elektrotechniek SPE K 2009 minitoets bij opdracht 11 variant c Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) (2) X (3) X 1p 1 Wanneer kan de arbeidsinspectie worden ingeschakeld? wanneer de planning van het vakantierooster niet naar wens is wanneer de veiligheidsvoorschriften niet juist worden toegepast wanneer er onnodig veel installatiemateriaal gebruikt wordt wanneer er te weinig werkoverleg plaatsvindt 1p 2 Het meten en testen van een pompinstallatie gebeurt vóór het opleveringsgesprek. Welke metingen of tests moeten minimaal uitgevoerd zijn vóór de oplevering? aardlektest aardverspreidingsweerstandsmeting apparatentest aardlektest apparatentest isolatieweerstandsmeting isolatieweerstandsmeting aardlektest aardverspreidingsweerstandsmeting isolatieweerstandsmeting aardverspreidingsweerstandsmeting apparatentest 1p 3 ls een installatieopdracht klaar is, volgt het opleveringsgesprek met de klant. Wat is het doel van een opleveringsgesprek? de installatie laten zien en uitleggen hoe ze werkt de nacalculatie van de gemaakte kosten doorspreken het oplossen van storingen laten zien wat goed en fout is gegaan bij het installeren 1p 4 e weerstand van een boilerelement is 92 ohm, de stroom door het element is 2,5. Hoe groot is de spanning over het element? 23 V 110 V 220 V 230 V 909-0631-b-PK-1-m11 1 lees verder
1p 5 Een beschermingsleiding is een leiding die met aarde is verbonden. Wat is het doel van een beschermingsleiding? apparaten beschermen tegen kortsluiting apparaten beschermen tegen overbelasting mens en dier beschermen tegen nulspanning mens en dier beschermen tegen te hoge stromen door het lichaam 1p 6 Hieronder zie je afbeeldingen van twee sinusvormige spanningen. U sinusvorm 1 U sinusvorm 2 t = 15 msec Hoe groot is de frequentie van de spanning in sinusvorm 2? Gebruik de formule: f = 1 T 33,3 Hz 66,7 Hz 133,3 Hz 166,7 Hz 1p 7 In dit schema wordt een signaallampje geschikt gemaakt voor aansluiting op een spanning van 230 V. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een voorschakelweerstand. Rv U l = 30 V I = 20 m U = 230 V Welke waarde moet de voorschakelweerstand hebben? Gebruik de formules: U t = U 1 + U 2 + U 3 + en U = I x R 10 Ω 11,5 Ω 10 kω 11,5 kω 909-0631-b-PK-1-m11 2 lees verder
1p 8 it is het stroomkringschema van een relaisschakeling. 24 V == L + S1-1 L - Welk volgordediagram hoort bij deze relaisschakeling? 909-0631-b-PK-1-m11 3 lees verder
1p 9 Een contactor schakelt de pompmotor direct in. 1 2 3 4 5 6 1 2 X1 L1 L2 L3 PE 400/230 V - 50 Hz 2 4 6 95 F1 96 X2 PE U1 V1 W1 Pompmotor Waarvoor dienen de hoofdcontacten van deze contactor? als overneemcontacten voor beveiliging tegen kortsluiting voor beveiliging tegen overbelasting voor het schakelen van de motorstroom 1p 10 Een draaistroommotor is aangesloten op een net van 400/230 V. e motor neemt een stroom op van 4. e cos phi is 0,8. Hoe groot is het schijnbaar vermogen van de motor? Gebruik de formule: P s = U l x I l x 3 1593,4 W 1593,4 V 2771,2 W 2771,3 V 1p 11 ij een vermogen groter dan 2,25 kw wordt een pompmotor met een ster-driehoekschakelaar ingeschakeld. Waarom wordt hiervoor een ster-driehoekschakelaar gebruikt? omdat de aanloopstroom beperkt moet worden omdat een hoger toerental bij het aanlopen nodig is omdat een lager toerental bij het aanlopen nodig is omdat het aanloopkoppel van de pompmotor te laag is 909-0631-b-PK-1-m11 4 lees verder
1p 12 Een EN-poort en een OF-poort met elk twee ingangen worden geschakeld zoals je hier ziet. a b c & > 1 S Welke waarheidstabel is juist? a b c S a b c S a b c S a b c S 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1p 13 e werking van een capacitieve sensor berust op het principe van een condensator. Wat geldt voor het doorlaten van stroom door een ideale condensator? e condensator laat gelijkstroom door, maar geen wisselstroom. e condensator laat wisselstroom door en schijnbaar gelijkstroom. e condensator laat wisselstroom en gelijkstroom door. e condensator laat schijnbaar wisselstroom door en geen gelijkstroom. 909-0631-b-PK-1-m11 5 lees verder
1p 14 In welke afbeelding is een onderdeel van een kabelladdersysteem te zien? 1p 15 e weerstand van installatiedraad is onder andere afhankelijk van de lengte en doorsnede van de draad. ij welke draadlengte en -doorsnede treedt bij dezelfde stroom het grootste spanningverlies op? bij 100 m van 1,5 mm 2 bij 100 m van 2,5 mm 2 bij 200 m van 1,5 mm 2 bij 200 m van 2,5 mm 2 909-0631-b-PK-1-m11 6 lees verder
1p 16 it is een schema van een schakeling met gelijke weerstanden. + - U U1 R1 U4 R4 U2 R2 U3 R3 U5 R5 e voedingsspanning is 30 V. Hoe groot is de spanning over R4? Gebruik de formule: U t = U 1 + U 2 + U 3 + 5 V 10 V 15 V 30 V 909-0631-b-PK-1-m11* 7 lees verder einde