jan schouten De aanjagers Van Gennep Amsterdam SchoutenOpmaakProef6.indd 3 03-06-15 11:55



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Het kasteel van Dracula

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Verhaal: Jozef en Maria

De bruiloft van Simson

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.


Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!


O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

l Wouter mag Floor niet slaan. l Wouter mag geen alcohol drinken (geen druppel!).

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Apostolische rondzendbrief

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Charles den Tex VERDWIJNING

Op reis naar Bethlehem

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en

De gelijkenis van de verloren zoon.

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Het vreemde paard van Sinterklaas. door Nellie de Kok

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

Marlies Verhelst. Geraakt

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Mijn mond zat vol aarde

H E T V E R L O R E N G E L D

TONEELSTUK Marama en de krokodillenrivier.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Adam en Eva eten van de boom

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Maar hij ziet niemand. Ik zal het wel gedroomd hebben, denkt hij dan. Hij gaat weer liggen en slaapt verder.

Miauw! Miauw!

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA


Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

Alleen in een groot spookhuis. Duncan Neijenhuis Groep 7

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Storm op komst. We vinden het belangrijk dat onze kinderen rekening leert te houden met

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

1 Kussen over mijn hoofd

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Het rommelt nog even om het huisje en dan is het weer stil. Aardedonker en doodstil.

Marleen loopt met de tijd Mee. Tekeningen en tekst: Dick de Jong

Prent 1 : Klaslokaal. De kinderen zingen rond de kerstboom.

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

SAMUEL VAN DER MEER. De Ontsnapte Joden

Wat? Ambers mond valt open. Krijg ik dertigduizend euro? De notaris knikt. Dat klopt. Gefeliciteerd. Liz weet ook niet wat ze hoort.

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Mijn loverboy Verloren onschuld

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Transcriptie:

jan schouten De aanjagers Van Gennep Amsterdam SchoutenOpmaakProef6.indd 3 03-06-15 11:55

hoofdstuk 1 O p een avond, lang geleden, de avond dat maria het met hem uit wilde maken, begon Thomas ineens over vroeger. Dat die vriendelijke Amerikanen Nederland kwamen helpen tegen de Duitsers en dat die vrienden op een kwaaie dag in 1944 Nijmegen bombardeerden. Lag die stad in Duitsland? had Maria gevraagd. En tot haar verbazing vertelde Thomas dat Nijmegen niet in Duitsland lag maar in Nederland. Dat geloof je toch niet? Waarom deden ze dat? Waarom vraag je me niet waarom ik je dit vertel? was het antwoord van Thomas geweest. En hij vertelde haar dat hij als kind in Nijmegen woonde, dat hun huis bij het bombardement was verwoest en dat zijn moeder het niet had overleefd. Dit vertelde Thomas haar ergens in 1968, het jaar dat ze zo diep mogelijk had weggestopt. Lange tijd was het Maria met pijn en moeite gelukt om de gedachten eraan weg te houden. Tot de dag dat ze het ontzielde lichaam van haar echtgenoot aantrof en ze er toch weer door werd overweldigd. En dat wakkerde de beproevingen aan die ze vanaf dat moment moest doorstaan. Achteraf durfde Maria te stellen dat haar ellende maar uit één bron kon zijn ontsproten: uit het giftige zaad dat - 7 - SchoutenOpmaakProef6.indd 7 03-06-15 11:55

