Voorstel van het college inzake verordening bouwleges en wijziging Legesverordening 1998.

Vergelijkbare documenten
Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.

RIS121988_13-DEC-2004

Minima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.

Minima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.

Voorstel van het college inzake de wijziging Legesverordening omgevingsvergunning 2013.

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007, nummer 2007/117;

Tijdelijke tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

Bijlage: nog te hanteren tarieven uit Legesverordening 2009 tot aan inwerkingtreding Wabo.

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE 10e WIJZIGING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2002

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.

Legesverordening 2011 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING

5.1 Algemeen. 5.2 Bouwvergunningen

Wijziging tarieventabel leges

De verordening treedt (zoals gesteld in art. IX) in werking op: 1 juli De Legesverordening 2013 is opgenomen in gemeenteblad

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Voorstel De Verordening tot eerste wijziging van de Legesverordening 2007 als volgt vast te stellen:

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2010, nr b2; BESLUIT:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2003

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

b e s l u i t : vast te stellen de eerste wijziging van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 :

Tarieventabel, behorende bij de eerste wijziging van de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Titel 2 Fysieke omgeving

Voorstel besluit Vastgesteld wordt de "verordening tot wijziging van de legesverordening Steenwijkerland 2003" (1-e wijziging)

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Legesverordening provincie Flevoland 2016

verseonnr tarief 2016

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, met kenmerk AP020, raadsstuk 14bb4458;

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612R;

Vergadering: 22 december 2016 Agendapunt: tarieven Tarieventabel Tarieventabel, behorende bij de legesverordening 2017

De onderstaande wijzigingen worden aangebracht aan de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2014.

19 maart /14 n.v.t. wethouder C.M.A. (Cor) van den Berg

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

Leges dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Provinciaal blad 2010, 33

VERORDENING Leges omgevingsvergunning 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016, registratienummer 16bb7175; raadsstuk 16bb8668;

Was : Legesverordening omgevingsdiensten Provincie Zuid-Holland 2010 Wordt : Legesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2012

Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1996).

Verordening van 6 november 2013 tot wijziging van de Verordening heffing opcenten op de motorrijtuigenbelasting.

Gemeente Den Haag. rv 195 GBD/ RIS _ Voorstel van het college inzake de vaststelling van de Legesverordening 2008

Provinciaal Blad. Ie wijziging legesverordening 2016 provincie Flevoland

2.3.1 Bouwactiviteiten. Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit

Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 16. Beslispunt De "Legesverordening Stadskanaal 2010" en de daarbij behorende tarieventabel wijzigen.

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2018 gemeente Utrecht

Bekendmaking Legesverordening waterschap Brabantse Delta

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018

Bouwactiviteit van tijdelijke aard Aanlegactiviteiten Planologisch strijdig gebruik waarbij al dan niet sprake is van een bouwactiviteit

BESLUIT: vast te stellen de navolgende VERORDENING BETREFFENDE DE 1 E WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES.

Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2018 gemeente Utrecht

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

DE ALGEMENE VERGADERING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND; BESLUIT :

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Legesverordening met de bijbehorende tarieventabel vast te stellen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Legesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013

Minima Een en ander heeft nagenoeg geen consequenties voor de financiële positie van de minima.

LEGESVERORDENING SCHELDESTROMEN. gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 18 november 2015, kenmerk ; besluit:

Raadsvoorstel 2004/30

Tarieventabel 2014, behorend bij de legesverordening provincie Fryslân 2010

Tarieventabel Leges 2015

TARIEVENTABEL 2015 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993.

Voorstel van het college inzake wijziging Legesverordening 2008.

Tarieventabel leges Haarlemmermeer 2019

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2017 gemeente Utrecht

Gemeente in Bergen op Zoom

Uitleg bij de aanslag. bouwleges 2009

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, registratienummer

Aanbiedingsformulier BESLUITEN. Korte overwegingen BOWO. A.Dijkhof

Voorstel van het college inzake de wijziging van de Verordening begraafrechten 2008.

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is aangevraagd.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / B.W.M. Nijboer GBT El. 2 e Wijziging legesverordening i.v.m. invoering Wabo.

