Leids Universitair Medisch Centrum Regels en Richtlijnen van de examencommissie van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen

Vergelijkbare documenten
Faculteit der Archeologie. Regels en richtlijnen van de examencommissie van de opleiding Archeologie op grond van artikel 7.

Hoofdstuk 2 Samenstelling en werkwijze van de commissie

Leids Universitair Medisch Centrum Regels en richtlijnen van de examencommissie van de opleiding bachelor Biomedische Wetenschappen

Leids Universitair Medisch Centrum Regels en richtlijnen van de examencommissie van de opleiding bachelor Biomedische Wetenschappen

Faculteit der Archeologie Regels en Richtlijnen van de examencommissie van de opleiding Archeologie Zoals bedoeld in 7.12b lid 3 van de WHW

Leids Universitair Medisch Centrum

Faculteit der Sociale Wetenschappen

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Regels en richtlijnen van de Examencommissie Klinische Technologie (Bacheloropleiding) Regels en richtlijnen van de Examencommissie (RRvE)

Regels en richtlijnen van de examencommissie van de eenjarige masteropleidingen tot leraar (ICLON) zoals bedoeld in 7.12b lid 3 van de WHW

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE BACHELOROPLEIDING MOLECULAR SCIENCE & TECHNOLOGY

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE OPLEIDING LIFE SCIENCE & TECHNOLOGY

Faculteit der Geneeskunde / LUMC

BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

LIFE SCIENCE & TECHNOLOGY

Faculteit der Sociale Wetenschappen Regels en richtlijnen van de Examencommissie van het Instituut Pedagogische Wetenschappen

MOLECULAR SCIENCE & TECHNOLOGY

REGELS EN RICHTLIJNEN BACHELOROPLEIDING

LIFE SCIENCE & TECHNOLOGY

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

Faculteit der Geneeskunde / LUMC. Regels en richtlijnen van de Examencommissie van de Bacheloren Masteropleiding Geneeskunde

Faculteit Campus Den Haag

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Life science & Technology

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

ICLON Regels en richtlijnen van de examencommissie van de opleidingen tot leraar VHO en de educatieve minortrajecten

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

MOLECULAR SCIENCE & TECHNOLOGY

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

Faculteit der Sociale Wetenschappen Regels en richtlijnen van de Examencommissie van het Instituut Pedagogische Wetenschappen

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR TENTAMENS EN EXAMENS

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE BACHELOROPLEIDING

Reglement Examencommissie Bachelor Opleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit Medische Wetenschappen

Faculteit der Geneeskunde / LUMC

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIES VAN DE BACHELOR- EN MASTEROPLEIDINGEN

Faculteit der Geneeskunde / LUMC

3. In geval in hetzelfde examenonderdeel al dan niet te zelfder tijd door meer dan één examinator het onderzoek wordt verricht en het resultaat daarva

Faculteit Campus den Haag

Regels en richtlijnen, als bedoeld in artikel 7.12, lid 4 van de WHW.

Faculteit der Geneeskunde Regels en richtlijnen van de examencommissie van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen

Faculteit der Geneeskunde / LUMC

Regels en richtlijnen van de examencommissie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde

SECTIE 1. REGELS MET BETREKKING TOT TENTAMEN PROCEDURE DE AANMELDING VOOR EEN SCHRIFTELIJK TENTAMEN OF TENTAMENONDERDEEL

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR TENTAMENS EN EXAMENS

2. Begripsbepalingen. 3. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

Regels en Richtlijnen examencommissie Sociologie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Faculteit der Geneeskunde

Regels en richtlijnen van de examencommissie Artificial Intelligence

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS, PRACTICA EN EXAMENS IN DE FACULTEIT DER WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Reglement Examencommissies Hogeschool van Amsterdam

Faculteit der Geneeskunde / LUMC

REGELS EN RICHTLIJNEN

Faculteit der Sociale Wetenschappen Regels en richtlijnen van de Examencommissie Van het Instituut Pedagogische Wetenschappen

Reglement ICLON. Artikel 1. Begripsomschrijvingen

REGELS EN RICHTLIJNEN BIJ DE EXAMENREGELINGEN WISKUNDE

2. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

Faculteit der Geneeskunde Regels en richtlijnen van de examencommissie van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen

Regels en Richtlijnen van de examencommissie Sociologie

LIFE SCIENCE& TECHNOLOGY

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Het afnemen van het examen of examenonderdeel

Faculteit der Geneeskunde

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Regels en Richtlijnen examencommissie BTO Vastgesteld door de examencommissie van de Joint Degree BSc Tourism (NHTV/WU)