niet alleen in 1944 leidde tot het bombardement, maar al vele jaren eerder de wereld bezwadderde en in 1930 een man, genaamd Maurits Houben, had gedwongen zijn dorp bij Aken te verlaten en zijn heil te zoeken in het veilige Nederland. Of lag de oorsprong van het kwaad dichter bij huis? Lag het in de vonk die op een zomernamiddag in 1947 oversprong op Andries, de vader van Thomas, toen twee meisjeshanden zijn vingers beroerden? Daar kon Maria geen weet van hebben, want in dat jaar scharrelde zij als peuter rond in een Mexicaans stadje. Waar die bommenwerpers vandaan kwamen, daar werd verschillend over gedacht, maar Andries Blok twijfelde geen moment: Duitsers hadden zijn stad platgegooid en omdat ieder mens de werkelijkheid beziet vanuit de verhalen die hij gelooft, hield hij staande dat zij de moordenaars waren van zijn vrouw: een opvatting die deze administrateur, die zelfs tijdens de meest barre periodes van de oorlog in het leven stond als een stationair bonkende stoommachine waar het de oosterburen betrof, op slag veranderde in een man die op scherp stond. *** Het is 1947, de laatste donderdag van juli. Andries Blok is op de fiets onderweg naar kamp Mariënbosch, een naam als van een klooster of vakantieoord, maar dan eentje met nissenhutten en barakken, omringd door manshoog prikkeldraad en bewaakt door soldaten. Het kamp ligt een uurtje of twee lopen van Nijmegen en maar een klein - 8 - SchoutenOpmaakProef6.indd 8 03-06-15 11:55

stukje fietsen van de boerderij waar hij na de oorlog samen met zijn zoontje Thomas onderdak heeft gevonden in een pachtershuis. Het kamp dient een gewichtige zaak. De Nederlandse staat heeft besloten alle mensen met een Duits paspoort, zelfs al zijn ze lang voor de oorlog in Nederland komen wonen, op te pakken, te interneren en het land uit te zetten. Goed of fout in de oorlog, van de 38-jarige Andries Blok, die in de keuken van Mariënbosch een baantje heeft bemachtigd, mogen ze allemaal het land uit. Zijn rechterhand, die maar vier vingers telt, hangt losjes over het stuur. De kracht moet komen van zijn linkervuist die als een knoest rond de stuurpen is geplooid. Zodoende temt hij de Gazelle. Dat is hem geraden want tijdens de regenbuien in het voorjaar hebben de boerenkarren richels in het zandpad getrokken, die bikkelhard zijn uitgebakken door de zon. Hij kan beter wat langzamer rijden, denkt hij, maar zijn benen weigeren te gehoorzamen. Hij walst door. Tussen de bosschages in de verte komt de prikkeldraadomheining in zicht. Dit is het moment waarop hij normaal gesproken afremt, zijn eerste sigaret opsteekt en rustig uitbolt in de richting van de poort. Maar dan herinnert hij zich dat hij vanochtend zijn aansteker heeft verzopen met een te grote scheut wasbenzine en hem sindsdien niet aan de praat heeft gekregen. En waarom hij niet toch stopt? Het Arcadië waar hij doorheen raast, nodigt daar wel toe uit. Maar de bermbloemen in volle bloei, de loom kauwende koeien, de dartelende leeuweriken, de zoete geur van hooi raken hem niet. Ook het zweet, dat samen met de aluin waarmee hij zich na het scheren heeft ingewreven over zijn branderige wangen stroomt, doet hem geen vaart verminderen. Hij likt de zure - 9 - SchoutenOpmaakProef6.indd 9 03-06-15 11:55

druppels van zijn lippen en fietst als een bezetene door tot aan de poort van kamp Mariënbosch. Als hij de keukenbarak binnengaat, is hij duizelig. Zijn hart bonkt. Niet van de geleverde inspanning maar van de aanblik van de groep hulpkrachten, vrouwen en meisjes uit het kamp, die onder leiding van zijn vriend Aussems de dagorde bespreken. Ja, ze staat er ook tussen! Die meid uit Limburg met haar donkere honingogen, die Duitse. Zie hoe haar weelderige bos haar met listige krullen haar blouse binnenglijdt! Als na een lange ochtend zweten in de bedompte keukenbarak eindelijk de middagpauze is aangebroken en ook de traagste collega de buitenlucht heeft opgezocht, wenkt Andries haar. Het meisje volgt hem naar de voorraadkamer. Onmiddellijk, als had ze op dit teken gewacht. Het is toch eigenlijk een sukkelaar die Blok. Wekenlang heeft Miriam hem bestudeerd en van één ding was ze al vlug zeker: hij is een van die mensen die boven alle hoofden uitsteken maar in gezelschap geen enkele indruk maken. Zelfs nu hij boven haar uittorent, lijkt zijn lijf weg te vallen tegen de stoffige wand van de barak. Ze kent dat soort mannen wel, haar vader is ook zo iemand. Ze zit op een uitgezakte baal meel recht tegenover hem. Zou hij als eerste iets zeggen? Daar rekent ze niet op. Een stille man, zo heeft ze hem ervaren: eerder een knecht dan een baas, iemand met een goeiige kop, die klaarstaat om te helpen. Heel soms toont hij een stroeve glimlach, alsof hij een pijnlijke geschiedenis te verbergen heeft. Wil hij het daar soms over hebben? Over zijn ongeluk? Blok - 10 - SchoutenOpmaakProef6.indd 10 03-06-15 11:55