Leges omgevingsvergunningen 2018

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Waterschap Rivierenland 2015

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Tarieventabel 2008 behorende bij de legesverordening 2008 artikel Omschrijving tarief nr Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges

1. Raadsbesluit 1. Voorstel legestarieven 2011 Ambtelijke coördinatie: m.b.t. omgevingsvergunning Grondgebied. 2. Huidige tarieven m.b.t.

Transponeringstabel, behorende bij 2 e wijziging legesverordening Titel 2 Vergunningen, ontheffingen en meldingen

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Tarieventabel 2017 behorende bij de Legesverordening provincie Fryslân 2010

TARIEVENTABEL 2017 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993.

Raadsvoorstel Verbetering kostendekkendheid leges omgevingsvergunning

Gemeente Den Haag. rv 201 Gemeentelijke Belastingdienst nr. GBD/ RIS _ Wijziging Legesverordening 1998.

Behorende bij raadsbesluit van 23 september De griffier van de gemeente Coevorden,

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

Vaststellen van de gewijzigde belastingverordeningen 2007.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, zaaknummer ;

Bijlage bij besluit nrs. 30 en 31 (onderdeel E6.6 Indexatie boekjaarsubsidies)

RIS119840_10-NOV-2004

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

TARIEVENTABEL 2016 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993.

Omgevingsvergunning voor (ver)bouwen De kosten voor een omgevingsvergunning voor (ver)bouwen zijn afhankelijk van de bouwkosten.

Transcriptie:

Gemeente Den Haag rv 165 Dienst Stedelijke Ontwikkeling DSO/2006.1410 RIS 142356_061208 Gewijzigd voorstel RIS142356_11-DEC-2006 Voorstel van het college inzake verordening bouwleges 2006-2010 en wijziging Legesverordening 1998. In september 2005 is het college akkoord gegaan met het voorstel 'egalisatiereserve bouwleges' (DSO2005. 2047). In dit voorstel werd een doorkijk gegeven op de ontwikkeling van de reserve in de jaren 2005 tot en met 2009. Aangegeven werd, dat de egalisatiereserve bouwleges de afgelopen jaren sterk (vanaf 2002) is gestegen door incidentele opbrengsten én door de opbrengst van grote bouwplannen. Hierdoor is de reserve ruim boven de door de gemeente vastgestelde norm van 50% van de begrote legesomzet uitgekomen. Om de opbrengsten van bouwleges binnen een afzienbare periode in evenwicht te brengen met de kosten, zijn de afgelopen jaren de tarieven meerdere malen aangepast (een maal een tariefsverlaging van 10% in 2004 en twee maal van 5% in 2005 en 2006). Daarnaast zijn ook de jaarlijkse trendmatige verhogingen (3,6% in 2001; 4,2% in 2002; 4,4% in 2003; 4,85% in 2004; 0,8% in 2005 en 1,0% in 2006) niet doorgevoerd. Geprognosticeerd was dat deze maatregelen in combinatie met een geleidelijke teruggang in het bouwvolume zouden leiden tot een daling van de hoogte van de egalisatiereserve tot het gewenste niveau. Vanwege gewijzigde regelgeving (BBV) is de egalisatiereserve omgezet in een voorziening. Het huidige beeld van de voorziening bouwleges