Faculteit der Sociale Wetenschappen

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

REGELS EN RICHTLIJNEN

U I T S P R A A K

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Examenreglement Premaster Accounting & Control

REGLEMENT EXAMENCOMMISSIE MASTER per 1 september 2014

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

HOOFDSTUK 2: RAAD VAN BESTUUR LUMC EN ORGANISATIE

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Transcriptie:

Leids Universitair Medisch Centrum Regels en Richtlijnen van de examencommissie van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen op grond van artikel 7.12b van de WHW geldig vanaf: 2012-2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid Deze regels zijn van toepassing op de tentamens en examens van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen van de Universiteit Leiden, hierna te noemen de opleiding. De opleiding wordt verzorgd door het Leids Universitair Medisch Centrum, hierna te noemen: het LUMC. Artikel 1.2 examinandus: commissie: Deeltentamen: Fenestra: fraude: OER: student: werkdag: de wet: Begripsbepaling degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; de examencommissie bedoeld in artikel 7.12 van de wet; Een deeltentamen is een toets die samen met een centraal afgelegd schriftelijk tentamen (veelal een eindtoets) het eindcijfer van een onderwijseenheid bepaalt. dit deeltentamen kan een schrijfopdracht of presentatie zijn; Informatiecentrum van de universiteit voor studenten met een functiebeperking; het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent diens kennis, inzicht en vaardigheden te belemmeren. Daartoe wordt onder meer gerekend: - het gebruik van niet-toegelaten bronnen tijdens het afleggen van het tentamen - plagiaat, het gebruik van bronnen of delen daarvan zonder vermelding van de herkomst; - passiviteit tijdens het uitvoeren van groepsopdrachten of praktische oefeningen; - het vervalsen van uitkomsten van experimenten; de door de Raad van Bestuur van het LUMC vastgestelde Onderwijs- en examenregeling van de opleiding; degene die als student bij de universiteit is ingeschreven krachtens de WHW, alsmede degene die als student is ingeschreven bij een niet-initiële opleiding van de universiteit zoals opgenomen in het Leids universitair register van opleidingen dan wel op een door het College van Bestuur vastgestelde lijst van niet-initiële opleidingen; voor de toepassing van hoofdstuk 7 van deze regeling is onder student mede begrepen: een aanstaande of voormalige student en een aanstaande of voormalige extraneus; voor de toepassing van hoofdstuk 7 is onder student niet begrepen degene die als student is ingeschreven bij een niet-initiële opleiding zoals opgenomen in het Leids register dan wel op een door het College van Bestuur vastgestelde lijst van niet-initiële opleidingen; maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de erkende feestdagen; de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Voor het overige hebben de begrippen de betekenis die de wet of de OER daaraan verbindt. Hoofdstuk 2 Samenstelling, taken en werkwijze van de commissie Artikel 2.1 Taken en bevoegdheden van de commissie 2.1.1 De commissie is het orgaan, ingesteld door de Raad van Bestuur, dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een 2

graad. 2.1.2 Onverminderd de wet en de daarop gebaseerde regelgeving is de commissie voorts in ieder geval verantwoordelijk voor: a. de inhoud van de examens van de opleiding en de organisatie daarvan; b. de inhoud van de tentamens van de opleiding. Deze verantwoordelijkheid wordt gemandateerd aan de examinatoren; c. het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens onverminderd artikel 7.12c van de wet. d. het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de onderwijs- en examenregeling om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen, e. het vaststellen van de regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de examens en tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen; f. het vaststellen van de uitslag van de tentamens. De verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de uitslag van de tentamens heeft de examencommissie gemandateerd aan de examinatoren; g. het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van een of meer tentamens dan wel het deelnemen aan een of meer praktische oefeningen; h. het vaststellen of is voldaan aan de voorwaarden voor de toelating tot de verschillende examens; i. het treffen van bijzondere regelingen voor het afleggen van examens en tentamens voor individuele studenten in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden. Hierin wordt het advies van Fenestra meegenomen; j. indien de commissie daarvoor het meest in aanmerking komt, het verlenen van toestemming aan een student om een door die student samengesteld programma als bedoeld in artikel 7.3d van de wet te volgen, waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad, waarbij de commissie tevens aangeeft tot welke opleiding van de instelling dat programma wordt geacht te behoren voor de toepassing van de wet. Artikel 2.2 Benoeming van de leden en de voorzitter 2.2.1 De Raad van Bestuur benoemt de leden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen voor een door de Raad van Bestuur te bepalen termijn. Ten minste een lid is hoogleraar. Ten minste een lid is als docent verbonden aan de opleiding, of aan een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. 2.2.2 Alvorens de Raad van Bestuur tot benoeming van een lid overgaat, hoort de RvB de leden van de desbetreffende commissie. De leden van de commissie maken hun mening binnen tien werkdagen bekend bij het de Raad van Bestuur. Artikel 2.3 Werkwijze 2.3.1 De commissie kiest uit haar midden een voorzitter; deze is belast met de dagelijkse zaken van de commissie. De voorzitter kan namens de commissie besluiten nemen en legt aan de commissie zo spoedig mogelijk, doch ten minste elk halfjaar verantwoording af over zijn handelen. In geval van twijfel wordt een zaak voorgelegd aan de voltallige commissie. 2.3.2 Tot de dagelijkse zaken worden in ieder geval gerekend: a. in spoedeisende gevallen, beslissingen nemen omtrent regelingen die in afwijking van de geldende bepalingen op verzoek van de student kunnen worden getroffen; in overleg met de meest betrokken examinator wordt een beslissing genomen; b. waar de OER dat voorschrijft, de goedkeuring van de keuze van onderwijseenheden door de student; c. het uitbrengen van het bindend studieadvies; als er sprake is van persoonlijke omstandigheden, dan worden die meegewogen; d. het treffen van maatregelen bij inbreuk op de orde tijdens een tentamen en bij fraude, voor zover deze naar het oordeel van de voorzitter geen uitstel gedogen. 2.3.3 Het ambtelijk secretariaat van de commissie wordt verzorgd door een medewerker van het 3