houdt hem losjes op zijn dij, de zielige hand met zijn grove plooien waaraan elk moment de ontbrekende duim kan ontspruiten. Miriam kan er goed naar kijken. Dit manco, noch het grote lijf dat verloren gaat in de fletse overall, noch de druk van zijn knieën tegen de hare, vermindert de aantrekkelijkheid van de man tegenover haar, een aantrekkelijkheid die erop neerkomt dat dit een mens is op wie zij zich kan verlaten, dat de andere vrouwen in de barak gelijk hadden: hij is veilig. Bovendien, hoe vaak had moeder die op haar manier heel kritisch was op mannen haar niet voorgehouden dat uiterlijk er niet toe deed? En was het haar papa niet geweest die haar had bezworen dat je vooral van de stille mensen op aan kon? Ja, vanaf het eerste moment wist zij dat zij haar baas zonder gevaar om een gunst kon vragen. Ze strekt haar hand uit want hij biedt haar een sigaret aan. Ze is per slot van rekening zestien en ze houdt er wel van, zeker als het een Camel is probeer daar maar eens aan te komen. Voor hem geen probleem blijkbaar. Maar waarom blijft hij zo eindeloos aan het wieltje van zijn aansteker draaien? Hij kan toch ook zien dat het vuursteentje zijn werk wel doet maar de vonk niet overslaat? Ze pakt de Zippo uit zijn handen en voelt aan het katoentje. Daarna blaast ze met getuite lippen op de lont, keer op keer, totdat die wel droog moet zijn. In een walm van benzine ontspringt de vlam. Meneer Blok leidt haar hand naar zijn sigaret en omdat hij trilt, trekt ze haar andere hand bij en houdt zijn vuist vast. Zijn je vader en moeder hier ook? Meneer, ik wil niet naar Duitsland. Ik ken dat pokkenland niet eens. Ik wil in Nederland blijven, maar ik kan nergens heen. - 11 - SchoutenOpmaakProef6.indd 11 03-06-15 11:55

Ze is zelf geschrokken van haar heftigheid. Hij sluit zijn ogen en even denkt ze dat hij zijn ergernis verbijt. Maar dan herinnert ze zich de sukkelaar. Natuurlijk is hij bezig om voor haar een plan te bedenken. Hij wil me helpen, lieve God als het toch waar is, misschien weet hij een plek buiten het kamp waar hij me kan onderbrengen. Plotseling hoort ze hem hijgen; er staan zweetdruppels op zijn voorhoofd. Even voelt ze paniek opkomen, maar dan merkt ze dat haar eigen kleren ook plakkerig zijn. Wie zou er in deze hitte niet gaan zweten? Miriam, dus, Miriam Houben uit Hoensbroek, zegt hij schor. Ik denk dat we het wel met elkaar zullen vinden, meisje. Ik regel het wel. Ze moet hem geloven, iets anders kan ze niet bedenken. Ik zorg dat je hier veilig wegkomt, zegt Blok. Dat beloof ik. Dan trekt hij haar met een ruk naar zich toe, buigt zijn vlekkerige gezicht over haar heen en moet zij niet alleen zijn klauwende handen maar ook zijn misselijkmakende vieze adem verdragen die haar tot aan de rand van kotsen brengt. Het is inmiddels eind augustus en Thomas heeft na het werk zijn vaste stek aan de Botersloot opgezocht, veilig ver van de boerderij waar hij woont. Niemand in de buurt, niets beweegt er, alleen de zwaluwen hoog in de lucht. Zijn wereld is warm en verlaten. Hij waagt het erop en trekt zijn kleren uit. Steunend op een elleboog vlijt hij zich neer, elk stukje van zijn lijf laat hij dragen door het zachte gras van de wallenkant. Om hem heen rietpluimen, bloeiende klaver en klaprozen, en verderop de landerijen trillend onder de avondzon. Met zijn vrije hand houdt hij een stok boven het water, een panlat die uitloopt op een strop van ijzerdraad. Zo ligt hij - 12 - SchoutenOpmaakProef6.indd 12 03-06-15 11:55