laat echter zien dat de tariefsverlagingen niet hebben geleid tot afname van de voorziening tot het gewenste niveau (50%). Dit vanwege de toegenomen hoeveelheid bouwvergunningen (en bijzondere grote projecten) over die zelfde periode. Een drietal belangrijke aspecten De eerste betreft de in 2006 gestarte Taskforce Woningbouw. Deze ontwikkeling veroorzaakt, dat de huidige prognoses van de bouwleges naar boven moeten worden bijgesteld. Immers, de belangrijkste doelstelling van de taskforce is de realisatie van 16.200 nieuwe woningen in de periode 2005-2010 in navolging van het woningbouwconvenant tussen Haaglandse gemeenten en het Rijk. Het behoeft geen betoog, dat juist deze ontwikkeling in combinatie met de economische groei gevolgen heeft voor het aantal bouwaanvragen in de komende jaren. De tweede betreft de kosten van bezwaar en beroep. De Gemeentewet bepaalt dat deze kosten niet via de leges verhaald mogen worden. Dit is bevestigd middels een juridisch advies van de huisadvocaat Pels Reycken. In verband met deze onrechtmatigheid worden deze en andere kosten vanaf 2005 niet meer gedekt uit de bouwleges, wat heeft geleid tot een extra stijging van de voorziening bouwleges. Hierbij gaat het om ca. 1 miljoen jaarlijks. Als derde aspect staat in de Programmabegroting 2003 opgenomen dat het college het uit voorzichtigheid niet wenselijk acht om de voorziening bouwleges negatief te laten worden. Bij een negatief saldo dient direct een beredeneerd tariefsvoorstel te worden gedaan aan de gemeenteraad. Indien de voorziening in de jaarrekening meer blijkt te bedragen dan 50% van de jaarlijks begrote legesinkomsten, dient in het kader van de volgende begroting tevens een beredeneerd tariefsvoorstel te worden gedaan. Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is de vorig jaar aangeboden prognose van de voorziening bouwleges niet uitgekomen. Zo is de stand van de voorziening eind 2005 ten opzichte van het begin van 2005 gestegen met een bedrag van 1,9 miljoen, terwijl een daling was geprognosticeerd. Omdat de stand van de voorziening, ondanks de tariefsverlagingen van de afgelopen jaren dus toch weer is gestegen, zijn er wederom aanvullende maatregelen nodig om de voorziening de komende jaren op het gewenste niveau (maximaal 50% van de begrote jaarlijkse legesomzet = ca. 8,5 miljoen) uit te laten komen. Risico van een hoge stand van de voorziening bouwleges Mogelijk nog belangrijker is het feit dat daarnaast deze hoge stand van de voorziening bouwleges een risico met zich mee brengt. Ten eerste vindt momenteel een onderzoek plaats naar de kostentoerekening binnen de legesverordening en naar de kostendekking van de gehele legesverordening. De uitkomsten van dit onderzoek zijn nog niet beschikbaar. De risico s die hiermee samenhangen kunnen op dit moment niet geheel worden weggenomen. Indien de gemeente met betrekking tot de legesverordening meer dan kostendekkend opereert is de gemeente kwetsbaar in een juridische procedure als blijkt dat de legesheffing niet in relatie staat tot de gemeentelijke kosten. raadsvoorstellen 2006 1