Directoraat Onderwijs en Opleidingen. 2.3.4 De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking der stemmen geeft het oordeel van de voorzitter de doorslag. 2.3.5 De commissie en de examinatoren nemen bij het nemen van hun beslissingen het volgende in overweging: Artikel 2.4 een positieve uitslag van het examen moet voldoende garantie zijn dat de geëxamineerde de beoogde eindkwalificaties heeft verworven; beslissingen moeten met de grootst mogelijke objectiviteit worden genomen; onnodige studievertraging dient zoveel mogelijk te worden voorkomen; tentamens dienen mede om de examinandus inzicht te geven in zijn of haar capaciteiten en beperkingen. Aanwijzing examinatoren, richtlijnen 2.4.1 Voor de aanvang van elk studiejaar en verder zo vaak als dat noodzakelijk is wijst de commissie voor het afnemen van het tentamen verbonden aan elk van de onderwijseenheden van de opleiding en het vaststellen van de uitslag daarvan een examinator aan. 2.4.2 In afwijking van artikel kan de commissie meer dan één examinator aanwijzen; in dat geval geeft zij de examinatoren aanwijzingen om de uitslag van het tentamen te beoordelen en vast te stellen. 2.4.3 De commissie maakt de aangewezen examinatoren bekend aan de studenten. 2.4.4 De commissie kan de aanwijzing om gewichtige redenen ongedaan maken. 2.4.5 De examinatoren verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen. Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding Voor regelingen m.b.t. de toelating tot de opleiding wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de Onderwijs- en Examenregeling. Hoofdstuk 4 Tentamens Artikel 4.1 Aard en vorm van de tentamens 4.1.1 Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 4.1.2 Het tentamen is geschikt en dient uitsluitend om te onderzoeken of de student de kwaliteiten heeft verworven die tevoren als doel van de betrokken onderwijseenheid zijn vastgesteld. 4.1.3 De vragen en opgaven van het tentamen hebben uitsluitend betrekking op de tevoren bekend gemaakte examenstof, waarvan de aard en omvang voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend worden gemaakt. De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de examenstof. 4.1.4 De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. De duur van elk tentamen is zodanig dat de examinandus redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden en/of de opgaven te maken. 4.1.5 Voor zover dat niet in de OER is vastgelegd maakt de examencommissie dan wel de betrokken examinator ten minste een maand voor het afnemen ervan bekend op welke wijze dat zal worden afgenomen. 4.1.6 De examinator vermeldt op blackboard bij aanvang van het onderwijsonderdeel of boeken, syllabi, aantekeningen, e.d. geraadpleegd mogen worden tijdens het tentamen. 4.1.7 De Examencommissie kan op gemotiveerd verzoek van de examinandus toestaan dat een tentamen op andere wijze wordt afgelegd dan in de OER is vastgelegd, onder meer in geval van een functiestoornis. 4

4.1.8 De examinator vergewist zich ervan dat is voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot het tentamen die in de OER zijn vastgelegd dan wel voortvloeien uit de wet of een universitaire regeling. 5

