 803,3 EL 1 770,5 1 753,8 1 623,8 ES 11 270,1 11 168,1 10 700,2 FR 21 829,4 21 625,2 20 604,3 HR 441,5 437,6 424,1 IT 15 939,4 15 790,5 15 423,0 CY 170,3 168,7 170,7 LV 257,0 254,6 241,8 LT 413,7 410,2 393,8 LU 311,1 308,2 325,1 HU 1 114,2 1 103,9 1 026,9 MT 88,8 88,0 91,3 NL 7 979,5 7 917,1 7 680,0 AT 3 063,6 3 033,3 2 856,1 PL 4 487,5 4 447,0 4 112,6 PT 1 745,3 1 729,1 1 677,4 RO 1 554,5 1 539,6 1 465,6 SI 412,6 409,2 396,3 SK 777,9 770,8 723,0 FI 1 982,3 1 963,5 1 862,1 SE 4 376,7 4 335,2 4 241,3 UK 19 803,3 19 570,3 17 160,9 EU 142 268,6 140 919,5 133 645,2 8.2 Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen Volgens vaste praktijk stelt de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM). De herziening heeft betrekking op de raming van de traditionele eigen middelen (TEM) die in 2016 moeten worden afgedragen aan de begroting, en op de geraamde btw- en bni-grondslagen voor 2016. De raming voor de begroting 2016 was vastgesteld tijdens de 163e RCEM-vergadering op 19 mei 2015. De herziene raming waarvan dit OGB uitgaat, is aangenomen tijdens de 166e RCEMvergadering op 18 mei 2016. Het gebruik van een bijgewerkte raming van de eigen middelen verhoogt de nauwkeurigheid van de ontvangstenprognoses en bijgevolg van de afdrachten die tijdens het begrotingsjaar aan de lidstaten worden gevraagd. 13

Ten opzichte van de in mei 2015 goedgekeurde raming is de in mei 2016 goedgekeurde raming op de volgende punten herzien 17 : de totale nettodouanerechten 2016 (inclusief douanerechten op landbouwproducten) worden nu geraamd op 18 857,4 miljoen EUR (na aftrek van 25 % inningskosten), hetgeen neerkomt op een toename van 2,12 % ten opzichte van de raming van 18 465,3 miljoen EUR die in de begroting 2016 was opgenomen. De hoofdreden hiervoor is een hoger voorspeld groeipercentage van de invoer uit derde landen alsook een hoger voorspeld tarief. Bij de ramingen per lidstaat is gebruikgemaakt van de voorspelde groeipercentages van de invoer uit derde landen die op 3 mei 2016 in de voorjaarsprognoses 2016 zijn bekendgemaakt; de totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2016 wordt nu geraamd op 6 335 254,1 miljoen EUR, wat neerkomt op een stijging met +0,66 % in vergelijking met de in mei 2015 geraamde 6 293 752,9 miljoen EUR; de totale afgetopte btw-grondslag 18 voor de EU in 2016 wordt nu geraamd op 6 316 521,6 miljoen EUR, wat neerkomt op een stijging met +0,73 % in vergelijking met de in mei 2015 geraamde 6 270 927,9 miljoen EUR; de totale bni-grondslag voor de EU in 2016 wordt geraamd op 14 692 928,3 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling (-0,04 %) in vergelijking met de in mei 2015 geraamde 14 698 459,1 miljoen EUR. Voor de omrekening van de in nationale valuta luidende geraamde btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de negen lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 31 december 2015 gebruikt. Distorsies worden voorkomen doordat dezelfde koers wordt gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad). De herziene ramingen van TEM, niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2016, zoals op 18 mei 2016 vastgesteld tijdens de 166e RCEM-vergadering, zijn in onderstaande tabel opgenomen: Herziene ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2016 (in miljoen EUR) Suikerheffingen (75 %) Douanerechten (75 %) Nietafgetopte btwgrondslagen Bnigrondslagen Afgetopte btwgrondslagen 19 BE 6,6 1 860,80 172 199,1 412 944,7 172 199,1 BG 0,4 61,00 20 785,8 43 250,2 20 785,8 CZ 3,4 235,00 68 037,8 152 406,5 68 037,8 DK 3,4 357,40 102 237,3 272 411,8 102 237,3 DE 26,3 3 867,10 1 298 442,2 3 111 270,6 1 298 442,2 EE 0,0 26,10 10 280,8 20 455,3 10 227,6 IE 0,0 295,00 80 908,8 174 461,4 80 908,8 EL 1,4 141,60 75 926,4 173 482,1 75 926,4 ES 4,7 1 340,50 472 305,2 1 099 728,5 472 305,2 FR 30,9 1 572,00 971 257,7 2 223 544,2 971 257,7 HR 1,7 41,20 25 614,4 43 550,8 21 775,4 IT 4,7 1 715,10 608 829,6 1 640 591,0 608 829,6 CY 0,0 18,30 11 629,9 17 386,9 8 693,5 17 het geraamde totaalbedrag van de nettosuikerheffingen 2016 blijft op hetzelfde niveau (124,7 miljoen EUR na aftrek van 25 % inningskosten). 18 Krachtens Besluit nr. 2007/436 van de Raad wordt de btw-grondslag van de lidstaten afgetopt op 50 % van hun bni. In het kader van OGB 4/2016 wordt voor vijf lidstaten de btw-grondslag afgetopt op 50 % van het bni: Estland, Kroatië, Cyprus, Luxemburg, Malta. 19 De bedragen tegen een grijze achtergrond zijn het resultaat van de aftopping van de btw-grondslagen (zie voetnoot [16] hierboven). 14