Ten tweede wordt rekening gehouden met de uitspraak van het Hof Arnhem. In die uitspraak stelde de rechter dat het tarief (en daarmee het te betalen legesbedrag) niet in een redelijke verhouding staat tot de met de behandeling van de vergunningaanvraag voor de gemeente gemoeide kosten. Door maximering van het te betalen legesbedrag voor te stellen wordt dit risico geminimaliseerd. Dit risico bestaat alleen als er tijdig bezwaar wordt ingediend door de aanvrager. Er geldt een termijn van 6 weken. Maatregelen in verband met deze hoge stand van de voorziening bouwleges Om de bovengenoemde risico s te verkleinen of zelfs volledig weg te nemen en daarnaast de stand van de voorziening bouwleges weer op het gewenste niveau van 50% van de begrote legesomzet uit te laten komen stellen we de 4 volgende maatregelen voor: 1. De voorziening bouwleges incidenteel met 15,0 mln te verlagen en dit bedrag vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. 2. Verlagen tarieven bouwleges met 15%. 3. De huidige opslag voor het voeren van een procedure ex. artikel 19, eerste lid WRO te verlagen naar een vast opslagbedrag van 174,05. 4. Met ingang van 1 januari 2007 een maximumbedrag aan legesinkomsten van 1,0 mln (exclusief verhogingen) in te stellen voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag. Hieronder wordt ingegaan op deze mogelijkheden: Ad. 1. De voorziening bouwleges incidenteel met 15,0 mln te verlagen en dit bedrag vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. Om de voorziening bouwleges snel op het gewenste niveau te brengen is het mogelijk om uit de voorziening bouwleges incidenteel 15,0 mln te laten vrijvallen en ten gunste te laten komen van de algemene middelen. Deze uitname is benodigd, aangezien gebleken is dat de kosten van bezwaar en beroep tegen een (afwijzend) besluit op een bouwgerelateerde aanvraag niet via de leges verhaald mogen worden. Ook andere kosten (o.a. advieskosten) zijn de afgelopen jaren onterecht toegerekend aan de bouwleges. Deze kosten worden inmiddels ook niet meer via de leges verhaald. Dit heeft geleid tot een extra toename van de voorziening bouwleges. Ad. 2. Verlagen tarieven bouwleges Op basis van de huidige inzichten heeft het college de prognose voor de opbrengsten bouwleges 2006 t/m 2010 bijgesteld. Deze bijgestelde prognose maakt het mogelijk de tarieven bouwleges opnieuw te verlagen. Het voorstel is om een generieke tariefsverlaging door te voeren van 15%. Ad. 3. De huidige opslag voor het voeren van een procedure ex. artikel 19, eerste lid WRO wordt verlaagd naar een vast opslagbedrag van 174,05 Het college stelt voor om naast een generieke verlaging van het bouwlegestarief van 15% per 1 januari 2007 tevens een verlaging door te voeren van de opslag die gehanteerd wordt voor het voeren van een procedure ex artikel 19, eerste lid WRO naar een vast opslagbedrag van 174,05. Ad. 4. Met ingang van 1 januari 2007 zal een maximumbedrag aan legesinkomsten van 1,0 mln (exclusief verhogingen) worden ingesteld voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag. De laatste jaren is de voorziening leges sterk gestegen door o.a. de onverwacht hoge inkomsten bij grote bouwplannen. Dit maakt het wenselijk om naast de voorgestelde tariefsverlaging van 15% nog een aanvullende tariefsmaatregel te nemen. Het voorstel is om dat te doen in de vorm van het instellen van een legesplafond van 1,0 mln voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag. Reden hiervoor is dat als gevolg van het ontbreken van een legesplafond een gering aantal bouwaanvragen met een zeer hoge investeringssom thans een naar verhouding erg hoog aandeel heeft in de totale bouwlegesopbrengsten. Daarmee ontstaat het risico dat de legesheffing in een concreet bouwplan niet in verhouding staat tot de kosten die de gemeente maakt om het plan te toetsen. Daarmee kan de gemeente kwetsbaar zijn in een actuele juridische procedure op dit specifieke bouwplan. Het Hof van Arnhem heeft bij een andere gemeente in een dergelijke claim de aanvrager in het gelijk gesteld. Met het oog daarop ligt het in de rede om voor deze categorie aanvragen een plafond in te stellen, waardoor genoemd risico ondervangen wordt. Deze verlaging heeft geen effect op de tarieven voor de kleine bouwaanvragen die in Den Haag van oudsher niet kostendekkend zijn. Het instellen van een legesplafond heeft als extra voordeel dat de voorziening bouwleges weer sneller op het gewenste niveau van 50% van de begrote legesomzet zal komen. Een analyse welk gevolg deze aftopping tot gevolg zou hebben gehad in de jaren 2000 t/m 2006, leert dat de inkomsten jaarlijks (bij aftopping op 1,0 mln) ongeveer 1,0 mln lager zouden zijn geweest. Voor het aftoppen op een hoger bedrag is niet gekozen, aangezien dan slechts enkele aanvragen voordeel hebben. Het aftoppen naar een lager bedrag van bijvoorbeeld 0,750 mln zou in de jaren 2000-2006 tot een jaarlijkse inkomstenverlaging van 1,6 mln hebben geleid. Daarom is gekozen voor een legesplafond van 1,0 mln, zodat dit nog steeds een zekere mate van basis biedt voor voldoende legesinkomsten. raadsvoorstellen 2006 2