Artikel 4.2 Deeltentamens Met betrekking tot deeltentamens gelden de volgende bepalingen: a. Op deeltentamens zijn de bepalingen, zoals opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding (art. 4.3), ten aanzien van tentamens van toepassing, tenzij in dit artikel anders is bepaald; b. Voldoend gemaakte deeltentamens mogen niet worden herkanst. Onvoldoend gemaakte deeltentamens moeten worden herkanst zolang het gecombineerde eindcijfer onvoldoende is. Indien het eindcijfer voldoende is mogen onvoldoend gemaakte deeltentamens niet meer worden herkanst; het eindcijfer is dan definitief. c. Op deeltentamens kunnen slaagcriteria, mits de criteria niet strenger zijn dan van tentamens, van toepassing zijn (zie artikel 4.11 van deze regeling); d. De examinator kan een minimum te behalen cijfer vaststellen voor een deeltentamen; e. Het tentamencijfer wordt bepaald als het gewogen gemiddelde van de resultaten der afzonderlijke deeltentamens. Hiertoe wordt het resultaat van elk deeltentamen, ook als dat betrekking heeft op bv. practicumactiviteiten, bepaald door toekenning van een cijfer; f. Het gewicht van elk deeltentamen moet in de studiehandleiding en in de studiegids vermeld zijn; g. De student wordt ten minste tweemaal per jaar in de gelegenheid gesteld om een (deel)tentamen af te leggen over de betrokken examenonderdelen, uitgezonderd daarvan deel uitmakende practica waarvoor een afzonderlijk deeltentamen is voorzien. Artikel 4.3 Data van de tentamens 4.3.1 Voor zover die niet in de OER zijn vastgelegd, worden de data waarop tentamens schriftelijk worden afgenomen uiterlijk een maand voor de aanvang van het studiejaar door de commissie vastgesteld en bekendgemaakt. Van de vastgestelde data kan slechts worden afgeweken in geval van overmacht of na ontvangen advies van de opleidingscommissie. 4.3.2 Wijzigingen behoeven de goedkeuring van de examencommissie en worden uiterlijk 10 werkdagen voordat de desbetreffende tentamens worden afgenomen, gepubliceerd op de onderwijswebsite en/of Blackboard. 4.3.3 De data voor mondelinge tentamens worden vastgesteld door de examinator, indien enigszins mogelijk in goed overleg met de examinandus. Artikel 4.4 Toegangseisen voor tentamens Voor regelingen m.b.t. de toegangseisen voor tentamens wordt verwezen naar artikel 4.2 van de Onderwijsen Examenregeling. Artikel 4.5 Toelating tot tentamens van de postpropedeutische fase Voor regelingen met betrekking tot toelating tot tentamens in de postpropedeutische fase wordt verwezen naar artikel 4.2 van de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 4.6 Aanmelding voor tentamens 4.6.1 Een tentamen kan niet worden afgelegd of het resultaat daarvan beoordeeld dan nadat de student zich voor deelneming heeft aangemeld op een wijze die is vastgesteld en bekendgemaakt door de commissie. 4.6.2 In bijzondere gevallen kan de commissie toestaan dat wordt afgeweken van wat op grond van is bepaald aangaande de uiterste datum en de wijze van aanmelding. Artikel 4.7 Terugtrekking van tentamens 4.7.1 Gedurende de periode waarin aanmelding voor een tentamen mogelijk is, is terugtrekking op dezelfde wijze toegestaan. 4.7.2 Alleen in geval van persoonlijke omstandigheden, ter beoordeling en vaststelling door de 6