Suikerheffingen (75 %) Douanerechten (75 %) Nietafgetopte btwgrondslagen Bnigrondslagen Afgetopte btwgrondslagen 19 LV 0,0 30,40 9 829,1 25 211,5 9 829,1 LT 0,8 75,20 15 104,9 37 732,4 15 104,9 LU 0,0 17,10 27 547,8 34 875,0 17 437,5 HU 2,1 132,70 43 390,8 105 284,7 43 390,8 MT 0,0 11,80 6 332,6 9 078,0 4 539,0 NL 7,2 2 260,30 278 703,9 689 027,6 278 703,9 AT 3,2 201,10 155 678,2 329 117,4 155 678,2 PL 12,8 516,00 183 315,6 418 608,4 183 315,6 PT 0,1 128,30 87 110,9 177 872,9 87 110,9 RO 0,9 128,90 55 085,5 161 642,2 55 085,5 SI 0,0 65,10 17 855,0 38 330,7 17 855,0 SK 1,3 90,90 26 634,3 76 101,3 26 634,3 FI 0,7 118,40 91 535,7 202 831,8 91 535,7 SE 2,6 515,00 203 484,5 468 997,7 203 484,5 UK 9,5 3 035,10 1 215 190,3 2 532 732,7 1 215 190,3 EU 124,7 18 857,4 6 335 254,1 14 692 928,3 6 316 521,6 8.3 Britse correctie voor 2015, 2014 en 2012 8.3.1 Inleiding De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de "Britse correctie") die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft betrekking op drie jaren: 2012, 2014 en 2015. Op de Britse correcties voor 2012, 2014 en 2015 zijn Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen 20 en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2007 21, van toepassing. Overeenkomstig dit besluit worden de netto "buitengewone voordelen", of "meevallers", als gevolg van de verhoging van het percentage dat de lidstaten sinds 2001 als inningskosten mogen inhouden, geneutraliseerd bij de berekening van de Britse correctie en worden de toegewezen uitgaven verminderd met: de pretoetredingsuitgaven (PTU) betaald uit kredieten voor betalingen van het begrotingsjaar vóór dat van de uitbreiding. Het correctiemechanisme voor de PTU wordt voor het laatst berekend voor de correctie 2012, aangezien het niet meer geldt vanaf de correctie 2013, die voor het eerst in 2014 in de begroting is opgenomen; de totale toegewezen uitgaven in de lidstaten die na 30 april 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, behalve de rechtstreekse landbouwbetalingen en marktgerelateerde uitgaven, alsmede het gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat afkomstig is uit het EOGFL, afdeling Garantie. Bovendien wordt het respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. 20 21 PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17. Werkdocument van de Commissie van 23 mei 2007 inzake de berekening, financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie van begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit [2007/436/EG, Euratom] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, te vinden op: http://ec.europa.eu/budget/library/biblio/documents/financing/calc_own_res_2007_nl.pdf 15

Het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2012 en het bedrag dat eerder in de begroting werd opgenomen (derde bijstelling in GB 6/2015) wordt in hoofdstuk 35 van dit OGB opgevoerd. 8.3.2 Berekening van de correcties In dit OGB worden de berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2015, de tweede bijstelling van de correctie voor 2014 alsmede het definitieve bedrag van de correctie voor 2012 opgenomen. De bijstellingen van de correcties voor 2012 en 2014 zijn voornamelijk het gevolg van de herziening van de btw- en bni-grondslagen zoals in de herfst van 2015 door de lidstaten gemeld (opmaken van btw-/bni-saldi). 16