daar, wachtend op de snoek waarop hij al dagen aast. Ineens moet hij aan zijn moeder denken. Dat komt door het lieveheersbeestje dat op zijn arm is geland. Of door het postvliegtuig dat net is overgekomen of misschien wel door de ijle tonen van een klok die in de verte acht uren slaat en die hem eerst doen denken aan de klappen van ijzer op ijzer in de smidse van de boerderij en daarna onmiddellijk aan het getingel uit de rechterkant van de piano waarop zijn moeder hem vroeger de weg over de toetsen wees. Hij blaast zachtjes op zijn arm tot het lieveheersbeestje zijn schild openbreekt, en net voordat hij zijn moeder tegen hem hoort fluisteren: Zorg goed voor je papa, glijdt het de lucht in. Hij moet ervan zuchten. Zijn vader lijkt alleen op zijn gemak als hij achter het harmonium zit, een petieterig instrument dat zijn knieën nauwelijks ruimte geeft voor de bewegingen die de lucht in het orgeltje moeten blazen. Maar hij krijgt het voor elkaar, en ook met maar één duim gaat het spelen hem goed af. Zacht stromende melodieën speelt papa, psalmen. Niets voor Thomas, maar als zijn vader speelt, hoort hij bewegingloos toe omdat het hem troost dat hij zijn vader alleen al kan troosten door te doen alsof hij van zijn muziek geniet. Als hij alleen is, denkt Thomas vaak aan hem, maar vanavond doet hij dat liever niet. Sinds papa een week geleden van zijn fiets is gevallen en zijn gezicht heeft opengehaald is hij onuitstaanbaar en bovendien: hij krijgt tegenwoordig elke avond bezoek van die vreselijke Aussems, zijn boezemvriend, en word daar maar eens vrolijk van. Thomas krijgt geen tijd om het gevoel van walging voor de man die hij Rattenkop noemt toe te laten: de snoek is - 13 - SchoutenOpmaakProef6.indd 13 03-06-15 11:55

van onder de wal opgeschoven en ligt nu stil in het midden van een lui uitdijende kring. Alleen de kieuwen bewegen. Voorzichtig laat Thomas de strop zakken tot een paar centimeter boven de kop. Rustig blijven nu. En op de staart letten. Eerst moet die bewegen Maar dan! Woesj! Plotseling suist er een plag langs zijn oren. De kluit landt voor hem op het water, niet ver van het vistuig, dat uit zijn handen is geglipt. Hij springt overeind en draait zich om. Als hij ziet waar hij naar kijkt, vallen zijn handen hulpeloos langs zijn lijf. Hij wordt aangekeken door een meisje met kort, piekerig haar. Hallo, zegt ze, wat ben je aan het doen? Wat moet hij zeggen? Van alles en nog wat kan hij beweren. Het liefst zou hij boos worden, maar zijn keel lijkt dichtgesnoerd en hij moet wachten tot de zwarte vlekken voor zijn ogen zijn verdwenen en hij zijn ademhaling weer voldoende onder controle heeft om zijn kleren bij elkaar te graaien en hinkend en met zijn rug naar haar toe zijn overall aan te trekken. Het meisje schudt haar sandalen uit, trekt haar jurk op en springt van hem weg. Ze danst alsmaar om hem heen, draait pirouettes, valt een keertje, staat weer op, probeert een handstand, valt weer en begint van voren af aan. Neemt ze hem soms in de maling om de stuntelige manier waarop hij zijn kleren aantrekt? Daar hoort dan wel een vrolijker gezicht bij, maar ze kijkt helemaal niet vrolijk. Het vreemde meisje valt languit naast hem neer. Op veilige afstand. Waarom deed je dat? vraagt hij na een poosje. Zomaar, zegt ze, ik had gewoon zin om te rennen. Ze schuifelt op haar knieën naar de rand van de sloot en begint daar paardenbloemen te plukken. Thomas durft nauwelijks te kijken want hij kan zo haar jurk inkijken. - 14 - SchoutenOpmaakProef6.indd 14 03-06-15 11:55