commissie, is terugtrekking mogelijk tussen het moment van verstrijken van de aanmeldingstermijn en het begin van het tentamen. 4.7.3 Als een examinandus die zich heeft aangemeld en zich niet heeft teruggetrokken het tentamen niettemin niet aflegt, dan wordt het tentamen geacht te zijn afgelegd en beoordeeld met de notatie ND (niet deelgenomen), tenzij er sprake was van overmacht, ter beoordeling en vaststelling door de commissie. Artikel 4.8 Het afnemen van de tentamens 4.8.1 De betrokken examinator of examinatoren dragen er zorg voor dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering zo nodig surveillanten worden aangewezen die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. 4.8.2 De examinandus dient zich op verzoek van of vanwege de examinator deugdelijk te legitimeren. 4.8.3 Examinandi worden tot uiterlijk 30 minuten na de vastgestelde aanvangstijd toegelaten tot de ruimte waarin het tentamen schriftelijk wordt afgenomen. 4.8.4 De examinandus mag de ruimte waarin het tentamen schriftelijk wordt afgenomen gedurende de eerste dertig minuten na de vastgestelde aanvangstijd niet verlaten. 4.8.5 Het is studenten verboden tijdens het tentamen materialen en of instrumentarium ter beschikking te hebben waarmee het zelfstandig maken van het tentamen geweld kan worden aangedaan i.h.b. mobiele telefoons (gsm s, pagers, buzzers, etc.). 4.8.6 De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de commissie dan wel de examinator die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen worden gegeven, op te volgen. 4.8.7 Indien de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in lid 2 tot en met 6 niet opvolgt, dan kan hij door de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. Het tentamen wordt bij uitsluiting van de verdere deelname niettemin geacht te zijn afgelegd en wordt beoordeeld met het cijfer 1. 4.8.8 De examinator stelt de commissie binnen twee werkdagen schriftelijk in kennis van een maatregel genomen op grond van het bepaalde in 4.8.7. 4.8.9 Examinandi met een buitenlands middelbare schooldiploma kunnen de examencommissie verzoeken om een woordenboek te mogen gebruiken tijdens tentamens. Artikel 4.9 Mondelinge tentamens Voor regelingen met betrekking tot mondelinge tentamens wordt verwezen naar artikel 4.4 van de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 4.10 Fraude en plagiaat Fraude 4.10.1 In geval van constateren of vermoeden van fraude kan degene die met de leiding bij het afnemen van het tentamen is belast, op gezag van de examinator de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. De examinator maakt hiervan een proces-verbaal op dat binnen twee werkdagen aan de examencommissie verstuurd dient te zijn. 4.10.2 Een uitsluiting heeft tot gevolg dat voor dit tentamen een tentamenkans is gebruikt en het oordeel 1 wordt toegekend. 4.10.3 De uitsluiting, bedoeld in lid 4.10.1 is in elk geval van kracht gedurende de dag waarop het tentamen wordt afgenomen. De examencommissie kan in het geval van fraude voorts beslissen de student gedurende een door de examencommissie nader te bepalen termijn van ten hoogste één jaar het recht ontnemen één of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. De beslissing inzake de duur van de uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator dan wel de surveillant van de door deze geconstateerde of vermoede fraude. 4.10.4 Indien de aard en de zwaarte van het vergrijp daartoe aanleiding geven, dan kan de commissie de examinandus ook voor een door haar te bepalen duur van ten hoogste één jaar het recht ontnemen 7

andere door haar aan te geven tentamens of examens aan het LUMC af te leggen. Vakken die in de periode van uitsluiting aan een andere faculteit of een andere instelling van hoger onderwijs zijn gevolgd of behaald kunnen op generlei wijze worden ingebracht in het curriculum van de opleiding Biomedische wetenschappen. In geval van herhaalde zeer ernstige fraude kan de commissie het College van Bestuur voorstellen de inschrijving van de student voor de betrokken opleiding te beëindigen. 4.10.5 De examinandus wordt schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld van een uitsluiting. 4.10.6 De examinandus kan bij de commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de uitsluiting ongedaan te maken. Voordat de commissie een beslissing neemt op een dergelijk verzoek stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. De examinandus kan zich bij die gelegenheid laten bijstaan door een adviseur. Plagiaat 4.10.8 De examinator/docent kan een werkstuk, paper, scriptie of onderzoeksopdracht, waarbij aantoonbaar plagiaat geconstateerd is, ongeldig verklaren. De examinator/docent deelt deze beslissing binnen twee werkdagen aan de voorzitter van de examencommissie mee. 4.10.9 Indien de examinator/docent van mening is dat naar aanleiding van het geconstateerde plagiaat t.a.v. een student een ordemaatregel anders dan ongeldig-verklaring, dient te worden uitgesproken, dan neemt hij contact op met de examencommissie. 4.10.10 Wanneer de examinator/docent n.a.v. plagiaat de examencommissie vraagt een ordemaatregel uit te spreken, stelt de examinator aan de examencommissie het betreffende werkstuk, de paper, scriptie of onderzoeksopdracht ter beschikking. 4.10.11 In geval van verdenking van plagiaat kan de examencommissie de examinator/docent, de student en anderen horen. 4.10.12 De ordemaatregelen die de examencommissie kan uitspreken zijn: a. het ongeldig verklaren van het werkstuk, de paper, scriptie of onderzoeksopdracht; b. het uitsluiten van het deelnemen aan het schrijven van een werkstuk, paper, scriptie of onderzoeksopdracht ten aanzien waarvan plagiaat is geconstateerd voor de duur van ten hoogste één jaar; waarbij geldt dat in de periode van uitsluiting een werkstuk, paper, scriptie of onderzoeksopdracht, zoals ten aanzien waarvan het plagiaat is geconstateerd, dat met goed gevolg is afgerond aan een andere faculteit of andere instelling van hoger onderwijs op generlei wijze kan worden ingebracht in het curriculum van de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen; c. en/of het uitsluiten van het deelnemen aan één of meer tentamens van de opleiding voor de duur van ten hoogste één jaar, en/of het uitsluiten van het deelnemen aan onderwijs, tentamens en examens van de andere door het LUMC verzorgde opleiding voor de duur van ten hoogste één jaar. Vakken die in de periode van uitsluiting aan een andere faculteit of een andere instelling van hoger onderwijs zijn gevolgd of behaald kunnen op generlei wijze worden ingebracht in het curriculum. Artikel 4.11 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag van het tentamen 4.11.1 Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de desbetreffende door de commissie daartoe aangewezen examinator of examinatoren een daarop betrekking hebbend papieren of digitaal bewijsstuk uitgereikt. Ingeval de uitslag van het onderzoek negatief is, wordt door de examinator of examinatoren daaromtrent een schriftelijke verklaring verstrekt. 4.11.2 De uitslag van het tentamen wordt uitgedrukt in een geheel getal tussen 1 tot 10, beide grenzen inbegrepen, of een beoordeling onvoldoende/voldoende. Uitslagen voor het Student Research 8