8.3.2.1 Britse correctie 2015 In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2016 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2015 en de in dit OGB op te nemen eerste bijstelling van de correctie voor 2015. Britse correctie 2015 Britse correctie 2015 VOORLOPIG Begroting 2016 Britse correctie 2015 1e BIJSTELLING OGB 4/2016 Verschil (1) Aandeel van het VK in nietafgetopte btw-grondslag 19,4288 % 19,2145 % -0,2143 % (2) Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende 7,3919 % 7,5910 % +0,1992 % uitgaven (3) = (1) - (2) 12,0369 % 11,6235 % -0,4135 % (4) Totale toegerekende uitgaven 130 016 348 031 129 194 773 448-821 574 582 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) 36 305 752 879 31 733 179 803-4 572 573 076 (5a) Pretoetredingsuitgaven 0 0 0 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) 36 305 752 879 31 733 179 803-4 572 573 076 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven = (4) - 93 710 595 151 97 461 593 645 +3 750 998 494 (5) (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 7 444 724 929 7 476 753 663 +32 028 734 (8) Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 2 212 027 407 1 912 680 343-299 347 064 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) 5 232 697 523 5 564 073 321 +331 375 798 (10) Meevallers TEM -50 550 782-79 812 056-29 261 274 (11) Britse correctie = (9) - (10) 5 283 248 305 5 643 885 377 +360 637 072 De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2015 valt 361 miljoen EUR hoger uit dan het voorlopige bedrag van de in de begroting 2016 opgenomen Britse correctie voor 2015. 8.3.2.2 Britse correctie 2014 In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen de in GB 6/2015 opgenomen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2014 en de in dit OGB op te nemen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014. Britse correctie 2014 Britse correctie 2014 1e BIJSTELLING GB 6/2015 17 Britse correctie 2014 2e BIJSTELLING OGB 4/2016 Verschil (1) Aandeel van het VK in nietafgetopte btw-grondslag 17,7333 % 17,4319 % -0,3014 % (2) Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende 7,3956 % 7,4180 % +0,0224 % uitgaven (3) = (1) - (2) 10,3377 % 10,0139 % -0,3238 % (4) Totale toegerekende uitgaven 128 742 225 549 128 669 838 650-72 386 900 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) 33 471 514 270 33 342 488 843-129 025 427 (5a) Pretoetredingsuitgaven 0 0 0 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) 33 471 514 270 33 342 488 843-129 025 427 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven = (4) - 95 270 711 279 95 327 349 807 +56 638 527

Britse correctie 2014 Britse correctie 2014 1e BIJSTELLING GB 6/2015 Britse correctie 2014 2e BIJSTELLING OGB 4/2016 Verschil (5) (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 6 500 187 311 6 300 352 079-199 835 232 (8) Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 1 992 582 801 1 531 441 424-461 141 377 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) 4 507 604 510 4 768 910 655 +261 306 145 (10) Meevallers TEM -36 554 387-26 651 399 +9 902 988 (11) Britse correctie = (9) - (10) 4 544 158 897 4 795 562 054 +251 403 157 De tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014 valt 251 miljoen EUR hoger uit dan de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2014, die is opgenomen in GB 6/2015. 18

8.3.2.3 Britse correctie 2012 In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen de in GB 6/2015 opgenomen derde bijstelling van de Britse correctie voor 2012 en het in dit OGB op te nemen definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2012. Britse correctie 2012 Britse correctie 2012 3e BIJSTELLING GB 6/2015 19 Britse correctie 2012 DEFINITIEF OGB 4/2016 Verschil (1) Aandeel van het VK in nietafgetopte btw-grondslag 16,1345 % 16,1200 % -0,0145 % (2) Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende 7,2358 % 7,2358 % -0,0000 % uitgaven (3) = (1) - (2) 8,8987 % 8,8842 % -0,0145 % (4) Totale toegerekende uitgaven 126 017 496 941 126 017 496 941 0 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) 30 151 705 809 30 151 594 002-111 807 (5a) Pretoetredingsuitgaven 3 084 631 771 3 084 519 964-111 807 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) 27 067 074 038 27 067 074 038 0 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven = (4) - 95 865 791 132 95 865 902 938 +111 807 (5) (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 5 630 330 443 5 621 164 211-9 166 232 (8) Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 474 388 884 331 907 397-142 481 487 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) 5 155 941 559 5 289 256 814 +133 315 255 (10) Meevallers TEM 12 333 175 12 810 520 +477 344 (11) Britse correctie = (9) - (10) 5 143 608 383 5 276 446 294 +132 837 911 Het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2012 valt 133 miljoen EUR hoger uit dan de derde bijstelling van de Britse correctie voor 2012, die is opgenomen in GB 6/2015, voornamelijk wegens de herzieningen van de btw- en bni-grondslagen zoals in de herfst van 2015 door de lidstaten gemeld (opmaken van btw-/bni-saldi). Voor de Britse correctie 2012 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 2 559,3 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 2 879,7 miljoen EUR in lopende prijzen. 8.3.2.4 Maximum van 10,5 miljard EUR Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436 mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van het EMB 2007 bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. Het gecumuleerde effect van de correcties voor 2007-2012 bedraagt 8 218,0 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 9 006,9 miljoen EUR in lopende prijzen. Correcties voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR Verschil in lopende prijzen Verschil in constante prijzen van 2004 (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR (A) Britse correctie 2007 0 0 (B) Britse correctie 2008-301 679 647-280 649 108 (C) Britse correctie 2009-1 349 749 997-1 276 489 414 (D) Britse correctie 2010-2 127 945 515-1 964 546 518