In de meerjarenraming is daarom rekening gehouden met een verlaging van de inkomsten van de grote bouwplannen van 1,0 mln per jaar (vanaf 2007) als gevolg van deze aftopping. Met ingang van 1 januari 2007 zal een maximumbedrag aan legesinkomsten van 1,0 mln worden ingesteld voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag. Grote bouwplannen vereisen in de regel ook een navenante inspanning van het apparaat. De coördinatie en bouwplanbegeleiding zijn complex en vereisen de nodige afstemming en overleg met diverse partijen. Toetsing van deze plannen is in de regel ook arbeidsintensief en vereist de inbreng van een groot aantal vakdisciplines die bij kleinere bouwplannen niet aan de orde zijn, bijv.welstand, bouwconstructies, bouwfysica, plancoördinatie, juridische zaken, ruimtelijke ordening zowel in het vooroverleg als in de uitvoering. Aangezien deze plannen van concept tot realisatie vaak ook over meerdere jaren lopen en gedurende het traject ook vanuit de gemeente intensief begeleid moeten worden kan een ambtelijke inzet van meer dan 1 mln aan de orde zijn. Aangezien dit bij uitzondering het geval zal zijn wordt toch een plafond van maximaal 1 mln voorgesteld. Met bovenstaande vier maatregelen worden de genoemde risico s met het oog op de toekomst geacht te zijn ondervangen of in ieder geval tot een minimum beperkt. Wijziging Legesverordening Gelet op het vorenstaande stelt het college voor om de tarieven in hoofdstuk 5 van de Tarieventabel van de Legesverordening aan te passen. Dit voorstel voorziet daarin. De verlaging van 15% wordt zowel toegepast op de tarieven uitgedrukt in promillage/percentage als op de vaste basisbedragen. De tarieven in de onderdelen 5.2.3 en 5.2A worden hiervan uitgezonderd. Deze tarieven dienen gelijk te zijn aan die van de onderdelen 14.2.6 en 17.5.1. Deze onderdelen hebben betrekking op de zogenaamde opbreekvergunning. In de Legesverordening wordt een bepaling opgenomen, die de verschuldigde leges voor één bouwvergunningaanvraag maximeert op 1,0 mln. Voorgesteld wordt een tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een beginseluitspraak op naam van een ander dan degene op wiens naam de beginseluitspraak is gesteld. Aangezien de werkzaamheden vergelijkbaar zijn met die van een overschrijving van een bouwvergunning is dit tarief gelijk aan het tarief dat geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot overschrijving van een bouwvergunning. Verder worden de tarieven, vermeld in de onderdelen 5.12 en 5.12.1.1 (gebruiksvergunning) gelijkgesteld aan hun equivalent in hoofdstuk 15 (onderdelen 15.1 en 15.1.1A). De tarieven van hoofdstuk 15 zijn reeds trendmatig verhoogd in rb 151/2006. De tarieven in de onderdelen 5.12.1.1A en 5.12.1.1B dienen gelijk te zijn aan hun equivalent in de onderdelen 15.1.1.C en 15.1.1.D. Die tarieven zijn vastgesteld met uw raadsbesluit 151/2006. De tarieven in de onderdelen 5.17.1 tot en met 5.17.2.1 zijn reeds trendmatig verhoogd met rb 151/2006 en blijven ongewijzigd. In verband met de leesbaarheid van het voorstel wordt het gehele hoofdstuk 5 opnieuw vastgesteld. Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor de volgende besluiten te nemen: De raad van de gemeente Den Haag: Gezien het voorstel van het college van 5 december 2006, Gelet op de artikelen 216, 229, aanhef, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet Besluit: I. de voorziening bouwleges met 15,0 miljoen te verlagen en dit bedrag vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen; II. III. IV. een generieke tariefsverlaging door te voeren van 15 % per 1 januari 2007 en de huidige opslag voor het voeren van een procedure ex. artikel 19, eerste lid WRO te verlagen naar een vast opslagbedrag van 174,05; met ingang van 1 januari 2007 zal een maximumbedrag aan legesinkomsten van 1,0 mln (exclusief verhogingen) worden ingesteld voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag; akkoord te gaan met de geactualiseerde meerjarenraming bouwleges en deze op te nemen in de programmabegroting 2007; V. de financiële consequenties van de punten 1 en 4 ook in de begroting 2006 op te nemen volgens bijgaande begrotingswijziging; raadsvoorstellen 2006 3