Project (= bachelorstage) en, waar van toepassing vakken in de vrije keuzeruimte uit andere opleidingen, worden bij wijze van uitzondering wel in halve getallen uitgedrukt. De uitslag wordt echter niet uitgedrukt in een getal tussen 5 en 6 [dit laatste geldt niet voor afzonderlijke onderdelen/deelcijfers van een tentamen]. 4.11.3 Het tentamen is met goed gevolg afgelegd indien de uitslag 6 of hoger is. 4.11.4 De beoordeling van de practica wordt bij de vaststelling van het cijfer verdisconteerd, voor zover niet anders in deze regeling is bepaald. 4.11.5 Bij een onvoldoende eindcijfer voor een tentamen dat uit meer dan één onderdeel bestaat moet(en) het (de) onvoldoende onderde(e)l(en) worden overgedaan. 4.11.6 In afwijking van de voorgaande leden kan de examinator volstaan met de beslissing of de examinandus al dan niet aan de tentameneisen heeft voldaan. 4.11.7 Het hoogst behaalde cijfer is van kracht. 4.11.8 Het is niet toegestaan een tentamen, of tentamenonderdeel opnieuw af te leggen als daarvoor reeds een voldoende cijfer is verkregen. 4.11.9 Op basis van de uitslag van de tentamens registreert de Studentenadministratie van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen (DOO) voor elke student het aantal studiepunten dat voor de verschillende onderwijseenheden is vastgesteld. 4.11.10 Ingeval de uitkomst van één en hetzelfde tentamen al dan niet tezelfdertijd door meer dan één examinator wordt beoordeeld, ziet de commissie erop toe dat die examinatoren dezelfde normen hanteren. Artikel 4.12 Geldigheidsduur van tentamens Voor regelingen met betrekking de geldigheidsduur van tentamens wordt verwezen naar artikel 4.7 van de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 4.13 Inzage en nabespreking Voor regelingen met betrekking tot inzage en nabespreking wordt verwezen naar artikel 4.8 van de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 4.14 Vrijstelling van het afleggen van tentamens en van deelneming aan praktische oefeningen 4.14.1 Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens dan wel van de verplichting tot deelneming aan een of meer praktische oefeningen als bedoeld in de OER (artikel 4.9) wordt door de examinandus ten minste twee maanden voor aanvang van het betreffende studieonderdeel schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de commissie. 4.14.2 De commissie beslist gemotiveerd binnen dertig werkdagen na de indiening van het verzoek. In geval van twijfel raadpleegt de commissie de meest betrokken examinator. De student wordt van het besluit onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de commissie overweegt het verzoek niet in te willigen wordt de examinandus in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Afschrift van het besluit wordt ter registratie aan de studentenadministratie van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen (DOO) gestuurd. Artikel 4.15 Kwaliteitsborging van tentamens 4.15.1 De kwaliteitsborging van de tentamens heeft de examencommissie gemandateerd aan de ToetsBeoordelingsCommissie Biomedische wetenschappen (TBC-BW). 4.15.2 De TBC-BW beoordeelt de validiteit, betrouwbaarheid en representativiteit van de tentamens. Het resultaat van de beoordeling wordt besproken met de betrokken examinator of examinatoren. 4.15.3 Bij de in 4.15.2 bedoelde beoordeling kan de TBC-BW zich laten bijstaan door deskundigen. Artikel 4.16 Bewaartermijnen 4.16.1 In het kader van een tentamen gemaakt werk wordt gedurende een termijn van ten minste twee jaar 9