Liever richt hij zijn aandacht op de vuile nagel die de stelen splitst om een kransje te maken. Waarom is het haar dat ze nu tooit met een bloemenkroon zo piekerig, zo schots en scheef? Wat is er met je haar gebeurd? Haar mond krijgt iets verbetens. Ze maakt nog een krans. Een kleinere. Die wil ze om zijn pols te schuiven. Eerst wil hij zijn arm terugtrekken hij is vijftien, ze moet niet denken dat hij een kind is maar hij laat haar begaan. Nooit eerder heeft hij zich zo verward gevoeld. Heb ik zelf gedaan. Wat moet hij daar nou weer mee aan? Zo veel vragen tollen rond in zijn hoofd maar hij kan er geen enkele verwoorden. Een sterk beeld duwt ze naar achteren: het meisje heeft dezelfde ogen als zijn mama, donkerbruin, en als er, zoals nu, licht in valt, lijken ze wel van amber, en ook heeft ze hetzelfde haar, diepzwart en op de ongeschonden plekken uitbundig krullend. Waar woon je? vraagt hij ten langen leste. Waar zijn je vader en moeder? Ondergedoken, weg. Niet alleen haar neergeslagen ogen doen hem vermoeden dat er iets niet klopt aan haar verhaal. De oorlog is voorbij. Er zijn geen onderduikers meer. Waar woon je dan? wil hij nog eens vragen, maar zover komt het niet. Even onverwacht als ze is gekomen, rent ze van hem vandaan, om de zoveel passen achteromkijkend, als om er zeker van te zijn dat hij haar niet volgt. De volgende dag ziet Thomas haar weer, het wilde meisje met de korte haren. Hij had weer naar zijn snoek liggen turen, en ineens was ze - 15 - SchoutenOpmaakProef6.indd 15 03-06-15 11:55

naast hem neergeplofd, met de mededeling of hij alsjeblieft zijn handen thuis wilde laten. Thomas had zijn schouders opgehaald. Braaf zo, had ze gezegd. Ik heet Miriam. En jij? Thomas. Hij had haar gevraagd waar ze woonde en nu vertelt ze. Ik zal eerlijk zijn. Ik woonde en werkte in een boerderij hier ver vandaan, nee, ik zeg niet waar. Veertien uur per dag lieten ze me beulen. Slavenarbeid, dat was het, en naar buiten mocht ik ook al niet. Ik wilde weg, terug naar mijn vader en moeder. Er was een man, ik noem hem maar even de Knecht. Die beloofde me ergens anders onder dak te brengen. Dat beloofde hij me wel honderd keer, maar als ik hem vroeg wanneer, dan deed hij het weer, dan pakte hij me elke dag opnieuw. Belofte maakt schuld, Thomas, zo is het en niet anders. Iedereen die zijn belofte niet houdt verdient straf, toch? Die knecht was gek op mijn haren, daarom heb ik ze afgeknipt. Om hem te straffen. En ik hoopte ook dat de boer mijn gekke kop zou opmerken en me zou ondervragen, dan moest ik de Knecht wel verraden. De Knecht raakte in paniek toen hij zag wat ik had gedaan. Hij werd razend en ik was bang dat hij me wat zou aandoen. Ik ben weggerend. Plotseling haar arm om hem heen, een wang tegen de zijne. Help me, Thomas, ze komen me vast zoeken. Misschien komen ze straks met de honden. Weet jij een plek waar ik me kan verstoppen? Thomas vraagt niet wat er zich precies tussen haar en die Knecht heeft afgespeeld. Dat is niet nodig; hij hoeft maar naar haar verkrampte gezicht te kijken of hij weet dat haar iets verschrikkelijks is aangedaan. Hij stelt zich een - 16 - SchoutenOpmaakProef6.indd 16 03-06-15 11:55