VI. vast te stellen volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1998) Artikel I In de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1998 wordt hoofdstuk 5 vervangen door: HOOFDSTUK 5 BOUWVERGUNNINGEN Bouwkosten 5.1 Het bedrag van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5, wordt vastgesteld op de aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), echter inclusief omzetbelasting. Voorzover de aanneemsom ontbreekt, wordt het bedrag van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5, vastgesteld op een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd of vervangen waarbij van toepassing is het bepaalde onder 3.2 van dit normblad, inclusief omzetbelasting. Nieuw tarief Ter vergelijking: Bestaande tarieven Bouwvergunningen 5.2.0 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet (reguliere bouwvergunning): 16,11 promille 18,95 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 87,03 102,39 en met een maximum van 1.000.000,- 5.2.0.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de eerste fase, in het geval de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet overeenkomstig artikel 56a van de Woningwet in twee fasen wordt ingediend 6,04 promille 7,11 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 87,03 102,39 5.2.0.2 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de tweede fase, in het geval de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet overeenkomstig artikel 56a van de Woningwet in twee fasen wordt ingediend 10,06 promille 11,84 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 87,03 102,39 raadsvoorstellen 2006 4

5.2.0.2A Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de eerste fase en de tweede fase gezamenlijk maximaal 1.000.000,- 5.2.1 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 17 of 19, tweede lid, indien geen verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, zesde lid van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 berekende bedrag verhoogd met 174,05 5.2.2 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, indien vooraf een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of artikel 50, vijfde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 berekende bedrag verhoogd met 174,05 5.2.3 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 of 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend voor het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van kabels, leidingen en spoorstaven alsmede afzettingen, tenten, steigers, bouw materialen en dergelijke voor de uitvoering van het bouwplan, onderhouds- en/of renovatiewerkzaamheden en dergelijke, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 of 5.4.1 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1, of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar 2,5 promille 2,5 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk met een minimum van 70,63 70,63 5.2A Indien eerst, nadat een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet (bouwvergunning) dan wel in artikel 44, tweede lid van de Woningwet (lichte bouwvergunning) in behandeling is genomen, blijkt dat tevens een vergunning moet worden verleend voor het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van kabels, leidingen en spoorstaven alsmede afzettingen, tenten, steigers, bouwmaterialen en dergelijke, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor laatstgenoemde vergunning 2,5 promille 2,5 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van dat uit te voeren bouwwerk met een minimum van 70,63 70,63 raadsvoorstellen 2006 5

5.3 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een nadere vergunning in verband met het afwijken van het bouwplan, waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.3 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 en 5.2.3 werd verleend: een bedrag berekend op de wijze als in onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.3 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 en 5.2.3 bepaald, naar het tarief van en verminderd met de voor de oorspronkelijke vergunning berekende leges, met dien verstande, dat in elk geval 174,05 204,77 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de oorspronkelijke vergunning betaalde leges plaatsvindt; Lichte bouwvergunning 5.4.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 44, tweede lid van de Woningwet (lichte bouwververgunning) 8,06 promille 9,48 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 43,53 51,21 en met een maximum van 1.000.000,- 5.4.2 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 17 of 19, tweede lid, indien geen verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, zesde lid van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.4.1 berekende bedrag verhoogd met 174,05 204,77 5.4.3 indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, indien vooraf een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of artikel 50, vijfde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.4.1 berekende bedrag verhoogd met 174,05 5.4.4 Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een nadere vergunning in verband met het afwijken van het bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning als bedoeld in onderdeel 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 werd verleend: een bedrag berekend op de wijze als in onderdeel 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 bepaald, naar het tarief van en verminderd met de voor de oorspronkelijke vergunning berekende leges, met dien verstande dat in elk geval 87,03 102,39 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de oorspronkelijke vergunning betaalde leges plaatsvindt. raadsvoorstellen 2006 6