bewaard. 4.16.2 De uitslagen van tentamens worden gedurende ten minste dertig jaar bewaard. 4.16.3 De besluiten van de commissie alsmede de uitslagen van afgelegde tentamens en examen worden deugdelijk geregistreerd. Tot de geregistreerde gegevens hebben uitsluitend diegenen toegang die daartoe door de commissie zijn gemandateerd. Hoofdstuk 5 Examens en getuigschriften Artikel 5.1 Het afleggen van het examen 5.1.1 Het bachelorexamen kan worden afgelegd indien voor alle tentamens van het eerste, tweede en derde studiejaar van de bacheloropleiding, zoals genoemd in bijlage II (tabellen 1 t/m 4) van de Onderwijs- en Examenregeling, een voldoende cijfer, of een voldoende beoordeling is behaald. 5.1.2 In afwijking van het bepaalde in 5.1.1 kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen van de bacheloropleiding, indien en voor zover de uitslag van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geeft. Artikel 5.2 Goedkeuring van examenprogramma's en keuzeonderdelen Een verzoek tot goedkeuring van een examenprogramma als bedoeld in artikel 7.3d van de wet dient schriftelijk en gemotiveerd bij de commissie te worden ingediend. De commissie beslist binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek. Artikel 5.3 Uitsluiting van de opleiding of bepaalde onderdelen daarvan 5.3.1 Als een student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan brengt de examencommissie desgevraagd advies uit aan het College van Bestuur omtrent de weigering dan wel het beëindigen van de inschrijving van de betrokken student voor de opleiding. 5.3.2 Indien de student, bedoeld in is ingeschreven voor een andere opleiding binnen de Universiteit Leiden en daarbinnen het onderwijs volgt van een afstudeerrichting die overeenkomt met of gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening verwant is aan de opleiding waarvoor de inschrijving met toepassing van artikel 7.42a, eerste lid, van de wet is beëindigd, dan brengt de examencommissie desgevraagd advies uit aan het College van Bestuur of het de student kan worden toegestaan die afstudeerrichting of andere onderdelen van die opleiding te volgen. 5.3.3 De commissie brengt een advies als bedoeld in of uit binnen tien werkdagen nadat daarom is verzocht. 5.3.4 Studenten die aan het einde van het eerste jaar nog niet geslaagd zijn voor alle vakken van de propedeutische fase, maar wel een uitgesteld studieadvies hebben ontvangen, worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan het onderwijs en de examenonderdelen van het tweede jaar. Daarbij geldt dat bij een eventuele keuze tussen eerste- en tweedejaarsonderwijs en daarbij behorende tentamens absolute prioriteit moet worden gegeven aan het onderwijs en de daarbij behorende tentamens van de propedeutische fase. Artikel 5.4 Compensatie Niet van toepassing. Artikel 5.5 Getuigschrift en diplomasupplement 5.5.1 Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de commissie, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor de afgifte is voldaan, een getuigschrift uitgereikt. Op dit getuigschrift worden de gegevens vermeld als omschreven in artikel 7.11, tweede lid, van de wet. 10