afgrijselijke kerel voor en hoe hij die man, hoe groot ook, met een zeis zijn benen afhakt, met een steen zijn hoofd kapotslaat en ja, hij durft het, zijn ballen tot moes trapt. Voornemens die hem doen gloriëren: omdat hij jaloers is, omdat hij haar wil. Heb je weleens een kikker opgeblazen, Thomas? Hij wil antwoord geven, maar Miriam is hem voor. Ik wel, zegt ze, een paar nachten geleden nog. Ik lag zo lekker te slapen en ineens begon hij te kwaken. Ik zag hem wegkruipen. Stom beest. Een strootje in zijn kont en blazen maar. God wat een troep toen hij ontplofte. Zijn verdiende loon. Normaal zou ze dat nooit doen, besluit Thomas, maar wat kun je verwachten van iemand die wordt opgejaagd? Hij trekt haar naar zich toe en denkt ineens aan de woorden die zijn moeder hem soms in zijn oren fluisterde, maar die durft hij nog niet uit te spreken. Ver weg van de pachterswoning waar hij sinds drie jaar met zijn vader verblijft, heeft Thomas zich een leegstaand bakkershuisje toegeëigend, een vierkant kot zonder ramen. Hij is op het idee gebracht door Kees van Ommeren, de 25-jarige priester en de schatrijke erfgenaam van de familie die zich de eigenaar mag noemen van de landerijen die zich aan de rand van Nijmegen over vele kilometers uitstrekken in de richting van het dorp Hatert en Mariënbosch. Van Ommeren woont in bij de bedrijfsleider van het landgoed. Lekker verzorgd, reken maar, ik kom net uit een sanatorium en dat is geen pretje, Thomas, alsmaar op een bedje liggen. Nee, hier kan ik aansterken en dat is de bedoeling. Dat moet een grap zijn, iets anders kan Thomas er niet - 17 - SchoutenOpmaakProef6.indd 17 03-06-15 11:55

van maken. Aansterken? Het mocht wat. De boomlange kerel die zich priester noemt behoort tot de weinige mannen op het erf die het stierenhok in mogen. Thomas speelt het spelletje maar mee. Als Kees van Ommeren zich priester wil noemen dan moet dat maar; belangrijker is dat Kees hem vanaf de eerste dag als een oudere broer de weg heeft gewezen. De oekaze dat hij uit het stierenhok weg moest blijven, had Thomas met een schouderophalen beantwoord, maar toen Kees hem naar de kadaverbak sleepte moest hij kokhalzen. Dode ratten, misgeboortes, de katten die werden geschoten en ook grotere dieren vergingen in de ongebluste kalk waar je bij stond, had Van Ommeren uitgelegd. Dat je in de ongebluste kalk levend kunt verbranden, dat de mannen soms zoutzuur in de bak gooien helemaal gevaarlijk. Alsof hij spijt had van het beeld dat hij had opgeroepen, trok de priester Thomas weg bij de kadaverbak en wees naar een losstaand huisje, honderd meter van de woning waar Thomas kort daarvoor de koffers van zijn vader en die van hemzelf naar binnen had gesjouwd. Was dat niet iets voor hem? Als hut of zo. De deur van het kot had een grendel, dat was Thomas meteen al opgevallen, een roestige pin die met kracht in een oog moest worden geschoven, dat zelf weer onwrikbaar verankerd lag in de muur van veldbrandsteen, die met gemak aan tien man weerstand kon bieden. Hier, in dit bakstenen vierkant, onder de pannen die net voldoende doorkijk geven op de lucht om je niet gevangen te voelen, hier kan hij de wereld buitensluiten, de oorlog die nog woedt in alle gesprekken van de grote mensen en ook een onbestemd gevoel van gevaar, dat hij niet goed kan benoemen maar dat als hij erover nadenkt daaruit bestaat - 18 - SchoutenOpmaakProef6.indd 18 03-06-15 11:55