Gedoogvergunningen 5.5 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een mededeling dat de bouw welke zonder vergunning is aangevangen of heeft plaatsgevonden wordt gedoogd, het in onderdeel 5.2.0 of 5.2.0 en 5.2.1 of 5.2.0 en 5.2.2 of 5.2.0 en 5.2.3 of 5.4.1 of 5.4.1 en 5.4.2 of 5.4.1.en 5.4.3 genoemde promillage verhoogd met van het 38,35 procent 45,12 procent overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het uitgevoerde bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 315,38 371,03 wanneer onderdeel 5.2.0 van toepassing is en met een minimum van 913,78 1.075,03 wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.1 van toepassing zijn en met een minimum van 913,78 1.075,03 wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.2 van toepassing zijn en met een minimum van 10,79 12,70 wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.3 van toepassing zijn en met een minimum van 157,68 185,51 wanneer onderdeel 5.4.1 van toepassing is en met een minimum van 456,90 537,53 wanneer de onderdelen 5.4.1 en 5.4.2 van toepassing zijn en met een minimum van 456,90 537,53 wanneer de onderdelen 5.4.1 en 5.4.3 van toepassing zijn. 5.5A Het op grond van onderdeel 5.5 verschuldigde bedrag bedraagt maximaal 1.000.000,- Overschrijven bouwvergunning 5.6 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening gemeente Den Haag, op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld 30,70 36,12 5.7 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen van de termijn van instandhouding, als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet 30,70 36,12 5.8 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een beginseluitspraak op naam van een ander dan degene op wiens naam de beginseluitspraak is gesteld 30,70 Aanlegvergunning 5.9 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning 174,05 204,77 raadsvoorstellen 2006 7

Vrijstelling bestemmingsplan 5.10 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan, zonder dat er sprake is van een aanvraag om een reguliere vergunning of een vergunning eerste fase of tweede fase of van een lichte bouwvergunning of een aanlegvergunning, welke moet worden verleend met toepassing van artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 174,05 204,77 Inzage 5.11 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van inzage in: 5.11.1 de bescheiden van een bestaand bouwwerk bestaande uit bouwvergunning met tekeningen 7,68 9,03 5.11.2 een situatietekening 3,84 4,52 Gebruiksvergunning 5.12 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van: een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, onder a, b, d en e van de Bouwverordening gemeente Den Haag voor nieuwbouw 350,85 345,32 5.12.1.1. een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, onder a, b, d en e van de Bouwverordening gemeente Den Haag voor bestaande bouw 666,98 656,48 vermeerderd met, indien sprake is van: < 101m² bruto vloeroppervlak 206,07 202,82 101-500 m² bruto vloeroppervlak 2,05 per m² 2,02 per m² bruto vloerop- bruto vloeroppervlak pervlak 501 5.000 m² bruto vloeroppervlak 1,40 per m² 1,38 per m² bruto vloerop- bruto vloeroppervlak pervlak plus 325,12 plus 320,00 > 5.000 m² bruto vloeroppervlak 7.335,52 7.220,00 5.12.1.1.A voor een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, onder a, b, d en e van de Bouwverordening gemeente Den Haag, met betrekking tot een tijdelijk bouwsel - waarin gelijktijdig meer dan 50 personen zullen verblijven en/of - waarin zal worden overnacht en/of - welke op minder dan 15 meter van een monumentaal bouwwerk zal worden geplaatst 185,70 185,70 5.12.1.1.B voor een verzoek tot aanpassing van een verleende vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, onder a, b, d en e van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1993 185,70 185,70 5.12.1.2 Een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1, onder c, van de Bouwverordening gemeente Den Haag 385,72 453,79 5.12.1.3 De op grond van het bepaalde in onderdeel 12.2 geheven leges worden in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 5.12.1.2 raadsvoorstellen 2006 8