(E) Britse correctie 2011-2 347 786 720-2 137 047 656 (F) Britse correctie 2012-2 879 720 911-2 559 302 810 (G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F) -9 006 882 790-8 218 035 506 20

8.3.3 Opname in OGB 4/2016 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2015, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2012 8.3.3.1 Britse correctie voor 2012 (hoofdstuk 35) Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 35 van dit OGB moet worden opgenomen, is het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2012 (d.w.z. 5 276 446 294 EUR) en de derde bijstelling van de Britse correctie voor 2012 (d.w.z. de in GB 6/2015 opgenomen 5 143 608 383 EUR), dat 132 837 911 EUR bedraagt. Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2012, zoals eind 2015 bekend. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 35 wordt opgenomen: 8.3.3.2 Britse correctie voor 2014 (hoofdstuk 36) Britse correctie 2012 hoofdstuk 35 BE 12 108 628 LU 1 741 166 BG 1 275 199 HU 2 179 154 CZ 3 342 634 MT 101 561 DK 4 686 427 NL 4 101 900 DE 7 934 870 AT 1 068 284 EE 568 776 PL 7 063 680 IE 5 094 409 PT 3 441 569 EL 1 773 357 RO 2 351 280 ES 7 537 051 SI 554 253 FR 38 002 662 SK 1 502 129 HR 382 317 FI 4 198 567 IT 19 830 215 SE 1 007 093 CY 241 390 LV 102 976 UK -132 837 911 LT 646 364 Totaal 0 Het bedrag van de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014 (4 795 562 054 EUR) valt 251 403 157 EUR hoger uit dan de in GB 6/2015 opgenomen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2014 (4 544 158 897 EUR). Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2014, zoals eind 2015 bekend. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 36 wordt opgenomen: Britse correctie 2014 hoofdstuk 36 BE 9 808 723 LU 3 153 754 BG 1 857 845 HU 2 775 751 CZ 5 618 512 MT 557 582 DK 5 183 926 NL 3 797 278 DE 15 098 382 AT 1 572 870 EE 615 754 PL 16 987 381 IE 6 055 723 PT 5 315 559 EL 3 882 091 RO 6 012 749 ES 23 452 091 SI 1 449 464 FR 62 183 471 SK 2 207 088 HR 2 392 016 FI 5 796 891 IT 60 923 232 SE 2 634 984 CY 1 058 836 LV 517 980 UK -251 403 157 21

LT 493 224 Totaal 0 22

8.3.3.3 Britse correctie voor 2015 (hoofdstuk 15) De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2015 bedraagt 5 643 885 377 EUR en valt 360 637 072 EUR hoger uit dan het in de begroting 2016 opgenomen bedrag (5 283 248 305 EUR). Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB herziene bnigrondslagen voor 2016. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 15 wordt opgenomen: Britse correctie 2015 hoofdstuk 15 BE 279 071 850 LU 23 568 848 BG 29 228 885 HU 71 152 375 CZ 102 997 723 MT 6 134 996 DK 184 098 416 NL 79 949 224 DE 361 006 829 AT 38 188 137 EE 13 823 881 PL 282 899 431 IE 117 902 629 PT 120 208 152 EL 117 240 809 RO 109 239 295 ES 743 206 698 SI 25 904 242 FR 1 502 691 749 SK 51 429 963 HR 29 432 034 FI 137 075 608 IT 1 108 726 582 SE 54 418 723 CY 11 750 228 LV 17 038 165 UK -5 643 885 377 LT 25 499 905 Totaal 0 8.4 Boeten Begin september 2016 is 1 134 miljoen EUR aan boeten (hoofdsom) definitief geworden. Op grond van artikel 83 van het Financieel Reglement moeten definitieve boeten "zo spoedig mogelijk en ten laatste in het jaar nadat alle juridische verweermiddelen zijn uitgeput" worden geboekt. De Commissie stelt voor deze boeten op dit moment te verrekenen met de wisselkoersverliezen ten gevolge van de waardevermindering van het Britse pond ten opzichte van de euro. Het effect van deze waardevermindering wordt geraamd op ongeveer 1,8 miljard EUR. De opbrengst van de boeten beperkt het risico op een negatief resultaat. 23