dat hij de warmte en veiligheid van zijn moeder mist. Ja, hier voelt hij zich bevrijd, ook van een man als Aussems, de Rattenkop, die Thomas net voordat hij hiernaartoe is gekomen het huis van zijn vader heeft zien binnenglippen. Van Ommeren heeft hem vanaf het begin voor hem gewaarschuwd. Hij was lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de oorlog aangemeld. Lekker veilig. Blijf een beetje uit zijn buurt. Het is een geniepig kereltje, een aanjager, een bommenlegger, een roddelaar. Geloof die man nooit. Dat hoeft niemand Thomas te vertellen. Deze man, van wie hij nooit de kleur van zijn ogen heeft kunnen vaststellen, draagt in zijn vrije tijd nog steeds een geweer, alsof de wereld wacht op zijn heldendaden. En wat erger is: om de een of andere reden lijkt deze man zijn vader in zijn macht te hebben. Vanavond was het weer zover: Thomas staat rustig met zijn vader te praten en plotseling komt daar Aussems voorbij. En het kan gaan over wat dan ook, als vader iets wil zeggen, kijkt hij eerst naar Aussems en praat pas verder als hij het spitse kopje van de rat ziet knikken. Papa s humeur was er niet beter van geworden. Opgehoepeld jij, snauwde zijn vader hem toe, naar je kot. Ik moet nadenken. Thomas vraagt zich niet al te lang af wat zijn vader vanavond bezielt. Hij heeft zo zijn eigen besognes. Hij weet het zeker: hij is verliefd. Hij ligt in de hut op zijn kapokmatras en het zweet gutst van zijn lijf. Zijn ogen prikken. Hij reikt naar zijn overall en met een van de pijpen droogt hij zijn gezicht. Daarna draait hij die om zijn hoofd. Zo heeft hij geen last meer van de late zonnestralen die door de kieren van de deur naar binnen schieten. - 19 - SchoutenOpmaakProef6.indd 19 03-06-15 11:55

Hij is het centrum van de wereld. Zijn borst zwelt. Het meisje heeft hulp nodig en hij is de enige op de wereld die haar kan helpen. Thomas is nu samen met Miriam in zijn hut, die al dagen haar geheime schuilplaats is. Ze slaapt. Dat komt goed uit. Hij moet nadenken. Vanochtend heeft Van Ommeren hem gewezen op de nevel die de zon omfloerst. Het weer ging omslaan, beweerde hij. Thomas moest hem gelijk geven. De lucht werd steeds donkerder. Regen op komst. Onweer misschien. Tot nu toe brengt hij Miriam s avonds naar buiten, naar de plek waar ze de afgelopen tijd s nachts heeft geslapen. Maar dat wordt met het dreigende noodweer onmogelijk en ze kan toch niet onafgebroken in de hut blijven? Vroeg of laat zou ze worden ontdekt. Kon iemand hem maar vertellen hoe hij dit moet oplossen. Ineens krijgt hij een klap op zijn rug. Miriam. Ze is overeind gekomen. Ik heb gedroomd, zegt ze, ik moet je iets geven. Ze pakt zijn hand en laat er een kettinkje in vallen, een snoer van roodbruine steentjes, grillig en gekarteld. Koraal, zegt ze, dit is bloedkoraal. Ik heb het van mijn vader gekregen. Hier, Thomas. Denk aan mij als me iets overkomt. Dat is niet eerlijk, roept hij uit. Ik ga je helpen, dat heb ik je beloofd! Waarom vertrouw je me niet? Ze vouwt zijn hand tot een vuist en dwingt die in zijn broekzak. Houden, Thomas, altijd bij je houden en blijf aan mij denken. Hij stribbelt niet tegen en laat het kettinkje in zijn zak glijden. - 20 - SchoutenOpmaakProef6.indd 20 03-06-15 11:55