5.12.2 Inlichtingen omtrent het jaar, waarin een gebouw of een gelijktijdig gebouwd complex is opgericht, alsmede voor het verstrekken van inlichtingen omtrent de bestemming van een gebouw of een gedeelte daarvan 3,24 3,81 5.12.3 Onder bruto vloeroppervlak wordt verstaan het bruto-vloeroppervlak als bedoeld in het normblad NEN 2580, uitgave 1991, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd Sloopvergunning 5.13 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening gemeente Den Haag (sloopvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning 26,85 promille 31,59 promille van het overeenkomstig onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag van de kosten van het slopen van het betrokken bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 206,08 242,45 Beginseluitspraken 5.14.1 Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een beginseluitspraak: 5.14.1.1 15 procent van 16,11 promille 18,95 promille van het op de aanvraag, als bedoeld in de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2 aangegeven bedrag van de bouwkosten met een minimum van 87,03 102,39 en met een maximum van 1.000.000,- 5.14.1.2 30 procent van 8,06 promille 9,48 promille van het op de aanvraag, als bedoeld in de onderdelen 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3 aangegeven bedrag van de bouwkosten met een minimum van 43,53 51,21 en met een maximum van 1.000.000,- 5.14.2 De op grond van het bepaalde in de onderdelen 5.14.1.1 en 5.14.1.2 geheven leges worden in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2, 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3; 5.14.3 Indien een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2, 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3 niet wordt aangevraagd of te laat wordt aangevraagd bestaat geen aanspraak op restitutie van de geheven leges. Vaststelling werkelijke bouwkosten/sloopkosten 5.15.1 Indien terzake van een vergunning, als bedoeld in de onderdelen 5.2.0 tot en met 5.3 alsmede in de onderdelen 5.4.1 tot en met 5.4.3, de werkelijke bouwkosten na het gereedkomen van de bouw afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke bouwkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen. raadsvoorstellen 2006 9

5.15.2 Indien terzake van een vergunning, als bedoeld in onderdeel 5.13, de werkelijke sloopkosten na het gereedkomen van de sloop afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke sloopkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen. Ontheffing 5.16.1 Leges, geheven ingevolge het onderdeel 5.2.0 worden indien de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.2 Leges, geheven ingevolge het onderdeel 5.2.0.2 worden indien de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot vier vijfde van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.3 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2.1 tot en met 5.3 worden indien de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.4 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.4.1, 5.4.2, 5.4.3 worden indien de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.5 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2.0 tot en met 5.3 worden indien de aanvraag om de vergunning wordt ingetrokken binnen twee weken na het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, teruggegeven tot drie vierde van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft. Geschiktheidverklaring 5.17.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een geschiktheidverklaring voor een prostitutiebedrijf als bedoeld in hoofdstuk 6A van de Bouwverordening gemeente Den Haag 1997 318,41 318,41 5.17.1.1 Het in onderdeel 5.17.1 vermelde tarief wordt vermeerderd voor iedere werkruimte met 318,41 318,41 5.17.1.2 Het op grond van de onderdelen 5.17.1 en 5.17.1.1 verschuldigde bedrag wordt voor elke op grond van de Bouwverordening verplichte bad- en toiletruimte of een combinatie ervan vermeerderd met 318,41 318,41 5.17.2 Ingeval de inrichting van een prostitutie - bedrijf wordt gewijzigd als gevolg waarvan de houder van de geschiktheidverklaring van het betreffende prostitutiebedrijf een nieuwe geschiktheidverklaring dient aan te vragen bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen raadsvoorstellen 2006 10

van de nieuwe aanvraag 318,41 318,41 vermeerderd met per nieuwe dan wel gewijzigde werkruimte 318,41 318,41 5.17.2.1 Ingeval de inrichting van een prostitutiebedrijf wordt gewijzigd als gevolg waarvan de houder van de geschiktheidverklaring van het betreffende prostitutiebedrijf een nieuwe geschiktheidverklaring dient aan te vragen wordt het op grond van onderdeel 5.17.2 verschuldigde bedrag voor elke op grond van de Bouwverordening verplichte bad- en toiletruimte of een combinatie ervan vermeerderd met 318,41 318,41 Artikel II 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007, met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De griffier. De voorzitter. raadsvoorstellen 2006 11