5.5.2 Per opleiding wordt per examen één getuigschrift uitgereikt. (Voor cohort 2010 en eerdere cohorten geldt dat ook een getuigschrift wordt afgegeven voor het propedeutisch examen). 5.5.3 Het getuigschrift wordt opgesteld in het Nederlands en in het Latijn. Het getuigschrift wordt namens de commissie ondertekend door de voorzitter. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter ondertekent een van de andere leden het getuigschrift. 5.5.4 Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de commissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 5.5.5 De examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen een supplement toe. Per getuigschrift wordt één supplement toegevoegd. 5.5.6 Het supplement wordt opgesteld in het Nederlands en het Engels en voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. 5.5.7 Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in 5.5.1 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de commissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. 5.5.8 De Studentenadministratie van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen (DOO) registreert welke getuigschriften aan een student zijn uitgereikt. Over geregistreerde gegevens - met uitzondering van gegevens over uitgereikte getuigschriften - wordt aan anderen dan de student, de examencommissie, de studieadviseur, de studentendecaan en het College van Beroep voor de Examens geen mededeling gedaan. Met toestemming van de geëxamineerde kan van het bepaalde in de vorige volzin worden afgeweken. Artikel 5.6 Examenjudicium 5.6.1 De commissie verbindt aan de uitslag van het examen een eindoordeel over de verrichtingen van de geëxamineerde. Dit oordeel is gebaseerd op het gemiddelde van de cijfers die zijn behaald voor de tot het examen behorende onderwijseenheden gewogen naar studielast. 5.6.2 Voor een cum laude bij het bachelorexamen geldt dat het gemiddelde van de door de kandidaat bij eerste gelegenheid behaalde cijfers voor de examenonderdelen van het tweede en derde studiejaar ten minste een 8,5 moet zijn. Bovendien geldt de regel dat, waar nog van toepassing, ook het propedeuse-examen cum laude is afgelegd. 5.6.3 Bij het berekenen van het gemiddelde van de cijfers voor de examenonderdelen worden de onderdelen die beoordeeld zijn met een beschrijving (bv. voldoende of goed ), of waarvoor een vrijstelling is verleend buiten beschouwing gelaten. 5.6.4 De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat ten gunste van de student wordt afgeweken van deze regeling. Artikel 5.7 Bewaartermijnen De uitslagen van examens zijn openbaar. De examenregisters waarin de uitslagen van de examens zijn vermeld worden voor altijd bewaard. Hoofdstuk 6 Het bindend studieadvies Artikel 6.1 Dossiervorming 6.1.1 De commissie houdt van iedere student die voor de propedeutische fase van de opleiding is ingeschreven een dossier bij. In dit dossier wordt een beknopte schriftelijke weergave van elk formeel contact van de commissie met de student opgenomen, waaronder in ieder geval het kennismakingsgesprek en de adviesmomenten. 6.1.2 In het dossier wordt een aanduiding van de persoonlijke omstandigheden van de student als bedoeld in artikel 7.8b, derde lid, van de wet opgenomen, alsmede indien van toepassing het aan de persoonlijke omstandigheden aangepaste studieplan dat de opleiding met de student heeft vastgelegd. 11

6.1.3 Elke student heeft het recht zijn dossier, bedoeld onder, in te zien en daaraan desgewenst zijn bezwaren tegen de inhoud van hetgeen daarin is opgenomen, toe te voegen. Artikel 6.2 Het advies De commissie brengt het advies uit namens de Raad van Bestuur van het LUMC, met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in de Regeling bindend studieadvies Universiteit Leiden. Hoofdstuk 7 Klachten, bezwaren en beroepen Artikel 7.1 Indiening 7.1.1 Een student dient een klacht, een bezwaar of een (administratief) beroep als bedoeld in artikel 7.61, eerste lid, van de wet vanwege een genomen beslissing van de commissie of van een of meer van de door haar aangewezen examinatoren in bij de faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a, eerste lid, van de wet. 7.1.2 De termijn voor het schriftelijk indienen van een (administratief) beroep of een bezwaar als bedoeld in 7.1.1 bedraagt zes weken. Artikel 7.2 Behandeling van klachten en bezwaren Klachten en bezwaren worden behandeld conform de bestaande procedures zoals opgenomen in de Regeling ombudsfunctionaris, de Regeling overige klachten, het Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens en de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 7.3 Behandeling van beroepen (Administratieve) beroepen worden behandeld conform de bestaande procedures. Deze zijn opgenomen in het Reglement van orde van het College van beroep voor de examens en het Studentenstatuut. Hoofdstuk 8 Jaarlijkse verslaggeving Artikel 8.1 Verslaggeving 8.1.1 De examencommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden. De examencommissie verstrekt het verslag aan de Raad van Bestuur. 8.1.2 Het verslag omvat in elk geval de voornaamste besluiten van de commissie alsmede een beschrijving van de wijze waarop de commissie haar taak ten aanzien van de kwaliteitsborging van tentamens als bedoeld in artikel 4.15 heeft vervuld. Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 9.1 Bijzondere omstandigheden 9.1.1 In gevallen waarin deze regels en richtlijnen niet voorzien beslist de commissie. 9.1.2 Indien in bijzondere gevallen onverkorte toepassing van hetgeen in deze regels en richtlijnen is bepaald tot evidente onbillijkheid leidt, is de commissie bevoegd anders te besluiten. Artikel 9.2 Wijzigingen Bij wijzigingen in deze regels en richtlijnen die betrekking hebben op het lopende studiejaar, dan wel gewichtige gevolgen hebben voor degenen die daarvoor al voor de opleiding waren ingeschreven, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de belangen van de betrokken studenten worden geschaad. Artikel 9.3 Inwerkingtreding Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2012. 12